• No results found

Storm in het nieuws

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Storm in het nieuws "

Copied!
139
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Storm in het nieuws

De benaderingen, perspectieven en dramatiek in de berichtgeving over orkaan Katrina door het NOS Journaal en het RTL Nieuws

Deirdre Das (s1388339)

Email: deirdredas@hotmail.com

Rijksuniversiteit Groningen Masteropleiding Journalistiek Begeleider: Prof. Huub Wijfjes Tweede lezer: drs. Homme Wedman 20 december 2010

(2)

“Katrina... Het was alsof King Kong tegen de ramen bonkte.”

Simon Queen (68) overleefde de orkaan in New Orleans

(3)

Inhoudsopgave

Inleiding 8

1. Een televisiejournaal

1.1 De verschillende soorten televisiejournaals 12 1.2 Trends in het Nederlandse televisielandschap 15

1.3 Wanneer haalt een ramp het nieuws? 18

1.4 Framing: Hoe wordt een ramp in beeld gebracht? 26

1.5 Theorie voor de inhoudsanalyse 28

2. NOS Journaal en RTL Nieuws 30

2.1 NOS Journaal

- Geschiedenis 30

- Structuur en werkwijze redactie 31

2.2 RTL Nieuws

- Geschiedenis 34

- Structuur en werkwijze redactie 35

2.3 Het commerciële RTL versus de publieke NOS 38

2.4 Nieuws uit het buitenland 43

- Correspondenten 44

- Werkwijze 45

- Amerika 47

- Verschillen in stijl en benadering 49

3. Orkaan Katrina

3.1 De ramp 52

3.2 Wat gebeurde er van dag tot dag in onderzoeksperiode? 54 3.3 Waarom haalde orkaan Katrina het nieuws? 59

4. Berichtgeving NOS Journaal over orkaan Katrina

4.1 Programmaniveau 61

4.2 Benaderingen volgens drieluik van Costera Meijer 63

(4)

4.3 Trends:

- Persoonlijke verhalen 64

- Het persoonlijk aanspreken van de kijker 64 - De verslaggever in beeld (rol van de correspondent) 64

- Hyperbool van nieuws 68

- Slachtoffers in beeld 69

- Man op straat 70

4.4 Inkadering en duiding 71

4.5 Framing 77

4.6 Domesticatietechnieken 86

- Sociale en menselijke betrokkenheid 87

- Pragmatische betrokkenheid 87

- Binnenlandse implicaties 87

- Politieke domesticatie 87

- Journalist ter plekke 88

- Wetenschappelijke domesticatie 88

4.7 Dramatiek 88

5. Berichtgeving RTL Nieuws over orkaan Katrina

5.1 Programmaniveau 91

5.2 Benaderingen volgens kwaliteitsdrieluik 92 5.3Trends:

- Persoonlijke verhalen 93

- Het persoonlijk aanspreken van de kijker 94 - De verslaggever in beeld (rol van de correspondent) 95

- Hyperbool van nieuws 97

- Slachtoffers in beeld 97

- Man op straat 97

5.4 Inkadering en duiding 98

5.5 Framing 104

5.6 Domesticatietechnieken 110

- Sociale en menselijke betrokkenheid 111

- Pragmatische betrokkenheid 112

- Binnenlandse implicaties 112

(5)

- Politieke domesticatie 112

- Journalist ter plekke 113

- Wetenschappelijke domesticatie 113

5.7 Dramatiek 113

6. Verschillen in de berichtgeving tussen het NOS Journaal en het RTL Nieuws 6.1 Hoeveel tijd besteden beide nieuwsbulletins aan de berichtgeving over

orkaan Katrina? 117

6.2 Welke benadering volgens het drieluik van Costera Meijer kiezen de - nieuwsbulletins voor de items over orkaan Katrina? 117 6.3 Hoe past de berichtgeving over orkaan Katrina in de heersende

televisietrends? 118

6.4 Hoe pakken het NOS Journaal en het RTL Nieuws een ramp als orkaan Katrina aan? En welke vorm kiezen ze? 120 6.5 Welke inkadering en duiding geven de journaals aan de items over

orkaan Katrina? 121

6.6 Welke frames op itemniveau en op shotniveau kan ik herkennen in de berichtgeving over orkaan Katrina en wat voor betekenis geven ze

hiermee aan de gekozen beelden? 122

6.7 Welke Nederlandse invalshoeken kiezen de journaals in hun items

over orkaan Katrina? 123

6.8 Welke dramatische stijlmiddelen kiezen beide nieuwsprogramma’s?

124

Conclusie

- Berichtgeving NOS Journaal over orkaan Katrina 126 - Berichtgeving RTL Nieuws over orkaan Katrina 127 - Wat waren de verschillen tussen het NOS Journaal en het RTL Nieuws

in de berichtgeving over orkaan Katrina? 128

Aanbevelingen voor verder onderzoek 131

Dankwoord 132

Bibliografie 133

Disc 1: Onderzoeksprotocollen Onderzoeksprotocollen NOS

(6)

Onderzoeksprotocol 1: 26-08-2005 Onderzoeksprotocol 2: 27-08-2005 Onderzoeksprotocol 3: 28-08-2005 Onderzoeksprotocol 4: 29-08-2005 Onderzoeksprotocol 5: 30-08-2005 Onderzoeksprotocol 6: 31-08-2005 Onderzoeksprotocol 7: 01-09-2005 Onderzoeksprotocol 8: 02-09-2005 Onderzoeksprotocol 9: 03-09-2005 Onderzoeksprotocol 10: 04-09-2005 Onderzoeksprotocol 11: 05-09-2005 Onderzoeksprotocol 12: 06-09-2005 Onderzoeksprotocol 13: 07-09-2005 Onderzoeksprotocol 14: 08-09-2005 Onderzoeksprotocol 15: 09-09-2005 Onderzoeksprotocol 16: 10-09-2005 Onderzoeksprotocol 17: 11-09-2005

Onderzoeksprotocollen RTL Nieuws Onderzoeksprotocol 18: 26-08-2005 Onderzoeksprotocol 19: 27-08-2005 Onderzoeksprotocol 20: 28-08-2005 Onderzoeksprotocol 21: 29-08-2005 Onderzoeksprotocol 22: 30-08-2005 Onderzoeksprotocol 23 31-08-2005 Onderzoeksprotocol 24: 01-09-2005 Onderzoeksprotocol 25: 02-09-2005 Onderzoeksprotocol 26: 03-09-2005 Onderzoeksprotocol 27: 04-09-2005 Onderzoeksprotocol 28: 05-09-2005 Onderzoeksprotocol 29: 06-09-2005 Onderzoeksprotocol 30: 07-09-2005 Onderzoeksprotocol 31: 08-09-2005 Onderzoeksprotocol 32: 09-09-2005

(7)

Onderzoeksprotocol 33: 10-09-2005 Onderzoeksprotocol 34: 11-09-2005

Disc 2: Reportages

- Item 1: Max Westerman spreekt met plunderaars in supermarkt - Item 2: Max Westerman bezoekt Convention Center

- Item 3: Max Westerman ontmoet Tommy

- Item 4: Betty Glas belicht economische gevolgen ramp

(8)

Inleiding

In de vroege ochtend van 29 augustus 2005 komt ze aan land in Louisiana: orkaan Katrina, een van de zwaarste orkanen die het vasteland van Amerika ooit heeft geraakt.1 Hoewel altijd is gevreesd voor een directe treffer van een orkaan op de legendarische stad, wordt New Orleans jaar na jaar gespaard. De noodzaak tot het treffen van goede voorzieningen om te zorgen dat een orkaan niet voor een ravage zou zorgen in het gebied is naar de achtergrond verdwenen. Tot die ene orkaan, Katrina, haar verwoestende pad door Louisiana trekt.

