• No results found

Koninklijke Kentalis Stage MA Neurolinguïstiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Koninklijke Kentalis Stage MA Neurolinguïstiek"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Koninklijke Kentalis

Stage MA Neurolinguïstiek

Naam: Vivian Trip

Studentnummer: S2573547 Stageplek: Koninklijke Kentalis

Stagebegeleidster Kentalis: Merel Egtberts Stagedocent RUG: dr. D.A. de Kok

(2)

2

Inleiding

Koninklijke Kentalis is een landelijke expertiseorganisatie voor mensen die slechthorend, doof of doofblind zijn of die een taalontwikkelingsstoornis (TOS) of communicatief meervoudige beperking (CMB) hebben. Je kunt bij Kentalis terecht voor onderzoek, diagnostiek, zorg en onderwijs. De overkoepelende missie is het toegankelijk maken van de beste communicatiemogelijkheden voor mensen voor wie horen of communiceren niet vanzelfsprekend is; zij moeten hun leven op eigen wijze kunnen inrichten en kunnen deelnemen aan de maatschappij. Kentalis (wat staat voor ‘kennis’ en ‘taal’) is in 2009 ontstaan uit een fusie van Koninklijke Effatha Guyot Groep (KEGG), stichting Viataal en Sint Marie, een orthopedagogisch kennis- en expertisecentrum. Inmiddels heeft Kentalis audiologische centra, zorg- en woonlocaties en scholen door heel Nederland.

Al tijdens mijn bachelor kreeg ik steeds interesse in Taalontwikkelingsstoornissen. Toen ik tijdens de master Neurolinguïstiek ging solliciteren voor een klinische- of een onderzoeksstage (op het gebied van Afasiologie, TOS of Dyslexie) was ik meteen enthousiast om eindelijk eens een praktijkstage te kunnen lopen. Uiteraard wilde ik graag meer ervaring opdoen in het werkveld van TOS. De meeste organisaties wilden echter een stagiair met een logopedische bevoegdheid. Ik heb naast de bachelor Taalwetenschap geen Logopedie gevolgd, maar Pedagogische Wetenschappen. Ik ben heel erg blij dat ik bij Kentalis Utrecht de kans heb gekregen om een tijdje mee te lopen!

Mijn stage was op het gebied van onderzoek, diagnostiek en zorg aan kinderen met een TOS. Ik liep mee met Merel Egtberts. Zij is klinisch linguïst bij Ambulante zorg en het Communicatie Behandel Team Zoetermeer (CBT Zoetermeer) behandelteam. Op zondagavond of maandagochtend reisde ik van Groningen naar het westen af om elke maandag en dinsdag vanuit het kantoor in Utrecht, Amsterdam of Zoetermeer (afhankelijk van de afspraken en onderzoeken) met Merel mee te lopen. Vanwege de uitbraak van het COVID-19 virus is mijn stage vanaf 16 maart gestaakt en helaas niet meer hervat. In plaats van twaalf weken (24 dagen) heb ik in totaal maar zes weken (12 dagen) stage gelopen. Vanwege Merels brede expertise en werkgebied heb ik in deze dagen echter al een behoorlijk beter beeld van het werk van een klinisch linguïst mogen krijgen.

Naast de klinische stage doe ik ook een onderzoeksstage bij Kentalis. Deze is in het begin van maart gestart. Annette Scheper, senior onderzoeker bij Kentalis, begeleidt mij met mijn masterthesis. Ik heb hiervoor gebruik mogen maken van cliëntgegevens van het Spraak & Taal Ambulatorium (STA).

(3)

3

Leerdoelen

Ik had geen specifieke verwachtingen aan het begin van de klinische stage. Mijn twee hoofddoelen waren 1) inzicht krijgen in de werkzaamheden van een klinisch linguïst en 2) erachter komen of ik nog een (deeltijd) opleiding logopedie zou willen doen. Voor een beter werkinhoudelijk inzicht leek het me interessant om een geheel onderzoeksproces van een cliënt mee te maken; vanaf het begin van de vraag naar linguïstisch onderzoek tot aan de ouder-/schooladviesgesprekken. Om een antwoord te krijgen op de vraag of ik nog logopedist zou willen worden, wilde ik graag eens meekijken tijdens een behandelochtend bij het Spraak & Taal Ambulatorium (STA) van Kentalis.

