Vraag nr. 159 van 3 juli 2000
van de heer JAN LOONES
Militaire domeinen – Bouwvergunningen
Er bestaan nogal wat conflicten inzake enerzijds werkelijke bestemming en gebruik van militaire domeinen en anderzijds gewenste ruimtelijke orde-ning van diezelfde domeinen.
Nog moeilijker wordt het wanneer diezelfde mili-taire domeinen bovendien vallen onder een be-schermingsmaatregel in het kader van de wetge-ving op monumenten en landschappen, of in het kader van de wetgeving op het natuurbehoud, zoals bijvoorbeeld het duinendecreet.
Terwijl de militaire overheden voorhouden dat de federale wetgeving primeert, houden de V l a a m s e overheden voor dat de wetgeving op de ruimtelijke o r d e n i n g, op monumenten en landschappen, of op het natuurbehoud primeert.
Bij besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 (artikel 3) wordt, wat de stedenbouwkundige vergunningen betreft, blijkbaar een oplossing ge-boden.
Er is geen bouwvergunning nodig voor bouwwer-ken in militaire domeinen, voorzover de betrokbouwwer-ken bouwwerken van militair-strategisch belang zijn, e r een overeenkomst is tussen de minister van Lands-verdediging en de minister bevoegd voor Ruimte-lijke Ordening en de bouwwerken niet gelegen zijn in een beschermd of voorlopig beschermd land-schap.
1. Werd het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 overlegd met de militaire overhe-d e n , of ooroverhe-deelt overhe-de minister overhe-dat overhe-dergelijk over-leg niet nodig is ?
2. Kan de minister een overzicht geven van de bouwwerken en installaties die, in het kader van het recente besluit van 14 april 2000, o n r e g e l-matig zijn ?
3. Wat is de situatie op dat vlak van de militaire domeinen in Lombardsijde en in Koksijde ? 4. Welke maatregelen neemt de minister
eventu-eel om de wettelijkheid te herstellen ?
5. Wordt in dit verband gedacht aan overgangs-m a a t r e g e l e n , bijvoorbeeld voor de caovergangs-mpings op de militaire domeinen van Lombardsijde en
Ko k s i j d e, naar analogie van de overgangs-maatregelen van de minister van Toerisme voor de overige campings ?
Antwoord
Het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 werd niet overlegd met de militaire overhe-d e n . Wel is er onoverhe-der mijn voorganger een aantal malen overleg geweest met de militaire overheid om te komen tot een protocol Defensie-Ruimtelij-ke Ordening. Hierdoor was de visie van de militai-re overheden bekend.
De tekst van het besluit van de Vlaamse regering is trouwens grotendeels gelijk aan die van het Wa a l s G e w e s t . Het besluit van de Waalse regering van 10 juni 1999 tot bepaling van de lijst van handelingen en werken waarvoor de stedenbouwkundige ver-g u n n i n ver-g, het eensluidend advies van de ver-gemachtiver-g- gemachtig-de ambtenaar en gemachtig-de megemachtig-dewerking van een archi-tect niet vereist zijn, heeft in de code Wallon artikel 262 aangepast:
"Handelingen en werken waarvoor de stedenbouw kundige vergunning niet vereist is. A r t . 2 6 2 . Vo o r zo -ver de hierna -vermelde handelingen en werken geen afwijking van de wettelijke, decretale of regelgeven -de bepalingen inhou-den, is -de ste-denbouwkundige vergunning niet vereist: (...)
9° het optrekken van gebouwen op militaire domei n e n , op voorwaarde dat die gebouwen van strate -g i s ch belan-g zijn en waarvan de lijst van een visum is voorzien door een protocol tussen de Minister van Landsverdediging en de Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ord e n i n g,- " (vertaling verschenen in Belgisch Staatsblad).
en Ruimtelijke Ordening van donderdag 8 juni 2000 (Handelingen C183 van 8 juni 2000, blz. 1-4). Wel dient een onderscheid te worden gemaakt tus-sen de situatie in Lombardsijde en die in Koksijde. De feitelijke campinguitbating in Lombardsijde is gelegen in natuurgebied en valt theoretisch onder toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 2000 (Belgisch Staatsblad van 22 augus-tus 2000), dat een voorwaardelijke overgangsrege-ling voor bestaande zonevreemde campings heeft i n g e v o e r d . Het betrokken gebied komt echter, gelet op zijn ligging die aansluit bij het op V l a a m s niveau structurerend duinengebied, naar alle waar-schijnlijkheid niet in aanmerking voor een planwij-z i g i n g. Eventuele maatregelen planwij-zijn evenwel afhan-kelijk van het verstrijken van de in voormeld be-sluit opgenomen termijnen en worden in eerste in-stantie overlegd met Toerisme Vlaanderen.