• No results found

Stageverslag Koninklijke Kentalis Zorg, gebied Noord-Holland, Zuid-Holland en Midden.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stageverslag Koninklijke Kentalis Zorg, gebied Noord-Holland, Zuid-Holland en Midden."

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stageverslag Koninklijke Kentalis Zorg, gebied Noord-Holland, Zuid-Holland en Midden.

24-5-2019

Manon ten Brinke Februari – mei 2019

Stagebegeleidster: Merel Egtberts Begeleider RUG: Wim Tops Inleiding

Vanaf februari 2019 heb ik vier maanden stage gelopen bij Koninklijke Kentalis, regio West. Koninklijke Kentalis is een landelijke expertiseorganisatie die behandeling biedt voor

kinderen en jongeren die doof, slechthorend of doofblind zijn, een auditieve-/communicatieve of verstandelijke beperking hebben, of een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben. De missie van Kentalis is het toegankelijk maken van de beste communicatiemogelijkheden voor mensen voor wie horen of communiceren niet vanzelfsprekend is. Kentalis biedt

gespecialiseerd onderzoek, zorg, onderwijs en wonen op het gebied van taal en communicatie. Tijdens mijn stage lag de focus op de taalontwikkelingsstoornissen. Kentalis heeft een breed zorgaanbod op dit gebied: voor peuters en kleuters is er de vroegbehandeling, waarbij op een speelse manier wordt gewerkt aan de taal- en spraakontwikkeling van het kind. Kinderen in de leeftijd van 2 t/m 4 jaar kunnen geplaatst worden bij de vroegbehandeling. Afhankelijk van het type problemen dat zij ondervinden, volgen zij een twee- of driedaagse behandeling bestaande uit zowel individuele logopedie als een groepsbehandeling. Ook ouders worden gecoacht om handvatten te krijgen voor het ondersteunen en stimuleren van de communicatie van hun kind. Voor kinderen vanaf 5 jaar zijn er verschillende mogelijkheden: individuele behandeling of basis- of intensieve groepsbehandeling, waarbij sociale

vaardigheden en weerbaarheid worden getraind, ambulante zorg om te leren hoe om te gaan en op een positieve manier te communiceren met iemand met een TOS in de thuissituatie, intensieve behandeling met verblijf, of een kortdurend en intensief traject bij het Spraak & Taalambulatorium, wanneer er vragen of onduidelijkheden zijn over de aard van de TOS en de meest geschikte behandelingsvorm.

Tijdens mijn stageperiode werd ik begeleid door Merel Egtberts. Zij is klinisch

linguïst bij de vroegbehandeling, de ambulante zorg, en het Communicatie Behandelteam. Zij is werkzaam in onder andere Assendelft, Amsterdam, Utrecht en Zoetermeer. Vanwege haar brede expertise heb ik veel verschillende aspecten van de zorg van Kentalis mogen ervaren. Verwachtingen en leerdoelen

Tijdens de premaster en master Neurolinguïstiek heb ik ervaren dat mijn interesse met name bij de taalontwikkelingsstoornissen ligt. Ik wilde dus graag stage lopen in dit werkveld. Ik had nog geen ervaring in de klinische praktijk, en daarom leek een stage bij een organisatie als Kentalis mij een mooie kans om te ontdekken hoe de theoretische kennis van TOS kan worden toegepast in de praktijk. In een telefoongesprek met Merel Egtberts vertelde zij mij waar zij zich zoal mee bezighoudt. Zij ziet kinderen van verschillende leeftijden (kleuters, maar ook kinderen in de basisschoolleeftijd, en af en toe zelfs volwassenen), in verschillende contexten (vroegbehandeling, ambulante zorg, intensieve zorg) en met verschillende profielen

(2)

(spraakmotorische problemen, fonologische problemen, taalproblemen, autisme, communicatieve of verstandelijke beperking, meertaligheid). Dit heeft mij erg

geënthousiasmeerd, omdat het een unieke kans is om zo veel aspecten van hoe het is om klinisch linguïst te zijn te mogen ervaren. Ik verwachtte daarom een interessante en

gevarieerde stageperiode. Het plan was om ongeveer twee dagen in de week met Merel mee te lopen. Zij bekeek per week wat voor mij interessant was om te zien, en op die manier deelden wij ons rooster in. Ik vond deze flexibiliteit erg prettig.

