• No results found

Bijwerkingen na vaccinatie: vergeet ze niet te melden!

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijwerkingen na vaccinatie: vergeet ze niet te melden!"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

3

Overzichtsartikelen

Samenvatting

Het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb bewaakt de veiligheid van vaccins door onder andere het registreren, evalueren en analyseren van gemelde bijwerkingen. De afgelopen drie jaar ontving Lareb in totaal 4884 meldingen na vaccinatie. Het jaarlijkse aantal steeg van 1421 (2011) naar 1698 (2013). Dit komt voornamelijk door de stijging van het aantal meldingen van consumenten. Het aantal meldingen van zorgverleners daalde. Vaak gemeld werden: koorts, reacties op de injectieplaats zoals zwelling en/of ontsteking, huilen, hoofdpijn, spierpijn en malaise.

Opmerkelijk waren:

- het aantal meldingen van langdurige vermoeidheid na een humaan papillomavirus-vaccinatie;

- extreem dikke armen, bekend bij vierjarigen, nu ook gemeld bij negenjarigen en na de griepvaccinatie;

- apneu-aanvallen bij prematuren, al bekend bij prematuren na een zwangerschapsduur < 28 weken, maar nu ook na een langere zwangerschapsduur van 28 - 35 weken.

Het melden van bijwerkingen is van belang voor een goede bewaking.

(Tijdschr Infect 2014;9(3):71-6)

Bijwerkingen na vaccinatie:

vergeet ze niet te melden!

Adverse events after vaccination: remember to report them!

Dr. A.C. Kant1, dr. H.C. Rümke2

1epidemioloog, Directeur Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Den Bosch. 2kinderarts n.p., Coordinator Vaccins, Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Den Bosch.

Correspondentie graag richten aan: mw. A. Kant, directeur, Lareb, Goudsbloemvallei 7, 5237 MH, Den Bosch, tel: 073 - 64 69 700, e-mailadres:

a.kant@lareb.nl.

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.

Trefwoorden: bijwerkingen, meldsysteem, vaccins, vaccinveiligheid.

Keywords: adverse events, reporting system, vaccines, vaccine vigilance.

Ontvangen 27 maart 2014, geaccepteerd 22 mei 2014.

Summary

The Netherlands Pharmacovigilance Centre Lareb monitors safety of vaccines by the registration, eva- luation and analysis of spontaneously reported adverse effects of vaccines. Over the last three years, Lareb received 4884 reports. The annual numbers increased from 1421 (2011) to 1689 (2013), due to an increase of the number of reports from patients. The number of reports by health care professionals decreased. The most frequently reported adverse events were: fever, injection site reaction, limb swelling, crying, headache, myalgia and malaise. Remarkable were:

- the number of reports of long lasting fatigue after vaccination with human papilloma virus vaccine;

- reports of Extensive Limb Swelling, known to occur at the age of four, at the age of nine, and after influenza vaccination;

- Apnoea following immunisation of preterm infants, already known to occur after a shorter duration of pregnancy <28 weeks, also occurs with a gestational period of >28 weeks.

For safety surveillance, reporting of adverse events is important.

(2)

Overzichtsartikelen

Inleiding

Vaccins en geneesmiddelen worden uitgebreid op veilig- heid en effectiviteit onderzocht voordat ze op de markt worden toegelaten. Die onderzoeken worden vaak gedaan in geselecteerde, relatief kleine onderzoeksgroepen. De resultaten hiervan zijn onderdeel van het registratiedos- sier en worden nauwgezet beoordeeld door de autoritei- ten, zoals het Nederlandse College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) onder coördinatie en eindver- antwoordelijkheid van de European Medicines Agency (EMA). Is het vaccin of geneesmiddel eenmaal goed- gekeurd, dan krijgen vaak veel meer mensen dit vaccin toegediend. Bovendien kunnen de gebruikers voor wat betreft onderliggende aandoeningen verschillen van dege- nen die zijn onderzocht in de studies, die ten behoeve van de registratie uitgevoerd werden. Wordt het vaccin opgenomen in een landelijk programma zoals het Rijks- vaccinatieprogramma (RVP) of Nationale Programma Grieppreventie (NPG) dan gaat dit om grote aantallen.

