Vraag nr. 197 van 14 mei 1998
van de heer LUDO SANNEN Biologielessen – Dissecties
Vandaag de dag worden er nog steeds dieren gedis-secteerd in de lessen Biologie.
Nu er zoveel alternatieven beschikbaar zijn, z o a l s v i d e o ' s, dia's en filmbeelden en natuurgetrouwe d i e r m o d e l l e n , zijn dissecties in de lessen Biologie totaal overbodig en niet wenselijk, aangezien ze ver-mijdbaar dierenleed veroorzaken.
1 . Welke maatregelen heeft de minister vice-presi-dent genomen opdat er op het niveau van het secundair en lager onderwijs geen dissecties meer gebeuren ?
2 . Welke maatregelen heeft hij tevens genomen om de leerkrachten Biologie in het kader van bij-scholingen op deze problematiek te wijzen ? 3 . Welke maatregelen heeft hij ten slotte genomen
om de leerkrachten Biologie de nodige alterna-tieven ter beschikking te stellen ?
4 . Mogen leerlingen die ethische bezwaren hebben tegen dissecties en bijvoorbeeld overtuigde vege-tariërs zijn, ondertussen weigeren deze lessen bij te wonen ?
A n t wo o r d
In het basisonderwijs is er geen sprake van lessen Biologie met dissecties. In het leergebied We r e l d o-riëntatie zijn er onder andere leerdomeinen Natuur, Technologie en Mens, maar geen enkel ontwikke-lingsdoel of eindterm verwijst naar dissectie.
De dissecties van zoogdieren (witte ratten, k o n i j n e n ) gebeuren traditioneel in de eerste graad van het secundair onderwijs.
Het besluit van de Vlaamse regering van 20 juni 1996 legt de eindtermen en ontwikkelingsdoelen vast die van kracht zijn in de eerste graad van het secundair onderwijs. Dit besluit werd bekrachtigd door het decreet van 26 juni 1996. De eindtermen en ontwikkelingsdoelen zijn bepalend voor de leerplan-nen van alle scholen. Zij maken geen melding van dissecties !
De Vlaamse regering keurt de leerplannen al of niet goed op basis van het advies van de inspectie
(besluit van de Vlaamse regering van 26 november 1 9 9 6 , artikel 7). Zij is bij deze goedkeuring gehouden aan de wet van 29 mei 1959, artikel 6 (elke inrichten-de macht is vrij inrichten-de leerplannen vast te stellen, z i j kiest vrij haar pedagogische methodes).
Alleen in de leerplannen van het Vlaams Ve r b o n d van het Katholiek Secundair Onderwijs zijn dissec-ties "verplichte leerstof". De leerplannen van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs (ARGO) en van het Onderwijssecretariaat van de Vlaamse Steden en Gemeenten (OVSG) maken in het gedeelte "Leerstof" geen gewag van dissecties. I n de drie leerplannen worden in het gedeelte "Pedago-gische wenken" richtlijnen gegeven met betrekking tot de dissecties. Het is bijgevolg duidelijk dat voor een deel van de scholen de dissecties niet verplicht zijn en dat zij moeten worden gesitueerd in de peda-gogische vrijheid die wordt gewaarborgd door de wet van 29 mei 1959. Terloops kan worden aange-stipt dat alle leerplannen de dissecties met de groot-ste omzichtigheid benaderen. Zij wijzen ook op het onvervangbaar karakter van een dissectie.
De minister van Onderwijs heeft in de loop der tach-tiger jaren richtlijnen verstrekt met betrekking tot de dissecties in scholen.
Deze richtlijnen luiden als volgt :
"Er mogen uitsluitend consumptiedieren ontleed w o r d e n . Het dier is reeds dood als het op school komt en werd volgens de reglementaire voorschrif-ten door een bevoegd persoon geslacht".
Het idee achter deze richtlijnen is dat dieren niet mogen worden gedood voor een dissectie. Door de door de wet gewaarborgde pedagogische vrijheid kan de wetgever moeilijk aan de leerkrachten ver-bieden geslachte dieren of organen van dieren te tonen en eventueel open te snijden. Een les over een nier kan zeer goed worden geïllustreerd door een varkensnier – die normaal in de handel te koop is – open te snijden. De leraar opent geslachte dieren die bestemd zijn voor de verkoop – hij komt vaak met de slager overeen de organen intact te laten, z o d a t hij de ligging kan aantonen. De richtlijnen zijn opge-nomen in alle leerplannen Biologie van de eerste g r a a d .
dat de problematiek van de dissecties op deze stu-diedagen werd besproken.
De bestaande alternatieven zijn filmen, v i d e o -o p n a m e n , f-ot-o's en dies meer. Deze leermiddelen bestaan (en worden volgens de inspectie ter ver-vanging van de dissecties in toenemende mate in de scholen gebruikt). Voor hun aankoop dienen de scholen zelf in te staan. Zij beschikken hiervoor over werkingsmiddelen.