• No results found

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: G.O.B. Euroservices B.V. Minckelersstraat 2 6372 PP Landgraaf Contactpersoon: G.O.B. Euroservices B.V.

De heer ir. F.K.J.M. van Stekelenburg Telefoon: 0495 – 31 70 28

PROCEDURE

Op 27 maart 2000 heeft de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: de DTe) een verzoek ontvangen een ontheffing te verlenen van het in artikel 10, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) neergelegde gebod een netbeheerder aan te wijzen. Het verzoek is ingediend door G.O.B. Euroservices B.V., hierna de aanvrager genoemd. Op het verzoek is de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast. De aanvraag heeft derhalve voor een periode van vier weken voor belanghebbenden ter inzage gelegen; hiervan is mededeling gedaan in Staatscourant nr. 241 van 12 december 2000. Er zijn geen zienswijzen ingediend als bedoeld in artikel 3:13 Awb.

FEITELIJKE SITUATIE

De gemeenten Heerlen en Aken hebben de afgelopen jaren, vanaf 1992, gezamenlijk een grensoverschrijdend bedrijventerrein dat deels op Nederlands en deels op Duits gebied ligt, tot ontwikkeling gebracht. Dit

bedrijventerrein, Avantis genaamd, richt zich op bedrijven binnen de high-tech sector en beoogt met name spin-off effecten vanuit de technische universiteit Aken. De ontwikkeling van dit project wordt ondersteund door zowel regionale, landelijke als Europese overheden.

Bij de exploitatie van het bedrijventerrein wordt gestreefd naar het zoveel mogelijk gelijk behandelen van bedrijven op het bedrijventerrein, ongeacht de ligging ten opzichte van de landsgrens. Het project bestaat niet uit twee “rug-aan-rug” gelegen bedrijventerreinen, maar het betreft één terrein met één

wegeninfrastructuur, één terreinmanagement, één energie-infrastructuur, één waterinfrastructuur e.d. Dit is de nadrukkelijke wens van de beide gemeentebesturen van Heerlen en Aken geweest, zo valt te herleiden uit de intentieverklaring een geïntegreerd grensoverschrijdende bedrijfsterrein te plannen en te realiseren. G.O.B. Euroservices B.V., een joint venture waarin Stadtwerke Aachen AG, N.V. Nutsbedrijf Heerlen voor en waterleidingmaatschappij NV WML voor participeren, is eigenaar van de elektriciteitsnetten die zijn

(2)

2 WETTELIJK KADER

Alvorens kan worden bepaald of een ontheffingsaanvraag kan worden gehonoreerd, moet worden vastgesteld of de aanvrager het recht van gebruik heeft van een net zoals gedefinieerd in de E-wet. Uit de

wetsgeschiedenis volgt dat alleen sprake is van een net indien andere natuurlijke personen of rechtspersonen dan de aanvrager verbonden zijn aan het net van de aanvrager en een meetinrichting is geplaatst tussen deze rechtspersonen en het net.1

Vervolgens dient te worden vastgesteld of het net in de zin van de E-wet niet onder de bagatelbepaling van artikel 15 lid 1 valt. In deze bepaling wordt aangegeven dat er geen netbeheerder hoeft te worden aangewezen voor een net met een spanningsniveau van ten hoogste 0,4 kV en een verbruik van ten hoogste 0,1 GWh per jaar, waarvan een ander dan een leverancier of een netbeheerder een recht van gebruik heeft.