In eerste instantie lijkt de ramp mee te vallen als de orkaan verder is geraasd.

Nederlandse kranten koppen opgelucht: ‘Katrina spaart New Orleans’2.

Dan gaat het toch nog fout. De golven die over de dijken zijn geslagen en de hevige neerslag hebben het waterniveau zo verhoogd dat de verzwakte dijken doorbreken.

Een zondvloed stroomt de stad in. De inwoners die de stad niet konden of wilden verlaten zitten in de val. Complete wijken komen onder water te staan. Mensen

verdrinken. Direct na de ramp is er een gebrek aan voedsel, drinkwater en medicijnen.

De hulp komt maar langzaam op gang. Bovendien breken er gewelddadige situaties uit in de chaos. In totaal komen 1836 mensen om het leven. Hoe was het in godsnaam mogelijk in een land dat zo machtig en modern was als de Verenigde Staten?

De ramp in New Orleans gaat niet onopgemerkt voorbij. Wereldwijd staan de kranten er vol van en kunnen we de ramp volgen op televisie, radio en via het

internet. Ook de Nederlandse televisiejournaals besteden aandacht aan Katrina.

Nederland kent twee dagelijkse nationale nieuwsdiensten op televisie met meerdere uitzendingen per dag: de NOS (sinds 1956) en het RTL Nieuws, dat uitzendt sinds 1989.3 De NOS opereert vanuit het publieke bestel, terwijl het RTL Nieuws van een commerciële zender is. Ik ben benieuwd of er verschillen zijn in hoe beide journaals orkaan Katrina hebben verslagen. Beide journaals hebben objectiviteit hoog in het vaandel staan, maar toch zijn er verschillen in onderwerpskeuze, invalshoek, vorm, benadering en presentatie.

Beide programma’s hebben een buitenlandredactie. Hoewel er grote verschillen zijn in de beschikbare middelen, nieuwsopvatting en het publiek waar

1 Joseph B. Treaster en Abby Goodnough, ‘powerful storm threatens havoc along Gulf Coast’, The New York Times (29 augustus 2005)

2 Jan Tromp, ‘Katrina spaart New Orleans’, de Volkskrant (30 augustus 2005)

3 Rick Nieman, Is er nog nieuws? Verhalen vanachter de schermen (Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam, 2007) p.p. 69

(9)

beide programma’s zich op richten, besteden zowel het NOS Journaal als het RTL Nieuws een aanzienlijk deel van hun berichtgeving aan nieuws uit het buitenland.

Vooral de Verenigde Staten krijgen veel aandacht in de nieuwsbulletins. Beide omroepen hebben er een of meerdere correspondenten gestationeerd en met de vele nieuwszenders aldaar zijn de Nederlandse nieuwsdiensten verzekerd van een constante stroom van informatie en beelden uit de VS.

Daarnaast is de Engelse taal geen barrière, waardoor naast de correspondent ook de meeste redacteuren op de redactie in Hilversum de beelden kunnen begrijpen.

De VS zijn een open democratie waar journalisten vrij informatie kunnen vergaren en de bevolking niet bang hoeft te zijn om zijn mening kenbaar te maken en mee te werken aan interviews.

Met deze optimale mogelijkheden tot nieuwsgaring en –presentatie, zijn beide nieuwsprogramma’s in staat een eigen stempel te drukken op de verslaggeving van een ramp als orkaan Katrina. Ik wil dan ook onderzoeken welke verschillen in stijl en benadering tot uitdrukking komen in de berichtgeving van het NOS Journaal en het RTL Nieuws over orkaan Katrina. Ik wil zowel een kwantitatieve als kwalitatieve inhoudsanalyse toepassen op de items van beide journaals over de orkaan. Ik beperk het onderzoek tot de eerste twee weken na de ramp. Om tot een antwoord op de onderzoeksvraag te komen stel ik mezelf de volgende deelvragen:

1. Waarom haalde orkaan Katrina het nieuws?

2. Hoeveel tijd besteden beide nieuwsbulletins aan de berichtgeving over orkaan Katrina?

3. Welke benadering volgens het drieluik van Costera Meijer kiezen de nieuwsbulletins voor de items over orkaan Katrina?

4. Hoe past de berichtgeving over orkaan Katrina in de heersende televisietrends?

5. Hoe pakken het NOS Journaal en het RTL Nieuws een ramp als orkaan Katrina aan? En welke vorm kiezen ze?

6. Welke inkadering en duiding geven de journaals aan de items over orkaan Katrina?

7. Welke frames op itemniveau en op shotniveau kan ik herkennen in de berichtgeving over orkaan Katrina en wat voor betekenis geven ze hiermee aan de gekozen beelden?

(10)

8. Welke Nederlandse invalshoeken kiezen de journaals in hun items over orkaan Katrina?

9. Welke dramatische stijlmiddelen kiezen beide nieuwsprogramma’s?

In Hoofdstuk 1 zal ik het genre televisienieuws onder de loep nemen. Voor mijn onderzoek wil ik gebruik maken van de theorie over verschillende soorten televisiejournaals van Irene Costera Meijer.4 Costera Meijer onderscheidt drie benaderingen voor deze vorm van journalistiek, namelijk: ‘de conventionele, de populaire en de publieke benadering’ Een van de nieuwsvormen die zij bespreekt is de vorm ‘natuurrampen en oorlogen’. Dit lijkt mij goed toepasbaar voor orkaan Katrina. De verschillende benaderingen die Costera Meijer heeft geformuleerd passen in een groter raamwerk van televisietrends in Nederland. Die zal ik in de tweede paragraaf van dit hoofdstuk bespreken. Daarnaast wil ik bekijken wanneer een ramp het nieuwsbulletin haalt. Dit is nodig om de eerste deelvraag te beantwoorden:

Waarom haalde orkaan Katrina het nieuws? Tot slot zal ik het begrip framing en de dramatiek bespreken. Door de duiding die televisiejournaals geven aan het nieuws bepalen zij voor een groot deel onze kijk op gebeurtenissen. Welke manieren van framing zijn er? En hoe ‘framen’ televisiejournaals het nieuws uit het buitenland?

Deze theorie helpt me bij mijn inhoudsanalyse.

In Hoofdstuk 2 ga ik dieper in op de nieuwsrubrieken zelf. Hoe zijn het NOS Journaal en het RTL Nieuws ontstaan? Hoe werken de verschillende redacties? En hoe gaan zij om met nieuws uit het buitenland? Met dit hoofdstuk wil ik inzichtelijk maken hoe de redactie te werk gaat als er een ramp gebeurt in het buitenland. Van de redactie die de ramp signaleert op de feeds van de persbureaus tot de correspondent die ter plaatse zijn item moet maken. Deze informatie is nodig om te begrijpen waarom bepaalde keuzes al dan niet worden gemaakt bij de verslaggeving over orkaan. Daarnaast wil ik in dit hoofdstuk bekijken wat de verschillen zijn tussen het commerciële RTL Nieuws en het NOS Journaal van de publieke omroep. Hiermee hoop ik aanwijzingen te vinden voor bepaalde benaderingen en stijlen die ik wellicht tegen zal komen in de inhoudsanalyse.

4 Irene Costera Meijer, ‘Naar een goed journaal’ in: Jo Bardoel, Chris Vos, Frank van Vree en Huub Wijfjes, Journalistieke Cultuur in Nederland (Amsterdam University Press, Amsterdam, 2002) p.p.

390-410

(11)

In Hoofdstuk 3 staat de ramp met orkaan Katrina centraal. Hoe ontstond de ramp?