De hoofddoelen van de stage waren voor mij inzicht krijgen in de werkzaamheden van een klinisch linguïst, en meer kennis krijgen van de diagnostiek en behandeling van

taalontwikkelingsstoornissen. Ik wilde graag meer weten over de verschillende logopedische en linguïstische tests die toegepast kunnen worden, en zelf ervaren hoe die kunnen worden afgenomen. Ik wilde in staat zijn om een spontane taalanalyse goed uit te voeren en te

interpreteren, omdat dat iets is dat een klinisch linguïst vaak doet. Ook wilde ik leren over de verslaglegging van de onderzoeken die worden uitgevoerd. Ten slotte wilde ik graag weten hoe de samenwerking en communicatie met andere leden van het multidisciplinaire team verloopt, en hoe de communicatie met de ouders van cliënten verloopt.

Verloop stage

Aan het begin van mijn stage heb ik voornamelijk meegekeken met mijn stagebegeleidster Merel. Op deze manier kreeg ik al een goed beeld van de werkzaamheden van een klinisch linguïst, en veel informatie over de verschillende problemen waar kinderen met een TOS mee kampen. Merel heeft vaak een volle agenda en kan goed schakelen tussen de verschillende afspraken. Voor mij was dit in het begin nog een beetje wennen, maar al gauw kon ik met haar meedenken en ook zelf taken oppakken. Merel is getraind om spraakmotorische

problemen in kaart te brengen aan de hand van de PROMPT/SAO (Prompts for Restructuring Oral Muscular Phonetic Targets/ System Analysis Observation) methode, dus ik heb bij een aantal cliënten van de vroegbehandeling kunnen zien hoe een dergelijke analyse, en de terugkoppeling daarvan naar de logopedist, gaat. Ook heb ik bij een logopedist meegekeken die (delen van) de Schlichting tests (taalbegrip en -productie) en de PPVT-III-NL (Peabody Picture Vocabulary Test) uitvoerde bij kinderen binnen de vroegbehandeling, en heb ik een aantal keer via een one-way screen gezien hoe de groepsbehandeling eraan toe gaat.

Omdat het soms moeilijk te bepalen is of taal- of spraakproblemen veroorzaakt worden door een taalachterstand vanwege een meertalige opvoeding of door een TOS, voert Merel regelmatig meertaligheidsonderzoek uit. Ik heb kunnen zien hoe de samenwerking met een tolk in dergelijke gevallen gaat, en geleerd dat meertaligheidsonderzoek niet altijd

gemakkelijk is omdat er zich verschillende praktische problemen voor kunnen doen. Zo heeft niet elke tolk evenveel kennis van de logopedische tests die worden afgenomen. Ook kan het soms overweldigend zijn voor een kind om met zo veel vreemde mensen (tolk, linguïst, stagiaire) in één ruimte te zitten. Dit heb ik ervaren bij een Nederlands- en Turkssprekende jongen, die volledig dichtklapte tijdens het onderzoek. Daarnaast kunnen er

vertalingsproblemen ontstaan wanneer een Nederlandse test, zoals de PPVT-III-NL, wordt vertaald. Niet elke taal heeft precies hetzelfde woord voor een bepaald concept. Meertaligheid heeft me altijd al gefascineerd en ik vond het mooi om te zien dat een test als de MAIN

(3)

(Multilingual Assessment Instrument for Narratives) een goed beeld kan geven van de taalvaardigheid van het kind in zowel de moedertaal als de tweede taal.

