Vraag nr. 6
van 1 oktober 1996
van mevrouw NELLY MAES
Sociale huurwoningen – Mobiliteit volgens inko-mensevolutie
Het tekort aan sociale woningen of aan huurwo-ningen voor minder gegoeden blijft bestaan, ondanks de inspanningen op dit terrein.
Uit een onderzoek van de Vlaamse Gemeenschap naar de doelgroepen van het woonbeleid "Wo n e n in Vlaanderen" uit 1996, blijkt nochtans dat 10 % van de sociale huurwoningen wordt ingenomen door huisgezinnen wier inkomen boven de wettelij-ke toelatingsgrenzen ligt. Dit zou niet zozeer het gevolg zijn van een laks toelatingsbeleid, maar wel van het feit dat bij inkomstenstijging het huurcon-tract niet wordt beëindigd maar alleen de huurprijs wordt aangepast.
Moet hier niet de voorkeur worden gegeven aan het beëindigen van het huurcontract, binnen een redelijke termijn, zodat aan de echte sociale gerechtigden sneller een huurwoning ter beschik-king kan worden gesteld ?
Wat is het beleid van de minister terzake ?
Antwoord
Artikel 22 § 2 van het besluit van de Vlaamse rege-ring van 29 september 1994 tot reglementerege-ring van het sociale huurstelsel stelt dat, wanneer bij het jaarlijkse onderzoek naar het inkomen blijkt dat de inkomenscoëfficiënt van de huurder meer bedraagt dan twee, de raad van bestuur van de sociale huis-vestingsmaatschappij onmiddellijk een evaluatie moet maken van de sociale situatie van de betrok-kene.
Er k a n een gemotiveerde huuropzeg worden bete-kend met het oog op het vrijmaken van de woning, uiterlijk zes maanden na de datum van de huurop-z e g. Dehuurop-ze blijft evenwel huurop-zonder gevolg wanneer de huurder uiterlijk drie maanden voor het beëindi-gen van deze opzeg bewijst dat zijn inkomen de maximumgrens niet meer overschrijdt.
Ten behoeve van de sociale huisvestingsmaatschap-pijen werden door de VHM (Vlaamse Huisves-tingsmaatschappij) enkele criteria uitgewerkt die in aanmerking kunnen worden genomen bij de evalu-a t i e. Nevalu-aevalu-argelevalu-ang het resultevalu-aevalu-at ervevalu-an kevalu-an de erken-de vennootschap overgaan tot een grondiger
soci-aal onderzoek, en/of een gesprek met de betrokke-nen.
Bij het onderzoek wordt rekening gehouden met een aantal sociale aspecten zoals samenstelling van het inkomen en het gezin (hoog inkomen wegens inwonende kinderen ouder dan 25 jaar die weldra de woning zullen verlaten), leeftijd van de huurder (bijna pensioengerechtigd), toekomstplannen van de huurder (bouwplannen, aankoop van een w o n i n g ) , werksituatie van de betrokkene, die een (eventueel tijdelijke) voortzetting van de huur-overeenkomst kunnen rechtvaardigen.
Bij gebrek aan sociaal verantwoorde redenen kan de huuropzeg worden gegeven.