Wat waren de gevolgen en wat gebeurde er in de stad ten tijde van de ramp? Hoeveel slachtoffers kostte Katrina en wat was er allemaal beschadigd? Daarna wil ik precies van dag tot dag bespreken wat het grootste nieuws was. Dit helpt mij bij mijn

inhoudsanalyse omdat het inzichtelijk maakt aan welke nieuwsfeiten de redactie belang hecht en welke feiten het journaal misschien niet halen. Kortom, het helpt mij om de nieuwskeuzes duidelijker te onderscheiden. Daarnaast hoop ik de eerste deelvraag te kunnen beantwoorden: Waarom haalde orkaan Katrina het nieuws?

Na deze hoofdstukken zal ik mijn inhoudsanalyse uitvoeren. Ten eerste wil ik onderzoeken hoeveel tijd beide omroepen aan de ramp besteedden. Dit zal ik doen door een kwantitatieve analyse maken van de tijd die aan de ramp werd besteed in de eerste twee weken na de orkaan. Hiermee probeer ik in kaart te brengen welk belang beide nieuwsbulletins aan het nieuws over orkaan Katrina hechtten. Met deze

kwantitatieve analyse wil ik het antwoord vinden op de tweede deelvraag: hoeveel tijd besteedden beide nieuwsbulletins aan de berichtgeving over orkaan Katrina? En hoeveel procent van de uitzending is dat? Daarnaast zal ik de overige deelvragen beantwoorden door een kwalitatieve analyse op programma- en itemniveau. Waar nodig zal ik mijn bevindingen beargumenteren met analyse op shotniveau. Dit kan onder meer nuttig zijn als illustratie bij de deelvraag 7: Welke frames op itemniveau en op shotniveau kan ik herkennen in de berichtgeving over orkaan Katrina en wat voor betekenis geven ze hiermee aan de gekozen beelden? En deelvraag 9: Welke dramatische stijlmiddelen kiezen beide nieuwsprogramma’s? Met deze

inhoudsanalyse hoop ik de kenmerkende stijlen en benaderingen (volgens Costera Meijer) van beide nieuwsprogramma’s in kaart te brengen bij de ramp met orkaan Katrina en deze in het kader van heersende televisietrends te plaatsen.

(12)

1. Een televisiejournaal

1.1 De verschillende soorten televisiejournaals

Om journaalitems tegen het licht te kunnen houden is het noodzakelijk eerst de journaals zelf aan een nader onderzoek te onderwerpen. Televisiejournaals bepalen voor een groot deel hoe wij de wereld zien. Een goed journaal zou ons een

waarheidsgetrouw beeld moeten geven van de dingen die gebeuren. Maar door sec de feiten op te dreunen helpt de journaalpresentator ons niet verder. We hebben een kader nodig waarbinnen een gebeurtenis geplaatst kan worden om het begrijpelijk te maken. Deze inkadering en duiding door de journaals geeft betekenis aan het nieuws, en dus ook aan het beeld dat wij hebben van de wereld om ons heen.

In opdracht van de NOS stelt onderzoeker Irene Costera Meijer in 2000 een analysemodel op om de kwaliteit van een journaal te kunnen beoordelen. Hierbij kijkt ze onder meer naar de inkadering en duiding van de televisiejournaals. Ze

onderscheidt drie verschillende benaderingen waarmee nieuws kan worden gebracht:

de conventionele benadering, de populaire benadering en de publieke benadering.

Hierbij is de conventionele benadering vooral gericht op institutioneel, hard nieuws dat zakelijk wordt gebracht. Bij de populaire benadering, de naam zegt het al, wordt geprobeerd de aansluiting te vinden met een zo groot mogelijk publiek. Dit kan door het nieuws sensationeel te brengen, veel aandacht te besteden aan bekende sterren of om de kijker te vermaken. De publieke benadering heeft als voornaamste doel de kijker de juiste informatie te geven om te kunnen functioneren als burger en

consument.5 Deze benaderingen kunnen worden toegepast op het referentiekader van waaruit het nieuws wordt gemaakt, de invalshoek die wordt gekozen in de inkadering en duiding (frames) en de vorm die voor het onderwerp wordt gekozen. In het

kwaliteitsdrieluik (tabel 1) neemt zij ook het kopje natuurrampen en oorlogen op, dat ik goed kan gebruiken bij mijn onderzoek.

5 Huub Wijfjes, ‘De journalistiek van het Journaal, vijftig jaar televisienieuws in Nederland’, Tijdschrift voor Mediageschiedenis (2005) pp. 7

(13)

Tabel 1: Kwaliteitsdrieluik van Irene Costera Meijer

A. Conventionele benadering

B. Populaire benadering C. Publieke benadering

Referentiekader

1. Waar streef je naar? Volledige informatie, want kijker heeft recht op zoveel mogelijk

informatie

Eenvoudige informatie, want kijker is dom en/of heeft kennisachterstand

Heldere informatie, want kijker is nieuwsgierig en wil begrijpen wat er gebeurt

2. Voor wie maak je het? Voor jezelf, je moeder, cameraman, vriendin.

Was het duidelijk?

Consument.

Beleeft de kijker plezier?

Burger.

Kan de burger met de informatie uit de voeten?

3. Wat is nieuws? Officiële agenda Slecht nieuws

Populaire agenda Ook triviaal nieuws

Publieke agenda Belangrijk nieuws (goed

& slecht) 4. Maatstaf voor succes: Concurrentie &

waarderingscijfers

Kijkcijfers Democratische

betrokkenheid Invalshoek

5. Inkadering (vooraf) - Zakelijk, afstandelijk - De feiten sec gebracht, talking heads

- Reproduceren van complexiteit

- Persoonlijk, sensationeel - Het verhaal, voxpop - Reduceren van complexiteit door clichés en slogans

- Betrokken - Gezicht geven aan kwestie

- Reduceren van complexiteit door ontrafelen in duidelijke posities en keuzen 6. Duiding (achteraf) Wat betekent dit voor de

positie van de persoon of het bedrijf?

Vb. De positie van Adelmund

Wat betekent dit voor de persoon (politicus) als mens?

Vb. De tranen van Adelmund

Wat betekent dit voor de burger?

Vb. Komt het voorstel van Adelmund tegemoet aan het probleem van de burger?

Vorm

7. Vraaggesprek Kruisverhoor: Tough on the problem and the people

Theekransje: Easy on the people and on the problem

Dialoog: Tough on the problem, easy on the people

8. Natuurrampen en oorlogen

Strikt:

- De verschrikking laten zien

- Nadruk op het fysieke spektakel, brandende huizen, ingestorte bruggen, etc.

Extravagant:

- Het spektakel van de verschrikking laten zien - ‘De (bloedende, verbrande) slachtoffers in beeld brengen.’

Meerdimensionaal (politiek en persoonlijk):

- Het verschrikkelijke van de verschrikking laten zien

- ‘De onthutsing van de slachtoffers in beeld brengen.’

Bron: Irene Costera Meijer, Publieke kwaliteit van het NOS Journaal: journalistieke routines &

organisatiecultuur (2000)

(14)

Costera Meijer pleit ervoor om via goede duiding de complexiteit van problemen te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld door een gezicht te geven aan een ramp of door de gevolgen voor de burger te benoemen. Door gebruik te maken van uitleggende frames kan de kijker beter met een item uit de voeten en wordt de betekenis van een bepaalde gebeurtenis helderder. Uit haar onderzoek blijkt volgens oud-hoofdredacteur Nico Haasbroek dat het NOS Journaal het dichtst bij de conventionele benadering zit (het heeft deze conventionele traditie voor een groot deel ontwikkeld), het SBS-Nieuws dat op dat moment ook wordt uitgezonden zit het dichtst bij de populaire benadering. 6 Professor Huub Wijfjes stelt dat vooral de regionale zenders excelleren in de publieke benadering.7 Zelf onderstreept Irene Costera Meijer dat iedere omroep elke

benadering kan toepassen afhankelijk van de situatie en dat er dus niet zo zeer sprake is van een kenmerkende benadering per omroep. Ik denk dat het evenwel goed mogelijk is om te bekijken welke benaderingen het meest worden toegepast door de omroepen voor een bepaald genre televisie-items. Daar zal ik in de inhoudsanalyse dieper op in gaan.