Tijdens de stage heb ik gaandeweg meer taken zelf uit kunnen voeren. Zo heb ik een GRAMAT-analyse (Grammaticale Analyse van Taalontwikkelingsstoornissen) uitgevoerd bij een cliënt binnen de vroegbehandeling en het bijbehorende linguïstische verslag uitgewerkt. Merel heeft me hierbij begeleid en feedback gegeven op het verslag. Ook heb ik bij een 64-jarige vrouw de Schlichting tests (taalbegrip en -productie) en de PPVT-III-NL afgenomen. Het is erg nuttig om zelf te ervaren hoe het is om een test af te nemen. Een cliënt waar ik vanaf het begin betrokken bij mocht zijn, was Jason (i.v.m. privacy is de naam gefingeerd). Jason volgt speciaal onderwijs bij Kentalis (communicatieve leerstroom) omdat bij hem een TOS was gediagnosticeerd. Hij was aangemeld bij Kentalis Zorg vanwege

concentratieproblemen en onrust: hierdoor was de vraag ontstaan of dit te verklaren was vanuit zijn TOS of misschien iets anders als ASS (autismespectrumstoornis) of ADHD. Verdiepende diagnostiek, zowel linguïstisch als neuropsychologisch, was nodig om hier meer duidelijkheid over te krijgen. De behandelcoördinator van Jason voerde

intelligentieonderzoek en neuropsychologisch onderzoek uit, en Merel en ik voerden

linguïstisch onderzoek uit. Tijdens het onderzoek voerde ik eerst een gesprekje met Jason, om spontane taal uit te lokken die ik later kon analyseren volgens de STAP-methode (Spontane Taal Analyse Procedure). Ondanks dat Jason het leuk vindt om dingen te vertellen, was het soms een uitdaging om het gesprek op gang te houden. Jason ging vaak niet in op een vraag of opmerking die ik stelde, of begon zelf over iets heel anders te praten. Deze pragmatische afwijkingen waren dan ook het meest opvallende dat uit de STAP-analyse naar voren kwam. Op grammaticaal gebied verschilde Jason nauwelijks van zijn leeftijdsgenootjes. Merel heeft daarna nog een aantal tests uitgevoerd, waarbij ik meekeek: de RTNA (Renfrew Taalschalen Nederlandse Aanpassing), de Frog Story, de ComVoor (Voorlopers in Communicatie) en een aantal werkgeheugentaken uit de CELF-4-NL (Clinical Evaluation of Language

Fundamentals). Onze bevindingen hebben we in een multidisciplinair overleg gedeeld met de behandelcoördinator. Gecombineerd gaven onze onderzoeken een duidelijk beeld: Jasons problemen liggen niet per se in de taalontwikkeling, maar zijn voornamelijk te verklaren vanuit een autismespectrumstoornis. Het was voor mij erg leerzaam om te ervaren hoe een dergelijke gezamenlijke onderzoeksopzet zo goed inzicht kan geven in waar de moeilijkheden voor de cliënt zitten. Ook het gesprek met de ouders van Jason om de bevindingen te delen, was erg interessant. Het was waardevol om na te denken over hoe je de uitkomst van wetenschappelijke onderzoeken op een duidelijke en informatieve manier overbrengt aan ouders, en goed om te ervaren welke vragen deze informatie oproept bij de ouders en hoe die het beste beantwoord kunnen worden. Het was voor mij heel leerzaam om het gehele proces van aanmelding tot uitkomst mee te maken.

Naast mijn stagebegeleidster is Merel ook een van mijn scriptiebegeleidsters. Omdat zij een breed netwerk heeft, heeft zij mij goed kunnen helpen met het verzamelen van mijn data. Voor mijn scriptie doe ik onderzoek naar het fonologische en het grammaticale profiel van kinderen binnen de vroegbehandeling waarbij verdiepende diagnostiek nodig is. Dit is dus een onderwerp dat mooi aansluit bij mijn stage. Voor mijn onderzoek heb ik bij verschillende cliënten de FAN (Fonologische Analyse Nederlands) of de GRAMAT uitgevoerd. Regelmatig

(4)

heb ik met Merel samen gekeken naar de analyses wanneer ik vastliep of vragen had. Omdat ik de FAN en de GRAMAT veel heb uitgevoerd, heb ik die nu goed onder de knie.

