• No results found

Telefoonrekening voor iedereen lager;KPN blijft dominant 5

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Telefoonrekening voor iedereen lager;KPN blijft dominant 5"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N

IEUWS

-

EN PUBLICATIEBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

G

RAVEN ZONDER TOESTEMMING EIGENAAR GROND IS VERBODEN

5

M

EER CONCURRENTIE VOOR INTERNETTEN MET EN ZONDER TIKKEN

6

L

ICHT TOEZICHT OP PUBLICATIE SPECIFICATIES NETWERKAANSLUITPUNTEN

11

O

NTBREKEN GARANTIEVERKLARING GEEN REDEN OM AANLEG KABELS TE VERBIEDEN

15

PTT P

OST MAAKT BEZWAAR TEGEN BESLUIT POSTZENDING MET

CD-ROM

16

2000 nr.

5

Dit blijkt uit de zogenoemde marktmonitor van OPTA, een onderzoekssysteem waarmee de toezichthouder de ontwik-kelingen op de telecommunicatiemarkt volgt en in kaart brengt. In het jaarverslag over 1999 presenteerde OPTA voor het eerst cijfers uit de marktmonitor.

Alle type ‘bellers’ die hun vaste telefonie via KPN laten lopen zijn er het afgelopen jaar op vooruit gegaan. Als het belbasis-abonnement als uitgangspunt wordt genomen is te zien dat de ‘veelbeller’ er vorig jaar gemiddeld zo’n 140 gulden op vooruit ging. Voor de ‘gemiddelde beller’ en de ‘internetter’ ligt het voordeel op enkele tientjes. Bellen via een carierselect-bedrijf kan daar bovenop nog veel meer voordeel opleveren: de gemiddelde beller bijna 100 gulden en de veelbeller bijna 290 gulden per jaar. Voor de kleine ondernemer lopen de voordelen op: afgelo-pen jaar daalde zijn rekening met 659 gulden. Via carrier select kan daar nog bijna 1250 gulden bijkomen. OPTA verwacht dat het tarief voor het bellen van een vast toe-stel naar een mobiele telefoon behoorlijk omlaag kan. Dit tarief is vrij hoog; zeker in vergelijking met het tarief voor bellen van een mobiele telefoon naar een vast toestel. Elders in deze Connecties is hieraan een apart artikel gewijd.

OVERSTAPPEN BETREKKELIJK EENVOUDIG

OPTA heeft onder meer gekeken hoe gemakkelijk het in Nederland is voor een telefoonabonnee om over te

stap-Ondanks een groot aantal nieuwe concurrenten heeft KPN Telecom op verschillende terreinen nog een zeer groot marktaandeel. Door de toenemende concurrentie en het toezicht van OPTA zijn de telefoontarieven voor alle consumenten in 1999 wel gedaald. Tot 2002 zullen de tarieven van KPN nog zo’n 10 procent dalen bij gelijkblijvende inflatie. De keuzemogelijkheden voor consumenten zijn vergroot, waardoor telefoongebruikers bijvoorbeeld door gebruik te maken van carrierselectiebedrijven op hun telefoon-rekening kunnen bezuinigen. Er wordt inmiddels ook flink geïnvesteerd in de telecommunicatiesector: 4,5 miljard in 1998 en 9 miljard gulden in 1999. De werkgelegenheid steeg van ruim 40.000 naar bijna 50.000 werknemers.

Marktmonitor:

(2)

pen op een andere telecom-aanbieder. Dat zegt iets over de snelheid waarmee concurrentie zich kan ontwikkelen. Nederland scoort hier internationaal gezien goed en loopt in de pas met Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Overstappen is hier betrekkelijk eenvoudig door de invoering van carrierselectie, nummerportabiliteit en sinds kort carrierpreselectie.

Nederland heeft ook de concurrentie op het aanleggen van net-ten bevorderd door de zogehenet-ten herbalancering die al in juli 1998 is doorgevoerd. Toen heeft KPN de abonnementsprijs ver-hoogd en in overeenstemming gebracht met de werkelijke kos-ten. Gelijktijdig kon het beltarief per minuut met 25 procent omlaag omdat in het beltarief niet meer aan de aansluiting meebetaald wordt. Een aantal bedrijven heeft met name in de Randstad eigen netten aangelegd om vooral grootgebruikers

direct aan te sluiten. Telefonie via de (omroep-)kabel komt nog langzaam van de grond.

CONCURRENTIE

De mate van concurrentie verschilt per deelmarkt. Zo zal het voor iedereen duidelijk zijn dat bij mobiele telefonie veel con-currentie is, wat heeft geleid tot lagere tarieven. Op deze spec-taculair groeiende markt (verdubbeling naar 6,8 miljoen tele-foonbezitters) heeft KPN marktaandeel verloren en heeft nu ongeveer 50 procent in handen. Libertel is de andere grote speler, met een aandeel van ongeveer 30 procent.

Telefoneren met een abonnee buiten het eigen basisgebied kan nu via tientallen carrierselectiebedrijven. Inmiddels maakt 16 procent van de telefoonabonnees gebruik van deze mogelijk-heid. Dat is nog niet veel, maar wel een verdubbeling ten opzichte van 1998. De invoering van carrierpreselectie zal het marktaandeel van deze bedrijven nog vergroten.

Concurrentie op lokale telefonie is er nog vrijwel niet. KPN heeft hier een marktaandeel van 90 tot 99 procent. Alleen via de omroepkabel in een beperkt aantal steden hebben consu-menten de mogelijkheid om over te stappen. Op termijn zullen concurrenten de aansluitlijn van KPN gaan huren (de zoge-noemde ontbundelde toegang) en dan via de ADSL-techniek geavanceerde diensten, zoals video op verzoek en snel internet, gaan aanbieden. KPN zelf gaat ook dergelijke diensten bieden.

HET WERK IS NOG NIET AF

Naar aanleiding van de gegevens uit de marktmonitor conclu-deert OPTA: de markt ontwikkelt zich snel, er komen nieuwe aanbieders en nieuwe diensten. De tarieven dalen, maar het werk is nog niet af. Er is nog een aantal belemmeringen voor verdere concurrentieontwikkeling. Schaarste aan interconnectie-verbindingen en huurlijnen blijft steeds de kop op steken. Rela-tief hoge interconnectietarieven beperken de mogelijkheden van nieuwe aanbieders. Het tarief voor bellen van een vaste aansluiting naar een mobiele telefoon is erg hoog. Huurlijnen zijn in Nederland duur, in vergelijking met andere landen in Europa. Tariefsystemen zijn ingewikkeld, waardoor consumenten tarieven moeilijk kunnen vergelijken om de juiste (meest voor-delige) keus te kunnen maken.

