• No results found

Stageverslag Kentalis Rafaël

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stageverslag Kentalis Rafaël"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Master Taalwetenschappen – Neurolinguïstiek

Stageverslag Kentalis Rafaël

Sint-Michielsgestel

Academisch Jaar 2016-2017 Marlieke van Loopik (S3280365) Stagedocent RUG: dr. Wim Tops

(2)

2 Inleiding stageverslag

Vanaf maart 2017 ben ik bezig geweest met mijn stage op Kentalisschool Rafaël in Sint-Michielsgestel. Als voorbereiding op de stage heb ik een aantal gesprekken gevoerd met professor doctor Marleen Janssen, die als oud-collega en onderzoeker nauw betrokken is bij de school. Dit verslag is een beknopte weergave van wat ik tijdens de stage geleerd heb, van mijn activiteiten met en voor Kentalis Rafaël en een reflectie hierop.

Achtergrond Kentalis Rafaël

Kentalis Rafaël is een school voor doofblinde kinderen. Sommige van hen zijn geboren met doofblindheid, bij anderen heeft dit zich later ontwikkeld. Op de school heb ik

kennisgemaakt met de verschillende syndromen die doofblindheid tot gevolg kunnen hebben. De twee syndromen die het vaakst genoemd werden, waren het syndroom van Usher en het CHARGE-syndroom. Bijna geen van de kinderen is volledig doof en volledig blind, maar alle kinderen zijn dusdanig beperkt in deze twee zintuigen dat ze op andere scholen niet mee kunnen komen. Het zeer individuele en persoonlijke onderwijs van Kentalis Rafaël komt tegemoet aan de problemen die doofblinde kinderen ondervinden in het

alledaagse leven. Op vier verschillende onderwijsniveaus wordt er met de kinderen gewerkt aan onder andere de communicatie, zelfredzaamheid, oriëntatie en mobiliteit, de sociaal-emotionele ontwikkeling en hoe om te gaan met het verlies van visus en gehoor. Daarnaast krijgen de leerlingen – afhankelijk van hun niveau - dezelfde soort invulling van de dag als op andere (basis)scholen: knutselen, muziek, (braille)lezen, leren tellen, puzzels maken,

gymnastiek, spelen en dergelijke. De klassen op Kentalis Rafaël zijn klein met gemiddeld vier kinderen per klas. Twee volwassenen begeleiden de leerlingen in de klas en daarnaast worden de kinderen gezien door o.a. de logopedist, de fysiotherapeut en de

(ortho)pedagoog. Deze bijna één-op-één benadering in de klas is noodzakelijk, aangezien alle kinderen in bepaalde mate afhankelijk zijn van hun begeleiders. Sommige kinderen zitten in rolstoelen, anderen zijn niet zindelijk of kunnen niet zelfstandig eten en drinken. Ook is een aantal kinderen afhankelijk van medische zorg. En uiteraard zijn alle kinderen beperkt in visus en gehoor, waar ook begeleiding voor nodig is (denk aan navigeren, voorkomen dat er gevaarlijke situaties ontstaan en het uitleggen van zaken die de kinderen slechts deels meekrijgen omdat ze doofblind zijn).

Ervaringen tijdens de stage

De stage zelf ben ik vrij blanco ingestapt, aangezien de doelgroep en het soort onderwijs nog onbekend voor mij was. Dat is de reden waarom ik mijn stageperiode ben begonnen met een aantal dagen meelopen met alle verschillende klassen. Op deze manier kon ik een beter beeld vormen bij de doelgroep, de verschillende niveaus waarop de kinderen functioneren, en het soort onderwijs en therapie dat wordt aangeboden. Tijdens deze meeloopdagen heb ik veel leerkrachten gesproken en vragen kunnen stellen over de kinderen. Met de

verschillende leerlingen heb ik deelgenomen aan muziekkringen, gymlessen,

(3)

3 plankast na verloop van tijd plaats voor een klapbordje met tweedimensionale vervangers van de verwijzers. Sommige kinderen zijn in staat om bovendien braille te leren of om gebruik te maken van swell paper (papier met structuur/reliëf). Al deze middelen zijn er ter bevordering van de communicatie en geven structuur aan de dag.

