• No results found

Vraag nr. 283 van 6 mei 1998 van de heer LUDO SANNEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 283 van 6 mei 1998 van de heer LUDO SANNEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 283 van 6 mei 1998

van de heer LUDO SANNEN Tessenderlo Chemie – Afwalwater

Uit de antwoorden van de minister op een aantal vragen in het recente verleden in verband met de problematiek van de afvalwaterlozingen van Te s-senderlo Chemie (TC) in Ham en Tess-senderlo kan het volgende worden afgeleid.

– Dat de lozingsvergunning van 15 september 1986 van de bestendige deputatie van Limburg nog steeds de basis vormt voor de lozing van het afvalwater.

– In deze vergunning werd een chloridegehalte van 500 mg/l opgelegd, te behalen na de inge-bruikname van de afvalcollector.

– Bovendien werd een maximumdebiet opgelegd van totaal 48.000 m3 per dag voor de som van de debieten van alle lozingspunten voor de anorganische afdelingen (36.000 m3) en voor de organische afdelingen (12.000 m3).

– Dat de overheid na een beslissing omtrent het gebruik van de collector voor nijverheidsafval-water aan het bedrijf Tessenderlo Chemie een geactualiseerde vergunning zal uitreiken. – Dat in de door het afvalwater van TC belaste

beken geen ecologie kan ontwikkelen : g e e n z o e t w a t e r e c o l o g i e, maar ook geen brakwatere-cologie. Dit als gevolg van de lozing van de hoge concentratie aan calciumchloride, zoals gebeurt door TC, terwijl in brak of zout water een hoge concentratie aan natriumchloride aanwezig is. – Dat uit allerhande studies blijkt dat het

tech-nisch wel mogelijk is om het chloridegehalte te reduceren tot aanvaardbare (?) hoeveelheden, maar dat dit door het bedrijf als "financieel onmogelijk" wordt geklasseerd.

– Dat het bedrijf niet van plan is om de hoeveel-heid geloosd afvalwater, noch de hoeveelheden geloosde afvalstoffen in dit water, zoals calci-umchloride en sulfaat, te beperken.

1. Is er al beslist of de lozingsvergunning van Tes-senderlo Chemie Ham, TesTes-senderlo Chemie Tessenderlo en Limburgse Vi n y l m a a t s c h a p p i j ambtshalve wordt herzien, dan wel of TC onder de huidige voorwaarden mag blijven lozen ?

2. Indien de lozing van calciumchloride niet wordt b e p e r k t , in welke maatregelen voorziet de minister dan om de kwaliteit van de ontvangen-de waterlopen (Laak, Winterbeek) tot het wet-telijk niveau te verbeteren ?

3. In welke maatregelen voorziet de minister om de oevers en de onderwaterbodems van de Laak en van de Winterbeek te saneren ?

Antwoord

1. Het besluit van 13 juli 1995 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Limburg tot wijziging van de lozingsvoorwaarden maakt meerdere parameters van de bestaande lozings-vergunningen strenger (bijvoorbeeld de cadmi-umemissie wordt beperkt tot 300 kg/jaar). Na de oprichting van de opvolgingscommissie werden, op initiatief van de overheid, bij besluit van 10 juli 1997, de lozingsvoorwaarden ambts-halve aangevuld met :

– de verplichting om ten minste om de vijf jaar een studie te laten uitvoeren naar de techni-sche haalbaarheid, met toepassing van de best beschikbare technieken (BBT), van een reductie van de zouten (chloriden en sulfa-ten) in de geloosde afvalwaters,

– de verplichting om mee te werken aan de opvolgingscommissie (informeren over de voormelde studie over de resultaten van de geloosde afvalwaters).

Ten slotte wordt thans in de opvolgingscommis-sie op vraag van de afdeling Milieuvergunnin-gen van de administratie Milieu-, N a t u u r- , Land- en Waterbeheer (Aminal) een voorstel uitgewerkt waarbij de chloridenorm voor het afvalwater duidelijk zal worden vastgelegd. 2. De eisen met betrekking tot de

zoetwaterkwali-teit van de ontvangende waterlopen (Laak en Winterbeek) kunnen vooralsnog niet worden gehaald. Aan het bedrijf is evenwel opgelegd te blijven zoeken naar mogelijke BBT-oplossingen voor dit probleem.

(2)

huidige verontreinigingstoestand zowel van de onderwaterbodems, de oevers als de valleigron-den rond Laak en Winterbeek in kaart te bren-g e n . De topobren-grafische opmerkinbren-gen, met inbe-grip van slibbodemdiepte, zijn inmiddels beëin-digd wat de Laak betreft. Voor de Wi n t e r b e e k zijn deze nog bezig.

Vervolgens zal de afdeling Water van Aminal in een tweede fase overgaan tot een bemonste-ringscampagne ter bepaling van de kwaliteit van het slib (met uitvoering van oriënterende bodemonderzoeken). Op basis van een beperk-te offerbeperk-teaanvraag zal de afdeling Wabeperk-ter binnen haar delegatiebevoegdheid eerlang deze opdracht kunnen gunnen.

Mede op basis van de resultaten van de voor-melde topografische opmetingen en van de nog op te zetten bemonsteringscampagne, zal in een derde fase een bestek worden opgesteld voor de uitvoering van de eigenlijke ruimingswerken. Zoals de vertegenwoordiger van de afdeling Water van Aminal in vergadering van 21 januari 1998 aan de Opvolgingscommissie verklaarde, wordt de aanbesteding van de ruimingswerken door de afdeling Water gepland voor eind 1998, om tegen half 1999 de werken te kunnen star-ten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om welke soorten afval gaat het, wat is de bestemming ervan, wat zijn de hoeveelheden die sinds 1990 jaarlijks werden uitgevoerd.. Welke hoeveelheden secundaire

Nu rijst echter de vraag of deze MER's ook kun- nen gebruikt worden bij de aanvraag van de bouw- v e r g u n n i n g, want het lijkt ons logisch dat bepaalde elementen wel

Gelet op de analyseresultaten uit de ver- schillende studies, kan worden aangenomen dat het arseen zich door de jaren heen in de bodem zowel horizontaal als verticaal

De Raad van State onderbouwt deze motivatie door te verwijzen naar de toelichting die de toen- malige bevoegde gemeenschapsminister gaf met betrekking tot de toepassing

Twee van de drie leerplannen schrijven voor dat deze leerlingen met alternatieve taken kunnen worden belast, onder voorwaarde dat deze taken dezelfde doel- stellingen nastreven

Door de vereniging van Vlaamse huisvestingsmaat- schappijen worden geregeld studiereizen georgani- seerd naar het buitenland waaraan meestal toch een belangrijke groep bestuurders

Binnen het departement Onderwijs werd aan alle afdelingen gevraagd melding te maken van alle personen die zich in de beschreven situatie zouden bevinden?. Op dit moment is echter bij

Wordt door de ruiming van het aanwezige ver- ontreinigde slib in de waterlopen geacht dat het ecologisch herstel van de waterlopen is gereali- seerd, of worden er nog