(3)

Transparantie

Het blad Connecties is ooit in het leven geroepen om iedereen die actief is op de telecom- of postmarkt te informeren over alles wat OPTA doet of besluit. Dat is van groot belang omdat elk bedrijf dat zich op deze markten beweegt of wil gaan bewegen over gelijke informatie moet beschikken over de wijze waarop OPTA regelgeving toepast en handhaaft. Alleen dan kan een onderneming goed inschatten wat zijn marktposities en expan-siemogelijkheden zijn. Met besluiten en oor-delen verschaft OPTA helderheid aan de markt, waar mogelijk voor langere tijd. Door middel van persoonlijke en schriftelijke com-municatie met marktpartijen, perscontacten, de website en Connecties brengt OPTA de standpunten, oordelen en besluiten als het ware bij u thuis. Door het gemak van de elektronische media en het gratis abonne-ment op Connecties hoeft niemand van noodzakelijk informatie verstoken te blijven. Er is echter meer.

OPTA werkt niet vanaf een eiland of vanuit een ivoren toren. Integendeel. OPTA betrekt al in een vroeg stadium op verschillende manieren belanghebbenden en geïnteres-seerden bij het totstandkomen van beslui-ten. De bekende consultatierondes zijn een essentieel onderdeel van belangrijke besluit-vorming. Inbreng van betrokkenen is van het grootste belang bij de altijd gecompli-ceerde afweging van belangen die een rol speelt bij al het OPTA-werk.

Daarnaast organiseert OPTA discussies (zoals over internettoegang) en voorlich-tingsbijeenkomsten voor doelgroepen. Bij belangrijke besluiten informeert OPTA belanghebbenden vooraf en op maat. Verder heeft OPTA intensief contact met de pers met zusterorganisaties in binnen- en buiten-land en met de Consumentenbond als het gaat om voorlichting aan een breed publiek. Kortom: OPTA is een heftig communicerende organisatie.

Toch horen wij soms het verwijt ‘niet trans-parant’ te zijn. Hoe is dat mogelijk? Wat kunnen we nog meer bieden aan onze klanten?

In de besluitvorming van OPTA worden wel-iswaar alle belangen betrokken, maar niet iedereen zal zijn inbreng in het eindresul-taat terug kunnen zien. OPTA heeft de wet te handhaven en zijn missie uit te voeren. Daarmee kunnen we niet iedereen altijd blij maken. Besluiten en oordelen worden daar-om uitgebreid gemotiveerd, nog een stukje communicatie en transparantie. Waar moge-lijk zullen we de helderheid en leesbaarheid van de motivatie nog vergroten.

Toch kan het altijd beter. In de komende tijd zal OPTA steeds meer ‘tussenstanden’ gaan publiceren. Nu verkeren partijen vaak langere tijd in het onzekere over het moment waarop OPTA een besluit neemt of een geschil beslecht. Het gaat vaak om ingewikkelde zaken waarbij OPTA lang niet altijd zelf de tijdsplanning in de hand heeft. Partijen vragen om uitstel of vragen tijd om materiaal aan te leveren en de rechtbank bepaald de datum van een uit-spraak. Door de stand van zaken regelmatig bekend te maken hopen we wat meer duide-lijkheid te verschaffen in het proces dat uit-eindelijk tot een besluit van het college leidt. Deze transparantie zal OPTA aan het geheel van communicatieactiviteiten toe-voegen.

Connecties blijft overigens een zeer belang-rijk voertuig voor transparantie. Het blad geeft niet alleen informatie over oordelen en besluiten, maar ook achtergronden en tussenstanden. Wie echt inzicht en door-zicht wil in onze organisatie kan gewoon niet zonder.

Ludo Korteman, hoofd afdeling Communicatie

Colofon

Eindredacteur:

Alex van Kalken

Redactie:

Jasper van Delft Natascha Linssen Bernd de Nijs Frank van der Plas Irene Verheijen

Fotografie:

Kelle Schouten

Grafische productie:

Herbschleb & Slebos

Drukwerk: Teunissen, Amsterdam Redactieadres: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 66 Telefax (070) 315 35 01

OPTA Connecties is het nieuws- en publicatieblad van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. OPTA wil met deze uitgave onder meer bereiken dat de organisaties in de markt voor telecommunicatie en post op gelijke voet geïnformeerd zijn over de ingenomen standpunten, gedane uitspraken en nieuwe ont-wikkelingen in verband met het werk van OPTA. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom. Connecties wordt met grote zorg-vuldigheid samengesteld, maar om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereenvoudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uittreksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raadple-gen. Aan de artikelen in Connec-ties kunnen geen rechten worden ontleend.

Missie OPTA

(4)

De regelgeving spoort niet met de toenemende convergentie (het samensmelten van verschil-lende technieken zoals omroep, internet en telefonie). Regelgeving is te veel gericht op klassieke telefoonnetten en zou onafhankelijk van het soort net moeten zijn, dus ook moeten gelden voor datanetten, omroepkabel en mobiele netten. De Europese Commissie heeft hiertoe voorstellen gedaan.

LIBERALISERING BINNENEUROPA

Als we naar de mate van liberalisering van de telecommuni-catiemarkt kijken dan zien we dat in het Verenigd Koninkrijk de markt bijna geheel geliberaliseerd is. Op enige afstand volgen de andere landen, waarbij Nederland koploper van die groep is. Nederland scoort met name laag op de factor ‘non-discriminatie’. Met andere woorden: het is voor concur-renten van KPN niet eenvoudig om onder dezelfde voorwaar-den en tarieven van diensten gebruik te kunnen maken als KPN zelf doet. Op het gebied van infrastructuur scoort Nederland binnen Europa samen met het VK het hoogst: er is dus keuze uit netwerken van anderen.

Het jaarverslag van OPTA, inclusief de marktmonitor, is te vinden op de website van OPTA: www.opta.nl. 

KPN moet kortingen op tarieven voor vaste telefonie aan OPTA ter goedkeuring voorleggen. In september 1998 heeft OPTA een toetsingskader vastgesteld voor de beoordeling van dergelijke kor-tingen. OPTA heeft daarbij bepaald dat, als het gaat om kortingen voor zoge-noemd gebundeld telefoonverkeer (ver-schillende soorten telefoonverkeer of telefoonverkeer van verschillende vesti-gingen), het uitsluitend met dergelijke kortingen akkoord zal gaan als die zijn

gebaseerd zijn op aantoonbare kosten-voordelen voor KPN.

KPN kent verschillende kortingsregelin-gen voor met name grootgebruikers. Eén daarvan is de TotalLine-regeling. De maximale korting die KPN in het kader van deze regeling geeft is 3,5 procent. KPN heeft deze korting destijds onder-bouwd met de stelling dat, omdat vesti-gingen van een bedrijf of verschillende bedrijven gezamenlijk meedoen aan deze regeling, er één onderhandelingspunt

voor KPN ontstaat. Daardoor hoeft zij geen verkoopinspanningen meer per ves-tiging te verrichten, wat leidt tot kos-tenbesparingen.