Tijdens de eerste paar dagen op Kentalis Rafaël vond ik het schrijnend om te zien hoe sommige doofblinde kinderen opgesloten leken te zijn in hun eigen lichaam en hoofd. In mijn ogen was er voor de kinderen een zeer beperkte mogelijkheid om vrij te kunnen communiceren, observeren, sociaal contact te hebben en in de ruimte te bewegen. Dit is natuurlijk voor een groot deel waar, maar ik heb ontdekt dat het ook sterk te maken heeft met de manier waarop ‘wij’ de doofblinde kinderen benaderen. Als ziende en/of horende mensen maken we enorm veel gebruik van ons zicht en gehoor om de wereld om ons heen te ervaren en er betekenis aan te verlenen. Wanneer ‘wij’ in contact zijn met doofblinde kinderen, zal het eigen perspectief losgelaten moeten worden. Dit besef drong nog meer tot mij door na het ondergaan van een zogenaamde onderdompeling. Ik kreeg oordoppen in, een grote koptelefoon op en verschillende brillen voor mijn ogen. De brillen waren op een dusdanige manier bewerkt, dat ze mij verschillende beperkingen lieten ervaren: wazig beeld, een zwarte vlek, slechts een kleine koker om doorheen te kijken of volledig blind. Vervolgens heb ik de school rond gelopen, een kop thee gezet en opgedronken, en nieuwe objecten gevoeld. Deze onderdompeling heeft mijn andere zintuigen op scherp gezet en me de uitdagingen in het dagelijks leven laten ontdekken. Daarnaast heb ik ontdekt hoe afhankelijk ik van anderen was en dat vertrouwen een grote rol speelt. Toen ik blootgesteld werd aan een voor mij onbekend voorwerp, realiseerde ik me dat ik de gegeven informatie heel anders tot me had genomen en me had voorgesteld dan wanneer ik het had kunnen zien. Deze lessen heb ik direct kunnen toepassen in de praktijk. Met de hoger functionerende kinderen heb ik korte gesprekjes in (tactiele) gebarentaal kunnen voeren. Ik vond het erg mooi om te zien hoe sommige kinderen zich vertrouwd genoeg bij mij voelden om te communiceren. Bovendien heeft het mij meer laten zien van de uitdagingen die communicatie met doofblinde kinderen met zich meebrengt. Wederom bleek dat het kunnen verplaatsen in de leefwereld van het kind erg belangrijk is om begrip te kunnen genereren. Een mooi voorbeeld hiervan gebeurde tijdens het testen van een kind. De jongen kwam voor het eerst in een nieuwe ruimte terecht, waar hij rustig de kamer met zijn handen aftastte. Een eerste reactie van een leerkracht zou kunnen zijn om het kind direct aan het werk te zetten, in plaats van een beetje te laten rondlopen. Maar deze leerkracht wist uit ervaring dat het belangrijk was om het kind zijn gang te laten gaan. De informatie die wij met één oogopslag tot ons nemen, verzamelt een doofblind kind met zijn handen. Ook het kind wilde weten waar hij zich bevond en wie er in de ruimte aanwezig waren.

Combinatie stage en scriptie

(4)

4 Dankzij het vele observeren, filmen en meedoen heb ik Simon, zijn manier van

communiceren en zijn potentie beter leren kennen. Ook gesprekken met zijn leerkracht, logopedist en behandelcoördinator zijn erg nuttig geweest.

Voor mijn casusomschrijving van Simon ontbrak recente informatie over zijn

ontwikkelingsniveau en referentieleeftijd. Op mijn verzoek is toen besloten om een nieuwe test af te nemen. Er is bij mijn weten echter geen geschikte test voor doofblinde kinderen, dus heb ik in opdracht van de stagegever twee testen naast elkaar gelegd. Dit waren de SON (een niet-verbale intelligentietest) en de ITVIK (een intelligentietest voor visueel

gehandicapte kinderen). Na beide testbatterijen uitvoerig te hebben bestudeerd, heb ik een combinatie van beide testen gemaakt, afgestemd op de vaardigheden van Simon.

De test(en) zijn afgenomen door de leerkracht van Simon, waarbij de behandelcoördinator instructies gaf en het scoringsformulier bijhield. Mijn taak was om te zorgen dat de juiste testmateriaal aanwezig was, aangezien de leerkracht letterlijk zijn handen vol had aan het communiceren met Simon. Voor ons alle drie was het indrukwekkend om te zien hoe geconcentreerd Simon werkte en hoe hij ons kon verrassen met zijn prestaties. Reflectie op verwachtingen

In eerste instantie hoopte en dacht ik meer aan de praktijk zou kunnen deelnemen. Dit bleek op een school - waar geen klinisch linguïst werkzaam was - helaas niet echt mogelijk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

naar opvoeding en ontwikkeling van jonge kinderen tussen 0 en 6 jaar met focus op.  Kinderen als motor van het eigen opvoedings-

Hij heeft hun ogen verblind en hun hart verhard, opdat zij niet met de ogen zouden zien en met het hart inzien en zich bekeren en Ik hen zou genezen” (Jo- hannes 12:37-40;

Niet enkel voor kinderen en jon- geren uit islamitische gezinnen is de stap moeilijk, zegt Tina Schuermans.. „Bij Chiro willen we rekening houden met diver- siteit

Mevrouw Parlevliet heeft daar- om haar huisarts om hulp bij zelfdoding gevraagd, en ze herhaalt dat verzoek consistent bij ieder bezoek.. Een doodswens als die van mevrouw Parlevliet

 Een 91­jarige vrouw lijdt hevige pijn door artrose. Ze zou nieuwe

Stichting Leergeld probeert te voorkomen dat schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar in een sociaal isolement terecht komen, omdat ze niet kunnen deelnemen

Stichting Leergeld probeert te voorkomen dat schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar in een sociaal isolement terecht komen, omdat ze niet kunnen deelnemen aan

Veel vluchtelingen vinden momenteel een woning met steun van de ‘buren’: lokale vrijwilligers, vzw’s, huiseigenaars en besturen die een netwerk rond hen opbouwen en mee op zoek