• No results found

Vraag nr.313van 22 september 2000van de heer JAN LOONES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.313van 22 september 2000van de heer JAN LOONES"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 313

van 22 september 2000 van de heer JAN LOONES Visserij – Vlootbeleid

Sinds geruime tijd voert Europa een politiek van vlootafbouw in de Noordzee. Die politiek wordt onder meer gesteund door de Groene partijen, d i e een verdere inkrimping van de vissersvloot in de Noordzee vragen. Tijdens een tweedaags congres van de Noordzeegroenen in Oostende verdedigden ook Vlaamse politici dit standpunt.

Vlootafbouw zou vooral dienen te gebeuren door de subsidiëring van de industriële visserijschepen af te schaffen. De Belgische vloot zou dan echter wel voldoende zijn uitgedund, zodat er geen verde-re afbouw meer nodig is.

1. Welk beleid wordt thans gevoerd binnen de Vlaamse bevoegdheden die van invloed kunnen zijn op een eventuele afbouw van de vloot ? 2. In welke mate kan de minister haar standpunt

kenbaar maken of invloed uitoefenen op Euro-pees niveau ?

Antwoord

1. Het visserijbeleid binnen de Vlaamse bevoegd-h e d e n , dit wil zeggen bevoegd-het investeringsbeleid, i s afgestemd op het federale vlootbeleid.

Dit vlootbeleid is in overeenstemming met het Meerjarig Oriëntatieprogramma (MOP IV) voor België en noodzaakt geen verdere inkrim-ping van de vloot.

Ten slotte dient opgemerkt te worden dat, in te-genstelling tot de ons omringende landen, er in de Belgische vloot geen "industriële visserij-schepen" aanwezig zijn ; de Vlaamse rederijen zijn familiale bedrijven, met over het algemeen slechts één vissersvaartuig, met twee tot zes be-manningsleden.

2. Aangezien de bevoegdheid van onderhandelen op Europees niveau vooralsnog een federale bevoegdheid is, wordt hiervoor contact opgeno-men met de bevoegde federale minister. H e t v i s s e r i j b e l e i d , en meer bepaald het vloot- en q u o t a b e l e i d , is in hoofdzaak een federale aange-l e g e n h e i d . Het behoort tot categorie I, z o d a t voor de Vlaamse minister bevoegd voor de vis-serij zelfs geen assessorrol is weggelegd bij

mi-nisterraden en overleg met de Europese Unie ( E U ) . De Vlaamse minister kan dus slechts zeer onrechtstreeks haar standpunt kenbaar maken op het Europees niveau.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

H e t instituut zou subsidiair zelf de nodige initiatieven kunnen ontwikkelen en worden uitgebouwd tot een hoogwaardige mediatheek voor journalistiek en media.. Bovenal zou

Nochtans werd, na de ingebruikname van deze snelle redeboten, kritiek geuit, onder meer op de toewijzing van de opdracht en de technische eigen- schappen van de boten.. Zo

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Dirk van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening

In het kader daarvan heeft het dagelijks bestuur van de Vlaamse Raad voor het Toerisme een memo "Toerisme onderwijs en onderzoek op aca- demisch niveau in

Op heden werd ik echter nog niet in kennis gesteld van een "masterplan" van de Campingfederatie C K V B, noch van enige vraag om dit masterplan te subsidiëren met

Enerzijds vindt de campingsector dat de uitbating van vaste plaatsen op kampeerterreinen een nood- zaak is en blijft ; anderzijds is de sector toch van oordeel dat de diverse

Vlaams minister van Financiën en Begroting, I n n o- vatie, Media en Ruimtelijke Ordening.

Bij ontvangst hiervan zal ik de gevraagde