In haar theorie is de publieke benadering een op het dagelijks leven

georiënteerd concept van democratisch burgerschap. Deze visie op journalistiek heeft tot doel de kijkers meer betrokken te maken en meer inzicht te geven in de werking van de democratie als een cultureel en politiek waardesysteem.8 De publieke benadering zorgt voor een grotere ‘gelaagdheid’ in het nieuws, omdat zowel economische en politieke consequenties moeten worden weergegeven, als ook menselijke aspecten. Met de opstelling van het kwaliteitsdrieluik hoopt Costera Meijer bij te dragen aan een NOS Journaal dat voor meer mensen interessant is en dat vaker aanleiding geeft tot publiek debat. Toch staat zij niet per se negatief tegenover de conventionele of populaire benadering. Ze pleit er bijvoorbeeld voor dat als de burger de aandacht voor een belangrijk conflict heeft verloren een poging kan worden gedaan om die aandacht weer terug te winnen door gebruik te maken van de populaire benadering, bijvoorbeeld emoties: om het nieuws dichterbij de kijker te brengen.

Voor mijn kwalitatieve inhoudsanalyse is vooral de invalshoek (inkadering en duiding) die beschreven is in het drieluik interessant. Deze elementen geven betekenis

6 Nico Haasbroek, Journaaljaren, (Amsterdam, Vassalucci, 2004) pp. 165

7 Huub Wijfjes, ‘De journalistiek van het journaal, vijftig jaar televisienieuws in Nederland’, Tijdschrift voor Mediageschiedenis (8-2, 2005)

8 Irene Costera Meijer, ‘Naar een goed journaal?’, Journalistieke cultuur in Nederland (Amsterdam, Amsterdam University Press, 2005) pp. 398

(15)

aan de items die gemaakt zijn door het NOS Journaal en het RTL Nieuws en kunnen een kenmerkende stijl of benadering die wordt gebruikt door de nieuwsbulletins inzichtelijk maken. Ook de vorm ‘natuurrampen en oorlogen’ is interessant voor mijn onderzoek omdat ik hiermee de verschillende benaderingen kan onderscheiden op item- en shotniveau.

1.2 Trends in het Nederlandse televisielandschap

In de halve eeuw dat er nu in Nederland sprake is van televisiejournalistiek, zijn er grote veranderingen opgetreden in hoe televisiejournalisten werken. Door de toenemende concurrentie, bezuinigingen en de opkomst van nieuwe media zijn de werkwijze en stijl van de journaals aan grote veranderingen onderhevig. De NOS mag dan voor een groot deel de conventionele benadering (Tabel 1) hebben ontwikkeld, het Journaal is zeker niet ongevoelig voor nieuwe inzichten of trends die door andere nieuwsprogramma’s worden ontwikkeld of overgenomen.

Trends in het Nederlandse televisienieuws van de laatste jaren die herkenbaar zullen zijn in de inhoudsanalyse over orkaan Katrina zijn dat het nieuws op

verschillende niveaus steeds persoonlijker wordt, het nieuws steeds vaker wordt geregeerd door ‘grote nieuwsverhalen’ en dat ook de rol van de journalisten zelf steeds vaker ter discussie staat. Deze eerste trend brengt ons opnieuw bij de theorie van Irene Costera Meijer. Zij concludeerde in 2000 al dat er behoefte was ontstaan aan een nieuwe benadering van televisienieuws, waarna zij de publieke benadering (Tabel 1) ontwikkelde. De journaals moeten zich niet meer beperken tot het brengen van het nieuws, maar zich ook afvragen of de burger hiermee voldoende is

geïnformeerd om deel te kunnen nemen aan de democratie en de maatschappij.

De kloof tussen het journaal en het publiek moet dus kleiner worden gemaakt.

En dat is precies wat er de afgelopen decennia is gebeurd. Hilke Tiggeloven constateert in haar vergelijkend onderzoek tussen de brand in een hotel in 1977 in Amsterdam en de Nieuwjaarsbrand in café het Hemeltje in Volendam in 2000/2001 dat het NOS Journaal zich steeds meer is gaan richten op het persoonlijke verhaal. Het nieuws wordt steeds meer verteld vanuit het gezichtspunt van de ‘gewone’ burger en steeds minder aan de hand van de autoriteiten. Bij de Nieuwjaarsbrand werd in tegenstelling tot de brand in 1977 veel meer het persoonlijke leed van slachtoffers

(16)

getoond en er werd publiekelijk gehuild op televisie wat voor meer betrokkenheid bij de kijker zorgde.9 Ze omschrijft deze trend als ‘emotiejournalistiek’.

Met de opkomst van commerciële nieuwsrubrieken als het RTL Nieuws en vooral Hart van Nederland van SBS6 krijgen de burger en zijn gevoelens steeds meer aandacht. Het televisienieuws schuift hierdoor langzaam op van de conventionele naar de publieke (meer servicegericht) of populaire (ter vermaak) benadering (Tabel 1). De ontvanger komt steeds meer centraal te staan. Die aandacht voor de burger is wat Costera Meijer voor ogen staat als zij het heeft over de publieke benadering, maar er moet ook aandacht zijn voor de politieke en zakelijke consequenties en de gevolgen op de langere termijn. Kortom, een klagende voorbijganger in het nieuws moet wel in een stroming in de samenleving geplaatst worden met eventuele politieke implicaties, anders voegt het niets toe.

Een ander voorbeeld van het opschuiven richting de populaire benadering (Tabel 1) is het ontstaan van het televisiegenre ‘infotainment’. Het televisienieuws wordt steeds meer een show, die tot doel heeft de kijker te vermaken.10 Bij rampen komt dit tot uiting door het kiezen van de meest heftige beelden om de kijker te schokken of te ontroeren. Maar humor kan ook worden ingezet.

Of een journaal nu vaker wordt gemaakt met een publieke of populaire in plaats van conventionele benadering, het principe is hetzelfde: het journaal is niet meer slechts een zender, maar wil zich ook verplaatsen in de ontvanger, de kijker.

Met de opkomst van nieuwe media is dit steeds makkelijker geworden. Verschillende journalisten van het nieuws houden weblogs bij om verantwoording af te leggen, of de kijker uit te leggen hoe bepaald nieuws tot stand is gekomen. De kijker is op zijn beurt niet meer slechts een ontvanger, maar een gebruiker van de media. Hij is mondiger geworden en wil steeds vaker persoonlijk reageren via e-mail of door een reactie op een webforum te plaatsen. De kijker wil persoonlijker aangesproken worden, wat ook weer leidt tot een persoonlijkere aanpak van de journalistiek.11

Naast de emotiejournalistiek en de interactie met de kijker proberen journaals ook op andere manieren de afstand tot de kijker te verkleinen. Een manier om dit te

9 Hilke van Tiggeloven, ‘Met de poten in bluswater en tranen’, Tijdschrift voor Mediageschiedenis (2005) pp. 107

10 Chris Vos, ‘Van propagandist naar makelaar, de uitvindng van de Nederlandse

televisiejournalistiek’, Journalistieke cultuur in Nederland (Amsterdam, Amsterdam University Press, 2005) p.p. 283-284

11 Jo Bardoel, ‘Het einde van de journalistiek? Nieuwe verhoudingen tussen professie en publiek’, Journalistieke cultuur in Nederland (Amsterdam, Amsterdam University Press, 2005) p.p. 360

(17)

doen is verslaggevers duidelijker zichtbaar in beeld te laten verschijnen, bijvoorbeeld in de nieuwsitems. Verslaggevers maken vaker gebruik van stand-ups (waarbij ze staand of lopend de kijker recht aan kijken en toespreken) en geven vaker toelichting via een kruisgesprek. De kijker raakt vertrouwd met de verslaggever die hem

persoonlijk aanspreekt.

