Vraag nr. 30
van 14 november 2003
van de heer ANDRE VAN NIEUWKERKE Strandbebouwing – Beleidscoherentie
Op 7 februari 2003 leverde de gewestelijke steden-bouwkundige ambtenaar een vergunning af om op het strand Groenendijk in Ko k s i j d e, nabij de dui-n e dui-n , eedui-n bestaadui-nde bebouwidui-ng, die als weidui-nig kwa-litatief omschreven wordt, te slopen en in de plaats een nieuw gebouw op te richten (gevel van 50 m e t e r, 2 bouwlagen met hellend vlak) met ruimtes voor paardenvissers, m e t e o d i e n s t ,w a t e r s p o r t s c h o o l en surfclub.
Er werd advies ingewonnen van de gemeente, d e afdeling Natuur en het Instituut voor het A r c h e o-logisch Patrimonium. De adviezen waren gunstig. Bij het openbaar onderzoek kwamen zes bezwaar-schriften binnen, die vooral betrekking hebben op mogelijke hinder door nachtlawaai en verkeers-overlast.
Op het eerste gezicht is er niets in strijd, naar de letter althans, met de stedenbouwkundige voor-s c h r i f t e n . Volgenvoor-s het gewevoor-stplan Ve u r n e-We voor-s t k u voor-s t (Groenendijk) ligt het gebouw immers in een ge-bied voor gemeenschapsvoorzieningen en openba-re nutsvoorzieningen. Wat ik echter wel vaststel : de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar heeft in de procedure, die uiteindelijk geleid heeft tot een gunstige bouwvergunning, de administratie Waterwegen en Zeewezen (AW Z ) , toch verant-woordelijk voor het strandbeheer, niet om een ad-vies gevraagd. Blijkbaar hoeft dat niet ? En indien dat advies niet hoeft, is dat, mijns inziens, een grote leemte !
Wa n t , i n d e r d a a d , naar de geest, en daarmee bedoel ik de actuele visie over het strandbeheer, is een dergelijke strandbebouwing een aanfluiting. Wa a r-om ? Mr-omenteel stelt de provincie We s t-V l a a n d e-ren in afspraak met het Vlaams Gewest een RU P (ruimtelijk uitvoeringsplan) op inzake strandcon-structies en -a c t i v i t e i t e n . We l n u , dergelijke bebou-w i n g, vlakbij de duinen, is in die visie uitgesloten. In die zin is het begrip "gebied voor gemeen-schapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzienin-gen" op het strand aan herziening toe.
1. Hoeveel van dergelijke "gebieden voor ge-meenschapsvoorzieningen en openbare nuts-voorzieningen" zijn er op het strand gesitueerd (langs de gehele kust) ?
2. Zullen deze gebieden in- en aangepast worden in het provinciale RUP inzake strandconstruc-ties en activiteiten ?
3. D i e n e n , hier en nu, stedenbouwkundige bouw-aanvragen niet dringend ook onderworpen te worden aan een advies van zowel de AWZ als de provincie We s t-V l a a n d e r e n , in het kader van de ABCD-visie (cfr. de ABCD-zonering) ? 4. Zijn er nog andere gebieden op het strand die
een goede strandordening in de weg kunnen staan ?
Antwoord
In de vraagstelling hekelt de Vlaamse volksverte-genwoordiger het feit dat tegen beleidsinzichten in een stedenbouwkundige vergunning zou zijn ver-leend om op het strand "Groendijk" in Ko k s i j d e, nabij de duinen, een bestaande, als weinig kwalita-tief omschreven bebouwing te slopen en te vervan-gen door een nieuwbouw bevattende ruimtes voor de welbekende Oostduinkerkse paardenvissers, d e meteodienst en een aldaar reeds bestaande watersportschool en surfclub na het slopen van een be -staand gebouw.
Uit het onderzoek van de zaak is echter gebleken dat de bouwplaats niet alleen volgens het gewest-plan in een gepaste zone gesitueerd is (gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en voor openbare n u t s v o o r z i e n i n g e n , zoals overigens ook door de Vlaamse volksvertegenwoordiger gesteld), m a a r anderzijds dat het bewuste provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (in opmaak), waarnaar hij verwijst en anders dan door hem gesteld, wel in de nodige mogelijkheden voor hetgeen vergund is daar voor-z i e t , namelijk een toeristisch-recreatieve bestem-ming.
1. Langs de Vlaamse kust zijn nog andere zaken gesitueerd in een gebied voor gemeenschaps-voorzieningen en openbare nutsgemeenschaps-voorzieningen, namelijk :
– in Blankenberge, aan de staketsels van de havengeul ;
– in We n d u i n e, ter hoogte van "Wi e l i n g e n " , namelijk het gebouw op de dijk, a a n l e u n e n d bij de dijkbebouwing ;
– in Oostduinkerke, ter hoogte van de dijk en het zwembad in Oostduinkerke-Bad.
Het gaat echter in elk van die gevallen niet om zaken waar er een overgang is tussen strand en duinen. Enkel Groendijk is zo’n geval.
2. Behoudens de zone in Oostende, worden de an-dere genoemde bestemmingszones opgenomen in het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan en krijgen ze een toeristisch-recreatieve bestem-m i n g, volledig volgens de principes en voor-schriften geldig voor het gehele provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.
3. Het bedoelde dossier was gelegen in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en voor openbare nutsvoorzieningen. Het perceel is ei-gendom van het gemeentebestuur en er werd een openbaar onderzoek georganiseerd.
De verplichting voor advies van de strandbe-heerder en verantwoordelijke voor de zeewe-r i n g, namelijk de administzeewe-ratie Watezeewe-rwegen en Z e e w e z e n , is niet wettelijk voorgeschreven. D i e adviesplicht invoeren, zou een wijziging van het desbetreffende uitvoeringsbesluit vergen. Ik wil dat overwegen, maar ben anderzijds de mening toegedaan dat hier, onder meer gelet op de reeds bestaande inplanting, rekening is gehou-den met eenieders bekommernis en uitgangs-punten.