Jaarlijks worden er in het kader van het RVP zo’n 2,2 miljoen vaccins toegediend. Daarnaast krijgen per jaar ruim 3 miljoen mensen de jaarlijkse griepvaccinatie.

Bij het toepassen in de praktijk kunnen nog niet ont- dekte of nieuwe inzichten in bekende bijwerkingen aan het licht komen. Vanwege de grotere aantallen komen dan ook meer zeldzame bijwerkingen aan het licht. Het bewaken van de veiligheid is van groot belang voor het vertrouwen in de vaccins. De veiligheidsbewaking van bijwerkingen na vaccinaties in het kader van het Rijks- vaccinatieprogramma (RVP) wordt sinds 1 januari 2011 uitgevoerd door het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb. Het bewaken van de veiligheid van griep- en reizigersvaccins behoorde al eerder tot haar taken.

Werkwijze Lareb

Zorgverleners, ouders van gevaccineerde kinderen en gevaccineerden kunnen vermoede bijwerkingen na vac- cinatie melden bij Lareb. Spontane rapportages van bijwerkingen hebben als doel nieuwe bijwerkingen op te sporen en veranderingen in bijwerkingenpatronen te identificeren. Lareb registreert, evalueert en analyseert de gemelde bijwerkingen. Indien gewenst wordt zo nodig extra informatie bij de melder en/of de behandelend arts opgevraagd. Gemelde bijwerkingen worden beoordeeld op hun mogelijke oorzakelijke relatie met de gegeven vaccinatie(s). Niet alle gebeurtenissen die na een vacci- natie optreden zijn immers per definitie bijwerkingen.

Er kunnen ook andere oorzaken zijn, die toevallig samenkomen rond het moment van de vaccinatie. Bij

het beoordelen van een oorzakelijk verband moet er allereerst een goede beschrijving en medische diagnose van de mogelijke bijwerking zijn. Pas dan kan de beoor- deling van het causale verband plaatsvinden. Bij deze beoordeling spelen verschillende aspecten een rol, zoals:

- is het een typische gebeurtenis?

- is er een plausibel tijdsinterval?

- is het een al bekende bijwerking na vaccinatie?

- is er een biologisch plausibele verklaring of werkings- mechanisme?

- zijn er aanwijzingen voor andere oorzaken of gelijktijdig optreden van gezondheidsproblemen?

- is er herhaling na de 2e dosis?

De uiteindelijke inschatting van een oorzakelijk verband is gebaseerd op een weging van het totaalbeeld van het bovenstaande en andere aspecten en informatie in de melding.

*

1

Figuur 1. Aantal meldingen na vaccinatie in het Rijksvaccina- tieprogramma, griepvaccinatie, reizigers- en werk-gerelateerde vaccinaties, in de perioden 2011-2013.

*rvp=Rijksvaccinatieprogramma

Figuur 2. Jaarlijkse aantallen meldingen per groep melders.

*JGZ=Jeugdgezondheidszorg Gevaccineer

den

JGZ

* arts- verpleegk

undig e

Specialis t

Apotheek Huisarts

Ander

e zorgverlener

2

(3)

3

Alle meldingen worden geregistreerd in de database van Lareb en doorgestuurd naar de database van de EMA en de databank van het Collaborating Centre van de Wereldgezondheidsraad (World Health Organisation, WHO) in Uppsala.

Opvallende meldingen worden besproken in een weten- schappelijk overleg, waaraan onder andere hiervoor opge- leide artsen en apothekers deelnemen. Daar kan besloten worden tot een nadere analyse omdat het mogelijk om een nog onbekende bijwerking gaat of omdat er nieuwe inzichten zijn in bekende bijwerkingen. Ook kan onge- rustheid of actualiteit een reden zijn om een analyse uit te voeren naar een vermoede bijwerking van een vaccin.

Indien de uitkomsten daarvan daar aanleiding toe geven worden nieuwe signalen doorgegeven aan betrokken instanties, zoals het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het CBG en gepubliceerd.