Als laatste dient het net in de zin van de E-wet, dat niet onder de bagatelbepaling valt, te worden getoetst aan de criteria genoemd in artikel 15 lid 2. Een ontheffing kan alleen worden verleend aan een aanvrager die over een net beschikt waarop een beperkt aantal afnemers is aangesloten. Daarnaast dient het net van de aanvrager aan één van de vier volgende criteria te voldoen:

a. het net is bestemd om de aanvrager te voorzien van elektriciteit dan wel om het centrale bedrijfsproces van de aanvrager te ondersteunen

b. het net is bestemd om een aantal samenwerkende rechtspersonen te voorzien van elektriciteit en de samenwerking van deze rechtspersonen een betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functionerende energiehuishouding in hun vestigingen ten doel heeft

c. ten aanzien van het net zijn kwaliteitseisen van toepassing die in betekende mate afwijken van de voorwaarden die de directeur DTe op grond van artikel 26 e van de E-wet heeft vastgesteld d. de aanvrager is geen netbeheerder en is niet in een groepsmaatschappij met een netbeheerder

verbonden en de aanvrager:

- zal een overeenkomst sluiten met de netbeheerder van het net waarop zijn net is aangesloten om te waarborgen dat de uitvoering van de taken van die netbeheerder niet wordt belemmerd

- zal degene die daarom verzoekt voorzien van een aansluiting op het net van de aanvrager dan wel een aanbod zal doen om met gebruikmaking van het desbetreffende net ten behoeve van de verzoeker transport van elektriciteit uit te voeren met inachtneming van redelijke tarieven en voorwaarden Om in aanmerking te komen voor een ontheffing moet de aanvragende rechtspersoon beschikken over een net waarop een beperkt aantal natuurlijke personen of rechtspersonen is aangesloten. In de wetsgeschiedenis wordt aangegeven dat er geen scherpe getalsgrens valt te geven om te bepalen of aan een net een beperkt aantal afnemers is verbonden.2 Mede in dit verband is ervoor gekozen de beoordeling of er wel of niet sprake

is van een beperkt aantal aansluitingen afhankelijk te laten zijn van de mate waarin het publiek wordt gediend. De mate waarin het publiek belang wordt gediend geldt, met andere woorden, als maatstaf voor de bepaling of er sprake is van een beperkt aantal aansluitingen. Het is aan de ontheffingaanvragers zelf om te onderbouwen op welke wijze het publiek belang wordt gediend met verlening van de ontheffing.

BEOORDELING

Onderhavige ontheffing wordt aangevraagd door G.O.B. Euroservices B.V.. G.O.B. Euroservices B.V. is eigenaar van de op het bedrijventerrein aangelegde elektriciteitsnetten en dus de rechtspersoon die het recht van gebruik heeft op een net zoals gedefinieerd in het eerste artikel van de E-wet.

Het elektriciteitsnet waar ontheffing voor wordt aangevraagd heeft een spanningsniveau van 10 kV. In deze hoedanigheid valt het niet onder de bagatelbepaling van artikel 15, eerste lid van de E-wet. Om voor

(3)

3 ontheffing in aanmerking te komen moet dus worden voldaan aan één van de vier bepalingen van artikel 15, tweede lid van de E-wet. De bepalingen a tot en met c zijn in geen geval van toepassing. Daar met het Ministerie van Economische Zaken is afgesproken bepaling d alleen van toepassing te laten zijn op

aanvragers die in geen geval gerelateerd zijn aan een energiebedrijf, behoort ook bepaling d formeel niet tot de mogelijkheden, omdat N.V. Nutsbedrijven Heerlen één van de participanten in G.O.B. Euroservices is. Het succes van het publieke project Avantis is echter afhankelijk van de ontheffing.

De exploitatie van het Avantis bedrijventerrein is pas geslaagd wanneer iedere partij, onafhankelijk van de plaats waar hij zich vestigt op Nederlands of Duits grondgebied, zich onder gelijke voorwaarden kan vestigen op het bedrijventerrein. Dat betekent dat er voor zowel voor het Duitse als het Nederlandse deel van het bedrijventerrein een zelfde tarief voor de stroomvoorziening moet worden gerekend. Dit kan niet op een andere wijze worden gerealiseerd dan wanneer er een ontheffing wordt verleend. Zonder ontheffing geldt op het Duitse grondgebied het Duits recht en dus de Duitse prijzen en op het Nederlands grondgebied het Nederlands recht en dus de Nederlandse (door de minister van Economische Zaken en de directeur DTe vastgestelde) prijzen.

