Vraag nr. 219 van 8 mei 2002
van mevrouw ISABEL VERTRIEST
Natuurproject Bourgoy e n-Ossemeersen – Stand van zaken
Het natuurinrichtingsproject (NIP) Bourgoyen-O s-semeersen heeft reeds een hele chronologie achter de rug :
– haalbaarheidsrapport 19/03/99 ;
– protocol verkorte procedure, gesloten met de eigenaars stad Gent, Actiegroep Bourgoyen-O s-semeersen (ABO), Instituut voor Natuurbe-houd (IN) en VZW Natuurreservaten (NR) 15/04/99 ;
– ministerieel besluit (MB) instelling NIP 29/06/99 ;
– besluit Vlaamse minister oprichting projectco-mité 22/12/99 ;
– eerste vergadering projectcomité 04/02/00 ; – openbaar onderzoek ontwerp-NIP 27/03 –
26/04/00 (slechts 5 bezwaarschriften, w a a r o n d e r 2 irrelevante en 3 relevante die bovendien deels als "steunschrift" kunnen beschouwd worden) ; – tweede vergadering projectcomité (behandeling
bezwaarschriften ; advies aan minister) 27/06/00 ; – sedert oktober 2001 kan de stad Gent binnen de
perimeter van het NIP overgaan tot dringende o n t e i g e n i n g. Tot nu toe gebeurden er geen ont-eigeningen;
– eind 2001 kwam er het onrustwekkende bericht dat de Inspecteur van Financiën verzet had aan-getekend ;
– in januari gaf de Inspecteur van Financiën zijn verzet op en kon de minister het projectrapport eindelijk goedkeuren;
– momenteel zou het bureau "Fris in het Land-schap" bezig zijn met de opmaak van het pro-jectuitvoeringsplan (PUP);
– dit ontwerp-PUP zou voor de zomer in open-baar onderzoek moeten gaan, als de Inspecteur van Financiën tenminste niet opnieuw bezwaar maakt ;
– na het openbaar onderzoek kunnen de techni-sche plannen opgemaakt en de vergunningen aangevraagd worden ; dan kan de aanbesteding voor de uitvoering volgen en als dat allemaal l u k t , ook de uitvoering. Misschien kan de afde-ling Natuur wel een aantal zaken met eigen per-soneel uitvoeren.
De totale kostprijs bedraagt naar verluidt 287.830.618 frank, waarvan 58.779.000 frank voor de grondwerken.
Een van de vertragende factoren is het bezwaar van de Inspecteur van Fi n a n c i ë n . Dit bezwaar be-treft de gronddam en wie die moet betalen, Ve r-keer of Leefmilieu. Een gronddam zou namelijk veeleer op de begroting voor Verkeer moeten wor-den gefinancierd.
Deze redenering kan aanleiding geven tot het schrappen van de allerbelangrijkste maatregel van het NIP, namelijk het afgraven van een opgespoten terrein (nog opgespoten ten tijde van de aanleg van de Ringvaart) en het nuttig gebruik van die grond voor de aanleg van een gronddam. H i e r m e e vangt men liefst vier vliegen in één klap :
– door de afgraving doet men daadwerkelijk aan natuurherstel ;
– achter de gronddam (kant Bourgoyen-O s s e-meersen) komt er een afgeschermd wandelpad (hierdoor hoeft een deel van het wandeltracé rond het gebied niet langer langs de R4 te lopen) ;
– de gronddam zorgt voor een visuele afscher-ming van de R4, maar ook – en vooral – van de woonwijk en het industrieterrein aan de overkant van de Ringvaart;
– diezelfde gronddam zorgt voor geluidswering ten opzichte van het verkeer van de R4.
Het hergebruik van de grond heeft trouwens een besparend effect.
Het maatschappelijk draagvlak is in Bourgoyen en Ossemeersen al vele jaren heel breed. Er is in elk geval geen tegenkanting van welke sector dan ook. Vandaar deze vragen, omdat de voorwaarden voor een NIP hier vrij gunstig liggen.
uit-voering nog minstens een jaar op zich zal laten wachten ?
Op welke manier kan deze procedure ingekort worden ?
2. Hoewel de stad Gent nu dus dringend kan ont-e i g ont-e n ont-e n , wordt daar nog stont-eont-eds gont-eont-en wont-erk van gemaakt.