Jaarlijks publiceert Lareb rapportages over de gemelde bijwerkingen na vaccinatie in het kader van het RVP en na de seizoens-griepvaccinaties.1,2

Meldingen

Lareb heeft in maart 2014 in haar database in totaal 4884 meldingen van bijwerkingen na vaccinatie van de afgelopen drie jaar. Daarvan waren er 3782 na een vac- cinatie in het RVP, 784 na griepvaccinatie en 318 na reizigers- en werk-gerelateerde vaccinaties (zie Figuur 1).

Het aantal gegeven vaccins zal enigszins fluctueren uiter- aard per jaar, maar de aanschafcijfers zijn redelijk stabiel.3

De afgelopen drie jaar is het totaal aantal meldingen per jaar gestegen van 1421 naar 1698. Die stijging komt voornamelijk door toename van het aantal meldingen van gevaccineerden en ouders van gevaccineerden. In 2011 was hun aandeel nog 33% van de meldingen, in 2013 was dit gestegen naar 66%. Het aandeel van zorg- verleners daalde juist van 67% in 2011 naar 34% in 2013.

Van de meldende zorgverleners in 2013 was het overgrote deel arts of verpleegkundige werkzaam in de jeugdge- zondheidszorg. Huisartsen meldden 159 keer en specia- listen 199 keer in de afgelopen drie jaren (zie Figuur 2).

Een melding wordt volgens internationale criteria als ernstig beschouwd als het gaat om overlijden, zieken- huisopname of verlenging ervan, een reactie die leidt tot een handicap, maligne ontaarding of geboortedefecten en overige medische belangrijke reacties.4

Zo’n acht à negen procent van de meldingen wordt als ernstig beschouwd, met een zeer divers beeld. Dit per- centage blijft constant in de loop van de jaren. Zorg- verleners melden relatief meer ernstige meldingen in vergelijking met ouders en gevaccineerden. Dit verschil is toegenomen de afgelopen drie jaar (zie Figuur 3).

Figuur 3. Percentages van de meldingen dat als ernstig wordt beschouwd van zorgverleners en van gevaccineerden en ouders de afgelopen drie jaar.

3

Tabel 1. Top 5 gemelde bijwerkingen na griepvaccin seizoen 2012-2013

Gemelde bijwerking Aantal

1. Lokale reactie op de injectieplaats 92

2. Hoofdpijn 52

3. Spierpijn 33

4. Koorts 31

5. Malaise 21

Tabel 2. Top 5 gemelde bijwerkingen vaccins Rijksvaccinatieprogramma 2013

Gemelde bijwerking Aantal

1. Koorts 488

2. Lokale reactie op de injectieplaats 297

3. Huilen 272

4. Uitgebreide zwelling van gevaccineerde ledemaat

121

5. Hoofdpijn 87

(4)

Overzichtsartikelen

De bijwerkingen

Het grootste deel van de meldingen betreft bekende bijwerkingen. In de top 5 van gemelde bijwerkingen na vaccinaties in het kader van het RVP staan steevast koorts, lokale reactie op de injectieplaats, uitgebreide zwelling van het gevaccineerde ledemaat en huilen (zie Tabel 1 op pagina 73). Van de voor ouders meer veront- rustende bijwerkingen zoal hypotone-hyporesponsieve episode (HHE) en koortsstuipen worden enkele tien- tallen meldingen gedaan.

Ook na een griepvaccinatie wordt een lokale reactie op de injectieplaats veel gemeld. Andere veel gemelde bij- werkingen zijn hoofdpijn, spierpijn, koorts en algehele malaise (zie Tabel 2 op pagina 73).5

De meeste bijwerkingen worden gemeld na de difterie – kinkhoest – tetanus – poliomyelitis (DKTP) vaccinatie (booster) bij vierjarigen, gevolgd door bijwerkingen gemeld na de eerste vaccinatie op de leeftijd van twee maanden.

Dit zegt echter niets over de incidenties.

Opmerkelijk blijven elk jaar de meldingen van extreem dikke armen (‘Extensive Limb Swelling’) bij met name de DKTP-vaccinatie bij vierjarigen. Dit is een indruk- wekkend maar onschuldig verschijnsel dat meestal na enkele dagen spontaan herstelt. Door de gelijkenis met het beeld van een bacteriële infectie of allergische reactie kan het echter tot onrust leiden bij ouders of zorgverle- ners die onbekend zijn met dit beeld.

