Westerbork, Hoofdstraat 48
Gemeente Midden-Drenthe (Dr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek
Steekproefrapport 2009-03/18
Westerbork, Hoofdstraat 48 Gemeente Midden-Drenthe (Dr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek
Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs Steekproefrapport 2009-03/18 ISSN 1871-269X
auteurs: P. Lunshof &
drs. C. Tulp (senior archeoloog)
authorisatie: dr. J. Jelsma (senior archeoloog)
De Steekproef werkt volgens KNA 3.1.
Foto’s en tekeningen zijn gemaakt door de Steekproef b.v., tenzij anders vermeld.
© De Steekproef b.v., Zuidhorn, april 2009 Niets uit deze uitgave mag worden
vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder bronvermelding.
De Steekproef b.v. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade
voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.
De Steekproef b.v.
Archeologisch Onderzoeks- en Adviesbureau Hogeweg 3
9801 TG Zuidhorn
telefoon 050 - 5779784
fax 050 - 5779786
internet www.desteekproef.nl e-mail info@desteekproef.nl
kvk 02067214
Inhoud
Samenvatting
1. Inleiding...1
• 1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.1 LS01)...1
• 1.2 Locatie en administratieve gegevens (KNA 3.1 LS01, LS02)...2
2. Bureauonderzoek...3
• 2.1 Bronnen...3
• 2.2 Fysische geografie (KNA 3.1 LS04)...4
• 2.3 Archeologie (KNA 3.1 LS04)...5
• 2.4 Historische geografie (KNA 3.1 LS03)...5
• 2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.1 LS05)...7
3. Veldonderzoek...8
• 3.1 Plan van Aanpak veldonderzoek (KNA 3.1 VS01)...8
• 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03)...8
4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07)...10
Appendix I: Archeologische periodes
Appendix II: Kaart met bekende archeologische waarden Appendix III: Essen-kaart
Appendix IV: Boorbeschrijvingen volgens Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode
Samenvatting
Op 24 maart 2009 heeft aan de Hoofdstraat te Westerbork, gemeente Midden- Drenthe, provincie Drenthe, een inventariserend archeologisch veldonderzoek plaatsgevonden. Aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen aanleg van een parkeergarage en nieuwbouw. Doel van het onderzoek is vast te stellen of er in het plangebied archeologische waarden aanwezig zijn. Het onderzoek bestaat uit een bureau- en een veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Tijdens het veldonderzoek zijn zes boringen geplaatst om archeologische indicatoren op te sporen en om de gaafheid van de bodem te bepalen.
In ARCHIS zijn geen archeologische vondsten gemeld uit het
plangebied. De podzolbodem is niet meer intact. Tijdens het veldonderzoek zijn geen archeologische indicatoren waargenomen. Het advies luidt daarom geen nader archeologisch onderzoek te laten uitvoeren.
Figuur 1: Westerbork, Hoofdweg 48: de ligging van het plangebied is met een rode cirkel en pijl aangegeven. [Naar: ANWB 2004. Topografische Atlas Drenthe 1:25.000. ANWB bv, Den Haag. Een vierkant grid is een vierkante kilometer.]
1. Inleiding
1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.1 LS01)
In opdracht van BügelHajema Adviseurs, vertegenwoordigd door
mevrouw M.E. Plantenga, is een terrein aan de Hoofdstraat 48 te Westerbork, gemeente Midden-Drenthe, onderzocht op het voorkomen van archeologische waarden (zie Figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is de geplande aanleg van een parkeergarage in het zuiden van het terrein en de bouw van drie huizen in het noorden. Verdere nieuwbouw valt binnen de bestaande
bebouwing. De hiermee gepaard gaande graafwerkzaamheden zullen eventueel aanwezige archeologische grondsporen verstoren. De geplande
verstoringsdiepte van de parkeergarage is circa 3,25 meter.
Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek middels grondboringen. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een archeologisch verwachtingsmodel van het gebied aan de hand van beschikbare fysisch-geografische, archeologische en historisch- geografische informatie. Tijdens het veldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst. Het doel van het veldonderzoek is het vaststellen van de
aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied. Hierbij wordt gekeken naar de bodemopbouw, de mate waarin deze intact is en naar het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals aardewerk, metalen voorwerpen, bouwmateriaal, bewerkt en verbrand bot en houtskool.