Mijn persoonlijke doelen waren verschillende (voor mij nieuwe) logopedische en linguïstische tests afnemen, analyseren en interpreteren. Daarnaast wilde ik graag eens een Spontane Taal Analyse Procedure (STAP) en een Fonologische Analyse Nederlands (FAN) uitvoeren, verwerken en interpreteren/rapporteren. Ik wilde ook graag leren hoe er gewerkt werd binnen een multidisciplinair team, hoe een cliëntrapport werd opgesteld en een oudergesprek meemaken. Ik wilde mijn kennis verbreden, zelfstandig beslissingen durven maken en een kritische blik ontwikkelen.

Beschrijving van de stage zelf

Voor het begin van mijn stage heb ik in Kentalis’ introductie app “Appical” een aantal modules voltooid om meer over de organisatie en hun dienstverlening te weten te komen. Daarnaast heb ik vóór het einde van mijn stage de volgende cursussen afgerond in de online leeromgeving van Kentalis (ELO): de cursussen “Privacy: een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Hoe ga jij daarmee om? (PRIAVG)” en “Werken met meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in de zorg (AgMELDZ)”. Beide zijn met succes afgerond.

Tijdens de eerste e-learning maakte ik kennis met de tien gouden regels die Kentalis hanteert op het gebied van privacy. Mijn kennis op dit gebied werd getest en ik leerde veilig en met verantwoordelijkheid om te gaan met cliëntgegevens. In de tweede cursus heb ik kennisgemaakt met de Meldcode van Kentalis en de bijbehorende beleidsdocumenten, protocollen, wegwijzers en richtlijnen. Ik heb geleerd over verschillende vormen van geweld, zoals kindermishandeling en huiselijk geweld. Ik heb (in theorie) geleerd mishandeling en verwaarlozing te herkennen en bespreekbaar te maken en te werken volgens een meldcode. Ik heb geleerd wat de stappen van het basismodel van de meldcode zijn en wat mijn verantwoordelijkheid zou zijn binnen deze stappen. Heel belangrijk om te weten hoe je de veiligheid en het welzijn van cliënten in de gaten kunt houden! Mijn werkzaamheden werden elke week bepaald door Merel, ik werd betrokken bij bijna al haar afspraken en ik mocht al snel een aantal testen analyseren en zelf afnemen.

(4)

4

Evaluatie

Ik kijk met een fijn gevoel terug op mijn stage bij Kentalis. Er heerst een heel fijne en collegiale sfeer binnen deze grote organisatie en in zes weken heb ik meer geleerd en mogen doen dan ik vooraf had gedacht. Merel was een heel fijne stagebegeleidster; ze was heel open en geduldig, daagde me vaak uit om verder te kijken (niet alleen naar scores, maar bijvoorbeeld ook naar het gedrag en de inhoud van een verhaal) en ik kon en mocht altijd vragen stellen. Ze liet me al gauw veel dingen zelf doen. Ik heb, met behulp van de handleiding, twee keer een Frog Story getranscribeerd en ge(her)analyseerd. Daarnaast heb ik kennis gemaakt met de Renfrew Taalschalen Nederlandse Aanpassing. Ik heb het Busverhaal (BVT), de Werkwoord- en Woordvinding Test (WWT) en de Actieplaten Test (APT) uitgetypt en gescoord. Het was interessant om met Merel te sparren over bepaalde uitingen en we bespraken alle analyses ook altijd volledig na. Ik heb hier erg veel van geleerd! Geen enkele analyse is hetzelfde, er is zoveel variatie binnen de populatie met taalontwikkelingsstoornissen.

Ik mocht beginnen met dossieronderzoeken en hiermee werd ik al snel in het diepe gegooid. Ik vond het moeilijk om van tientallen documenten (anamneses, testscores en rapporten) een goede samenvatting te maken. Alles leek belangrijk. Maar, zoals voor alles geldt, door dit vaker te doen word je hier wel snel vaardiger in. Daarnaast heb ik drie testafnames meegemaakt. Dit waren drie heel verschillende onderzoeken.

Bij het eerste onderzoek mocht ik meekijken en de videorecorder bedienen. Bij dit 9-jarige meisje nam Merel zes testen (Frog Story, WWT, APT, BVT, PVVT-III-NL en de CB&WL) af die ik vervolgens in de dagen erna mocht analyseren. Ook heb ik een MDO (multidisciplinair overleg) over dit meisje bijgewoond en heb ik geholpen met een opzet voor het onderzoeksverslag. Ze had veel moeite om tot de kern van een verhaal te komen en maakt daarnaast veel grammaticale fouten, wat haar moeilijker te begrijpen maakt.

