• No results found

Masterstage Neurolinguïstiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Masterstage Neurolinguïstiek"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

0

Masterstage

Neurolinguïstiek

Stageverslag

Naam: Francien van Dijk (S3006093)

Stagebegeleiders: Roel Jonkers Jiska Wiegers

(2)

1 Beschrijving stageplek

Vanaf februari heb ik drie maanden stage gelopen bij het afasieteam in het Rijndam Revalidatiecentrum. Het afasieteam is een multidisciplinair team (logopedist/afasietherapeut, klinisch linguïst, neuropsycholoog en revalidatiearts) dat gespecialiseerd is in diagnostiek en het geven van behandeladviezen bij communicatieproblemen ten gevolge van een niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Het afasieteam wordt vaak geraadpleegd voor de diagnostiek van taal, spraak, communicatie en cognitieve problemen bij afasie. Daarnaast geeft het afasieteam behandeladviezen. De patiënten in het Rijndam Revalidatiecentrum hebben de mogelijkheid om zowel klinisch als poliklinisch te revalideren. In de klinische fase zijn patiënten opgenomen in de kliniek en volgen zij dagelijks behandelingen bij verschillende disciplines. De patiënten worden op deze manier voorbereid om weer thuis te kunnen functioneren en indien mogelijk hun beroep weer op te pakken. In de poliklinische fase wonen de patiënten weer thuis en volgen zij wekelijks behandelingen in Rijndam. De klinisch linguïst is zowel betrokken bij de diagnostiek van patiënten in de klinische als de poliklinische fase. Daarbij kunnen deze patiënten ook van buitenaf (extern) komen, wanneer er bijvoorbeeld specifieke vragen zijn over de stoornis en de logopedist van buitenaf graag adviezen ontvangt over de behandeling van de patiënt in kwestie.

Naast de specialisatie in afasie bij volwassenen is het afasieteam ook gespecialiseerd in kinderafasie. Het taalexpertiseteam voor kinderafasie in Rijndam bestaat sinds 2005. Dit team heeft ervaring opgebouwd in het diagnosticeren, behandelen, het geven van voorlichtingen en nazorg aan kinderen met afasie na NAH en hun omgeving (ouders, behandelend logopedisten en school).

Doelen stage

1. Aan het eind van de stage ben ik vaardig in het afnemen en interpreteren van de meest gebruikte diagnostische testinstrumenten binnen het afasieteam in het Rijndam Revalidatiecentrum (CAT, ScenarioTest, ANTAT, Spontane Taal AAT, Screeling, BNT, PALPA, WEZT).

2. Aan het eind van de stage ben ik in staat om een spontane taalsample adequaat te analyseren en te interpreteren.

3. Aan het eind van de stage kan ik aan de hand van het model van Ellis & Young testresultaten interpreteren op stoornisniveau en kan ik een diagnose stellen aan de hand van het Ellis & Young model.

4. Aan het eind van de stage kan ik aangeven welke testen afgenomen dienen te worden bij een neurolinguïstisch onderzoek en kan ik zelfstandig een deel van dit onderzoek uitvoeren. 5. Aan het einde van de stage kan ik aan de hand van de testresultaten behandeladviezen geven

aan de logopedist.

6. Aan het eind van de stage heb ik meer kennis over de verschillende taken van een neuropsychologisch onderzoek (NPO) en kan ik de interpretatie van de testresultaten begrijpen en in verband brengen met een specifieke patiënt tijdens een teamoverleg.

7. Aan het eind van de stage heb ik meer inzicht en kennis over de diagnostiek en behandeling van kinderafasie.

Verloop stage

(3)

2 standaard meetplan afgenomen bij opname in de kliniek (T1), ontslag uit de kliniek (T2), opname in de polikliniek (T3) en ontslag uit de polikliniek (T4). Er worden daarbij standaard testen afgenomen door een klinisch linguïst en/of logopedist, zoals de Screeling, Boston Naming Test, ScenarioTest en/of ANTAT, CAT-NL en een spontaan gesprek (AAT). De keuze van de testen is afhankelijk van het meetmoment in het revalidatieproces en de ernst van de afasie. Wanneer er nader onderzoek nodig is, volgt er naast het standaard meetplan nog een aanvullend onderzoek, door bijvoorbeeld het afnemen van bepaalde PALPA-taken. Ook kan er een neurolinguïstisch onderzoek worden uitgevoerd naar lezen en schrijven of een syntactische analyse worden gemaakt door middel van de WEZT. Dit wordt altijd door de klinisch linguïst uitgevoerd. In het begin van mijn stageperiode heb ik vooral geobserveerd bij verschillende testafnames en neurolinguïstische onderzoeken. Dit was heel leerzaam, doordat mijn begeleiders de testen op een andere manier afnamen dan ik zelf gewend was. Toen ik later in mijn stageperiode zelf ook een aantal testen mocht afnemen, merkte ik hoe lastig dit soms kon zijn. Dit was voornamelijk het geval bij de ScenarioTest. Bij deze test moet je namelijk meerdere taken tegelijk doen: beslissen of een antwoord goed is of niet en hierop kunnen reageren door het bieden van hulpstappen en beslissen of je door kunt gaan of af moet breken. Daarbij vond ik het ook lastig om de leiding over de patiënt te hebben wanneer een patiënt persevereerde in zijn antwoorden of ander ontremd gedrag liet zien. Hoewel de regels hiervoor duidelijk staan beschreven in de handleiding, heb ik ervaren dat het daadwerkelijk handelen in zo’n situatie een stuk lastiger is.