Het lijkt erop dat deze reactie in Nederland vaker wordt gemeld bij kleuters die als zuigeling gevaccineerd zijn met een vaccin dat een acellulaire kinkhoestcomponent bevatte. Mogelijk ontstaat deze bijwerking door een excessieve boosterreactie. Het RIVM doet samen met Lareb nader onderzoek hiernaar, waarbij diverse immuun- parameters van kinderen zijn gemeten met deze bijwer-

king, en vergeleken met kinderen die niet zo’n uitgebreide reactie na DKTP hadden.

Deze bijwerking werd de afgelopen jaren na de griep- vaccinatie gemeld en in het afgelopen jaar voor het eerst ook bij negenjarigen na DTP-vaccinatie. Ook bij de negen- jarigen adviseert Lareb nader onderzoek te doen naar deze bijwerking. Het CBG en RIVM werden over deze reacties bij beide groepen apart geïnformeerd.6,7

Het is al langer bekend dat op de dag van vaccinatie bij veel te vroeg geboren kinderen (<28 weken) soms apneu-aanvallen kunnen optreden, vooral wanneer deze kinderen al eerder een dergelijke aanval gehad hadden.

Bij een analyse van meldingen van apneu-aanvallen bij prematuren bleek dat dit ook kan voorkomen bij een langere zwangerschapsduur van 28 - 35 weken Ook hiervan werden het CBG en RIVM in kennis gesteld.8 In 2012 verdubbelde het aantal meldingen na een HPV- vaccinatie. De meeste meldingen concentreerden zich in de periode na een artikel in de Telegraaf in maart 2012 waarin langdurige vermoeidheid na HPV-vacci- natie als een mogelijke bijwerking werd beschreven.

Daarop volgden 46 meldingen in een periode van zes weken.

De beschrijvingen van de klachten waren zeer divers, maar in vele gevallen indrukwekkend en ingrijpend voor het dagelijks leven. Bij de meeste betrokkenen ook aanleiding voor nader medisch onderzoek. Veel van de meisjes hadden ook serieuze problemen op school die met deze vermoeidheid samenhingen. Op basis van een aanvullende analyse kon niet worden geconcludeerd dat Casus 1

Een moeder belt om 15.00 u in paniek de huisarts. Jasmine (negen weken oud) is wit, slap, reageert niet. Ze had om 12.00 uur haar eerste prikken gehad. Het kind komt weer bij tijdens het gesprek. Hoogst waarschijnlijk was hier sprake van een hypotone hyporesponsieve episode (HHE) of van een collapsreactie. Voor ouders kan dit schokkend zijn, ze denken soms dat hun kind overleden is. HHE komt ongeveer voor bij 1 op de 1000-2000 kinderen, meestal 2-8 uur na de vaccinatie. De prognose is goed en de herhalingskans klein.11

Casus 2

Een moeder belt om 09.00 u de huisarts. Anton (twaalf maanden oud) is sinds middernacht niet lekker, geen interesse in omgeving, sloom, drinkt weinig. Zijn temperatuur is 38,3 °C. Hij heeft de middag tevoren zijn vierde serie prikken gehad. De moeder is erg bezorgd. Ze krijgt het advies paracetamol te geven en hem in de gaten te houden, en aan het einde van de dag nog een keer te bellen. Dat doet ze om 17.00 u. Anton is nog zieker, hij slaapt alleen maar en drinkt nauwelijks. Zijn kleur is niet goed. De huisarts ziet Anton: hij is grauw, suf, en heeft 38,5 °C. Dat kan uiteraard koorts na de vaccinatie zijn, maar de huis- arts vertrouwt het niet en stuurt hem door. Het blijkt een beginnende meningococcen meningitis, die op tijd werd behandeld. Anton is goed hersteld. Het is onwaarschijnlijk dat de vaccinatie hierin een oorzakelijke rol speelde. Door te lang aan deze mogelijkheid te denken, is er kans dat de echte diagnose en behandeling te laat zijn.