De tweede trend die ik noemde is de aandacht voor de grote verhalen. Critici stellen dat niet alleen het nieuws in Nederland, maar het nieuws in de hele westerse wereld steeds minder gevarieerd is. Berichten focussen zich op grote verhalen, zoals 9/11 of de tsunami in Zuidoost Azië en er is steeds minder aandacht voor de kleinere verhalen die in de kantlijn spelen.12 Wetenschappers Biltereyst en Joye hebben het in dit geval over een hyperbool van nieuws, zoals bijvoorbeeld over de SARS-epidemie, met iedere dag updates, die vrij snel eindigt. “De media hebben een ‘short attention span’, waardoor bepaalde landen en/of gebeurtenissen plots in de schijnwerpers komen te staan om even snel weer geruisloos langs de achterdeur te verdwijnen.

Aandacht voor de oorzaken en gevolgen van dergelijke ‘big stories’ en een algemeen brede visie op de wereld delven steeds vaker het onderspit.13 Dit bruist in tegen het democratische principe van publieke journaals die Costera Meijer voor ogen staat.

Op de buitenlandredacties van journaals zou het door bezuinigingen ingegeven werken met freelancejournalisten een mogelijke oorzaak voor deze beperkte

nieuwskeuze kunnen zijn. Het gevaar van het werken met reizende freelancers in het buitenland is dat er geen voortdurende nieuwsstroom vanuit het gebied is, die er wel zou zijn als er een vaste correspondent zou zitten. Hierdoor worden alleen nog de

“grote verhalen” als rampen en conflicten gecovered. 14

De ethiek van journalisten is al decennia lang een discussiepunt, ik noemde die ethiek hier als derde belangrijke trend. Vooral bij rampen mogen journalisten niet alleen aan het nieuws denken, maar moet er ook aandacht zijn voor de slachtoffers.

Wel of niet de slachtoffer aanspreken? Slachtoffers in beeld brengen of niet? Door de toenemende concurrentie lijken steeds meer journalisten bereid deze ethiek wat te verruimen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van de ‘overvaltechniek’, waarbij

12 Marc Hooghe en Knut de Swert, Nieuws op televisie, televisiejournaals als venster op de wereld (Brussel, Acco, 2005) pp. 158-170

13 Stijn Joye en Daniël Biltereyst, ‘All quiet on the …? Een analyse van het buitenlandaanbod van VRT en VTM’, De kwaliteit van het nieuws. Kwaliteitsindicatoren voor televisienieuws (Acco, Leuven, 2007) pp. 74

14 Donald R. Shanor, News from abroad (New York, Columbia University Press, 2003) pp. 26

(18)

slachtoffers met draaiende camera’s worden benaderd.15 Naast de keuze van

verslaggevers en cameramensen om deze beelden al dan niet te maken, speelt ook de keuze om beelden die op deze manier zijn verkregen uit te zenden. Door de verruwing van deze ethische normen komt de journalistiek zelf steeds nadrukkelijker onder vuur te liggen. Over waar de grenzen precies liggen is geen eenduidige mening, dat

verschilt per journaal.

In de inhoudsanalyse zal ik bespreken hoe de aandacht voor persoonlijke verhalen, het persoonlijk aanspreken van de kijker en de rol van de verslaggever in beeld tot uiting komen in de berichtgeving over orkaan Katrina. De ramp met orkaan Katrina voldoet bovendien aan alle voorwaarden om een ‘big story’ te zijn. In de inhoudsanalyse zal ik dan ook beschrijven in hoeverre er een hyperbool van nieuws over de orkaan ontstaat, waardoor er ook op de dagen dat er wellicht minder over de ramp te melden is nog steeds items over de ramp zullen worden gemaakt. Tot slot zal ik in de inhoudsanalyse bespreken hoe het NOS Journaal en het RTL Nieuws

slachtoffers van de ramp in beeld brengen.

1.3 Wanneer haalt een ramp het nieuws?

Costera Meijers publieke benadering is een meerdimensionale benadering van rampen. Bij deze benadering belichten de journaals zowel de politieke als

persoonlijke consequenties van een ramp. Hierdoor kan de kijker zich beter inleven in de gebeurtenissen en worden de politieke gevolgen ook duidelijker. De ramp komt dichterbij de kijker te staan, zonder al te veel in te spelen op de gevoelens van de kijker. In hoeverre de journaals hierin slagen komt ter sprake in de inhoudsanalyse.

Eerst is het nodig in kaart te brengen aan welke voorwaarden een ramp moet voldoen voordat deze op het nieuws verschijnt. Dit biedt een verklaring voor de aanwezigheid van orkaan Katrina in het nieuws.

Een groot deel van het nieuws dat we op televisie zien gaat over rampen: een overstroming in Oost-Europa, een ontploffing in een chemische fabriek in India, etc.

Nieuwsbulletins hebben verschillende redenen om rampen uit te zenden. Zo zal een journaal een ramp meestal verslaan omdat het de kijker wil vertellen wat er gebeurd is. Maar een nieuwsbulletin kan ook een servicegerichte rol spelen bij een ramp. Het nieuws kan mensen waarschuwen voor rampen die eraan komen, de schade

15 Bart Brouwers, Alles voor het nieuws, de flexibele ethiek van de journalist (Den Haag, SDU uitgeverij, 1994) pp. 21

(19)

beschrijven of een bemiddelende rol spelen, door mensen te informeren waar ze hulp kunnen krijgen of hoe het met hun geliefden gaat.16

Waarom haalt de ene ramp het nieuws wel en de andere niet? Hieraan ligt een selectiemechanisme ten grondslag. Of we de ramp ’s avonds voorbij zien komen in het bulletin hangt af van allerlei factoren. Bijvoorbeeld of er beelden van een

gebeurtenis bestaan en hoe actueel een bepaalde gebeurtenis is. Onderzoekers Daniël Biltereyst en Stijn Joye concluderen dat journaals voornamelijk aandacht besteden aan ‘hard’ buitenlands nieuws en weinig aan ‘zachtere’ onderwerpen.17 Een

aardbeving of oorlog zal dus sneller het nieuws halen dan de trouwdag van een lid van een buitenlands koningshuis. Volgens Biltereyst en Joye fungeert

buitenlandberichtgeving voor de nieuwsmedia als een “duur, maar dankbaar imagomiddel om de publieke perceptie van kwaliteit op te krikken.”18 Door buitenlandberichtgeving kan een bulletin laten zien hoe groot het gebied is dat de nieuwsdienst lijkt te omspannen.

Één van de belangrijkste factoren die bijdraagt aan de keuze welke gebeurtenissen het nieuws halen is het belang dat journalisten zelf hechten aan bepaald nieuws: nieuwswaardigheid. Er zijn allerlei redenen waarom journalisten de ene gebeurtenis wel coveren en de andere niet.

De onderzoeker Jonathan Benthall stelt dat de coverage van

nieuwsgebeurtenissen door de media zó selectief en arbitrair is dat zij de ramp in een belangrijke zin ‘scheppen’ door er aandacht aan te besteden.19 Hij onderscheidt vier soorten rampen (Tabel 2). De ‘sudden elemental disasters’ hebben de meeste kans om in het nieuws te komen. Rampen waarbij van het ene op het andere moment alles verandert. Vooral als het grootschalige rampen zijn. Structurele, continu aanwezige rampen, zoals de Aidsepidemie in Afrika zullen minder aandacht krijgen van de media. Orkaan Katrina valt als orkaan in de eerste categorie van rampen die de meeste aandacht zullen krijgen. Hoewel de orkaan niet direct de hele stad verwoest, zorgt de dijkdoorbraak ervoor dat de stad binnen twee dagen blank komt te staan, met alle

16 Katherine Fry, ‘Constructing the heartland: television, news and natural disaster’ (Hampton Press, New York, 2003 ) pp. 89

17 Marc Hooghe en Knut de Swert, Nieuws op televisie, televisiejournaals als venster op de wereld (Brussel, Acco, 2005) pp. 168

18 Stijn Joye en Daniël Biltereyst, ‘All quiet on the …? Een analyse van het buitenlandaanbod van VRT en VTM’, De kwaliteit van het nieuws. Kwaliteitsindicatoren voor televisienieuws (Acco, Leuven, 2007) pp. 71

19 Jonathan Bell, Disasters, relief and the media, (London, J. B. Tauris & Co, 1993) )pp. 11-13

(20)

gevolgen van dien. Ik verwacht dan ook dat het nieuws over orkaan Katrina een prominente rol zal krijgen in de bulletins.