Bij het tweede onderzoek heb ik de PPVT-III-NL (instrument om de receptieve woordenschat te testen) zelf mogen afnemen bij een 5-jarige jongen in Den Haag. Dit was best lastig, het jongetje was snel afgeleid en het was onduidelijk of hij de opdracht wel begreep. Qua taalbegrip zou het Nederlands zijn beste taal zijn, qua taalproductie was het nog onduidelijk. Op school werd Nederlands gesproken, thuis sprak zijn moeder Syrisch tegen hem en hij is twee jaar naar een Turks kinderdagverblijf gegaan. Een interessant onderzoek, want dit kind gebruikte nog bijna geen taal in zijn communicatie. Merel nam daarom ook nog de ComVoor (Voorlopers in Communicatie) af om te ontdekken welke middelen het meest geschikt zijn om zijn communicatie te ondersteunen.

Het derde linguïstische onderzoek was in Amsterdam bij een 6-jarig meisje. Ik begon met een gesprekje om spontane taal uit te lokken voor een FAN, een STAP en een PROMPT-analyse. Daarna

(5)

5 mocht ik twee subtesten van de CELF-4-NL (Clinical Evaluation of Language Fundamentals) afnemen; Woordassociaties en Cijfers Herhalen. Merel nam drie andere subtesten van de CELF-4-NL af (Reeksen Opsommen, Snel Benoemen en Fonologisch Bewustzijn) en ze deed een diadochokinese.

Tweemaal heb ik ook een ouder- en/of schooladviesgesprek meegemaakt. De eerste keer was in Alkmaar. Een jongentje was van het cluster 2-onderwijs naar het regulier onderwijs gegaan. Met zijn juf, de directrice, moeder, logopedist en klinisch linguïst werd een gesprek gevoerd over de waargenomen problemen en zijn diagnose. Ik heb toen van dichtbij meegemaakt wat voor invloed (een kind hebben met) TOS kan hebben op de omgeving. Er heerst nog veel onbegrip en onduidelijkheid; voor ouders en kind is dat frustrerend. Uiteindelijk werd besloten dat hij extra ambulante begeleiding zou krijgen. Het tweede gesprek was in Almere. Na lang wikken en wegen werd besloten het meisje toch de diagnose van een (lichte) TOS te geven. De logopedist, behandelaar en klinisch linguïst bespraken het onderzoeksverslag en gaven hierbij extra uitleg aan de ouders. Het was interessant om te merken welke vragen er spelen bij ouders van kinderen met TOS.

Verder heb ik een linguïstenvergadering bijgewoond. Dit wordt binnen Kentalis een paar keer per jaar gehouden om het nieuws (vorderingen en/of problemen) binnen het werkveld te bespreken en een moeilijke casus van een collega te bespreken. Omdat Merel ook binnen het CBT werkt, ben ik ook hierin een paar keer betrokken geweest. In Zoetermeer heb ik bijvoorbeeld een teamvergadering bijgewoond. Daarnaast ben ik mee geweest naar een afspraak om voor een lichamelijk en verstandelijk beperkte dove vrouw een gebarentaalboekje te fotograferen voor haar behandelaars.

In de twaalf dagen bij Merel heb ik al veel geleerd, maar er stond nog meer op de planning om mijn leerdoelen (meer inzicht krijgen in de werkzaamheden van een klinisch linguïst en erachter komen of ik nog een opleiding logopedie zou willen doen) te behalen. Beide leerdoelen zijn deels behaald.

Ik had nog een afspraak bij het STA voor een observatie tijdens een behandelingsochtend, maar deze is helaas niet doorgegaan. Erg jammer want ik was toch wel benieuwd of het werk van een logopedist binnen een zorginstelling als Kentalis mij leuk had geleken. Ik heb het werk wel met Merel besproken (tijdens dossieronderzoeken en na MDO’s) en daardoor heb ik wel iets meer inzicht verkregen. Het intensievere contact met kinderen en het zien van progressie na behandelingen spreekt me erg aan, maar op dit moment denk ik niet dat ik nog voor logopedie wil gaan omdat het me op de lange termijn minder uitdagend lijkt. Mijn plan is om na mijn master eerst te gaan werken en dan te kijken of ik nog een studie of een cursus op wil pakken.

Ik heb wel meer geleerd over het werk van de klinisch linguïst! En daarbij heb ik een paar van mijn persoonlijke doelen ook behaald. Zo heb ik verschillende onderzoeken bijgewoond, heb ik logopedische en linguïstische tests afgenomen, geanalyseerd en geïnterpreteerd en MDO’s

(6)

6 meegemaakt. Ook heb ik meegedacht met het opstellen van onderzoeksverslagen en heb ik adviesgesprekken meegemaakt. Vanwege de verkorte stageperiode heb ik alleen geen volledige STAP- en FAN-analyse meer kunnen doen.