Figuur 2: Westerbork, Hoofdweg 48: foto's van het plangebied. De linkerfoto, vanuit het oosten richting het zuidoosten genomen, laat de huidige bebouwing zien. De rechterfoto is uit het oosten genomen richting het noordwesten. Het
plangebied beslaat het huidige gebouw, het parkeerterrein en het grasveld rechts op de foto.
1
1.2 Locatie en administratieve gegevens (KNA 3.1 LS01, LS02)
Het plangebied bevindt zich aan de oostzijde van Westerbork, gemeente Midden-Drenthe (zie Figuur 1). De zuidwestelijke begrenzing wordt gevormd door de Hoofdstraat, terwijl de Wilhelminastraat de zuidoostelijke grens van het terrein is. De noordoostelijke grens is het perceel van Wilhelminastraat nummer twee.
Het terrein heeft een grootte van 0,65 hectare. Ten tijde van het veldwerk was het terrein in gebruik als parkeerterrein van restaurant Meursinge met in het noorden een grasveld (zie Figuur 2). De geplande nieuwbouw van het restaurant blijft binnen de begrenzing van het huidige pand. Voor een overzicht van de administratieve gegevens wordt verwezen naar Tabel 1.
Tabel 1: Westerbork, Hoofdstraat 48: administratieve gegevens van het onderzoek.
Provincie Drenthe
Gemeente Midden-Drenthe
Plaats Westerbork
Toponiem Hoofdstraat 48
Kaartblad 17B
Coördinaten hoekpunten plangebied
NW - 237,732/541,023 NO - 237,790/540,996 ZW - 237,677/540,939 ZO - 237,762/540,897
Bevoegd gezag Gemeente Midden-Drenthe (adviseur voor bevoegd gezag Drents Plateau)
Opdrachtgever BügelHajema Adviseurs
ARCHIS CIS-code 34243
ISSNnr. 1871-269X
Steekproef projectcode 2009-03/18
Oppervlakte Circa 0,65 hectare
NAP hoogte maaiveld 17,5 meter
Maximale diepte onderzoek 120 cm onder maaiveld Uitvoering veldwerk 24-03-2009
Beheer en plaats documentatie
De Steekproef bv / Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten / Noordelijk Archeologisch Depot te Nuis / Drents Plateau / E-depot
2
2. Bureauonderzoek
2.1 Bronnen
Tijdens het bureauonderzoek is de bestaande relevante kennis van de
onderzoekslocatie verzameld. Daartoe zijn de in Tabel 2 weergegeven bronnen geraadpleegd. Aan de hand van het bureauonderzoek is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld.
Tabel 2: Westerbork, Hoofdstraat 48: gebruikte bronnen en kaarten.
Actueel Hoogtebestand Nederland
ANWB, 2004. Topografische Atlas Drenthe 1:25000. ANWB bv, Den Haag, p.40.
Brongers, J.A. 1976. Air Photography and Celtic Field Research in the Netherlands. ROB, Nederlandse Oudheden 6, Amersfoort.
Centraal Archeologisch Archief (CAA) en Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) [ARCHIS].
Essen-kaart Drenthe [ARCHIS]
http:\\earth.google.com
Indicatieve Kaart Archeologisch Waarden (IKAW)
Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA) versie 3.1. College voor de Archeologische Kwaliteit (www.sikb.nl)
Nijland, G., R.J. de Lange en J.C. Smittenberg 1982. Milieukartering Drenthe 1974-1978. III Fysische Geografie.
Bijlage II: Fysisch Geografische Kaart van Drenthe schaal 1:50000. Rapport Provinciale Planologische Dienst van Drenthe, Assen, blad 5.
Rijks Geologische Dienst, 1979. Geologische Kaart van Nederland 1:50000. Blad 17 West Emmen. Haarlem, Rijks Geologische Dienst, Haarlem.
