• No results found

Vraag nr.422van 14 september 2000van de heer JAN LOONES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.422van 14 september 2000van de heer JAN LOONES"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 422

van 14 september 2000 van de heer JAN LOONES Redeboten – Operationaliteit

Recentelijk werden twee nieuwe redeboten in ge-bruik genomen. Het zou hier gaan om technologi-sche hoogvliegers die een nieuw tijdperk voor de beloodsing kunnen inluiden.

Nochtans werd, na de ingebruikname van deze snelle redeboten, kritiek geuit, onder meer op de toewijzing van de opdracht en de technische eigen-schappen van de boten. Zo zouden de werven die de redeboten bouwden en optuigden te weinig er-varing hebben. Bovendien zou er op technisch vlak een en ander mank lopen (een vernielde motor en scheuren in de spanten) en zouden de boten inzake zichtbaarheid en veiligheidsvoorzieningen gebre-ken vertonen.

De administratie beoordeelt de kritiek als over-trokken en stelt dat er bij elk nieuw schip kinder-ziekten zijn. Anderzijds werd wel toegegeven dat er gebreken waren, die echter allemaal onder de waarborg (1 jaar) vallen.

1. Wat is er uiteindelijk aan van de kritiek op de twee nieuwe redeboten ?

2. Zijn er nog investeringen in dezelfde of in ande-re boten voor de loodsen gepland ?

Antwoord

1. Voor de bouw van de snelle redeboten werd een algemene offerte met Europese bekendmaking uitgeschreven.

De ingediende offertes werden onderzocht door een beoordelingscommissie waarin afgevaardig-den zetelafgevaardig-den van de afdelingen V l o o t , S c h e e p-vaartbegeleiding en Loodswezen van de admi-nistratie Waterwegen en Zeewezen. Op grond van het advies van deze commissie werd de meest voordelige offerte in aanmerking geno-men en werd de opdracht toegekend. Tijdens de bouw werd ook rekening gehouden met de ad-viezen van een begeleidende gemengde werk-groep van bemanning, gebruikers (afdeling Loodswezen en loodsen) en de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming (IDPB) van het Vlaams Gewest.

Deze werkgroep is ook betrokken geweest bij de proefvaarten, waaruit nog enkele verbete-ringswerken resulteerden. Dezelfde werkgroep heeft een gelijklopende invloed gehad op de comfortaspecten.

Tijdens de nog lopende waarborgperiode van één jaar zijn er een aantal gebreken aan het licht gekomen en bijgestuurd. Daarbij was even-wel geen sprake van een vernielde motor, n o c h van scheuren in de spanten.

Momenteel zijn er nog een aantal klachten en reserves van de loodsen die vooral met het com-fort en de gebruiksomstandigheden op zee te maken hebben. Deze problemen en mogelijke oplossingen worden momenteel onderzocht. 2. Momenteel zijn er geen concrete plannen voor

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Dirk van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening

In het kader daarvan heeft het dagelijks bestuur van de Vlaamse Raad voor het Toerisme een memo "Toerisme onderwijs en onderzoek op aca- demisch niveau in

Op heden werd ik echter nog niet in kennis gesteld van een "masterplan" van de Campingfederatie C K V B, noch van enige vraag om dit masterplan te subsidiëren met

Na een unaniem advies van de Vlaamse Raad voor het Toerisme (19 mei 1999) en van het Te c h n i s c h Comité van de Openluchtrecreatieve Ve r b l i j v e n (26 mei 1999) om de

Aangezien daardoor ook heel wat elementen van het voorwaardenscheppend beleid van belang voor toerisme federale be- voegdheid zijn gebleven, doet zich de nood voor aan

Enerzijds vindt de campingsector dat de uitbating van vaste plaatsen op kampeerterreinen een nood- zaak is en blijft ; anderzijds is de sector toch van oordeel dat de diverse

Een diepgaand onderzoek naar de eisen van de markt is nochtans noodzakelijk, met het oog op de ontwikkeling van de sector in al zijn aspecten : d e beeldvorming over de

Indien de federale regering overgaat tot het ver- lenen van een domeinconcessie op zee voor de installatie en de exploitatie van een windmolen- p a r k , ben ik van oordeel dat er