KPN heeft onlangs OPTA het voorstel voorgelegd om het kortingspercentage van de TotalLine-regeling aanzienlijk te verhogen. Eén van de belangrijkste argu-menten waarmee KPN deze verhoging onderbouwt is dat de kostenvoordelen intussen nog verder zouden zijn opgelo-pen. OPTA concludeert echter dat er geen sprake is van toegenomen kostenbespa-ringen. Volgens OPTA zijn, onder invloed van toegenomen concurrentie, de ver-koopinspanningen en daarmee de kosten voor KPN juist gestegen. Omdat KPN de voorgestelde verhoging van het maxima-le kortingspercentage niet aannemelijk heeft kunnen maken, stemt OPTA niet in met het huidige voorstel van KPN.

KPN mag TotalLine-korting niet verhogen

KPN mag de maximale korting van TotalLine-regeling niet verhogen. KPN

had hiervoor een voorstel bij OPTA ingediend. OPTA gaat echter niet akkoord met de voorgestelde aanpassing, omdat KPN niet aannemelijk heeft gemaakt dat de voorgestelde verhoging op daadwerkelijk behaalde kostenvoordelen is gebaseerd.

(5)

De Telecommunicatiewet heeft de zoge-noemde graafrechten van aanbieders van openbare telecommunicatie- en omroep-netwerken aanzienlijk uitgebreid. Had in het verleden alleen KPN Telecom graaf-rechten, later aangevuld met houders van de infrastructuurvergunningen zoals kabel-exploitanten, nu hebben alle telecomaan-bieders deze rechten.

De wet stelt dat eigenaren/of beheerders van zowel openbare als particuliere gron-den graven in hun grond moeten toestaan (gedogen). Hieraan heeft de wetgever wel een aantal voorwaarden verbonden. Buiten deze voorwaarden om mag niet worden gegraven, ook niet als er haast is geboden bij de aanleg. Een telecomaanbieder moet de te doorlopen procedure(s) in zijn plan-ning opnemen.

Voordat in openbare grond mag worden gegraven, moet de gemeente in kwestie een instemmingsbesluit afgeven. De gemeente heeft immers een coördinerende rol gekregen van de wetgever. Blijft een instemmingsbesluit uit, of staan er voor-waarden in het besluit die naar de mening van de aanbieder onverenigbaar zijn met de gedoogplicht, dan kan de aanbieder bij de gemeente bezwaar maken tegen dit besluit en/of een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in Rotterdam.

PARTICULIERE GROND

Voordat een telecomaanbieder de spa in particuliere grond (’andere dan openbare grond’) steekt, moet hij overeenstemming hebben bereikt met de beheerder of eige-naar van deze grond. Als dit niet lukt, dan biedt de Telecommunicatiewet de aanbie-der een procedure waarin deze de

grondei-genaar een ultimatum stelt (artikel 5.3). Per brief moet hij dan een omschrijving geven van de voorgenomen plaats en wijze van uitvoering. Hierbij moet een redelijke termijn worden aangehouden voordat de

werkzaamheden kunnen beginnen. OPTA stelt deze op minimaal twee weken. De aanbieder moet voorts de grondeigenaar attent maken op de procedure die bij OPTA kan worden doorlopen. Als de eigenaar van de grond niet akkoord gaat met de wijze en/of plaats van uitvoering, kan hij OPTA vragen uitspraak te doen over de voorgenomen werkzaamheden. Dient de eigenaar geen verzoek in, dan kan de aan-bieder op de aangekondigde datum begin-nen met graven. 

OPTA vangt de laatste maanden signalen op dat telecommunicatiebedrijven zon-der toestemming van de beheerzon-der of eigenaar van een stuk grond beginnen met graven om kabels aan te kunnen leggen. Volgens de Telecommunicatiewet is dit echter verboden.

(6)

KPN moet binnen enkele weken een aan-bod doen aan concurrent MCI Worldcom voor twee nieuwe vormen van toegang tot het netwerk van KPN. Dat heeft OPTA besloten in een geschilprocedure tussen MCI Worldcom en KPN. Met de door OPTA opgedragen vormen van toegang via het netwerk van KPN kan MCI Worldcom nieuwe

tariefstructuren introduceren. Daarmee kunnen Internet Service Providers (ISP’s) op hun beurt nieuwe manieren voor inter-netten via het telefoonnet aanbieden aan consumenten.

De eerste nieuwe vorm maakt het mogelijk dat MCI Worldcom internetverkeer dat via het KPNnet haar eigen net bereikt, zelf

afrekent. Dat gebeurt via een rekening die wordt toegestuurd door de internet-aanbieder.

Daardoor kan MCI Worldcom andere prijzen per tik berekenen dan KPN.

Met de tweede nieuwe vorm wordt het mogelijk om een all-in internetabonnement aan te bieden. Dus internetten tegen een vaste prijs, zonder te betalen voor tikken. Dit kennen we nu nog alleen van de aanbieders via de kabel. Een grotere ver-scheidenheid in het aanbod van internet-toegang kan een impuls geven aan de con-currentie op deze markt voor internetten zonder tikken en daarmee de prijs. In beginsel moet KPN de nieuwe vormen van toegang ook aan andere telecom-bedrijven dan MCI Worldcom gaan aanbieden.

MEER INFORMATIE

Meer informatie over de nieuwe vormen

van internettoegang en het OPTA-besluit vindt u op www.opta.nl. 

Den Haag 30 mei – Internetten tegen een vast tarief, dus zonder telefoontikken, wordt nu ook mogelijk via het telefoonnet. Daarnaast wordt het mogelijk internet-verkeer via het telefoonnet geheel bij concurrenten van KPN te betalen, net als bij carrier selectie. Daarbij ontvangt de consument voortaan slechts een rekening van de internetaanbieder. Nu betaalt hij vaak het abonnementsgeld aan de aan-bieder en de tikken aan KPN.

Dat zijn de gevolgen van de uitspraak van OPTA in het geschil tussen KPN en MCI Worldcom. Daarmee komt er meer concurrentie op de markt voor toegang tot internet, zowel zonder tikken, als met tikken. OPTA verwacht dat deze concurrentie zal leiden tot een aanbod voor goedkoper internetten waardoor internet voor meer mensen aantrekkelijk wordt. Zo kunnen meer Nederlanders de digitale snelweg bereiken via de oprit die voor hen het gunstigst is.

KPN moet meewerken aan nieuwe vormen van internettoegang:

Meer concurrentie voor internetten

(7)

Behandeling tariefvoorstel KPN voor

uitkoppelen internetverkeer opgeschort

Op dit moment wordt internetverkeer dat ontspringt in het netwerk van KPN en eindigt op het netwerk van een andere aanbieder voor het overgrote deel afgehandeld via geografische nummers. Dit gebeurt op basis van het zoge-heten terminating-model. Daarbij levert KPN het (spraak-of internet)verkeer af bij de concurrent. Die brengt KPN voor de verdere afhandeling van dit verkeer een intercon-nectievergoeding in rekening. KPN op haar beurt brengt deze vergoeding, inclusief een vergoeding voor het gebruik van haar eigen vaste net, in rekening aan haar abonnees.