Destijds is ervoor gekozen de energievoorziening te laten realiseren door een partij waarin zowel Duitsland als Nederland is vertegenwoordigd. Reeds in mei 1995 hebben Stadtwerke Aachen AG en N.V. Nutsbedrijven Heerlen een intentieverklaring ondertekend waarin zij afspreken tezamen zorg te dragen voor een optimale elektriciteitsvoorziening op landsgrensoverschrijdende bedrijven terrein Avantis. Met deze, wederom landsgrensoverschrijdende, samenwerking werd beoogd de internationalisering van de energiesector te bevorderen.

Daar de ontwikkeling van het bedrijven terrein een overheidsinitiatief is, het succes van het project afhankelijk is van de ontheffing en de realisatie van het bedrijventerrein al ver voor het in werking treden van de E-wet 1998 is gestart en het beheer van een landgrensoverschrijdend net zeer complex is zonder ontheffing, lijkt het niet onredelijk G.O.B. Euroservices B.V. op grond van artikel 15, lid 2 sub d ontheffing te verlenen.

ADVIES

(4)

4 VOORSCHRIFTEN

1. Op verzoek van de Minister dient de ontheffinghouder op elk gewenst moment een overzicht van de stand van zaken op zijn net te kunnen geven.

2. De ontheffinghouder dient eenmaal per jaar wijzigingen van de naam en het adres van de ontheffinghouder aan de Minister te melden.

3. Op verzoek van een ieder die is aangesloten of wil worden aangesloten op het net van de

ontheffinghouder dient de ontheffinghouder te onderhandelen over de tarieven die de ontheffinghouder berekent voor het gebruik maken van zijn net. Daarbij dient de ontheffinghouder een onderscheid te maken in transporttarieven, aansluittarieven en systeemtarieven. De ontheffinghouder is verplicht om op verzoek van een ieder die is aangesloten of wil worden aangesloten op het net van de ontheffinghouder een voorstel te doen met betrekking tot bovengenoemde tarieven.

4. De ontheffinghouder dient op verzoek van één of meer bij de onderhandelingen betrokken partijen een redelijke termijn te stellen waarbinnen de onderhandelingen zoals bedoeld in voorschrift 3 en 4 afgerond moeten zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De voorwaarden als bedoeld in artikel 36 van de E-wet, zoals deze zullen worden of zijn vastgesteld door de directeur DTe, zijn van overeenkomstige toepassing, voor zover

Nu de zogenoemde 10 kV-ring is aan te merken als één aansluiting in de zin van artikel 1, lid 1, onderdeel b, van de E-wet behoeft niet om een ontheffing ex artikel 15, lid 2, van

Vervolgens dient te worden vastgesteld of het net in de zin van de E-wet niet onder de bagatelbepaling van artikel 15 lid 1 valt.. 2 voor een net met een spanningsniveau van ten

De directeur DTe adviseert de Minister van Economische Zaken de aanvrager, Het Marinebedrijf op basis van artikel 15, lid 2, sub c van de E-wet ontheffing voor het aanwijzen van

- zal degene die daarom verzoekt voorzien van een aansluiting op het net van de aanvrager dan wel een aanbod zal doen om met gebruikmaking van het desbetreffende net ten behoeve van

De directeur DTe adviseert de Minister van Economische Zaken om op grond van artikel 15, lid 2, onderdeel a, van de E-wet aan Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A,

De directeur DTe adviseert de Minister van Economische Zaken om op grond van artikel 15, lid 2, onderdeel a, van de E-wet aan De Kleef BV BV een ontheffing te verlenen,

Op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 verleent de Minister van Economische Zaken (hierna: de Minister) op aanvraag een vergunning indien de