bron
Een nieuw lied. Op een wagtend meisje. Z.p., ca. 1810
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie057nieu01_01/colofon.php
© 2011 dbnl
1
Een nieuw lied.
Op een wagtend Meisje.
Op een aangename Wys 1.
Als myn minnaar my weer begroet, Weder kussies geeft als te voren, Dan krygt het gras gewis nieuwe g[...]d De vrolyke lent word dan herboren
Stil ik hoor hem roepen, bis Wat verdriet wat verdriet, Ik zie myn waarde minaar niet
2.
Als myn minnaar zyn lyden singt, Willen de vogelen bitter kweelen, Als hunne stem de bossen doordringt Zult gy oorsaak daar van wesen,
Stil ik hoor hem roepen, bis Wat verdriet wat verdriet, Ik zie myn waarde minnaar niet
3
Ega die ik wel duisendmaal, heb vermoeid door myne klagten, Misschien komt myn minnaar niet weer om na zyn meissie te vragen,
Een nieuw lied. Op een wagtend meisje
2
Een nieuw lied.
Op een vrolyke Wys.
1.
Moeder geef myn eenen Man, Kise mise moese spatie, Die ons de tyd verdryven kan,
Soete lieve myd en die laat kussen Van bombe latie Peeperkoek Van bombe latie pa valdera.
2.
Dogter gy zyt veel te klein, Kise mise moese spatie.
Soete leve meid en die meid die laat haar kussen
Van bombe latie Peeperkoek Van bombe latie pa valdera.
3.
Moeder ik ben groot genoeg, Kise mise moese spatie,
Want ik heb van Jantje Paf geproevd Soete lieve Meid die laat haar kussen Van bombe latie Peeperkoek
Van bombe latie pa valdera.
4
Heb gy van Jantje Pav geproevd Kise Mise Moese spatie,
Dan heb gy voor 9 Maanden genoeg.
Soete lieve meid die laat haar kusen Van bombe latie peeperkoek
Van bombe latie pa valdera.
5.
Het is niet in het bed geschiet, Kise Mise Moese Spatie
Het koste een stoter in het lange riet Soete lieve meid die laat haar kussen Van bombe latie peeperkoek
Van bombe latie pa valdera.
6.
Op den Uithoorn by Tryntje slov Kise mize moeze Spazie
Doet de Aardappelen Boer op de pov.
Een nieuw lied. Op een wagtend meisje
Op een aangename Wys.
1.
Neen oudje dat doen ik niet ligt, Het was tegen geweeten en pligt, Want om dat verduivelde geld, Zit menig verduiveld bekneld.
2.
Wat nut baat my rykdom en eer, Volg ik u bedervelyke leer.
Dan zoude by vaten wol wyn, Den duivel myn Broeder toch zyn.
3.
Ik leef hier by het vrolyk onthaal, Elk lagt om u vleyende teal, Ik blyf liever een eerlyke Knegt, Wat raakt my wat hy er van zegt.