KPN diende eerder dit jaar een tariefvoorstel in bij OPTA om per 1 mei nieuwe tarieven voor internet-inbelverkeer via 06760-nummers in te voeren. KPN is wettelijk ver-plicht wijzigingen van telefoontarieven aan OPTA ter beoordeling voor te leggen. OPTA dient de tarieven van

KPN te beoordelen op het vereiste van kostenoriëntatie. Dat wil zeggen dat tarieven gebaseerd moeten zijn op de werkelijke kosten inclusief een redelijke winstopslag. Momenteel is OPTA bezig met de beoordeling van de KPN-vergoeding van het gebruik van het vaste net (retentie) bij uitkoppeling van internetverkeer. Met het oog op de afronding van deze beoordeling wisselen OPTA en KPN nog steeds informatie uit.

COLLECTING-MODEL

Het KPN-voorstel voor uitkoppeling van het internetver-keer via 06760-nummers is gebaseerd op het zogeheten collecting-model. In dit model kunnen andere aanbieders kiezen uit een aantal eindgebruikerstarieven plus een bepaalde afdracht in de vorm van de interconnectievergoe-ding die KPN aan haar concurrenten betaalt. OPTA

beschouwt het collecting-model echter als een beperking van het terminating-model omdat KPN in haar voorstel een (te) beperkt aantal eindgebruikerstarieven aanbiedt én daarmee tevens de interconnectievergoeding vaststelt. OPTA vindt dat KPN deze tarieven niet eenzijdig kan bepa-len. Bovendien blijkt uit het KPN-voorstel niet dat er tele-comaanbieders zijn die met de door KPN vastgestelde inter-connectievergoedingen en daarop gebaseerde eindgebrui-kerstarieven kunnen leven. OPTA heeft KPN gevraagd als-nog met de ontbrekende informatie – een bevestiging van de concurrenten waaruit blijkt welke interconnectievergoe-ding zij hanteren – te komen. Zo lang dat niet is gebeurd schort OPTA de behandeling van het KPN-voorstel op. 

(8)

Met die woorden reageerde OPTA-voorzitter Jens Arnbak tijdens de BTG-themadagen half mei op een kort daarvoor verschenen rapport van de BTG, de Nederlandse vereni-ging van bedrijfstelecommunicatie groot-gebruikers. In dat rapport komt de BTG opnieuw tot de conclusie dat het niet lan-ger nodig is om KPN op de grootzakelijke markt voor vaste telefonie tariefvoorschrif-ten op te leggen. BTG voert daarvoor twee argumenten aan: 1) de markt voor zakelij-ke grootgebruizakelij-kers is een aparte relevante productmarkt, waarvoor andere tariefregels moeten gelden en 2) er is reeds sprake van volledige concurrentie op het grootzakelij-ke gedeelte van de markt voor vaste tele-fonie.

Volgens de BTG is OPTA het hier niet mee eens omdat de levering van vaste openbare telefonie aan grootgebruikers geen rele-vante productmarkt is èn omdat onder-scheid naar marktsegment niet mogelijk is op grond van het non-discriminatiebegin-sel uit het Besluit ONP huurlijnen en tele-fonie. Arnbak: ‘Des te opmerkelijker is het dan ook dat de BTG nota bene in hetzelfde rapport constateert dat de levering van vaste openbare telefonie niet als een apar-te relevanapar-te productmarkt kan worden beschouwd. Ik begrijp dan ook niet dat de BTG desondanks toch volhoudt dat tarief-voorschriften voor de grootzakelijke markt om die reden achterwege kunnen blijven.’ Wat betreft het non-discriminatiebeginsel merkte Arnbak op dat hij de BTG niet kon volgen in haar conclusie dat de dienst die KPN levert aan grootzakelijke gebruikers

zodanig verschilt van de dienst die zij levert aan andere gebruikers dat KPN daar-om andere tarieven in rekening zou mogen brengen. ‘De geleverde dienst is immers precies hetzelfde: er wordt een verbinding tussen twee netwerkaansluitpunten tot stand gebracht. Het klopt uiteraard dat er verschillen zijn in belvolumes tussen de grootzakelijke en de consumentenmarkt. En dat leidt wel degelijk tot een verschil in de tarieven, namelijk via de kortingen. Door hun grotere belvolumes ontvangen groot-zakelijke gebruikers méér korting en beta-len ze dus netto minder.’

Arnbak voegde daar nog aan toe dat OPTA ook in dit opzicht doet wat haar bij wet is opgedragen. ‘Als de BTG vindt dat tarief-toezicht op de grootzakelijke markt achter-wege moet blijven, dan moet ze bij de wetgever zijn en niet bij ons.’

PARALLELLE INFRASTRUCTUUR

De BTG wil ook dat sterker de nadruk wordt gelegd op de aanleg van een parallelle infrastructuur. Ofwel: een volwaardig alter-natief voor het KPN-netwerk. Alleen dan kan daadwerkelijke concurrentie op de telecommarkt totstandkomen, stelt de BTG. Ook OPTA ziet, aldus Arnbak, graag dat er meer concurrentie komt tussen verschillen-de netwerken. Maar zeker voor grote bedrijven is het inmiddels mogelijk tele-foonverkeer te laten afhandelen door een andere aanbieder dan KPN. ‘Concurrentie is in geliberaliseerde landen over het alge-meen het eerst merkbaar op die deelmark-ten waar de grote gebruikers zitdeelmark-ten. In

Nederland is dat niet anders. Nieuwe tele-combedrijven streven vaker naar eigen net-werken en investeren ook steeds meer in het aanleggen van kabels naar individuele bedrijven toe.’

Het constante verwijt van de BTG dat OPTA met haar beslissingen de positie van de voormalig monopolist versterkt is dan ook onterecht, stelde Arnbak: ‘Vraagt u dat maar eens aan de heer Smits.’ Natuurlijk is het zo dat andere telecombedrijven gebruik mogen maken van het KPN-netwerk. Als dat niet zou kunnen, voegde de OPTA-voor-zitter daar nog aan toe, zou er van enige concurrentie nu nog amper sprake zijn.

INVESTERINGEN

Maar, stelt de BTG, het ‘gastgebruik’ van KPN’s netwerk is voor nieuwkomers te aan-trekkelijk vanwege de lage kosten die KPN, op last van OPTA, daarvoor in rekening brengt. Een stimulans voor het aanleggen van een eigen netwerk in Nederland zou dan ontbreken. Met het ontbreken van die stimulans valt het echter wel mee. Ten eer-ste vallen de interconnectietarieven in Nederland niet onder de laagste in Europa. Ten tweede blijkt uit onderzoek dat OPTA heeft laten doen naar de ontwikkelingen in de telecommarkt, dat er in 1999 juist fors

Pas als meer grootgebruikers voor concurrerende aanbieders kiezen kunnen die aanbieders een steviger marktpositie verwerven. Daardoor zal de gewenste concurrentieverhouding sneller tot stand komen en kan vervolgens het kortingen-beleid op den duur aan de marktpartijen worden overgelaten. Een aparte positie voor de grootzakelijke markt, waarbij OPTA zich onthoudt van regulering van tarieven en kortingen, is geen reëel alternatief.