Het zelfstandig interpreteren en analyseren van testresultaten ging mij goed af en vond ik heel leuk om te doen. Ik heb ervaren dat elke patiënt uniek is en dat daardoor het interpreteren van de testresultaten soms een enorme puzzel kan zijn. Dit was voor mij heel uitdagend en ik had hier altijd veel plezier in om aan de hand van het Ellis & Young model te onderzoeken waar zich mogelijk de stoornis bevond. Ook het vergelijken van mijn interpretatie met die van mijn begeleiders gaf mij veel nieuwe inzichten. Daarbij heb ik ook geleerd dat het in sommige gevallen niet goed mogelijk is om te duiden waar in het model van Ellis & Young het misgaat, maar dat dit ook niet altijd nodig is om een therapie-advies te kunnen geven. Ik heb ervaren dat het in zulke gevallen heel fijn en leerzaam is om hier met mijn begeleidsters over te sparren. Ik vond het soms moeilijk om na het afnemen van het standaard meetplan te bepalen welke PALPA-taken afgenomen konden worden voor nadere diagnostiek. Ik heb hiervoor de PALPA cursus doorgenomen tijdens mijn stageperiode. Hierdoor werd ik steeds vaardiger in het stellen van hypotheses aan de hand van het model van Ellis & Young en kon ik aangeven en beargumenteren welke testen afgenomen moesten worden om de hypotheses te toetsen.

Ook vond ik het lastig om vanuit de diagnose op stoornisniveau de vertaalslag te maken naar de praktijk en behandeladviezen te geven aan logopedisten. In Rijndam wordt er vanuit een breed perspectief gekeken naar de stoornis en hier moest ik in het begin nog erg aan wennen. Tijdens het teamoverleg raakte ik vaak het overzicht aan behandelmogelijkheden kwijt, doordat er vaak over meerdere behandelmethoden werd gesproken die ik nog niet kende. Ik heb een aantal keer meegekeken bij de logopedische behandeling om hier meer zicht op te krijgen. Ook heb ik een aantal keer meegekeken met een neuropsychologisch onderzoek (NPO), waardoor ik meer kennis had over de verschillende taken en de interpretatie van de testresultaten, die in het teamoverleg werden besproken, beter in verband kon brengen met de talige prestaties van de patiënt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In deze zaak heeft de toetsingscommissie zich niet uitgelaten over de informatie- en overlegplicht van de arts en het toestemmingsvereiste op grond van artikel 7:448 en artikel

Volgens de Hoge Raad kunnen deze omstandigheden de conclusie dragen dat in de verhouding tussen de verzekeraar en de koper de wetenschap van de drie betrokken functionarissen in

Neuropsychologie richt zich op vragen als: welke gevolgen heeft een hersenbeschadiging of hersenstoornis voor iemands dagelijks leven.. De vraag kan ook andersom

Iemand heeft een herseninfarct gehad en heeft daarna verlammingsverschijnselen en kan niet meer goed uit zijn woorden komen.. In de meeste gevallen is zo iemand al onderzocht door

Bij een neuropsychologisch onderzoek onderzoekt een psycholoog welke gevolgen een hersenbeschadiging heeft voor het dagelijks leven?. Andersom kan

Door corona was ik veel op mezelf aangewezen tijdens deze stage, maar door online meetings te houden en deadlines af te spreken kon ik de motivatie opbrengen om elke dag aan de

Uiteindelijk heb ik de ASTA (Boxum et al., 2013) tweemaal afgenomen gedurende mijn stage: bij een patiënt met een duidelijke afasie, apraxie en dysartrie en bij een patiënt met

In overleg met mijn stagebeleidster, Petra Links, bij de stagegevende instantie heb ik besloten leerdoelen op te stellen aan het begin van de stage, zodat ik tijdens