Vraag nr. 2
van 3 oktober 2003
van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT Dossier paardenwedrennen – Stand van zaken Omtrent de gestelde problematiek werd het Vlaams Parlement reeds betrokken in de bevoegde Commissie voor Financiën en dit ingevolge het voorstel van decreet van collega André Denys c. s. (Stuk 1462 (2002-2003) – Nr. 1) houdende rege-ling van herstelmaatregelen voor de Vlaamse paar-d e n w e paar-d r e n n e n , houpaar-denpaar-de machtiging van paar-de Vlaamse regering om mee te werken aan de op-richting van de VZW "Vlaamse Federatie voor Paardenwedrennen" en houdende wijziging en op-heffing van sommige bepalingen van het We t b o e k van de met de Inkomstenbelasting Gelijkgestelde Belastingen (WIGB).
Tot tweemaal toe kwam dit voorstel van decreet in de vuurlijn te liggen van twee opeenvolgende ad-viezen van de Raad van State, waardoor de verdere behandeling van dit voorstel ernstig werd gehypo-thekeerd en het dossier niet afgehandeld werd. H e t eerste advies van de Raad van State dateert van 7 april 2003 en het tweede, bijkomend gevraagd op uitdrukkelijk verzoek van de parlementaire com-m i s s i e, van 21 com-mei 2003. Anderzijds leverde de fe-derale Kansspelcommissie op 3 maart 2003 even-eens een adviesnota af. Hieromtrent richtte ik trou-wens op 9 april 2003 een vraag aan de bevoegde minister.
Het Vlaams Parlement in het algemeen en de be-trokken commissie in het bijzonder kregen na de laatste behandeling in commissie van 23 april 2003 geen verder nieuws meer. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik te horen kreeg dat een vertegen-woordiger van de "federatie" tijdens de Kampioe-nendagen in Oostende van medio september laatstleden in zijn toespraak stelde dat er voor dit dossier binnen de regering een doorbraak kon wor-den gevonwor-den en dit ingevolge tussenkomsten van collega André Denys. Het is dan ook uiteraard van belang dat het Vlaams Parlement vanwege de be-voegde minister de nodige tekst en uitleg zou krij-gen.
Zeker indien men akte neemt van de uitgebreide commentaren in de media van 27 september 2003, waaruit blijkt dat de tak van paardenwedrennen wel degelijk aan een politieke mediacampagne is begonnen onder de titel "Renbaan heeft dringend nood aan paarden, gokkers en geld". Het betrok-ken persartikel staat bol van de verwijten over en weer binnen het wereldje van de
paardenwedren-n e paardenwedren-n , maar eipaardenwedren-ndigt met het omschrijvepaardenwedren-n vapaardenwedren-n collega André Denys als reddende engel en een oproep aan de overheid om dringend met geld en initiatie-ven over de brug te komen.
Anderzijds blijkt uit de perscommentaren evenwel ook nogal wat pessimisme, en dit veeleer wegens gekibbel binnen de betrokken sector dan wegens de houding van de overheid. Zoals ongeveer alles in België, legt ook de federale tweespalt (met deel-bevoegdheden over en weer) de initiatiefnemers een pad in de korf. Hierdoor werd dit dossier op vraag van het Vlaams Parlement geagendeerd op het Overlegcomité van de federale regering en de gemeenschaps- en gewestregeringen van donder-dag 18 september 2003 (uitgesteld tot maandonder-dag 22 s e p t e m b e r ) . Wat het uiteindelijke resultaat van de bespreking was en of er effectief een beslissing is gevallen, weten we op heden niet.
1. Werd er binnen de Vlaamse regering inderdaad al of niet een doorbraak gevonden voor het dos-sier van de paardenwedrennen in Vlaanderen ? 2. Zo ja, gebeurde dit inderdaad ingevolge
initia-tieven van collega André Denys ?
3. Wat was het resultaat van de besprekingen van kwestieus dossier in het Overlegcomité met de federale overheid van 22 september 2003 en/of was het reeds onderwerp van bespreking in een interkabinettenwerkgroep (IKW) van de Vlaamse regering.
4. Welk standpunt heeft de Vlaamse regering inge-nomen ten aanzien van de thans door de be-trokken federaties en verantwoordelijken ge-vraagde maatregelen tot redding van de sector ?
Antwoord
1. Het voorstel van decreet houdende regeling van herstelmaatregelen voor de Vlaamse paarden-w e d r e n n e n , houdende machtiging van de Vlaamse regering om mee te werken aan de op-richting van de vereniging zonder winstgevend doel "Vlaamse Federatie voor Paardenwedren-nen" en houdende wijziging en opheffing van sommige bepalingen van het Wetboek van de met de Inkomstenbelasting Gelijkgestelde Be-l a s t i n g e n , werd besproken op de VBe-laamse rege-ring op 21 februari 2003.
2. Overeenkomstig de wetten op de Raad van State (artikel 3, § 3) moet een voorstel van de-creet dat volgens de Raad van State niet tot de bevoegdheid van de Vlaamse overheid behoort, worden voorgelegd aan het Overlegcomité. Het Overlegcomité moet dan adviseren over de vraag of er al dan niet bevoegdheidsoverschrij-ding is, en kan dan eventueel zelf amendemen-ten formuleren.
3. Tijdens de vergadering van het Overlegcomité met de federale overheid op 22 september 2003 werd het kwestieuze dossier niet besproken. Het dossier zal wellicht opnieuw geagendeerd worden op de vergadering van 5 november eerstkomend.
Het dossier werd niet besproken in een IKW op het niveau van de Vlaamse regering.
4. Tot op heden heeft de Vlaamse regering haar standpunt ingenomen op 21 februari 2003 niet gewijzigd.
Voor de volledigheid van het dossier kan ik de Vlaamse volksvertegenwoordiger nog meedelen d a t , in het kader van de verplichte samenwer-kingsprocedure met de federale overheid, d e minister van Fi n a n c i ë n , Didier Reynders, m i j met een schrijven van 9 oktober 2003 het vol-gende heeft laten weten :
"Al de wijzigingen in dit voorstel die de toeken-ning beogen van bevoegdheden die op dit ogen-blik nog deze zijn van bepaalde ambtenaren van de FOD Fi n a n c i ë n , aan een Vlaamse regerings-m a n d a t a r i s, regerings-met naregerings-me het uitreiken van vergun-ningen voor de opening van een r e n b a a n , voor het organiseren van paardenwed- paardenrennen evenals voor het aannemen van wed-denschappen op paardenwedrennen, hebben als gevolg dat de FOD Financiën ontlast wordt van deze specifieke taken. Het is vanzelfsprekend dat hier zich geen enkel praktisch probleem stelt.
De wijziging van het tarief van de belasting op de spelen en weddenschappen, beoogd in het artikel 27 van dit voorstel, houdt op zich geen enkele praktische moeilijkheid in betreffende de technische toepassing ervan in de ontvang-kantoren der directe belastingen, belast met de inning ervan. Er moet enkel en alleen een aan-passing gebeuren aan de vormgeving (de op-maak) van het kader III van het aangifteformu-lier nr. 733.