Collegevoorzitter Arnbak tijdens BTG-themadagen:

(9)

alternatief’

is geïnvesteerd in netwerken, met name in en rondom de grote steden en zakelijke centra. Vorig jaar is er zo’n 9 miljard gul-den in Nederland geïnvesteerd, tegenover 4,5 miljard in 1998. De investeringen die kabelexploitanten in de periode 1997 – 1999 hebben gedaan, naar schatting zo’n

5,5 miljard gulden, blijven dan nog buiten beschouwing.

Voor grootgebruikers is het dus al niet meer zo dat zij voor het afnemen van tele-foondiensten afhankelijk zijn van KPN. Voor het Midden- en Kleinbedrijf geldt dat feitelijk ook en in toenemende mate

even-eens voor de gewone consument. Arnbak: ‘De concurrentie in de telecommarkt neemt snel toe, maar is volgens OPTA en de Euro-pese Commissie zeker nog niet op het punt beland dat alles aan het vrije spel der maatschappelijke krachten kan worden overgelaten.’ 

OPTA gaf eind vorig jaar al aan dat zij het huidige Embedded Direct Costs-model – het systeem ter bepaling van de interconnec-tietarieven die KPN mag rekenen – na 1 juli 2000 wil loslaten. Het EDC-model is, kort gezegd, gebaseerd op de in het verle-den door KPN gemaakte kosten. In de plaats van EDC zou, eventueel na een over-gangsregime, het LRAIC-model moeten komen. LRAIC betekent Long Run Average Incremental Costs. Dit model gaat uit van een efficiënt werkende aanbieder die gebruik maakt van nieuwe technieken. Hierbij zou een ‘bottom up’-model, met behulp waarvan de interconnectietarieven van KPN worden vastgesteld, leidend moe-ten zijn.

Ook meldde OPTA destijds al dat zij de mening van de telecommarkt wil horen over haar voornemen van het EDC- op het LRAIC-model over te stappen. OPTA bereidt deze consultatie momenteel voor. Naar ver-wachting zal die na de zomer plaatsvinden. Omstreeks die tijd zullen telecombedrijven

ook het verzoek krijgen deel te nemen aan de dan in te stellen klankbordgroep, die bij de feitelijke ontwikkeling van het bottom up-model zal worden betrokken.

OVERBRUGGINGSTARIEVEN

De huidige voorlopige interconnectietarie-ven gelden tot 1 juli aanstaande. Omdat de

vaststelling van de nieuwe tarieven niet vóór 1 juli is voorzien, wil OPTA de tele-commarkt tijdig informeren over de over-bruggingstarieven. Die gelden voor de periode na 1 juli tot het moment dat de nieuwe tarieven zijn vastgesteld. Mogelijk blijven in die periode de nu geldende interconnectietarieven van kracht. OPTA verwacht eveneens na de zomer een beslissing te nemen over de bezwaren die KPN heeft ingediend tegen de OPTA-beslui-ten van april en mei vorig jaar. Het gaat daarbij om de definitieve interconnectie-tarieven voor de periode 1 juli 1997 – 1 juli 1998 en de voorlopige tarieven voor de periode 1 juli 1998 – 1 juli 1999. 

OPTA gaat na de zomer de mening peilen van de telecombedrijven over haar voornemen om over te stappen op een nieuw regime voor het vaststellen van de interconnectietarieven. Het gaat om het systeem van toekomstgerichte gemiddelde incrementele langetermijnkosten. Ook zal OPTA de telecommarkt tijdig informeren over de overbruggingstarieven die gaan gelden na 1 juli a.s.

Consultatie en klankbordgroep bij

(10)

Herziening Europese

(tele)communicatieregels

De Europese Commissie heeft vijf werkdocumenten gepubliceerd, waarin zij uitlegt hoe de voorstellen voor de nieuwe (tele)commu-nicatierichtlijnen er uit gaan zien. De Commissie wil vijf nieuwe richtlijnen gaan invoeren die voor de gehele telecommunicatie markt gaan gelden. De documenten zijn op te vragen via de web-site van de Europese Commissie:

http://www.ispo.cec.be/infosoc/telecompolicy/review99/ Welcome.html

In de derde week van juni zal de Europese Commissie de voor-stellen voor de nieuwe richtlijnen uitbrengen.

Verenigd Koninkrijk:

consumenten informeren

De Britse toezichthouder Oftel is, in samenwerking met de Engelse telecomaanbieders, een offensief begonnen om de Engelse consu-menten beter te informeren over de keuzemogelijkheden die zij hebben. Uit een onderzoek van Oftel is namelijk gebleken dat ongeveer vijftien miljoen consumenten niet weten dat zij geld kunnen besparen op hun telefoonrekeningen. De voordelen van de concurrentie gaan zo aan hen voorbij. Er zal onder meer informa-tie worden gegeven over de kwaliteit van mobiele netwerken, klachten over telecombedrijven en prijsvergelijkingen. Als eerste is een vergelijking tussen de serviceverlening van aanbieders van vastnettelefonie uitgekomen.

Verder heeft Oftel begin mei een verslag gepubliceerd over de marktontwikkelingen in de Engelse telecommunicatiesector in het afgelopen jaar. Oftel concludeert dat de consument van steeds meer diensten gebruik kan maken, die worden aangeboden door steeds meer bedrijven. In het algemeen is het gebruik van tele-communicatiediensten gestegen (84 procent meer abonnees in de mobiele sector, 180 procent meer Internet-abonnees), terwijl de prijzen zijn gedaald.

Duitsland: flat rate-abonnement

De voormalige Duitse monopolist, Deutsche Telekom, mag van de Duitse toezichthouder RegTP een test uitvoeren met een nieuwe abonnementsvorm, XXL genaamd. Feitelijk gaat het om een flat rate. Daarbij betaalt de consument een vast bedrag, waarvoor hij een bepaald aantal uren per maand kan bellen. Het XXl-abonne-ment is gericht op de zogenoemde veelbellers. De proef loopt van 1 juni tot 31 december van dit jaar. Deutsche Telekom is verplicht om maandelijks aan de RegTP opgave te doen van de ontwikkeling van het abonneebestand en het feitelijke belgedrag van de abon-nees. Als Deutsche Telekom ook na 31 december het XXl-abonne-ment wil aanbieden, dan moet zij dat vóór 1 oktober aanvragen bij RegTP en inzicht geven in de kosten.

Denemarken: GSM-vergunningen

In Denemarken zullen nieuwe vergunningen voor de GSM900- en GSM1800-netwerken worden uitgegeven. De procedure is op 28 april jl. begonnen. De vergunningen zullen waarschijnlijk in januari 2001 worden verleend. Daarnaast vindt in Denemarken binnenkort ook de veiling van de frequenties voor de derde generatie mobiele-telefonienetwerken (UMTS) plaats.