Tabel 2: de verschillende soorten rampen volgens Jonathan Benthall 1. The sudden elemental

disaster

Deze rampen worden veroorzaakt door

klimatologische en geologische krachten, hoewel ze soms wel worden verergerd door menselijke fouten.

Bijvoorbeeld aardbevingen, overstromingen of orkanen

2. The foreseeable disaster Deze rampen bouwen zich langzaam op en kunnen dus worden voorkomen. Voorbeelden zijn

hongersnoden en epidemieën.

3. The deliberate disaster Deze rampen zijn volledig veroorzaakt door menselijk handelen, vaak in oorlogs- of

crisissituaties. Hierbij moeten we denken aan mensen die worden vermoord omdat ze bijvoorbeeld een andere politieke voorkeur hebben.

4. The accidental disaster Deze ramp vindt zijn oorzaak in een ongeluk op technologisch gebied. Denk hierbij aan een ongeluk met een kerncentrale.

Bron: Jonathan Bell, Disasters, relief and the media (London, J. B. Tauris&Co,1993)

Een andere belangrijke factor is wáár de ramp zich afspeelt. Zo krijgt een natuurramp in West-Europa vaak meer aandacht dan een vergelijkbare ramp in Bangladesh. Niet ieder land krijgt evenveel zendtijd. Zo krijgen we vrijwel dagelijks de laatste

gebeurtenissen in Amerika via de televisie voorgeschoteld, maar is Nieuw-Zeeland een stuk minder vaak in het nieuws. Spottend zeggen journalisten wel eens dat als formule voor de zendtijd het aantal doden gedeeld moet worden door het aantal kilometers dat een land verwijderd is van Nederland. Ook het aantal slachtoffers is van belang. Of: “ïf it bleads, it leads”20. Aart Zeeman, televisiejournalist voor actualiteitenrubriek Netwerk zegt het in zijn essay over nieuws uit Afrika zo: “Grof

20 Joris Luyendijk, Het zijn net mensen: beelden uit het Midden Oosten (Amsterdam, Uitgeverij Podium, 2006) pp. 91

(21)

gezegd heeft een ramp in een onbekend land pas kans op televisie te komen als er veel doden vallen.”21

Daarnaast speelt de nieuwsgaring en –uitwisseling een grote rol. Veel buitenlandberichten zijn makkelijk te produceren voor de journaals. 22 Voortdurend komen er beelden binnen via persdiensten als Reuters en AP, die enkel nog

gemonteerd en van commentaar voorzien hoeven te worden door een redacteur in Hilversum.23 In deze ‘newsfeeds’, zoals ze worden genoemd, zitten nieuwsbeelden vanuit de hele wereld. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat er uit het ene land meer nieuws in de feeds zit dan uit het andere.

Het nieuws in West-Europa wordt voor een groot deel bepaald door het nieuws dat de internationale persbureaus brengen. Terwijl de G7-landen niet meer dan 10 procent van de wereldbevolking omvatten, controleren zij zo’n 90 procent van de transcontinentale stromen van mediamateriaal via deze persbureaus.24 Het

wereldwijde nieuwsnet, waarmee gebeurtenissen op worden gevist en tot nieuws worden gemaakt, bestaat uit tienduizenden journalisten die zich op bepaalde plaatsen in de wereld bevinden. Deze journalisten zijn zeer ongelijk, maar wel in herkenbare patronen, verspreid. Op sommige plaatsen bereikt de ‘journa-dichtheid’, zoals Jaap van Ginneken het noemt, tien, honderd of zelfs duizend per vierkante kilometer:

bijvoorbeeld in de metropolen van de Westerse wereld: de centra van Washington en New York, van Londen en Parijs. Een ramp die zich ergens afspeelt waar veel

journalisten zitten, heeft veel meer kans om het nieuws te halen. Daarom zal een ramp in Amerika sneller het nieuws halen dan een ramp in Afrika. Onderzoeker Jaap van Ginneken merkt op: het tegenstrijdige is dat de journaals veruit de meeste mensen hebben op dezelfde plaatsen die ook al intensief door de concurrentie gecoverd worden, en heel weinig mensen op de ‘verre buitenplaatsen’ die vrijwel niemand covert. Als er dan een ramp gebeurt op een plek waar én geen correspondenten zitten én die niet worden gecovered door de persbureaus dan is de kans groot dat we er niets over horen.

21 Aart Zeeman, Tot zover Darfur, (Querido Amsterdam, 2007) pag. 5

22 Stijn Joye en Daniël Biltereyst, ‘All quiet on the …? Een analyse van het buitenlandaanbod van VRT en VTM’, De kwaliteit van het nieuws. Kwaliteitsindicatoren voor televisienieuws (Acco, Leuven, 2007) pp. 73

23 Rick Nieman, Is er nog nieuws: verhalen vanachter de schermen (, Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2007) pp. 47

24 Jaap van Ginneken, De schepping van de wereld in het nieuws (Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 1996) pp. 51-109

(22)

En dan heb je nog de belangen die op een bepaalde plaats spelen. Een gebied kan ver weg gelegen zijn, maar toch belangrijk omdat er centrale belangen op het spel staan.

Dit kan het geval zijn als zich een humanitaire ramp afspeelt in een oorlogsgebied in een Afrikaans land. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om niet-westerse groepen die weliswaar massaal vechten, maar waarbij het conflict geen zichtbare consequenties heeft voor het Westen.25 Zo’n conflict krijgt weer eerder aandacht als het in een gebied speelt waar veel olie in de grond zit, wat weer van belang is voor het Westen.

Rampen hebben ook meer kans om het nieuws te halen als er Nederlanders bij betrokken zijn, omdat het nieuws dan dichterbij voelt.26 Vaak staan rampen helemaal los van ons eigen land -Bijvoorbeeld als er wordt bericht over een gezonken veerboot in Bangladesh- maar als er iets belangrijks gebeurt in het buitenland dan wordt er in de berichtgeving wel regelmatig genationaliseerd of gedomesticeerd.27 Dat wil zeggen dat er bijvoorbeeld een verschil wordt belicht tussen een buitenlandse samenleving en de Nederlandse, dat de verslaggever zich richt op Nederlandse personen of

initiatieven in het buitenland of dat de gevolgen van een gebeurtenis voor Nederland worden uitgelegd. Ook een soort duiding van nieuwsgebeurtenissen. Een treffend voorbeeld is het berichten over ‘onze jongens’ in het buitenland, als er een

Nederlandse legereenheid in het buitenland aan het werk is.28 Deze domesticatie van buitenlands nieuws zorgt voor een inbedding van internationale feiten binnen onze eigen leefwereld. Daardoor kan de kijker de gebeurtenissen gemakkelijker

interpreteren volgens zijn eigen referentiekader en dit zorgt voor een beter begrip van de betekenis van een gebeurtenis.29

Om buitenlands nieuws te kunnen domesticeren moet een Nederlandse invalshoek worden gezocht. Joye en Biltereyst noemen vijf domesticatietechnieken waarmee een ramp, als orkaan Katrina, kan worden vertaald (Tabel 3). Als een bericht