Naar verluidt is er binnen de dienst Leefmilieu en Natuurontwikkeling discussie over de be-staande schattingsverslagen. Die zouden vol-gens sommigen binnen de dienst te hoge prijzen b e v a t t e n . Indien alles moet worden herschat, zou dit een aanzienlijke vertraging betekenen. In elk geval : indien de resterende privé-g r o n-den niet allemaal verworven worn-den door de s t a d , houdt dit in dat het NEP op belangrijke onderdelen niet kan worden uitgevoerd. E e n ramp uiteraard, want van bij de aanvang ging men ervan uit dat tegen de uitvoering alles stadseigendom zou zijn; uiteraard met uitzonde-ring van de gronden van NR, ABO (nu respec-tievelijk Natuurpunt en Natuurpunt Gent) en IN, die het protocol ondertekend hebben. Wordt er bij de stad Gent aangedrongen op enige spoed terzake ?
3. Klopt het dat het bezwaar van de Inspecteur van Financiën gaat over de financiering van de gronddam langs de R4 ?
Dit kan volgens hem niet uit het budget van Leefmilieu komen. Aangezien het gaat om ge-l u i d s w e r i n g, zou dit moeten komen uit het bud-get van Verkeer.
Als dat zo is, werd er dan al afgesproken met Verkeer dat zij bijpassen ?
4. Bestaat inderdaad het gevaar dat de gronddam geschrapt wordt ?
Antwoord
1. De verkorte procedure heeft te maken met het aantal procedurestappen en minder met de con-crete timing. De timing is afhankelijk van de complexiteit van het dossier (o. m . de vergun-ningen die moeten worden verkregen, a a n t a l M E R p r o c e d u r e s, enz.) (MER : m i l i e u e f f e c t r a p -port – red.).
Toch ben ik van oordeel dat het nieuwe natuur-inrichtingsinstrument aan performantie moet winnen.
Intussen heb ik opdracht gegeven om te starten met de opmaak van deelprojectuitvoeringsplan-n e deelprojectuitvoeringsplan-n , zodat ideelprojectuitvoeringsplan-nrichtideelprojectuitvoeringsplan-ngsmaatregeledeelprojectuitvoeringsplan-n die sdeelprojectuitvoeringsplan-neller kunnen worden uitgevoerd, niet afhankelijk zijn van de timing van meer ingewikkelde inrich-tingsmaatregelen.
De voorbereiding van het NIP-project in de Bourgoyen-Ossemeersen is intussen zo ver ge-vorderd dat het gehele project van één project-uitvoeringsplan wordt gerealiseerd.
2. Met betrekking tot de verwerving van de reste-rende privé-gronden door de stad Gent kan het volgende gemeld worden.
De Vlaamse minister van Financiën en Begro-t i n g, I n n o v a Begro-t i e, Media en RuimBegro-telijke Ordening verleende op 3 oktober 2001 machtiging aan de stad Gent tot onteigening via de toepassing van de rechtspleging bij urgente omstandigheden inzake onteigeningen ten algemenen nutte voor het bijzonder plan van aanleg (BPA) Bourgoy-en, deel D.
Dit BPA heeft betrekking op de perimeter van het natuurreservaat. Door de realisatie van de geplande grondinnames via de spoedprocedure tot onteigening, zal de voortgang van het na-tuurinrichtingsproject Bourgoyen-Ossemeersen niet in het gedrang komen en zullen zoals ge-p l a n d , na het verkrijgen van de nodige vergun-n i vergun-n g e vergun-n , alle door de mivergun-nister goedgekeurde ivergun-n- in-richtingsmaatregelen kunnen worden uitge-v o e r d . Naar uitge-verluidt zou de onteigening dit jaar afgerond worden, maar voor de exacte stand van zaken omtrent de reeds ingenomen en de nog in te nemen gronden dient het stadsbestuur van Gent te worden gecontacteerd.
3. Met betrekking tot de medefinanciering van de gronddam en het geluidswerend scherm : in mei laatstleden was er een overleg tussen mijn me-dewerker en de kabinetsmeme-dewerker van minis-ter Stevaert in aanwezigheid van de betrokken administratie.
4. Dit betekent dat met betrekking tot de vereiste Vlaamse medefinanciering de beloften zijn ge-maakt en er normaliter kan worden verwacht dat alles zal worden uitgevoerd zoals gepland, dus inclusief de aanleg van de gronddam, r e k e-ning houdende met de inbreng en het advies van het projectcomité en de resultaten van het nog uit te voeren openbaar onderzoek in het kader van de procedure voor de vaststelling van het projectuitvoeringsplan.