(11)

Op grond van een nieuwe Algemene Maat-regel van Bestuur – het Besluit randappa-raten en radioapparandappa-raten – moet OPTA toe-zicht houden op de publicatie van de tech-nische specificaties van netwerkaansluit-punten. Randapparaten zijn apparaten die kunnen worden aangesloten op een open-baar telecommunicatienetwerk. Voorbeel-den van dergelijk apparaten zijn een (vast of mobiel) telefoontoestel of een bedrijfs-telefooncentrale. Het punt waar zo’n appa-raat op een netwerk wordt aangesloten heet een netwerkaansluitpunt. Doel van de publicatieplicht, die sinds 8 april jl. geldt, is dat fabrikanten van randapparatuur gemakkelijk toegang krijgen tot de techni-sche specificaties. Daardoor zijn zij in staat apparaten op de markt te brengen

die kunnen worden aangesloten op de net-werkaansluitpunten.

OPTA heeft een consultatieronde gehouden om duidelijk te maken hoe zij de toezicht-staak op dit punt wil invullen en de betrokken bedrijven gelegenheid te geven hun wensen en zienswijze wat betreft dit toezicht kenbaar te maken. Tijdens de con-sultatieronde heeft OPTA aangegeven het toezicht op de publicatie ‘licht’ te willen invullen. Dit houdt onder andere in dat het proces van publicatie en het gebruikmaken van de specificaties door fabrikanten van randapparaten zoveel mogelijk zonder tus-senkomst van OPTA verloopt. Daarbij wil OPTA de bestaande wettelijke kaders niet nader invullen door bijvoorbeeld precies voor te schrijven welke specificaties de

telecombedrijven moeten publiceren. Anders zouden er mogelijk enerzijds speci-ficaties worden gepubliceerd waaraan fabrikanten geen behoefte hebben en anderzijds specificaties niet worden gepu-bliceerd waaraan fabrikanten juist wel behoefte hebben.

Telecomaanbieders en fabrikanten hebben hun visie op de toezichtstaak kenbaar gemaakt tijdens een hoorzitting en in schriftelijke reacties. De zes schriftelijke reacties zijn te vinden op de website van OPTA (www.opta.nl, onder bibliotheek/his-torisch overzicht). In het algemeen zijn de reacties op hoofdlijnen positief en staan de bedrijven achter de lichte invulling. Wel verschillen de reacties onderling op een aantal punten. Zo willen enkele partijen graag een nadere invulling van het bestaande wettelijk kader, bijvoorbeeld welke specificaties nu precies moeten wor-den gepubliceerd, terwijl andere partijen dit juist niet willen. OPTA zal de zienswijze van bedrijven gebruiken bij het maken van de richtsnoeren voor de publicatie van spe-cificaties. Deze richtsnoeren zullen binnen een maand worden vastgesteld. 

OPTA wil het toezicht op de publicatie van de technische specificaties voor zogeheten netwerkaansluitpunten ‘licht’ invullen. De aanbieders van telecommu-nicatienetwerken voor wie de publicatieplicht geldt en fabrikanten die van de publicaties gebruik gaan maken, hebben in het algemeen positief op dit voor-nemen van OPTA gereageerd. Dat blijkt uit de consultatieronde die OPTA onder de betrokken bedrijven heeft gehouden.

Licht toezicht op publicatie

specificaties netwerkaansluitpunten

Ierland: interconnectieaanbieding

Eircom

De Ierse toezichthouder ODTR heeft een beslissing genomen over de interconnectie- referentieaanbieding van Eircom, de voormalige Ierse monopolist. De beslissing van ODTR volgt op een consultatie die in februari jl. heeft plaatsgevonden. Eircom krijgt voortaan een boete als zij niet aan haar interconnectieverplichtingen doet. Ook wordt Eircom verplicht transparante procedures te vol-gen als zij nieuwe interconnectieproducten wil aanbieden.

ODTR heeft verder besloten dat de ontbundeling van de local loop uiterlijk april volgend jaar gerealiseerd zal moeten zijn. Om dat te bewerkstelligen zijn twee werkgroepen ingesteld. Die zullen zich bezighouden met de uitvoering en met de proble-matiek van het gezamenlijk gebruiken van alle noodzakelijke net-werkonderdelen.

(12)

Telecombedrijven brengen elkaar onderling kosten in rekening voor de administratieve handelingen die nodig zijn als een klant met telefoonnummer en al overstapt naar een andere aanbieder (nummerportabili-teit). De aanbieder die de klant verliest, ontvangt in principe het door hem vast-gestelde tarief van de aanbieder die het

nummer en de klant ‘overneemt’. De memorie van toelichting bij de Tele-communicatiewet stelt dat de verdeling van de (administratieve) kosten van num-merportabiliteit plaats moet vinden binnen het interconnectieregime. Dit betekent dat KPN, als aanbieder met een aanmerkelijke macht op de markt voor vaste telefonie,

ook in dit geval uitsluitend op werkelijke kosten gebaseerde tarieven (plus een rede-lijke winstopslag) mag rekenen. Voor de andere (mobiele) aanbieders geldt deze verplichting niet.

Met de voorgenomen ronde-tafelconferen-tie had OPTA de telecombedrijven de gele-genheid willen geven hun standpunten over (de bepaling van) de tarieven voor de administratieve kosten van nummerporta-biliteit bekend te maken. OPTA heeft ech-ter moeten besluiten aan andere zaken op dit moment prioriteit te geven. De ronde-tafelconferentie wordt daarom tot een nader te bepalen moment uitgesteld. Dit laat overigens onverlet dat telecombedrij-ven etelecombedrij-ventuele geschillen over de admini-stratieve kosten van nummerportabiliteit altijd aan OPTA kunnen voorleggen. 

Ronde-tafelconferentie

kosten nummerportabiliteit uitgesteld

De ronde-tafelconferentie over de kosten van nummerportabiliteit wordt

uitgesteld. OPTA ziet door drukke werkzaamheden geen kans deze conferentie, die in het besluit over de interconnectietarieven (EDC-II) van eind november 1999 was aangekondigd, op korte termijn te organiseren. Wanneer de conferentie wel zal plaatsvinden is nog niet bekend. Overigens kunnen telecombedrijven geschillen over de administratieve kosten van nummerportabiliteit altijd aan OPTA voorleggen.

Als iemand vanaf een vast toestel van KPN belt naar een mobiel toestel, loopt de verbinding over twee netwerken. Eerst gaat het gesprek ‘door de grond’ via het KPN-net. Daarna gaat het signaal verder ‘door de lucht’ via het netwerk van een mobiele aanbieder. Zowel KPN als de mobiele aanbieders brengen kosten in rekening.

Tarieven vast-mobiel bel

Bellen van een vaste telefoonaansluiting naar een mobiel

(13)

Korte informatienummers zijn schaars. Omdat er relatief weinig van zijn - 10.000, waarvan ongeveer de helft is uitgegeven – houdt OPTA goed in de gaten of degenen die een informatienummer toegewezen hebben gekregen, zich houden aan de verplichtingen die horen bij het gebruik van dergelijke nummers (zie het kader).

