• No results found

Een nieuw lied, dat onlangs geschied is · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een nieuw lied, dat onlangs geschied is · dbnl"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

bron

Een nieuw lied, dat onlangs geschied is. z.n., z.p. ca. 1810

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie100nieu01_01/colofon.php

© 2013 dbnl

(2)

1

Een droevig verhaal van een ryke borgers dogter, die met weten van haar ouders, was verlooft aan een onder-stuurman op Oost-Indien;

en terwyl hy op zee was, wilden de ouders haar laten trouwen met een koopmans zoon tot Amsteldam, en hoe droevig het is vergaan.

Te zingen op de wys: De blaauwe vlag die waayt.

LIefde uyt een reyn gemoed, Is het alerbeste goed,

Dat de Menschen kan behagen, Maar zo Min gedwongen word;

Baart het veeltyds droeve plaagen, En doet Ziel en Lyf te kort.

Gelyk als men heeft gezien, Binnen Amsterdam geschien, Van een Dogter fraay van Leden, En haar Ouders welgesteld, Wierd van een Jonkman gevreden, Waar op zy haar zinnen steld.

Deze Jonkman heus van Mond, Bood haar Trouw uyt 's herten grond, Lief verhoort myn droevig klagen, Maar zy heeft tot hem gezeid, Wilt het aan myn Ouders vrage, Dan is vast de knoop geleit

Toen zo ging de Jonkman koen, By de Ouders met fatzoen, Vroeg of hy hem mogt verbinden, Aan haar Dogter reyn van eer:

Dien ik als myn Ziel beminde, Een uw Kind bemind myn weer.

De Ouders met een goed verstand, Zagen Liefde aan weerskant, Zo dat zy het konsenteerden, Te verbinden aan malkaar, Van de Jonkman zy begeerden, Om zyn Reys te nemen waar.

Eer de Trouw geschiede mogt, Moest de Jonkman doen zyn togt, Voor Onder Stuurman door de baren:

(3)

Maar het is niet lang geleen, Naa de Jonkman was op Zee, Komt een Koopmans Zoon getreden, By dees Dogter bied haar Min, En sprak Lief verhoord myn beden, 'k Heb op u gesteld myn zin.

Maar dees Maget wilt verstaan, Wou hem niet ten antwoord staan, 'k Ben verlooft al aan een ander, Om te worden Man en Vrouw, En te trouwen met malkander, Daarom zoekt een aar Juffrouw.

Hoord wat deze Minnaar doet, Sprak haar Ouders aan met spoed, Of hy mogt in Huis verkeeren, En haar Dogter spreken aan, 't Geen de Ouders alzo geeren, Aan hem hebben toegestaan.

Maar wat hy dees Dogter bied.

Het kost haar bekooren niet,

Hy bood haar veel schoon Juweelen, Lief toond myn dog wedermin, Maar zy zei staakt al u streelen, 'k Heb een ander in myn zin.

Deze Minnnaar met 'er daad, Heeft de Ouders zo bepraat:

Op dat hy mogt veel bequamer, By haar komen stil en zagt, En hem lieten in de Kamer, Daar haar Dogter slaapt by nagt.

Toen de Dogter ging na bed, Wist niet van dit boos opzet:

Zo als zy haar lag tot rusten, Komt de Minnaar met een veert, En heeft tegen wil en lusten, Zo haar Maagdenschoot onteerd.

's Morgens als den dag verscheen, Was dees Maget vol geween, Dat haar Eertje was verloren, Door haar Ouders loozen raad, Heeft haar zelven gaan versmoren:

In een Put op heeter daad.

(4)

2

De Minnaar hoorden dit katyf, Had berouw van zyn bedryf, Is ten Landen uyt gaan vlugten, Riep wat droefheid baard de Min, Ik zal tot myn einde zugten Gaan, daar ik geen Menschen vin.

En de Ouders allebey, Zitten nu in droef geschrey, Wie weet hoe het zal afloopen, 't Is haar schuld zy staan verstomt, Ligt dat zy de dood bekoopen, Eer haar regte Sterf-uur komt.

Daarom Ouders allegaar, Hebt gy Kinders zorgt voor haar, Als zy zyn verlooft tot Trouwen, Gunt dat haar den Echt geniet, Dat het u niet mag berouwen, Neemt Exempel aan dit Lied.

E Y N D E .

Een nieuw lied, dat onlangs geschied is.

Op een lugtige mooye wys.

VRienden luystert na dit lied;

Wat dat ik u zal gaan zinge, Hy ja falderalderaldera:

Het is al van een Colleteur, Die nu zit in het getreur,

Van toereloerela, Zingen wy in Gloria.

Uyt zijn huys is hy getreen;

Om het Landsgeld te betalen, Heyja ja falderaldera:

Maar toen hy ter plaatse quam, Men geen Geld by hem vernam, Van toereloerela, zinge wy in Gloria.

Maar wat dat mij toen vernam, Hy ging zijn eygen Lighaam snye;

Heyja ja falderaldela,

Hy gaf hem veel wonden rood,

(5)

Van toereloerela, zingen wy in gloria.

En nou zit gy in 't verdriet, En moet uyt 't Land gaan vlugten, Heyja falderaldela,

Ia nou zit gy in 't geween, En word verstooten van ieder een;

Van toereloerela, zingen wy in gloria.

Oorlof Collecteurtjes al, Wilt beter op uw zaken passen;

Heyja falderaldera,

So raakt gy niet in 't verdriet, Gelijk als hem nu is geschied;

Van toereloerela, zingen wy in gloria.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zou ik van myn twintig jaaren, Zitten in 't kinder geschrei, En voor vrouw en kinders sparen, Neen viva de Libertyd,3. 'k wil met plaisieren, eerst nog wat zwiere En myn hart

Naar de Kolonies heen, Wy gaan vol moed van wal, En als men weer komen zal, Zyn onze Schepen weer ryk gelaan.. Gaan wy, het zal

6 Ik was eerst van zints na kooy te gaan Maar ik kreeg nog trek om eens te rooken, Zaa Jonge geeft myn de pyp eens aan, Myn Heer die heb ik zoo gebrooken, Dogt ik het niet jou

Naar de Kolonies heen, Wy gaan vol moed van wal, En als men weer komen zal, Zyn onze Schepen weer ryk gelaan.. Gaan wy, het zal

Of minneklagt, van een jonge dochter welke van haar minnaar bevrugt was, en toen haar heeft verlaaten.1. Een

Daar stond de Stoom weer stil, Wat of de Stuurder ondernam, De Stoom die toch niet verder kwam, Men trok, een elk deed zyn best,. En werkten als de Paarden, Stap, stap in

Een jongman praat veel wonder zoet, Maar het is zomtyds daarom, Dat hy dan eerst zyn listval doet, En plukt de maagdeblom,. Want dat de maagd er na beklaagd, Men vint er hier als

Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar te zoeken... Een nieuw lied van een meisje, die naar het slagveld ging, om haar minnaar