RUP TUINEN VANDEMAELE J.
VOORSCHRIFTEN
PLANIDENTIFICATIENUMMER: RUP_36010_214_00011_00001
DOSSIERNUMMER BIJ LNE: SCRPL1620
PROVINCIE WEST-VLAANDEREN GEMEENTE LEDEGEM
RUP VANDEMAELE J. TUINEN
VOORSCHRIFTEN
De ontwerper
Gemeentebestuur Ledegem Rollegemstraat 132 8880 Ledegem Tel. 056/89 48 00
grondgebiedszaken@ledegem.be
Ruimtelijk planner Eveline Vandenbogaerde
Contact
Rollegemstraat 132 8880 Ledegem +32 56 894 863
eveline.vandenbogaerde@ledegem.be www.ledegem.be
RUP Vandemaele J. Tuinen Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 3
Gezien en voorlopig aangenomen door de gemeenteraad in vergadering van 4 september 2017.
Op bevel,
Geert Demeyere Bart Dochy
Gemeentesecretaris Burgemeester
Het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor eenieder ter inzage heeft gelegen van 4 oktober 2017 tot 4 december 2017.
Op bevel,
Geert Demeyere Bart Dochy
Gemeentesecretaris Burgemeester
Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in vergadering van 11 januari 2018.
Op bevel,
Geert Demeyere Bart Dochy
Gemeentesecretaris Burgemeester
INHOUDSTAFEL
1. Stedenbouwkundige voorschriften ... 5
Op te heffen voorschriften ... 5
1.1. Algemene bepalingen ... 5
1.2. 1.2.1. Bedrijven ... 5
1.2.2. Bestaande toestand ... 5
1.2.3. Erfdienstbaarheid... 5
1.2.4. Gebouwen en infrastructuur van openbaar nut ... 6
1.2.5. Opvang hemelwater ... 6
1.2.6. Reliëfwijzigingen ... 6
Zone 1: GEBIED VOOR TUINAANLEG- EN TUINONDERHOUDSBEDRIJF ... 6
1.3. 1.3.1. Bestemming ... 6
1.3.2. Inrichting en beheer ... 7
1.3.2.1. Bebouwde en verharde ruimte ... 7
1.3.2.2. Niet-bebouwde en onverharde delen ... 7
Zone 2: ZONE VOOR ACHTERUITBOUWSTROOK ... 8
1.4. 1.4.1. Bestemming ... 8
1.4.2. Inrichting ... 8
Zone 3: BUFFER ... 8
1.5. 1.5.1. Bestemming ... 8
1.5.2. Inrichting ... 9
Zone 4: ZONE VOOR PLANTGOED EN GROENAANLEG ... 9
1.6. 1.6.1. Bestemming ... 9
1.6.2. Inrichting ... 9
RUP Vandemaele J. Tuinen Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 5
Verordenende voorschriften Toelichting
1. Stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften 1.1.
Voorschriften en bepalingen van gewestplanzones en zones van volgende BPA’s, RUP’s en verkavelingen die binnen het plangebied liggen, komen te vervallen bij goedkeuring van onderhavig RUP:
- Gewestplan Roeselare – Tielt (KB 17/12/1979)
Algemene bepalingen 1.2.
1.2.1. Bedrijven
Binnen de perimeter van dit RUP is slechts 1 bedrijf toegelaten.
1.2.2. Bestaande toestand
De bestaande vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte gebouwen die niet voldoen aan de stedenbouwkundige
voorschriften van dit RUP mogen verbouwd worden binnen het bestaand volume. Bij herbouw, nieuwbouw of uitbreiding van een gedeelte of van het gehele gebouw moet de nieuwe bebouwing beantwoorden aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP. De bestaande vergunde activiteiten kunnen behouden blijven.
1.2.3. Erfdienstbaarheid
De erfdienstbaarheden voor het onderhoud van de waterloop van 2de categorie, De Vlinderbeek, blijven onverminderd van toepassing binnen de perimeter van het RUP. De 5m-erfdienstbaarheidszone wordt gerekend vanaf de huidige taludinsteek.
De algemene bepalingen zijn van toepassing op alle bestemmingszones binnen de perimeter van dit RUP.
Verordenende voorschriften Toelichting
1.2.4. Gebouwen en infrastructuur van openbaar nut
Het oprichten van kleine gebouwen en/of infrastructuur van openbaar nut is toegelaten in alle zones, met uitzondering van de 5m-erfdienstbaarheidszone van de waterloop, ongeacht de bestemming mits ze in hun exploitatie en/of gebruik geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende zone.
1.2.5. Opvang hemelwater
De opvang van hemelwater dient te gebeuren conform de meest recente gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater en is in alle zones
toegelaten met uitzondering van de 5m-erfdienstbaarheidszone van de waterloop. Buffer- en infiltratievoorzieningen worden bij voorkeur in open profiel aangelegd.
1.2.6. Reliëfwijzigingen
Beperkte reliëfwijzigingen zijn toegelaten indien noodzakelijk voor de bedrijfsvoering en/of toegangen. Ze moeten gecompenseerd worden opdat het waterbergend vermogen van het gebied niet in het gedrang gebracht wordt.
Zone 1: GEBIED VOOR TUINAANLEG- EN TUINONDERHOUDSBEDRIJF 1.3.
Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding: “BEDRIJVIGHEID”.
1.3.1. Bestemming
RUP Vandemaele J. Tuinen Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 7
Verordenende voorschriften Toelichting
toegelaten.