De toezichtsactie van OPTA, die op 1 mei jl. is begonnen, bestaat uit het bellen van alle uitgegeven korte informa-tienummers. Dat gebeurt om erachter te komen of deze nummers in gebruik zijn genomen. Op die manier is tevens na te gaan of de dienst die wordt aangeboden met het nummer in overeenstemming is met de prefix. Ook krijgt iedereen die een kort informatienummer toegewezen heeft gekregen een brief van OPTA. Daarin vraagt OPTA hen overzichten te verstrekken waaruit blijkt hoeveel bel-pogingen en belminuten zij in de periode januari 1999 tot en met december 1999 hebben gerealiseerd. Vervolgens zal OPTA deze gegevens per kort informatie-nummer analyseren. In de gevallen waarin niet wordt vol-daan aan de verplichtingen die voor het informatienummer gelden, zal OPTA per geval bekijken welke maatregelen zij zal nemen. OPTA kan in voorkomende gevallen eventueel besluiten het informatienummer in te trekken.

Wie nog vragen heeft naar aanleiding van dit artikel, kan contact opnemen met het bureau Nummeruitgifte en Registratieverlening van OPTA, tel. 0800 - 0223122. 

Onderzoek naar gebruik

korte informatienummers

OPTA is een onderzoek begonnen naar het gebruik van korte informatie-nummers. Het gaat daarbij met name om de vraag of de verplichtingen die bij de toekenning van dergelijke nummers horen, worden nageleefd.

KORTE NUMMERS

Een kort informatienummer bestaat uit in totaal acht cijfers, waarvan vier na de ‘prefix’ (0800, 0900, 0906 of 0909). Een kort informatienummer moet binnen zes maanden na toekenning in gebruik zijn genomen. Ook moet de juiste dienst binnen de juiste prefix worden aangeboden. Zo is het bijvoorbeeld niet toegestaan een erotische dienst aan te bieden onder een 0900-nummer. Zo’n dienst hoort thuis in de categorie 0906. Verder moeten met een kort informatienummer per maand (gemiddeld over een jaar) tenminste 4500 belpogingen en 10.000 belminuten zijn gerealiseerd.

len kunnen omlaag

De kosten voor het eerste gedeelte (KPN) gaan nu dus omlaag. De kosten voor het tweede gedeelte kunnen per mobiele aanbieder verschillen. Beide kosten bij elkaar opgeteld vormen het bedrag dat de consument moet betalen. In de toekomst kunnen verschil-lende tarieven gaan gelden voor gesprekken van een vast naar een mobiel toestel, afhankelijk van het mobiele net dat wordt gebeld. Naar verwachting zullen de nieuwe consumententarieven medio juni ingaan.

Een vast-mobiel gesprek vanaf een KPN-aansluiting kan in de piek-uren omlaag van 75 naar circa 67 cent per minuut en in de dal-uren van 50 naar ongeveer 45 cent. Hoeveel de verlaging exact bedraagt, hangt af van wat de mobiele aanbieders met hun deel van het tarief gaan doen.

(14)

Op dit moment gelden voor gesprekken die binnen het net van KPN blijven (on net-verkeer) en gesprekken die eindigen op het vaste net van andere aanbieders (off net-verkeer) dezelfde eindgebruikerstarieven. Tarieven die KPN aan haar klanten in reke-ning brengt voor bellen naar een vaste aansluiting van een andere aanbieder bestaan uit twee componenten: een ver-goeding voor het gebruik van het vaste net van KPN (de zogenoemde retentie) en een interconnectievergoeding voor het gebruik van het net van de andere aan-bieder net (de call terminating-vergoe-ding). Bij off net-verkeer moet KPN een interconnectievergoeding aan andere aan-bieders betalen voor de verdere afhande-ling van het telefoonverkeer.

Volgens KPN zijn deze interconnectiever-goedingen vaak veel hoger dan de kosten die zij zelf maakt voor het afhandelen van telefoonverkeer op haar eigen net dat afkomstig is van andere telecomaanbie-ders. Eerder dit jaar stelde KPN voor om per 1 april 2000 de interconnectievergoe-dingen van andere aanbieders gedifferen-tieerd door te berekenen in de eindge-bruikerstarieven voor off netverkeer. OPTA heeft het tariefvoorstel van KPN met name beoordeeld op kostenoriëntatie, anders gezegd: gekeken of de tarieven gebaseerd zijn op werkelijke kosten plus een redelijke winstopslag.

GEEN VERSCHIL, GEEN DIFFERENTIATIE

OPTA stelde vast dat het KPN-voorstel aan

dat laatste niet voldoet. KPN behaalt besparingen bij off net-gesprekken omdat die op een gegeven moment uit het KPN-net ‘verdwijnen’. KPN schat deze besparin-gen lager in dan OPTA redelijk vindt. Dit betekent dat KPN een te hoge, niet-kos-tengeoriënteerde, vergoeding rekent voor het gebruik van haar vaste net. De gediffe-rentieerde eindgebruikerstarieven, die

gebaseerd zijn op deze vergoeding, vol-doen daarmee niet aan het vereiste van kostenoriëntatie.

Daarnaast constateert OPTA een ongelijk-heid in de berekening van de kosten bij de tarieven van off net-verkeer ten opzichte van die van on net-verkeer. Bij off net-ver-keer worden deze kosten wel één op één doorberekend in de eindgebruikerstarieven, bij on net-verkeer gebeurt dat niet. OPTA vindt dit in strijd met het beginsel van non-discriminatie. Verder is OPTA van oor-deel dat het onredelijk is dat KPN wil over-gaan tot differentiatie van de tarieven voor off net-verkeer als KPN en de andere aanbieders elkaar dezelfde interconnectie-vergoedingen in rekening brengen voor het afhandelen van telefoonverkeer op elkaars netten. Immers: als er geen verschillen zijn valt er ook niets te differentiëren. 

OPTA heeft het voorstel van KPN voor het invoeren van gedifferentieerde consu-mententarieven voor het zogeheten off netverkeer afgekeurd. Off netverkeer is telefoonverkeer dat begint in het vaste net van KPN en eindigt in het vaste net van een andere telecomaanbieder. De vergoeding die KPN wil doorberekenen voor het gebruik van haar vaste net is volgens OPTA te hoog. Daarom mocht KPN op 1 april nog geen gedifferentieerde tarieven invoeren. KPN zal nu met een nieuw tariefvoorstel komen.

(15)

De Telecommunicatiewet geeft gemeentes een coördineren-de rol als het gaat om graafwerkzaamhecoördineren-den voor het aan-leggen van kabels voor openbare telecommunicatie- of omroepnetwerken. Om deze rol goed uit te voeren, moesten alle gemeentes op 1 juni 1999 een telecommunicatieveror-dening hebben ingevoerd. In deze verortelecommunicatieveror-dening moeten in elk geval regels zijn opgenomen over het tijdstip van werk-zaamheden, de te verstrekken gegevens (waaronder het uit-voeringsplan) en de wijze van uitvoering bij aanleg, onder-houd, verplaatsing en het medegebruik van voorzieningen. Een telecommunicatie-aanbieder moet de voorgenomen werkzaamheden melden bij de gemeente. De gemeente geeft toestemming in de vorm van een instemmingsbesluit. Daarin moet onder andere zijn genoemd de instemming wat betreft het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.