(5)

3

er een mogelijke relatie was met de HPV-vaccinatie, maar deze kon ook niet worden uitgesloten. Met name omdat langdurige vermoeidheid een klacht is die bij meisjes op deze leeftijd ook los van vaccinatie voorkomt. Om een eventuele relatie te bevestigen of uit te sluiten is aan- bevolen aanvullend epidemiologisch onderzoek te doen.9 Lareb ontving verder nog acht meldingen van narco- lepsie die met vaccinaties tegen het pandemische influ- enzavirus in 2009 in verband werden gebracht. Het ging hierbij om kinderen die Pandemrix® kregen. Bij één hiervan bleken de klachten al hiervoor te zijn begonnen, bij één binnen enkele dagen na vaccinatie en bij twee zo lang na vaccinatie dat een oorzakelijk verband als onwaarschijnlijk werd beoordeeld. Bij drie kinderen werd een verband als mogelijk beoordeeld en passend bij de theorie dat narcolepsie door een auto- immuunreactie wordt veroorzaakt waarbij het influenza A/H1N1 virus deze reactie induceert. Over de eerste zeven meldingen schreef Lareb onlangs een rapportage, de achtste is recent ontvangen.10

Conclusie

Het aantal bijwerkingen zegt uiteraard niets over de kans op het optreden hiervan, omdat niet alle bijwer- kingen worden gemeld. Het aantal gemelde bijwerkingen zal, ondanks de toename, nog steeds lager zijn dan het werkelijke aantal bijwerkingen. Het ligt voor de hand om aan te nemen dat onderrapportage voor ernstige bijwerkingen minder is dan voor de minder ernstige en vaker voorkomende bijwerkingen.

Zorgelijk is de lichte daling van meldingen door zorg- verleners. De daling wordt is vooral te zien bij de werkers in de Jeugdgezondheidszorg. Maar opvallend is ook in alle jaren het lage aantal meldingen van huisartsen en specialisten. Van hen zou Lareb graag meer meldingen ontvangen. Zij zien immers bijwerkingen na vaccinaties

die van ernstiger of verontrustender aard zijn.

Vaccins worden aangeboden aan grote groepen veelal gezonde personen. Het RVP biedt alle kinderen gratis vaccinaties aan volgens een vaccinatieschema. Ook bij sommige reizen en beroepen wordt geadviseerd om tegen bepaalde infectieziekten te vaccineren.

Bij het RVP is er naast het individuele belang van een hoge vaccinatiegraad ook een algemeen gezondheids- belang. Door het succes van het vaccinatieprogramma worden we zelden of nooit meer geconfronteerd met gevolgen van de infectieziekten waartegen gevaccineerd wordt. Daardoor kan het risico ontstaan dat de nood- zaak ervan minder wordt begrepen. Discussie over ver- moede bijwerkingen van een vaccin kunnen leiden tot minder bereidheid tot vaccinatie en derhalve een lagere vaccinatiegraad, soms zelfs met ernstige gevolgen zoals overlijdens van kinderen in Engeland na heftige discus- sies over kinkhoest en bof – mazelen – rubella (BMR) - vaccinaties. Zo zien we ook dat er weer mazelen heerst in bevolkingsgroepen die hun kinderen niet hebben laten inenten.

Het is belangrijk dat mensen erop kunnen vertrouwen dat bijwerkingen na vaccinaties goed worden bewaakt.

Zorgverleners en gevaccineerden moeten goed inzicht hebben in het kunnen optreden van mogelijke bijwer- kingen, opdat deze tijdig herkend worden. Van belang is ook dat er zo nodig tijdig actie ondernomen kan worden als er veiligheidsproblemen ontstaan. Dat dat de afgelo- pen jaren niet nodig is geweest, is goed nieuws, maar je kunt alleen concluderen dat er geen veiligheidsprobleem is als je voldoende meldingen hebt. Het melden van bijwerkingen is daarom van groot belang.

Referenties

1. Meldingen van bijwerkingen Rijksvaccinatieprogramma; 2011, 2012, 2013.

Internet site Lareb. Beschikbaar via:

http://www.lareb.nl/Vaccins/Lareb-rapportages-en-publicaties.

Aanwijzingen voor de praktijk

1. Na vaccinaties kunnen bijwerkingen optreden, maar klachten kunnen ook een andere oorzaak hebben.

Bijwerkingen moeten een vast onderdeel vormen van de differentiaaldiagnose.