1.3.2. Inrichting en beheer
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming zijn mogelijk waarbij voldaan dient te worden aan minstens volgende inrichtingsprincipes:
1.3.2.1. Bebouwde en verharde ruimte
80% van de bestemmingszone kan bebouwd en verhard worden.
Voor alle gebouwen en constructies geldt een maximale kroonlijsthoogte van 7,0 m. Bij hellend dak geldt een maximale nokhoogte van 11,0 m. De dakvorm is vrij.
De gebouwen kunnen tot tegen de zonegrenzen worden opgericht.
Het bouwvolume, de dakvormen, de gekozen materialen en de kleur van de materialen moeten een optimale esthetische integratie van de bedrijfsgebouwen garanderen in de omgeving.
De woongelegenheid heeft een maximaal volume van 1.000 m³.
De verhardingen staan in functie van laad- en loszones, parkeergelegenheden, stapelruimten, onderhoud en circulatie. Alle verhardingen zijn, indien mogelijk, waterdoorlatend uit te voeren.
Het bedrijf moet instaan voor haar eigen behoeften aan parkeervoorzieningen, en dit zowel voor bedrijfswagens, voertuigen van eigenaar en personeel als voor bezoekers.
1.3.2.2. Niet-bebouwde en onverharde delen
De onbebouwde en onverharde ruimte wordt ingericht in functie van plantenkweek, groenvoorzieningen of een tuin bij de
Verordenende voorschriften Toelichting
bedrijfswoning.
Zone 2: ZONE VOOR ACHTERUITBOUWSTROOK 1.4.
Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding: “BEDRIJVIGHEID”.
1.4.1. Bestemming
De zone is bestemd als groene achteruitbouwstrook.
1.4.2. Inrichting
De groene achteruitbouwstrook wordt ingericht met gras, streekeigen hagen, struiken en/of hoogstammige bomen en dient ter ondersteuning van de architectuur en de visuele uitstraling van het bedrijf.
Verhardingen zijn toegelaten tot 25% van de oppervlakte binnen deze zone. De verhardingen staan in functie van het
parkeren en de toegang tot de bedrijfssite. Er kunnen maximaal 2 gegroepeerde in- en uitritten voorzien worden met elk een maximale breedte van 10 m. Deze worden indicatief aangeduid op plan met volgend symbool <- - ->.
Alle verhardingen zijn, indien mogelijk, waterdoorlatend uit te voeren.
Het bedrijf moet instaan voor haar eigen behoeften aan parkeervoorzieningen, en dit zowel voor bedrijfswagens, voertuigen van eigenaar en personeel als voor bezoekers.
Zone 3: BUFFER 1.5.
Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding: “BEDRIJVIGHEID”.
RUP Vandemaele J. Tuinen Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 9
Verordenende voorschriften Toelichting
visuele afscherming, geluidsafscherming, landschappelijke inpassing, afstand, beheersing van veiligheidsrisico’s. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie zijn toegelaten.
1.5.2. Inrichting
De buffer wordt beplant met streekeigen hagen, struiken en/of hoogstammige bomen. Binnen deze zone zijn alle vormen van bebouwing, verharding en opslag verboden met uitzondering van een compostruimte van maximaal 50 m².
Alleen werken en handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de buffer en het plaatsen van afsluitingen zijn toegelaten.
Uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning, na de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, moet de zone voor buffer aangelegd en beplant zijn met uitzondering van de zones ingenomen door vergunde constructies.
Zone 4: ZONE VOOR PLANTGOED EN GROENAANLEG 1.6.
Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding: “BEDRIJVIGHEID”.
1.6.1. Bestemming
Tussen het bedrijf en de Vlinderbeek wordt in een zone voor plantgoed en groenaanleg voorzien. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het kweken en doorkweken van planten in openlucht zijn toegelaten. Verharding is enkel toegelaten in functie van onderhoud en/of brandweervereisten. Installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie zijn toegelaten.
1.6.2. Inrichting
De zone voor plantgoed en groenaanleg wordt beplant met plantgoed, gras, streekeigen hagen, struiken en/of hoogstammige bomen. Binnen deze zone zijn alle vormen van bebouwing en opslag verboden.
overgang vormen tussen het bedrijventerrein en de aanpalende.
De niet voor onderhoud noodzakelijke verharding achter de bestaande bouwlijn binnen zone 4 werd uit de vergunning van 17 augustus 2015 gesloten. Op moment van opmaak van het RUP is deze verharding nog steeds aanwezig. Herlocalisatie wordt mogelijk gemaakt in zone 1, conform de voorschriften.
Verordenende voorschriften Toelichting
Ten opzichte van de waterloop moet een grazige strook van 5 m worden voorzien, vrij van beplantingen en andere constructies om het onderhoud aan de waterloop mogelijk te maken. Reliëfwijzigingen zijn in deze 5-m strook niet toegelaten.
Alleen werken en handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de groenzone en het plaatsen van afsluitingen zijn toegelaten.
De afsluitingen in de langsrichting van de beek dienen geplaatst op
- ofwel 1m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop en maximaal 1,5 m hoog;
- ofwel op 5 m landinwaarts vanaf de taludinsteek van de waterloop.
Bij afrasteringen in de dwarsrichting ten opzichte van de waterloop dienen de nodige voorzieningen getroffen om een vrije doorgang binnen de 5 m strook mogelijk te maken door middel van een opening of een poort met een minimum breedte van 4 m.