• No results found

Vraag nr. 11 van 14 december 2000 van de heer JAN LOONES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 11 van 14 december 2000 van de heer JAN LOONES"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 11

van 14 december 2000 van de heer JAN LOONES Campings – Groensubsidies

Uit vele bevragingen blijkt dat toeristen op cam-pings zeer gevoelig zijn voor groenaanleg op en rond de terreinen. Vooral het gebrek aan onderlin-ge afscherming van de percelen door groenaan-planting wordt door hen als een minpunt be-schouwd (Campingfederatie CKVB – Ja a r b o e k 2000).

Het zijn vooral de campings aan de Kust die met dit probleem worden geconfronteerd, en dit om verschillende redenen.

Er is de kostprijs van de gronden, wat de uitbater dwingt tot een politiek van minimale plaatsen in o p p e r v l a k t e, met als gevolg dat wordt gekozen voor het opstellen van de verblijven in rechte lij-n e lij-n , met weilij-nig ruimte voor groelij-n. Bovelij-ndielij-n is er de voor de beplanting destructieve invloed van de steeds aanwezige zeewind, alhoewel een aantal groensoorten toch goed gedijt in kuststreken. D e voornaamste reden echter voor het ontbreken van groen is het onderhoud, dat arbeidsintensief en duur is.

De sector wil de uitbaters motiveren voor groen-aanleg door een stimulerende maatregel via het premiebesluit.

Na een unaniem advies van de Vlaamse Raad voor het Toerisme (19 mei 1999) en van het Te c h n i s c h Comité van de Openluchtrecreatieve Ve r b l i j v e n (26 mei 1999) om de lijst van werkzaamheden die voor een premie in aanmerking komen uit te brei-den met twee rubrieken, enerzijds onroerende, s p o r t- en spelinfrastructuur voor kinderen, en an-derzijds groenaanplanting binnen het terrein, h e e f t de toenmalige Vlaamse overheid op 8 juni 1999 – in tegenstelling tot rubriek één – de groenaan-planting binnen het terrein niet in aanmerking ge-nomen voor subsidiëring.

Nochtans vormen deze aanplantingen een belang-rijke rol in de kwaliteitsverbetering van de sector. Bovendien zouden veel groenaanplantingen niet alleen de aantrekkelijkheid van de campings ver-h o g e n , maar er ook voor zorgen dat ze minder op-vallen in grote open ruimten.

1. Werd het destijds unaniem advies van de Vlaamse Raad voor het Toerisme en het Te c h-nisch Comité de Openluchtrecreatieve Ve r b l i

j-ven om "groenaanplantingen binnen het ter-rein" toe te voegen aan de lijst van door de Vlaamse overheid gesubsidieerde werkzaamhe-d e n , werkzaamhe-door werkzaamhe-de minister reewerkzaamhe-ds geëvalueerwerkzaamhe-d ? Met welke conclusies ?

Hoe staat de minister tegenover de beslissing van de toenmalige Vlaamse overheid (8 juni 1999) om dit advies niet te volgen ?

2. Wordt er beleidsmatig van uitgegaan dat groen-aanleg op kampeerterreinen nodig is in het kader van een algemene kwaliteitsverbetering van de sector ?

3. Wordt in dat opzicht de toenmalige beslissing van de Vlaamse overheid dan ook herzien en de gevraagde subsidie alsnog toegekend ?

Antwoord

1. De motivering van de vorige Vlaamse regering om groenaanplantingen niet in deze lijst van subsidiabele werken op te nemen, is mij niet be-k e n d , zodat het niet mogelijbe-k is er een uitspraabe-k over te doen.

Voorts werd er nog niet overgegaan tot een glo-bale evaluatie van de adviezen uitgebracht door de Vlaamse Raad voor het Toerisme en het Technisch Comité van de Openluchtrecreatieve Verblijven aan de vorige Vlaamse regering. 2. Uit de reeds goedgekeurde premiedossiers

blijkt dat wanneer groenaanplantingen worden gebruikt als afsluiting van een camping of kam-p e e r v e r b l i j f kam-p a r k , de aankookam-p en aanleg ervan reeds worden gesubsidieerd met toepassing van de rubriek "afsluitingen" van het kampeerpre-miebesluit.

Campings genieten dus reeds gedeeltelijk groensubsidies.

Kamperen is een toeristische verblijfsactiviteit die in ideale omstandigheden het best in een rustige en groene omgeving plaatsvindt. Een de-gelijke groenaanleg zal dan ook de aantrekke-lijkheid ervan verhogen en bijdragen tot een kwalitatief kampeertoerisme.

(2)

en de hygiëne op de terreinen voor openlucht-recreatieve verblijven.

Tijdens de periode 1995-2000 werd afgerond 135 miljoen frank aan subsidies vastgelegd voor 215 goedgekeurde premieaanvragen. Dit komt overeen met een gemiddelde subsidie van onge-veer 628.000 frank per aanvraag en een totale eigenlijke investering in het kampeertoerisme van ruim 450 miljoen frank.

3. Het campingdecreet laat toe om, op advies van het Technisch Comité van de Openluchtrecre-atieve Verblijven en de Vlaamse Raad voor het To e r i s m e, de modaliteiten van het kampeerpre-miebesluit te evalueren en eventueel bij te stu-ren.

Momenteel geef ik nog de voorkeur aan de toe-kenning van premies om de aanleg en de uit-rusting van campings mogelijk te maken op grond van de bepalingen van het huidig kam-peerdecreet en subsidiebesluit, met het oog op het afleveren van de broodnodige vergunnin-gen, die al jaren op zich laten wachten.

Daarna ben ik bereid om de gehele premierege-ling in zijn totaliteit te bekijken en te evalueren met het oog op een eventuele bijsturing.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de woning standaard wordt opgeleverd zonder tegelwerk, en daarmee niet onder de verantwoording van de ondernemer zal worden aangebracht, is deze uitgesloten van de

Omdat onze bisschoppen hebben voorgeschreven dit jaar op Kerstavond geen vieringen in de kerk te houden, willen we die mensen tegemoet komen, die ons een misintenties voor die

De vieringen op kerstavond en in de kerstnacht zijn niet publiek toegankelijk, maar zullen wel plaatsvinden en door vele parochies worden uitgezonden via de live stream en ook op

Myriam zegt over de retraite: “Op de vraag van de zoekende mens, geeft Jezus een ontwapenend antwoord: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’ Die uitnodiging klinkt ook voor

Indien de woning standaard wordt opgeleverd zonder tegelwerk, en daarmee niet onder de verantwoording van de ondernemer zal worden aangebracht, is deze uitgesloten van de

▪ Aan het inschrijfformulier kunnen door partijen geen rechten en/of plichten worden ontleend, zowel de ingeschrevene als de verkoper verplicht zich niet tot koop of verkoop.. ▪

„werkgever" door „onderneming" of „bedrijf", dan strookt de opvatting van het Hof geheel met de strekking van die van KOSTERS en van de Nederlandsche

Op sommige speelpleinen waarbij aanwezigheden niet vooraf moeten worden doorgegeven, wordt wel expliciet in de promofolder/op de website vermeld dat kinderen die bijzondere