Vraag nr. 256 van 1 augustus 1996
van mevrouw NELLY MAES Culturele centra – Subsidiereglement
Wij stellen vast dat de Vlaamse Gemeenschap per 1 januari 1996 vier nieuwe culturele centra erkent en een rangverhoging geeft aan vijf reeds erkende culturele centra. Per 1 mei 1996 zijn er vijftien nieuwe aanvragen van culturele centra voor erkenning vanaf 1997. De Vlaamse Gemeenschap geeft in 1996 150 miljoen frank meer aan de volksontwikkeling. Er wordt 150 miljoen frank beloofd aan de theatergezelschappen. Er wordt overwogen om 100 miljoen frank meer te geven aan enkele kunstencentra. Er is reeds een bedrag van één miljard frank voor de restauratie van één theater toege-wezen en een ander bedrag van één miljard frank voor de uitbouw van één kunstencentrum wordt overwogen. Er is een bedrag van 110 miljoen frank uitgetrokken voor culturele ambassadeurs, terwijl er nog geen 500.000 frank mogelijk is voor een directe Europese werking van de culturele centra. Er gaan bijzondere investeringen naar bibliotheken voor de verdere infor-matisering en aansluiting op Internet, en de culturele centra worden hierbij niet betrokken.
Is het juist dat, ondanks de toename van het aantal cul-turele centra, het totale budget van de culcul-turele centra met 20 miljoen frank (8 %) vermindert ? Hoe kan in bevestigend geval de volledige, in het decreet bepaalde subsidiëring van de culturele centra worden uitge-v o e r d ? Deze uitge-volledige subsidiëring bedraagt nu amper maximum 8 % van de globale werkingskosten van de culturele centra.
Antwoord
Het beschikbare budget van de culturele centra werd niet verminderd. De begrotingscijfers zijn als volgt. Terwijl er in de begroting van 1996 219 miljoen frank is ingeschreven, voorziet het financieel systeem in een bedrag van 233,6 miljoen frank. Dit verschil wordt ver-oorzaakt door een overheveling via het financieel sys-teem van 14,6 miljoen frank van basisallocatie 43.01 (culturele centra) van het begrotingsjaar 1995 naar dezelfde basisallocatie van het begrotingsjaar 1996, noodzakelijk voor de herschikking naar basisallocatie 33.41 (mediatheek).
Voor het begrotingsjaar 1995 was er een krediet van 239,1 miljoen frank beschikbaar voor de culturele cen-tra. Aangezien in de loop van 1995 duidelijk werd dat de aanwerving van de cultuurfunctionarissen door de gemeentebesturen nog steeds vertraging opliep, werd van het beschikbare krediet 14,6 miljoen frank en 0,8 miljoen frank overgeheveld naar respectievelijk de basisallocatie 33.41 (mediatheek) en de basisallocatie 12.12 (allerhande uitgaven m.b.t. de werking en de cul-turele infrastructuur van de Vlaamse Gemeenschap in Vlaams-Brabant en Brussel). Dit bracht het krediet voor de culturele centra voor 1995 op 223,7 miljoen frank, wat ruimschoots volstond om de personeels-, basis- en werkingssubsidies van het werkingsjaar 1995 te betalen.
Voor het begrotingsjaar 1996 is er in het financieel sys-teem een bedrag van 233,7 miljoen frank beschikbaar, samengesteld uit 219,0 miljoen frank en 14,6 miljoen frank afkomstig van de herschikking die gebeurde voor de mediatheek. Het krediet voor de culturele centra is in werkelijkheid dus verhoogd met een bedrag van 10 miljoen frank, namelijk van 223,7 miljoen frank in 1995 naar 233,7 miljoen frank in 1996.
Tot op heden zijn de subsidies, bepaald in het decreet van 24 juli 1991 betreffende de erkenning en subsidië-ring van de Nederlandstalige culturele centra die het culturele leven in de Vlaamse Gemeenschap bevorde-ren, volledig uitbetaald kunnen worden.
Ik heb evenwel de intentie om het voormelde decreet te wijzigen om via een herschikking van het beschikba-re budget meer kbeschikba-redieten te kunnen vrijmaken voor de cultuurspreidende functie van de culturele centra.