Evaluatie stage

Ik kijk terug op een erg interessante, gevarieerde en leerzame stageperiode. Door de brede expertise van mijn stagebegeleidster heb ik veel verschillende cliënten mogen ontmoeten. Ik heb geleerd dat, ondanks dat het belangrijk is om de theoretische kennis te hebben, elke cliënt uniek is en er veel verschillende problemen tegelijk een rol kunnen spelen. Niet alleen

kwantitatief testen, maar ook kwalitatief analyseren is altijd van belang. De rol van de klinisch linguïst is dus erg belangrijk om meer inzicht te krijgen in de aard en ernst van de problemen die cliënten ondervinden, en om cliënten beter te kunnen behandelen.

De verwachtingen en doelen die ik van tevoren had bij deze stage, zijn zeker behaald. Ik heb nu een beter beeld van de werkzaamheden van de klinisch linguïst en van de

verschillende diagnostische middelen die gebruikt worden. Ik heb mee kunnen kijken bij verschillende logopedische en linguïstische tests, en een aantal daarvan ook zelf eens kunnen uitvoeren. Ik heb een spontane taalanalyse uitgevoerd en het proces voor de cliënt

daaromheen van begin tot eind kunnen volgen. Ook heb ik verschillende onderzoeksverslagen kunnen schrijven, en overleggen met andere leden van multidisciplinaire teams bij kunnen wonen. Bij dit alles heb ik een erg goede en prettige begeleiding gehad van Merel. Na elke afspraak vroeg ze me eerst wat mijn gedachten daarover waren en spoorde ze mij op deze manier aan om analytisch te denken en de belangrijke zaken te scheiden van de minder belangrijke. Ze gaf me veel ruimte om vragen te stellen en nam altijd de tijd om me te helpen en feedback te geven op analyses en verslagen. Daarnaast was het leuk om ons enthousiasme voor taal met elkaar te kunnen delen!

Ook op persoonlijk gebied heb ik veel kunnen leren. Omdat ik nog geen praktische ervaring had in dit werkveld, was ik aan het begin van de stageperiode nog wat onzeker over mijn eigen kennis en vaardigheden. Door de prettige leeromgeving en de goede interactie met Merel heb ik mezelf kunnen ontwikkelen, mijn assertiviteit en enthousiasme kunnen tonen en meer vertrouwen gekregen in mijn kunnen. Ik heb met veel plezier stage gelopen en kan nu met zekerheid zeggen dat ik de werkzaamheden als klinisch linguïst interessant vind en mij in dit werkveld nog verder wil ontwikkelen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Lokale oplossingen zoals opslag of conversie naar een andere energiedrager (bijvoorbeeld waterstof) zijn een goed alternatief voor afregelen ('uitzetten' van een hernieuwbare

Begroting KNHS regio NH en toelichting door de penningmeester (bijlage) De penningmeester licht de begroting 2021 toe.. Vereniging Heemskerk vraagt zich af hoeveel geld er is als

De verschillende incidenten van agressie en geweld tegen lokale politieke ambtsdragers (burgemeesters, wethouders en raadsleden) rondom de problematiek van de verhoogde

Met deze woonvisie stellen wij de kaders voor de regionale samenwerking en het maken van afspraken op regionaal niveau in de RAP’s.

De concept-RES geeft weer wat de ambitie van de regio is voor de komende jaren en waar zij zich voor zal inspannen.. Nieuwe initiatieven buiten de zoekgebieden worden niet

Hoofdstuk 3 van het advies vraagt aandacht voor de samenhang tussen de zoekgebieden en cumulatieve effecten, bijvoorbeeld op de natuur in het IJsselmeergebied en op het

Feit is dat de regio tenminste 1,5x meer verdient aan verhuurexploitaties met uitsluitend wisselende toeristisch-recreatieve gasten, dan aan tweede woningparken waar woningbezitters

Dit is door ons college aangewezen als een van de vijf risicogebieden, waarover wij jaarlijks informatie van de gemeenten willen ontvangen en deze zullen beoordelen.. In dat kader