Een nieuw en aangenaam harders lied
bron
Een nieuw en aangenaam harders lied. z.n., z.p. 18de eeuw
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie102nieu01_01/colofon.php
© 2013 dbnl
1
Een nieuw en aangenaam harders lied.
Stem: Myn hart is voor altyt voorzyt.
IK lag Laastmaal zoo zoet in rust, Op 't zagt Geveerde Bet, En droomde daar in volle lust:
Dat Roosemontje net;
Lag aan mijn zy als een Godin En Blonk in mijn verliefde zin, Zo schoon Zo schoon Zo schoon.
Haar Oogjes blonken als de Zon, haar Kaakjes Rooze root:
haar Voorhooft als een Altaar stont Ik wier schier levent doot,
Wanneer ik zag haar Rozemont:
Op Elk een Robijntje stont Zo schoon. etc.
De Lippies van mijn schoon Godin, Zijn Root als een Cooraal,
Een Wierook Offer van de min Scheen zy vol Pragt en Praal, haar Tantjes zijn gelijk Ivoor, haar hartje straalt een Lelie door Zo schoon. etc.
Geen schoonder ooit myn ooge zag Als Roozemontje was,
Zy Praalt gelyk de Ligten dag O[f] het Aurora was:
Ia venus Iuno en Diaan
Die moete voor haar stille staan;
Zo schoon etc.
maar doen liet ik mijn ooge gaan Na 't minne Lust Prieel,
Daar vond ik venus Tempel staan Dat Aangenaame deel,
Dat stak myn jeugdig hert in brant;
myn Lusjes Groeide Abondant:
Zo schoon. etc.
Een nieuw en aangenaam harders lied
Die Tempel daar myn ziel en zin Op sin speelt sonder rust,
Die Greep ik van myn schoon Godin Ik heb haar zo lief gekust
Ik vroeg of ik 'er in mocht gaen Doe Lonkte zy my vriendelijk aan Zo schoon etc.
Toen straalden ik voort Tempel waert Gesterkt door venus Zoon
Maar ach! ik wierd wel haast gewaer Dat 't was een Looze droom
Ontwaekende zag ik zeer Ras Dat ik zoo mooi bedrooge was Zo schoon. etc.
E Y N D E .
Een nieuw lied.
Op de wys, O lusteloose maagt.
MYn zoete Ziel Vrindin, Gy zyt die ik bemin, Gy zyt een Teeren Maagt, Die myn Jonk Hert behaagt, Ik wenste wel dat de Heer, Myn dit gelukkig gaf, Dat ik myn Phieles Lief, By myn ontfangen mag.
2. Ag minnaar staakt uw min, Want ik heb in uw geen zin, Uw woorden die gy spreekt, Die zyn maar Vynsery, Gy zyt een minnaar vals, Die door een zoet gevley, Myn zoekt te bekooren, Dan was ik in de ley.
3. En 'k sweer uw Ziels vriendin, Dat ik uw trouw bemin,
Uw woorden die gy spreekt, Van Valsheyd en Bedrog, Die hebben myn Jonkhert, Tot Treurens toegebrogt,
Myn Liefste Lief weest maar gerust, Ik heb dat nooyt gedagt.
4. Ag Liefste Lief toon gena, Eer ik door min vergaa, Zoo laat uw minnaar dog, Genaade by uw ontstaan, Toont dog eens weeder min, Myn Aldersoetste lief, Gy zyt die geen,
Die myn Jonkhert belieft.
Een nieuw en aangenaam harders lied
Minne-zang.
HEt Roose-knopje
Ontfangt graag een dropje, Des Dauws om beide te voen, Maar 't is nau ontlooken, Of 't bey die gedoken
Dan onder het Jeugdige Groen, Komt 't Bloempje belagen, In 't rieken der dagen,
En geeft het zoo meenige zoen.
2 Maar Minne Lusjes, En Dertele [k]usjes,
Van 't beydie die waaren gemeen, Want als het heeft verhoolen, Den Koning gestolen,
Dan vliegt 'er dat diefje weer heen, Zegt tegen het Roosje,
Ik gun u het Bloosje,
U Nectar die dient myn alleen.
E Y N D E .
Een nieuw en aangenaam harders lied