• No results found

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager:

D.E.S. Heijmans Malden B.V. Winkelcentrum 19

6581 BV Malden Contactpersoon:

De heer dr. ir. R.L. Cornelissen (Cornelissen Consulting Services BV) Emmastraat 119

7513 BB ENSCHEDE PROCEDURE

Bij brief van 28 februari 2002 heeft M.A.I.W.A.M. Heijmans, directeur van D.E.S. Heijmans Malden B.V., namens D.E.S. Heijmans Malden B.V. aan de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: DTe) verzocht een ontheffing te verlenen van het in artikel 10, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) neergelegde gebod een netbeheerder aan te wijzen. Op het verzoek is de openbare

voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) toegepast. De aanvraag heeft derhalve voor een periode van vier weken voor belanghebbenden ter inzage gelegen; hiervan is mededeling gedaan in Staatscourant nr. 73 van 16 april 2002. Er zijn geen zienswijzen ingediend als bedoeld in artikel 3:13 Awb.

FEITELIJKE SITUATIE

De aanvraag heeft betrekking op een elektriciteitsnet voor het gebied zoals door de aanvrager op zijn bijgevoegde kaart is aangegeven. Het gaat om een elektriciteitsnet voor een winkelcentrum.

Het gezamenlijke elektriciteitsnet maakt onderdeel uit van een gezamenlijke energiestructuur voor verwarming, koeling en ventilatie van de woningen en het winkelcentrum.

Binnen het zogenoemde Duurzaam Energie Systeem (D.E.S.) wordt gebruik gemaakt van warmtepompen, een warmte/kracht-installatie en van bodemwarmte. Voorts zorgt, aldus de aanvrager, een gezamenlijk net ervoor dat bij uitval van het net buiten het winkelcentrum relatief eenvoudig een noodvoorziening voor het winkelcentrum kan worden aangebracht door de winkeliers.

Het net zal op het net van netbeheerder N.V. Continuon Netbeheer worden aangesloten en

spanningsniveaus van 400 en 230 V krijgen. Het jaarlijks verbruik wordt door de aanvrager geraamd op 2,6 miljoen kilowattuur.

Op het elektriciteitsnet zullen in totaal 107 afnemers worden aangesloten (2 supermarkten, circa 48 winkels, een gezondheidscentrum, een kantoor en 51 nieuwbouwwoningen en drie gemeenschappelijke ruimtes alsmede de DES-instalatie zelf).

Vier aansluitpunten hebben een totale maximale doorlaatwaarde van meer dan 3x80 Ampère. Het jaarlijkse gebruik en het gezamenlijk beschikbaar gesteld vermogen bedraagt voor die aansluitingen respectievelijk 1,1 miljoen kWh en 760 kV.

(2)

Tevens zal er ten behoeve van de dagelijkse energie- en warmtevoorziening een warmte/kracht-installatie met een elektrisch vermogen van 89 kWe in het net worden opgenomen. De totale jaarlijkse opgewekte

hoeveelheid elektriciteit zal 400.000 kWh bedragen. Deze installatie zal op bepaalde momenten aan het net van de netbeheerder gaan terugleveren.

WETTELIJK KADER

Alvorens kan worden bepaald of een ontheffingsaanvraag kan worden gehonoreerd, moet worden vastgesteld of de aanvrager het recht van gebruik heeft van een net zoals gedefinieerd in de E-wet. Uit de

wetsgeschiedenis volgt dat alleen sprake is van een net indien andere natuurlijke personen of rechtspersonen dan de aanvrager verbonden zijn aan het net van de aanvrager en een meetinrichting is geplaatst tussen deze rechtspersonen en het net.1

Vervolgens dient te worden vastgesteld of het net in de zin van de E-wet niet onder de bagatelbepaling van artikel 15, eerste lid, valt. In deze bepaling wordt aangegeven dat geen netbeheerder hoeft te worden aangewezen voor een net met een spanningsniveau van ten hoogste 0,4 kV en een verbruik van ten hoogste 0,1 GWh per jaar, waarvan een ander dan een leverancier of een netbeheerder een recht van gebruik heeft. Ten slotte dient het net in de zin van de E-wet, dat niet onder de bagatelbepaling valt, te worden getoetst aan de criteria genoemd in artikel 15, tweede lid, van de E-wet. Een ontheffing kan alleen worden verleend aan een aanvrager die over een net beschikt waarop een beperkt aantal afnemers is aangesloten. Daarbij dient het net van de aanvrager aan één van de vier volgende criteria te voldoen:

