Vraag nr. 156 van 6 juli 2000
van de heer JAN LOONES
Decreet sportdiensten – Kustgemeenten
De vertegenwoordigers van het regionaal overleg van sportfunctionarissen van de kustgemeenten (Sportoverleg Kust - SOK) waren aandachtige toe-hoorders bij de toespraken die de minister hield ter gelegenheid van de voorstelling van het eindrap-port inzake de evaluatie van de werking en uitvoe-ring van het decreet van 5 april 1995 (14 maart 2000 - Markiesgebouw Brussel) en ter gelegenheid van het congres van het ISB, het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid (29 maart 2000 – Paleis voor Congressen).
Ze stelden – tot hun genoegen – vast dat de mi-nister in beide gevallen telkens de kustgemeenten als aparte groep vermeldde.
SOK vond deze uitspraken van de minister daaren-boven verantwoord, aangezien de kustgemeenten inderdaad als een apart geval moeten beschouwd w o r d e n , gezien de gevoelige stijging van de bevol-king tijdens de vakantieperioden (tot 7 à 8 maal het oorspronkelijke aantal inwoners tijdens juli en augustus) en tijdens de weekends. De aangroei be-treft daarenboven een actief en sportief publiek, dat zich vaak richt tot de sportdienst.
Gesterkt door deze ministeriële toespraken, h e e f t SOK (dat de volledige kuststrook vertegenwoor-digt) in een nota aan de minister een aantal voor-stellen geformuleerd omtrent de aanpassing en uit-voering van het decreet.
1. Werden de voorstellen van SOK reeds onder-zocht ?
Zo ja, met welk resultaat ?
2. Wordt er overleg in het vooruitzicht gesteld over de voorstellen van SOK ?
Antwoord
1. Aangezien op basis van het decreet van 1995 houdende de erkenning en subsidiëring van de gemeentelijke sportdiensten, de provinciale sportdiensten en de sportdienst van de V l a a m s e Gemeenschapscommissie (VGC) nog niet de helft van de gemeenten worden erkend en ge-s u b ge-s i d i e e r d , heb ik het initiatief genomen om een werkgroep op te starten voor de aanpassing
van dit decreet. Tegen einde oktober zal deze werkgroep een visietekst voorleggen.
In deze werkgroep werd de specifieke situatie van de kustgemeenten besproken. Zonder voor-uit te willen lopen op de visietekst van de werk-g r o e p, deel ik reeds mee dat, naast de kustwerk-ge- kustge-m e e n t e n , ook andere gekustge-meenten specifieke okustge-m- om-standigheden kunnen aanhalen waarmee reke-ning moet worden gehouden (bv. andere toeris-tische centra, u n i v e r s i t e i t s s t e d e n ,… ) . B i j g e v o l g dient deze problematiek in een breder perspec-tief te worden bekeken en wordt nagegaan via welke eenvoudige subsidiëringsmodaliteiten re-kening kan worden gehouden met deze situaties. 2. De werkgroep werd samengesteld uit
vertegen-woordigers van alle geledingen die in het de-creet opgenomen zijn, met name : ISB en V V S G ( g e m e e n t e n ) , VVP (provincies) en VGC (Brus-s e l ) . (VVSG : Vereniging van Vlaam(Brus-se Steden en Gemeenten ; VVP : Vereniging van Vlaamse Pro -vincies – red.)
Bijgevolg kunnen alle voorstellen en grieven via deze vertegenwoordiging naar voren worden gebracht.