Op mijn (achteraf) laatste stagedag was ik begonnen met een FAN. Over een sample van 50 tot 100 woorden wordt het aantal en het percentage correct uitgesproken consonanten, consonantclusters en vocalen en het totaal aantal substituties en deleties getranscribeerd en geanalyseerd. FAN geeft per uitgesproken woord een goed overzicht van de specifieke substituties en deleties van klanken en geeft daarmee een beeld van het foneemrepertoire van het kind en van de fonologische processen die het kind toepast in de uitspraak van woorden. Deze analyse zou ik in de volgende stageweek afmaken, maar helaas werd de stage toen afgebroken.

Ik heb uiteindelijk helaas ook geen STAP-analyse meer uitgevoerd. Op basis van 50 uitingen wordt in deze analyse de spontane taal zowel kwantitatief als kwalitatief geanalyseerd. Er wordt gekeken naar de uitingslengte, vloeiendheid en complexiteit van zinnen. Afwijkende uitingen worden opgespoord en onderverdeeld in ongrammaticaal, semantisch en/of pragmatisch afwijkend. Ik heb wel een STAP-analyse van Merel bekeken, maar ik heb het dus niet meer zelf kunnen uitvoeren vanwege de vervroegde stopzetting.

Daarnaast was het plan dat ik zou meekijken hoe een PROMPT-analyse werd gedaan. Ik kende deze analyse nog niet voordat ik met de stage begon. Het motorische probleem staat centraal in deze benadering. Een spraakproductiestoornis wordt bij PROMPT gezien als een stoornis in het willekeurig uitvoeren van spraakbewegingen door stoornissen in planning, coördinatie en uitvoering van bewegingspatronen van spraak. Ik vond de vakken van Klankleer binnen de bachelor altijd erg interessant en ik denk dat ik nog veel kan leren van spraak-motorische problemen in de praktijk. Tot slot stond er nog een workshop TOS-beleving op de planning, maar ook deze is niet doorgegaan vanwege de coronacrisis.

In deze stage heb ik kennisgemaakt met een aantal diagnostische instrumenten die ik nog niet kende en kwamen er casussen voorbij waarvoor ik de theoretische kennis vanuit m’n studies eindelijk kon toepassen. Ik heb een beter beeld gekregen van het werk van een klinisch linguïst en doordat ik een aantal cliënten heb gezien (in het echt en op beelden) ben ik me meer bewust van de grote verschillen tussen kinderen met TOS. Kwalitatief onderzoek is vaak nodig om tot een diagnose te komen. Het analyseren en scoren van testresultaten vond ik een heel interessante uitdaging. Ik had wel graag meer willen oefenen met het opzetten van een onderzoeksverslag. Ik merkte dat ik het lastig vond om dit (in duidelijke, licht vereenvoudigde taal) te verwoorden.

Het is zeker een aanrader om voor een bepaalde tijd een klinische stage te lopen, zonder stage in de master had ik wel iets gemist. Ik wil Merel Egberts graag bedanken voor de fijne en leerzame tijd!

(7)

7

Literatuuropgave

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De vakleerkrachten bewegingsonderwijs van Stichting Westelijke Tuinsteden (STWT) in Amsterdam willen vormgeven aan een dynamische schooldag waarin kinderen regelmatig bewegen..

Door corona was ik veel op mezelf aangewezen tijdens deze stage, maar door online meetings te houden en deadlines af te spreken kon ik de motivatie opbrengen om elke dag aan de

Daarnaast krijgen ouders veel informatie over wat een TOS is en hoe ze hun kind kunnen aanmoedigen om meer te spreken (Kentalis, z.j.-c).. De vroegbehandeling kan bestaan uit

Op deze manier kon ik de informatie die ik had verzameld voor mijn scriptie, samen met de andere testonderdelen, samenvoegen in een verslag voor de behandelend logopedist..

Ik heb tijdens mijn stage geleerd om kritisch te luisteren naar de uitspraak en uitingen van het kind en daar niet gelijk een conclusie uit te trekken. Ik heb veel

Daarnaast wordt er met deze studie de totale dagelijkse werklast (in minuten) berekend per type patiënt op basis van gemeten directe verpleegkundige activiteiten en een

De dichter Paul Haimon droeg Oote onder veel hilariteit voor, begeleid door een jazzbandje, en was waarschijnlijk zo onder de indruk van zijn eigen succes dat hij het

Het traditionele grammatica- onderwijs lijkt daartoe niet de aangewezen route; wer- ken vanuit overkoepelende taalkundige concepten heeft een veel beter effect.. In deze