Een gemeente liet OPTA onlangs desgevraagd weten dat zij een aanvraag voor graafwerkzaamheden zou weigeren als de telecommunicatie-aanbieder in kwestie een garantieverkla-ring van het moederbedrijf niet zou (kunnen) overhandigen. Het gaat hier om een verklaring waarin het bedrijf zegt de financiële verplichtingen die zij tegenover de gemeente heeft ook in de toekomst te zullen nakomen.

EXTRA DREMPEL

OPTA constateert dat de Telecommunicatiewet niet lijkt te voorzien in een weigeringsgrond voor het niet (tijdig) over-leggen van door de gemeente opgevraagde aanvullende informatie. Wel biedt de wet een gemeente in elk geval twee andere weigeringsgronden. De eerste is als de aanvra-ger geen openbare aanbieder is van een telecommunicatie-of omroepnetwerk. De tweede weigeringsgrond betreft de wijze, plaats en/of het tijdstip van de voorgenomen aanleg. OPTA heeft de desbetreffende gemeente meegedeeld dat zij

op zich aanvullende voorwaarden mag stellen bij graafwerk-zaamheden, bijvoorbeeld een garantieverklaring, en de naleving van die voorwaarden kan afdwingen. Echter: uit de Telecommunicatiewet kan niet worden opgemaakt dat een gemeente het graven mag weigeren als telecomaanbieders een dergelijke verklaring niet kunnen of willen overleggen. OPTA heeft de gemeente er op gewezen dat zij feitelijk een extra drempel opwerpt als zij om een garantieverklaring vraagt, een drempel die juist is weggenomen met de libera-lisering van de telecommunicatiemarkt. Daarom is het niet uitgesloten dat de weigering in te stemmen met graafwerk-zaamheden op andere dan de eerder genoemde gronden op gespannen voet staat met de gedoogplicht, ofwel het toe-staan van graafwerkzaamheden voor het aanleggen van kabels. 

Een gemeente kan een telecommunicatie-aanbieder niet verbieden te gaan graven om kabels aan te leggen, als deze aanbieder geen financiële garantieverklaring kan of wil overleggen. Een dergelijke weigering zou op gespannen voet staan met de gedoogplicht, die stelt dat graven in openbare grond voor aanleg of onderhoud van kabels in principe altijd moet worden toegestaan. Dat concludeert OPTA op basis van de Telecommunicatiewet naar aanleiding van een vraag van een gemeente.

(16)

Opvallend is dat klachten over telefoon-rekeningen vooral gaan over de onbekend-heid met de tarieven en niet zozeer over de hoogte ervan. OPTA komt binnenkort met richtsnoeren voor het bekendmaken van tarieven en voorwaarden. Daarin staat hoe telecombedrijven hun klanten moeten informeren over onder meer tarieven en tariefswijzigingen. Ook nummerportabiliteit – het meenemen van je telefoonnummer naar een andere telecomaanbieder – ver-loopt nog steeds niet vlekkeloos, getuige de tweede plaats in de klachten-top 10. Sinds 1 april krijgt OPTA ook klachten over het aanmeldingssysteem dat KPN gebruikt voor carrier preselectie. Om te zorgen dat KPN de problemen met dit zogeheten voice

response-systeem snel oplost, heeft OPTA KPN vorige maand een last onder dwang-som opgelegd. Nieuw in de klachtenlijst

zijn ook de problemen met selectieve num-merblokkering, ofwel de mogelijkheid om het bellen naar bepaalde nummers te laten blokkeren.

OPTA kreeg in april meer klachten dan in maart. Daarentegen nam het aantal telefo-nische informatievragen drastisch af. De vragen gaan vooral over carrier preselectie (12,8 procent) en nummerportabliteit (10,3 procent). 

OPTA krijgt veel klachten over het niet goed werkende aanmeldingssysteem van KPN voor carrier preselectie. In de klachten-top 10 over de maand april staat dit onderwerp op de vijfde plaats. De meeste klachten gaan, net als de maand ervoor, over rekeningen die telecomaanbieders sturen.

Veel klachten over niet goed werkend

aanmeldingssyteem carrier preselectie

Naar aanleiding van een klacht van een computer-servicebureau oordeelde OPTA dat PTT Post voor een bepaalde postzen-ding waaraan een CD-ROM was toege-voegd ten onrechte het brieftarief aan het bureau in rekening had gebracht in plaats van het goedkopere drukwerk-tarief. PTT Post was het hier niet mee eens en maakte bij OPTA bezwaar tegen

het besluit. Tegelijkertijd vroeg PTT Post om een voorlopige voorziening. OPTA heeft vervolgens op verzoek van PTT Post besloten de werking van het besluit op te schorten tot het moment dat OPTA een beslissing op het bezwaar heeft genomen. Daarop besloot PTT Post het verzoek om een voorlopige voorziening in te trekken.

In de vorige uitgave van dit blad stond dat de aanwijzing van OPTA inhoudt dat PTT Post in het vervolg haar algemene voorwaarden in overeenstemming met de uitspraak moet interpreteren.

Ook werd gemeld dat PTT Post om een overgangstermijn van zes maanden vraagt om binnen die periode haar algemene voorwaarden aan te passen. Deze beweringen berusten op een mis-verstand. De aanwijzing van OPTA had alleen betrekking op het tarief voor geadresseerde postzendingen en niet op de algemene voorwaarden van PTT Post. 

PTT Post maakt bezwaar tegen

besluit postzending met CD-ROM

PTT Post heeft bezwaar gemaakt tegen het OPTA-besluit waarin is bepaald dat PTT

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarbij komen vragen aan bod als: wat voor soort en hoeveel klanten heeft een aanbieder, naar welke bestemming gaat het telefoon- verkeer en waar in Nederland biedt een aanbieder

OPTA PUBLICEERT DISCUSSIENOTA OVER TOEGANG TOT INTERNET 4 OPTA WIL ‘112’ TOEKENNEN AAN KPN 7 OPTA BEGINT ONDERZOEK NAAR CONCURRENTIE OP HUURLIJNEN- MARKT 10 OPTA

Het onderhavige voorstel van KPN is een vervolg op de brief van 28 april 2000, waarbij het college KPN op grond van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: het BOHT)

Teneinde eindgebruikerstarieven vast te kunnen stellen is nodig dat per mobiele operator een retentie voor zowel piek als dal wordt vastgesteld die afhankelijk is van het

Dit voorstel is een vervolg op de brief van 28 april 2000, waarbij het college KPN een aanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 35 en 36 van het Besluit ONP huurlijnen

Het onderhavige voorstel van KPN is een vervolg op de brief van 28 april 2000, waarbij het college KPN op grond van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: het BOHT)

Op 18 december 2001 heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) een voorlopig besluit genomen in het geschil tussen KPN Mobile

2003.. Deze norm van redelijkheid dient te worden vastgesteld tussen partijen. Het geschil staat echter niet op zichzelf, er zijn reeds drie vergelijkbare geschillen aanhangig