[ ]
FORUM
[ 1 8 4 2 ]
15 december 2000 Jaargang 135 Nr. 50 Pharmaceutisch Weekblad
D
e Stichting Lareb profileert zich graag als een organisatie van artsen en apothekers. Soms is er nog wel eens de gedachte dat Lareb een overheidsinstantie is. Dat is niet zo. Weliswaar wordt Lareb door de overheid gesubsidieerd en rapporteert Lareb aan het College ter beoordeling van genees- middelen, maar Lareb is een zelfstandige stichting met een onafhankelijk bestuur. KNMP en NVZA zijn beide in het bestuur vertegenwoordigd en van zowel de bestuursleden als de medewerkers is ongeveer de helft apotheker. De Stichting Lareb is dan ook stevig geworteld in de beroepsgroep apothekers. Ze dankt haar bestaan aan een initiatief van apothekers en terecht heeft G.H.P. de Koning hiervoor in 1992 deInnovatieprijs van de KNMP gekregen. Lareb heeft dus iets met apothekers.
Apothekers en Lareb
De vraag is natuurlijk ook: wat hebben apothekers met Lareb? Gelukkig blijkt dat veel te zijn. Uit een onderzoek onder de verschillende beroepsgroepen bleek dat 100% van de apothekers Lareb kende. Een groot deel van de meldingen bij Lareb is van apothekers afkomstig.
In 1999 was dat ruim 40% van de meldingen.
De plaats die apothekers in Nederland innemen bij de geneesmiddelenbewaking, is een bijzondere; in slechts weinig landen kennen de apothekers een dergelijke grote betrokkenheid.
Door vermoedens van bijwerkingen aan de Stichting Lareb te melden, dragen zij bij aan een veiliger
geneesmiddelengebruik en geven inhoud aan hun verantwoordelijkheid voor de farmaceutische zorg in brede zin.
Van haar kant doet ook Lareb haar best de goede verhouding te onderhouden. Dit gebeurt door
inhoudelijke terugkoppeling op meldingen die bij Lareb zijn gedaan: u hoort hoe Lareb de door u vermoede relatie tussen geneesmiddel en vermoede bijwerking beoordeelt.
Helpdesk opgeheven
In 1996 is Lareb begonnen met een helpdesk om vragen van artsen en apothekers te beantwoorden. Dit bleek een groot succes, zo groot dat de beantwoording van al die vragen een fors tijdsbeslag op de medewerkers van Lareb legde. Deze constatering was de aanleiding om samen met de vakgroep Sociale Farmacie en Farmaco-epidemiologie van Rijksuniversiteit Groningen een onderzoek te doen naar de bijdrage die deze inspanning leverde.
In dit nummer wordt verslag gedaan van dit onderzoek (blz. 1856). Opvallend is dat vooral apothekers van de helpdesk gebruikmaakten en dat slechts een klein deel van de vragen leidde tot
meldingen. De vermoedens die er bij Lareb wel waren, namelijk dat de belasting die de helpdesk vormde, niet in verhouding stond met de waarde die deze voor Lareb had, werden bevestigd.
Dit alles is aanleiding geweest de helpdeskfunctie kritisch te bezien. Lareb heeft immers noch het doel, noch de middelen om een algemene helpdesk te
bemannen. Besloten is het aparte helpdesknummer op te he±en en ons strikt te beperken tot vragen die tot de competentie van Lareb horen. Vragen die elders thuishoren, worden doorverwezen. De website van Lareb (www.lareb.nl) is informatiever gemaakt en heeft de mogelijkheid elektronisch te melden.
Voor vragen over
het melden van bijwerkingen
In de eerste plaats horen vragen die rechtstreeks van doen hebben met het melden van bijwerkingen, bij Lareb thuis. Deze vragen zullen zo veel mogelijk door de eigen regiocoördinator beantwoord worden.
Daarnaast zijn er vragen die ook eerder niet bij de helpdesk terechtkwamen, maar meer algemeen van aard zijn en specifiek de deskundigheid van Lareb betre±en.
Natuurlijk is er veel ervaring en deskundigheid op het gebied van bijwerkingen bij Lareb. Die ervaring en deskundigheid willen we graag delen, vooral in het kader van vergroting van de kennis rond bijwerkingen en het onderzoek hoe een veilig gebruik van genees- middelen bevorderd kan worden. Daar gaat het uiteindelijk om.
Kortom: de helpdesk is opgeheven, maar voor vragen over het melden van bijwerkingen kunt u nog altijd bij Lareb terecht. Graag zelfs●
Helpt de Lareb-helpdesk?
A.C. van Grootheest
Directeur Stichting Lareb,
’s-Hertogenbosch