2. Het bestaan van een mogelijke bijwerking sluit een andere oorzaak voor de klachten niet uit.

3. Voldoende kennis van bijwerkingen is van belang om deze te herkennen.

4. Bij het vermoeden van een bijwerking is het belangrijk deze bij Lareb te melden.

5. De afgelopen jaren zijn er geen ernstige veiligheidsproblemen gezien bij vaccins.

(6)

Overzichtsartikelen

2. Meldingen van bijwerkingen griepvaccins; 2010-2011, 2011-2012, 2012-2013.

Internet site Lareb. Beschikbaar via:

http://www.lareb.nl/Vaccins/Lareb-rapportages-en-publicaties.

3. Bijkerk P, Kemmeren J, Kardamanides K, et al, eds. RIVM rapport: State of infectious diseases in the Netherlands Bilthoven: RIVM, 2012. Te raadplegen op: www.rivm.nl.

4. Bankowski Z, Bruppacher R, Crusius I, et al, eds. Reporting adverse drug reactions. Definitions of terms and criteria for their use. Geneva: Council for International Organizations of Medical Sciences (CIOMS), 1999.

5. Van Balveren-Slingerland L, Rümke HC, Kant AC. Gemelde bijwerkingen na influenzavaccinatie. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158:A6841.

6. Lareb. Kwartaalbericht Lareb 2012-2. Seasonal Influenza Vaccines and Extensive Limb Swelling (ELS). Beschikbaar via:

http://www.lareb.nl/Informatie-bijwerkingen/Kwartaalberichten

7. Lareb. Kwartaalbericht Lareb 2014-2. Extensive Limb Swelling (ELS) after DTP vaccination. Nog niet beschikbaar, komt beschikbaar via: http://www.lareb.nl/

Informatie-bijwerkingen/Kwartaalberichten

8. Lareb. Kwartaalbericht Lareb 2013-3. Apnoea following immunization of preterm infants. Beschikbaar via: http://www.lareb.nl/Informatie-bijwerkingen/

Kwartaalberichten

9. Lareb. Kwartaalbericht Lareb 2013-3. Overview of reports of long-lasting fatigue following immunization with Cervarix®. Beschikbaar via: http://www.lareb.nl/

Informatie-bijwerkingen/Kwartaalberichten

10. Lareb. Kwartaalbericht Lareb 2014-2. Narcolepsie en H1N1. Mei 2014 beschikbaar via http://www.lareb.nl/Informatie-bijwerkingen/Kwartaalberichten 11. Vermeer-de Bondt PE, Labadie J, Rümke HC. Rate of recurrent collapse after vaccination with whole cell pertussis vaccine: follow up study. BMJ 1998;316:902-3.

Alle gepubliceerde artikelen kunt u vinden op onze website:

www.ariez.nl

Tevens kunt u daar zoeken naar artikelen die in onze andere tijdschriften zijn gepubliceerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat bij venlafaxine in een dosering van 75 tot 150 mg de heropname van serotonine overheerst, dient men ook bij gebruik van dit antidepressivum bedacht te zijn op het optreden

Het is lastig te bepalen of het in alle gevallen gaat om een zuivere geneesmiddelgeïnduceerde SLE, maar een aantal factoren suggereert dat het vaak hierom gaat, zoals de aan-

(2007:367-70) beschrijven wij onze ervaringen met het ontstaan van systemische lupus erythema- todes (SLE) na het overgaan van het ene op het andere

Als de arts besluit de bijwerking in het EPD vast te leggen, is de volgende informatie nodig: een beschrijving van de bijwerking, het betreffende genees- middel, de naam van de

7 Deze meldingen worden hier niet afzonderlijk besproken, omdat het RIVM jaarlijks zelf rapporteert over alle bij dit in- stituut gemelde vermoedelijke bijwerkingen van vaccins uit

Niet alleen artsen en apothekers maar ook verpleegkundigen kunnen deze bijwerkingen signaleren

Het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb streeft ernaar door middel van registratie en analyse van meldingen van vermoede bijwerkingen van geneesmiddelen en het informeren

Gegevens uit interviews waarin de motieven van patiënten om bijwerkingen te melden werden onderzocht [21], zijn gebruikt om een vragenlijst te ontwikkelen die kon worden