Vraag nr. 85
van 22 oktober 1996
van mevrouw NELLY MAES Bouw Verrebroekdok – Toewijzing
De toewijzing van de bouw van het Ve r r e b r o e k d o k in de Antwerpse haven (kostprijs 4,5 miljard over 6 jaar) aan de tijdelijke vereniging Roegiers leidde tot een klacht bij de Raad van State van de firma De Nul uit Hofstade.
De uitspraak werd verwacht tegen eind augustus, volgens antwoord van de bevoegde minister in het Vlaams Parlement (Handelingen 1996-1997 – Nr. 1, blz. 43 – red.).
Inmiddels hebben de beide firma’s elkaar gevon-den in een samenwerkingsovereenkomst. D e klacht bij de Raad van State werd ingetrokken. Nochtans gaf het bestek volgens een auditeur van de Raad van State aanleiding tot speculaties en bleek het niet mogelijk voor bouwondernemers om op een eerlijke manier in te schrijven.
Heeft de Vlaamse regering dat bestek formeel goedgekeurd ?
Op welke grond hebben de aannemers een over-eenkomst gesloten ?
Werd de Vlaamse regering bij deze overeenkomst betrokken ?
Zijn aan de overeenkomst implicaties voor de Vlaamse overheid en financiële gevolgen verbon-den ?
Heeft de Vlaamse regering, de opmerkingen van het Rekenhof bij Liefkenshoektunnel indachtig, d e grootste zorgvuldigheid in acht genomen om de belangen van de gemeenschap te vrijwaren ?
Antwoord
Het contract voor de toewijzing van de bouw van het Verrebroekdok in de Waaslandhaven werd voor een bedrag van 3.269.208.799 frank met mijn instemming dd. 19 december 1995 betekend door de stad Antwerpen aan de Tijdelijke Ve r e n i g i n g (TV) NV P. Roegiers & Co , CEI Construct NV en de TV Strabag België.
De Vlaamse regering heeft het bestek, dat door haar administratie zelf werd opgemaakt in samen-werking met de stad A n t w e r p e n , goedgekeurd op 13 oktober 1994. Er is in het kader van de klachten
bij de Raad van State, nooit ten gronde uitgespro-ken dat dit bestek aanleiding zou kunnen geven tot speculaties.
Op welke grond de aannemers, de TV NV P. R o e-giers & Co , CIE Construct NV en de TV Strabag B e l g i ë , en de firma De Nul uit Hofstade een over-eenkomst hebben afgesloten, is mij niet bekend. Het contract met de overheid, stad Antwerpen en het Vlaams Gewest, werd afgesloten met de Ti j d e-lijke Vereniging NV P. Roegiers & Co, CIE Con-struct NV en de TV Strabag België, en geen enkele andere.
De Vlaamse regering noch de administratie werd bij deze mogelijke overeenkomst onder de aanne-mers betrokken, zoals ook de overheid niet wordt betrokken bij elke onderaannemingsovereenkomst die de aannemers voor het uitvoeren van werken afsluiten (behalve controle dat het (onder)aanne-mers zijn die een vereiste erkenning hebben en geregistreerd werden).
Een mogelijke overeenkomst tussen de voornoem-de aannemers kan voor voornoem-de Vlaamse regering geen implicaties of financiële gevolgen hebben, a a n g e-zien de opdracht werd toegewezen aan de oor-spronkelijk laagste inschrijver en niet aan een andere combinatie van aannemers.
De Vlaamse regering en de betrokken administra-ties nemen de grootste zorgvuldigheid in acht om de belangen van de gemeenschap te vrijwaren. I k wens echter te benadrukken dat een verwijzing naar de procedure toegepast voor de Liefkens-hoektunnel hier niet relevant is, vermits de toewij-zing van het Verrebroekdok geschiedde volgens de meest klassieke toewijzingsprocedure van de open-bare aanbesteding, nationaal en in het Bulletin van de Europese Unie vooraf bekendgemaakt. De toe-wijzing gebeurde louter op basis van de inschrij-vingsprijs en niet volgens een contract, dat voor de Liefkenshoektunnel ook de voorfinanciering en de exploitatie van de infrastructuur inhield.