25 Jaap van Ginneken, De schepping van de wereld in het nieuws (Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 1996) pp. 99

26 Rick Nieman, Is er nog nieuws: verhalen vanachter de schermen (, Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2007) pp. 37

27 Marc Hooghe en Knut de Swert, Nieuws op televisie, televisiejournaals als venster op de wereld (Brussel, Acco, 2005) pp. 134

28 Ulf Hannerz, Foreign news: exploring the news of foreign correspondents (Chicago, The University of Chicago Press, 2004) pp. 187

29 Stijn Joye en Daniël Biltereyst, ‘All quiet on the …? Een analyse van het buitenlandaanbod van VRT en VTM’, De kwaliteit van het nieuws. Kwaliteitsindicatoren voor televisienieuws (Acco, Leuven, 2007) pp. 74-81

(23)

kan worden gedomesticeerd is de kans groter dat het ’s avonds voorbij komt in het nieuws.30

In mijn kwalitatieve inhoudsanalyse zal ik onderzoeken welke

domesticatietechnieken door de NOS en RTL worden gebruikt in de berichtgeving over orkaan Katrina. Ik zal hierbij kijken wanneer de journaals Nederlandse invalshoeken kiezen en welke dit dan zijn.

Tabel 3: Domesticatietechnieken voor buitenlands nieuws

Sociale en menselijke betrokkenheid Hierbij wordt gefocust op slachtoffers in eerste lijn of verder van binnenlandse afkomst

Pragmatische betrokkenheid Hierbij worden hulpacties vanuit het eigen land gevolgd

Binnenlandse implicaties Hierbij wordt gekeken naar de binnenlandse implicaties, bijvoorbeeld of een dergelijke ramp ook in het eigen land kan gebeuren

Politieke domesticatie Hierbij reageren politici uit het eigen land op de ramp

Journalist ter plekke Een persoonlijk verslag van de journalist om nabijheid te creëren.

Bron: Stijn Joye en Daniël Biltereyst, ‘All quiet on the …? Een analyse van het buitenlandaanbod van VRT en VTM’, De kwaliteit van het nieuws. Kwaliteitsindicatoren voor televisienieuws (Acco, Leuven, 2007) pp. 81

Door de toenemende globalisatie ontstaan er steeds meer mogelijkheden om een ramp te domesticeren. In vergelijking met vroeger wonen tegenwoordig veel meer mensen in het buitenland. Shanor wijst erop dat voor steeds meer allochtone mensen nieuws uit het buitenland eigenlijk lokaal nieuws is.31 Voor een Amerikaan die in Nederland woont voelt nieuws uit Amerika al snel als binnenlands nieuws. Daarnaast zijn er

30 Marc Hooghe en Knut de Swert, Nieuws op televisie, televisiejournaals als venster op de wereld (Brussel, Acco, 2005) pp. 168

31 Donald R. Shanor, News from abroad (New York, Columbia University Press, 2003) pp. 151

(24)

steeds meer mogelijkheden om te reizen of naar het buitenland te verhuizen. De wereld wordt op deze manier steeds kleiner. Voor familie en vrienden zal het nieuws uit een land waar hun geliefde op dat moment is ook niet zo ver weg voelen. Als er dus veel mensen uit een bepaald land in Nederland wonen, of het gebied is erg populair bij toeristen, dan is de kans ook groter dat de ramp het nieuws haalt. Dit speelde bijvoorbeeld een rol bij de grootschalige aandacht voor de tsunami in Zuidoost-Azië in 2004.

Sommige journalisten wijzen erop dat ook de kijkcijfers een rol spelen in de keuze om een ramp wel of niet in het nieuwsbulletin op te nemen. Televisiejournalist Aart Zeeman stelt: “Televisieverslaggeving over buitenlandse zaken is de laatste jaren naar de marge gedrongen. Als een probleem ook maar iets verder weg speelt dan het drielandenpunt, blijft het thema als snel buiten beeld. (...) we moeten ons eerst en vooral op binnenlandse onderwerpen storten. Dat levert immers de meeste, zo felbegeerde kijkers op.”32

Naast geografische en cultureel-psychologische dichtbijheid gelden nog andere kenmerken die ertoe kunnen bijdragen dat een gebeurtenis als nieuwswaardig herkend wordt33. Zo hebben wetenschappers Johan Galtung en Marie Holmboe Ruge lang geleden verschillende criteria geformuleerd waaraan een buitenlandse

gebeurtenis moet voldoen om nieuwswaardig te zijn.34 Een van deze

nieuwswaardigheidscriteria is de ‘duidelijkheid’ van de ramp. Als een situatie helder is, dan is die ook makkelijker uit te leggen en zal die sneller het nieuws halen. Het is ook belangrijk hoe de ramp past binnen ons referentiekader. Een ramp zal sneller door de redactie worden voorgedragen als het een ramp is die past binnen het

voorstellingsvermogen van de Nederlandse kijkers. Overstromingen spreken bijvoorbeeld meer tot de verbeelding omdat de beelden van de watersnoodramp uit 1953 ons nog vers in het geheugen liggen.

Een ander nieuwswaardigheidscriterium is ‘compositie’. Daarmee wordt het raamwerk van de uitzending bedoeld. Past deze ramp er nog in? Als een eindredacteur al veel buitenlands nieuws heeft, is de kans groot dat hij liever nog een binnenlands bericht aan zijn uitzending wil toevoegen in plaats van een nieuw buitenlands bericht.

32 Aart Zeeman, Tot zover Darfur, (Querido Amsterdam, 2007) pag. 8

33 Marc Hooghe en Knut de Swert, Nieuws op televisie, televisiejournaals als venster op de wereld (Brussel, Acco, 2005) pp.161

34 Johan Galtung en Marie Holmboe Ruge, ‘The structure of foreign news: The presentation of the Congo, Cuba an Cyprus Crisis in Four Norwegian Newspapers’, Journal of Peace Research (Oslo, 1965) pp. 90

(25)

Ramp of niet. Veel onderzoekers en journalisten vinden dat de criteria van Galtung en Ruge nog steeds gelden.35

Er is ook een meer idealistisch argument voor rampenverslaggeving op te voeren. Als de redactie zelf geraakt is door een ramp, of zich laat leiden door heftige camerabeelden of hulporganisaties die een oproep tot hulp doen zullen zij een ramp ook eerder selecteren voor het nieuws. De keuze om een ramp wel of niet in het nieuwsbulletin op te nemen kan effect hebben op de hulpvoorziening voor de ramp.

Als het publiek geïnformeerd is over de ramp kan het druk uitoefenen op de politiek en daardoor het buitenlandse beleid van haar regering beïnvloeden.36 Volgens Piers Robinson kunnen de media daardoor indirect een rol spelen in het beïnvloeden van de politiek om in te grijpen in oorlogen en humanitaire rampen. Als een regering twijfelt over de aanpak van een dergelijk conflict is de kans het grootst dat schokkende beelden uit het buitenland kunnen zorgen voor ingrijpen.37 Een voorbeeld hiervan is de hongersnood die volgde op de burgeroorlog in Somalië in de jaren tachtig.

Hartverscheurende beelden van kinderen die stierven van de honger inspireerden niet alleen Bob Geldof tot het organiseren van de hulpactie Live Aid in 1985, maar zorgden er ook voor dat de Verenigde Staten militairen stuurden om de lijdende bevolking te ‘helpen.’ Kinderen die sterven vinden we onacceptabel, en de kinderen waren van dichtbij gefilmd. Hiermee werd de afstand tot de kinderen verkleind.

Daardoor leken ze ook cultureel veel dichterbij. Hierbij speelt de cameraman en zijn keuze voor het draaien van close of wijde shots een rol in hoe wij de ramp ervaren en wat journalisten ermee doen. En ook dit speelt natuurlijk een rol in hoe de ramp door de journalisten wordt geframed.