a. het net is bestemd om de aanvrager te voorzien van elektriciteit dan wel om het centrale bedrijfsproces van de aanvrager te ondersteunen;

b. het net is bestemd om een aantal samenwerkende rechtspersonen te voorzien van elektriciteit en de samenwerking van deze rechtspersonen een betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functionerende energiehuishouding in hun vestigingen ten doel heeft;

c. ten aanzien van het net zijn kwaliteitseisen van toepassing die in betekenende mate afwijken van de voorwaarden die de directeur DTe op grond van artikel 36 van de E-wet heeft vastgesteld.

d. De aanvrager is geen netbeheerder en is niet in een groepsmaatschappij met een netbeheerder verbonden en de aanvrager:

- zal een overeenkomst sluiten met de netbeheerder van het net waarop zijn net is aangesloten om te waarborgen dat de uitvoering van de taken van die netbeheerder niet wordt belemmerd, en

- zal degene die daarom verzoekt voorzien van een aansluiting op het net van de aanvrager dan wel een aanbod zal doen om met gebruikmaking van het desbetreffende net ten behoeve van de verzoeker transport van elektriciteit uit te voeren met inachtneming van redelijke tarieven en voorwaarden alsmede van de voorschriften bedoeld in artikel 15, derde lid, E-wet.

Om in aanmerking te komen voor een ontheffing moet de aanvragende rechtspersoon beschikken over een net waarop een beperkt aantal natuurlijke personen of rechtspersonen is aangesloten. In de wetsgeschiedenis wordt aangegeven dat er geen scherpe getalsgrens valt te geven om te bepalen of aan een net een beperkt aantal afnemers is verbonden.2 Mede in dit verband is ervoor gekozen de beoordeling of er wel of niet sprake is van een beperkt aantal aansluitingen afhankelijk te laten zijn van de mate waarin het publiek belang wordt

(3)

gediend. Het is aan de ontheffingsaanvragers zelf om te onderbouwen op welke wijze bij verlening van een ontheffing het publiek belang wordt gediend.

Bestaande en toekomstige elektriciteitsnetten

In artikel 15 E-wet wordt gesproken over ‘een net’. Uit die bewoordingen zou opgemaakt kunnen worden dat alleen voor bestaande netten een ontheffing kan worden verleend. Ook artikel 10 van de E-wet, het artikel waaruit de ontheffingsaanvraag voortvloeit, impliceert dat. In artikel 10, derde lid, E-wet wordt namelijk bepaald dat de rechtspersoon die een recht van gebruik heeft van een net, voor het beheer van dat net een naamloze of besloten vennootschap als netbeheerder aanwijst. Een verwijzing naar toekomstige netten ontbreekt ook hier. Uit de wetsgeschiedenis kan ook niet worden afgeleid dat aandacht is besteed aan toekomstige netten. Er wordt, met andere woorden nergens aandacht geschonken aan het feit dat in de praktijk ook behoefte bestaat aan een ontheffing voor het aanwijzen van een netbeheerder voor een

toekomstig, nog aan te leggen, elektriciteitsnet. Terwijl er wel degelijk behoefte bestaat aan ontheffingen voor toekomstige netten. Op deze wijze kan namelijk zekerheid worden verkregen over de plichten van de

toekomstig neteigenaar en kan door hem een gedegen afweging worden gemaakt over het wel of niet aanleggen van een net.

Ondanks dat nergens over een toekomstig net wordt gesproken, zijn er evenmin aanwijzingen te vinden die er op duiden dat de wetgever expliciet bedoeld heeft ontheffingsaanvragen die zien op toekomstige

elektriciteitsnetten, uit te sluiten. Het lijkt er veel meer op dat dit punt tijdens de totstandkoming van de E-wet niet expliciet is meegenomen.

Vanwege de bestaande behoefte en het feit dat ontheffingverlening voor toekomstige elektriciteitsnetten niet expliciet wordt uitgesloten, adviseert de directeur DTe dat ontheffingverlening voor deze netten mogelijk moet zijn, mits de te realiseren situatie onder één van de hierboven genoemde criteria valt.

BEOORDELING

De aanvrager, D.E.S. Heijmans Malden B.V., is de economisch eigenaar van het aan te leggen net en daarmee de rechtspersoon die over het nog aan te leggen net gaat beschikken.