In hoofdstuk 3 zal ik de ramp met orkaan Katrina bespreken en bekijken waarom deze ramp het nieuws haalde. Hoe de ramp door het RTL Nieuws en het NOS Journaal is behandeld zal ik bespreken in de inhoudsanalyse.

35 Marc Hooghe en Knut de Swert, Nieuws op televisie, televisiejournaals als venster op de wereld (Brussel, Acco, 2005) pp. 158

36 Donald R. Shanor, News from abroad (New York, Columbia University Press, 2003) pp. 22

37 Piers Robinson, The CNN Effect: The myth of news, foreign policy an intervention (Routledge, New York, 2002) pp. 29-126

(26)

1.4 Framing, hoe wordt een ramp in beeld gebracht?

De invalshoek, presentatie en vorm van een nieuwsitem geven betekenis aan wat we zien. Maar naast de voor de hand liggende manieren om een ramp te verklaren wordt er vaak, al dan niet bewust, een onderliggende boodschap toegevoegd die minder in het oog springt. Op welke manier een journalist het verhaal vertelt en het uitlegt bepaalt hoe wij een ramp interpreteren en plaatsen. Journalisten zetten gebeurtenissen om in een boodschap, dit noemen we ‘framing’. Een frame kan gezien worden als het onderliggende thema van een item, dat de kijkers helpt de gebeurtenis te begrijpen.

Soms kun je een gebruikt frame afleiden uit de bronnen en invalshoek die zijn gekozen bij het maken van het item.38 Een voorbeeld van een frame bij een ramp is

‘de kracht van de natuur’, of ‘persoonlijk verlies’.39 Maar ook de vorm die wordt gekozen voor het item, de mensen die aan het woord komen in het item en hoe het verhaal wordt verteld door de verslaggever zelf heeft alles te maken met framing.

In een studie naar framing van natuurrampen in de Verenigde Staten, en specifiek van een overstroming in het midwesten van de Verenigde Staten in 1993, uitgevoerd door Katherine Frey van de City University of New York, bleek dat er in de verslaggeving van de natuurramp vaak het frame ‘gevecht met de natuur’ werd gebruikt. Andere frames waren ‘ervaring met overstromingen’ en ‘het controleren van het water’. Daarnaast werden politieke, economische en wetenschappelijke frames gebruikt om de situatie uit te leggen. Ook werd er vaak gekozen voor mooie plaatjes.

Nuijten noemt ook een aantal frames die gebruikt kunnen worden om duiding aan een ramp te geven: een burger, politicus of expert aan het woord laten. Deze mensen geven in een item hun visie op wat er gebeurt en daarmee spelen ze een belangrijke rol in de mening die de kijker over het gebeurde vormt. Volgens Nuijten verhogen deze frames bovendien de dramatische lading van een item.

Een frame kan verschillende functies hebben. Het kan een probleem

definiëren, de oorzaak van een probleem benoemen, het kan een oordeel vellen over een bepaald probleem of een oplossing aandragen.40 Er zijn twee soorten frames die kunnen worden gebruikt: episodische en thematische frames.41 Als een gebeurtenis

38 Peter Vasterman, Mediahypes (Amsterdam, Uitgeverij Aksant, 2004) pp. 241

39 Katherine Fry, ‘Constructing the heartland: television, news and natural disaster’ (Hampton Press, New York, 2003 ) pag. 95

40 Robert Entman, ‘Framing, towards clarification of a fractured paradigm’, Journal of Communications (43/4, 1993) pp. 52

41 Shanto Iyengar en Adam Simon, Do the media govern? Politicians, voters and reporters in America (Sage Publications, 1997) pp. 250

(27)

wordt verteld vanuit een episodisch frame dan wordt een nieuwsonderwerp verteld met behulp van concrete voorbeelden of specifieke gebeurtenissen, zoals een

neerstortend vliegtuig. Bij een thematisch frame gaat het erom een nieuwsgebeurtenis in een meer abstracte context te plaatsen. Bij een ramp zou het hier dus kunnen gaan over langlopende problemen die hebben geleid tot het ontstaan van de ramp.

Televisienieuws is kort en nieuwsfeiten moeten dus snel en duidelijk worden

gebracht. Daarom wordt bij televisienieuws meestal gekozen voor episodische frames, die leveren de mooiste plaatjes op. Thematische frames vergen immers experts die het probleem kunnen analyseren en toelichten en dat kan meestal niet in een paar korte soundbites.

Naast de deskundigen die aan het woord komen, de vorm die de journalist kiest voor zijn item, de invalshoek waarmee het item wordt gemaakt en de presentator die het item aankondigt (factoren die de ramp eventueel dichterbij de kijker brengen), speelt ook de keuze van de beelden een belangrijke rol. Vanuit welke hoek de ramp wordt gefilmd heeft gevolgen voor de interpretatie door de kijker. Er zijn drie dimensies van het gezichtspunt van de camera: richting, afstand en hoogte. Richting speelt vooral een belangrijke rol bij een conflictsituatie, wordt er gefilmd vanuit het perspectief van de ene of de andere partij? Afstand is belangrijk voor identificatie met de gefilmde persoon. Als een slachtoffer van dichtbij wordt gefilmd, kunnen we ons er makkelijker mee identificeren dan als er op grote afstand wordt gefilmd. Als we ons makkelijker kunnen identificeren met de gefilmde persoon, zal de ramp harder binnen komen. Als iemand van onderen wordt gefilmd lijkt die persoon machtiger, terwijl een hulpeloos kind in Afrika vaak van boven wordt gefotografeerd, zodat we neerkijken op de hulpeloosheid. Ook de compositie speelt een rol: een drenkeling helemaal alleen fotograferen, geeft de wanhoop extra goed weer.42 Door dramatische elementen toe te voegen komt een boodschap harder binnen bij de kijker.

Dramatische elementen zijn volgens Nuijten:43 - sensationeel onderwerp

- dramatische beelden - dramatische geluiden - uitgesproken emoties

42 Jaap van Ginneken, De schepping van de wereld in het nieuws (Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 1996) pp. 141

43 Koos Nuijten, Sensatie in het Nederlandse televisienieuws 1980-2004 (Proefschrift, Nijmegen, 2007) pp. 48

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- VZHG bestuur bezoekt Den Haag en Scheveningen in kader 200 jaar koninkrijk - agenda voor vergadering VNG commissie jeugdzorg op 16 oktober.. - persbericht

- jaarlijks congres met PZH verzet naar 6 december - profielschets voor nieuwe CvdK Zuid-Holland - persoonlijke verzorging niet naar gemeenten - evenement stedelijke

De directe aanleiding voor de huidige discussie in deze regio zou zijn kwaliteit en kostenbewustzijn, komst van nieuwe taken naar gemeenten en ambtelijke kwetsbaarheid in de

- provincie Zuid-Holland heeft brieven verzonden inzake IBT bestuursovereenkomst naar gemeenten - gesprek VZHG met VNG programmamanager en secretaris sociaal domein.. -

heeft, tijdens de jaarvergadering van de Zuid-Hollandse Vereniging van Kleine Kernen, de huidige voorzitter Geert Koster zijn functie als voorzitter overgedragen aan Ries

7.1 Provinciale Statencommissie Bestuur en Veiligheid bijeen op 11 februari Deze commissie vergaderde voor de laatste keer in deze statenperiode op 11 februari o.a.. over de

- nieuwe colleges gemeente Nissewaard en Krimpenerwaard - een overzicht van wetten die ingaan op 1 januari 2015 - beschikbaarheid app VNG bestuurdersnetwerk - overzicht

Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten 15.3 Provinciale Statencommissie Verkeer en Milieu bijeen op 7 mei Op 7 mei vergaderde deze commissie over o.a. de Jaarstukken 2013,