Het betreft een net in de zin van artikel 1, onder i, van de E-wet.

In casu is gelet op het aantal afnemers sprake van een net waarop een beperkt aantal andere natuurlijke personen of rechtspersonen dan de ontheffingsaanvrager zijn aangesloten (artikel 15, tweede lid, aanhef, van de E-wet).

Het net waarvoor ontheffing wordt aangevraagd heeft, volgens opgave van D.E.S. Heijmans Malden B.V., een spanningsniveau van 400 en 230 V. Het jaarlijkse verbruik zal naar schatting 2,6 miljoen KWh zijn. Aldus valt het net niet onder de bagatelbepaling van artikel 15, eerste lid, van de E-wet.

Het elektriciteitsnet maakt deel uit van een gezamenlijke energie-infrastructuur en heeft volgens de aanvrager als doel een zo efficiënt mogelijk gebruik van energiebronnen. Er is gekozen voor een zo energetisch zuinig mogelijk ontwerp. Er wordt, volgens opgaaf van de aanvrager, gebruik gemaakt van een combinatie van energiebesparende en duurzame ontwikkelingssystemen binnen Duurzaam Bouwconcept (DuBo). Volgens opgaaf van de aanvrager resulteert het collectieve systeem in een energiebesparing van 50% ten opzichte van conventionele installaties. De besparing op aardgas resulteert, volgens opgaaf van de aanvrager, in een CO2-reductie van 219.600 kg per jaar.

(4)

voorzien van elektriciteit en de samenwerking van deze rechtspersonen heeft een betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënische verantwoord functionerende energiehuishouding in hun vestigingen tot doel. ADVIES

(5)

VOORSCHRIFTEN MODEL B

1. Op verzoek van de Minister dient de ontheffinghouder op elk gewenst moment een overzicht van de stand van zaken op zijn net te kunnen geven.

2. De ontheffinghouder dient eenmaal per jaar wijzigingen van de naam en het adres van de ontheffinghouder aan de Minister te melden.

3. Op verzoek van een ieder die is aangesloten of wil worden aangesloten op het net van de

ontheffinghouder dient de ontheffinghouder te onderhandelen over de tarieven die de ontheffinghouder berekent voor het gebruik maken van zijn net. Daarbij dient de ontheffinghouder een onderscheid te maken in transporttarieven, aansluittarieven en systeemtarieven. De ontheffinghouder is verplicht om op verzoek van een ieder die is aangesloten of wil worden aangesloten op het net van de ontheffinghouder een voorstel te doen met betrekking tot bovengenoemde tarieven.

4. De ontheffinghouder dient op verzoek van één of meer bij de onderhandelingen betrokken partijen een redelijke termijn te stellen waarbinnen de onderhandelingen zoals bedoeld in voorschrift 3 afgerond moeten zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De voorwaarden als bedoeld in artikel 36 van de E-wet, zoals deze zullen worden of zijn vastgesteld door de directeur DTe, zijn van overeenkomstige toepassing, voor zover

Nu de zogenoemde 10 kV-ring is aan te merken als één aansluiting in de zin van artikel 1, lid 1, onderdeel b, van de E-wet behoeft niet om een ontheffing ex artikel 15, lid 2, van

In deze bepaling wordt aangegeven dat er geen netbeheerder hoeft te worden aangewezen voor een net met een spanningsniveau van ten hoogste 0,4 kV en een verbruik van ten hoogste 0,1

De directeur DTe adviseert de Minister van Economische Zaken de aanvrager, Het Marinebedrijf op basis van artikel 15, lid 2, sub c van de E-wet ontheffing voor het aanwijzen van

- zal degene die daarom verzoekt voorzien van een aansluiting op het net van de aanvrager dan wel een aanbod zal doen om met gebruikmaking van het desbetreffende net ten behoeve van

Op 8 oktober 2004 heeft de directeur DTe de methode tot vaststelling van de kwaliteitsterm voor regionale netbeheerders elektriciteit, met uitzondering van de netbeheerder van

De directeur DTe adviseert de Minister van Economische Zaken om op grond van artikel 15, lid 2, onderdeel a, van de E-wet aan Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A,

De directeur DTe adviseert de Minister van Economische Zaken om op grond van artikel 15, lid 2, onderdeel a, van de E-wet aan De Kleef BV BV een ontheffing te verlenen,