Spek, T. & A. Ufkes. 1995. Archeologie en Cultuurhistorie van Essen in de Provincie Drenthe. Inventarisatie, Waardering en Aanbevelingen ten behoeve van het Stimuleringsbeleid Bodembeschermingsgebieden.
Wageningen/Groningen.
Stichting voor Bodemkartering, 1978. Bodemkaart van Nederland 1:50000. Blad 17 West Emmen. StiBoKa, Wageningen.
Stichting voor Bodemkartering, 1978. Geomorfologische Kaart van Nederland 1:50000. Blad 17 en 18 Beilen/Roswinkel. StiBoKa, Wageningen.
12 Provinciën. 2006/2007. Atlas van Topografische Kaarten. Nederland 1955-1965. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer, k.75.
12 Provinciën. 2005. Luchtfoto Atlas Drenthe 1:14 000. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer, p.98.
Uitgeverij Nieuwland, 2006. Grote Historische Topografische Atlas ±1898-1928. Drenthe 1 : 25 000. Uitgeverij Nieuwland, Tilburg, k.205.
Versfelt, H.J. & M. Schroor, 2001. De Franse Kaarten van Drenthe en de Noordelijke Kust. 1811-1813. Heveskes Uitgevers, Groningen/Veendam, k.13.
Versfelt, H.J. & M. Schroor, 2005. De Atlas van Huguenin: Militair-topografische Kaarten van Noord-Nederland 1819- 1829. Heveskes Uitgevers, Groningen/Veendam, k.48.
Versfelt, H.J. 2004. Kaarten van Drenthe 1500 - 1900. Heveskes Uitgevers, Groningen.
Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1990. Grote Historische Atlas van Nederland deel 2: Noord-Nederland 1851-1855, schaal 1:50000. Wolters-Noordhoff, Groningen, k.83.
www.watwaswaar.nl
3
2.2 Fysische geografie (KNA 3.1 LS04)
Het terrein is op de fysisch-geografische kaart niet gekarteerd wegens ligging binnen de bebouwde kom van Westerbork. Wel ligt er ten noorden van het terrein een gebied met vastgelegde duinen (classificatie fysisch-geografische kaart Ed1: 'E' staat voor eolisch: vormen ontstaan door wind in een gematigd klimaat). Ten oosten van het plangebied is binnen 120 cm onder het maaiveld geen grondmorene of premorenaal zand onder het dekzand aanwezig (Nr1;
'N' staat voor niveo-eolisch: dekzandafzetting zonder grondmorene or premorenaal binnen 120 cm onder het maaiveld). Ten zuidoosten van het plangebied is binnen 120 cm onder het maaiveld geen grondmorene of
premorenaal zand onder het dekzand aanwezig met een cultuurdek dikker dan 40 cm (Nr1a; toevoeging 'a' staat voor cultuurdek dikker dan 40 cm). Volgens de fysisch-geografische kaart ligt zuidelijk van het plangebied een heuvelrug met een 40 tot 120 cm dik pakket dekzand met een cultuurdek dikker dan 40 cm (classificatie fysisch-geografische kaart Gr1na: 'G' staat voor glaciaal met landijsafzettingen of grondmorene binnen 120 cm onder het maaiveld;
toevoeging 'n' staat voor dekzand met een dikte van 40 tot 120 cm).
Ook op de geomorfologische kaart is de bebouwde kom niet gekarteerd.
Ten noorden van het terrein ligt een gebied met lage landduinen en
bijbehorende vlakten en laagten (classificatie geomorfologische kaart 4L8) en ten noordoosten dekzanden, al dan niet bedekt met oud bouwlanddek (4K14).
Aan de zuidkant bevindt zich grondmorene al dan niet met welvingen, bedding met dekzand, zwak golvend en relatief hoog gelegen. Geologisch gezien is het terrein opgebouwd uit een dekzandpakket van minder dan twee meter dik op grondmorene (Formatie van Drenthe, classificatie geologische kaart Dr6).
Op de bodemkaart is de bodem van het plangebied eveneens niet gekarteerd, maar ten noorden en ten zuiden van het terrein bestaat de bodem uit een laarpodzolgrond in leemarm en zwak lemig fijn zand met keileem beginnend tussen 40 en 120 cm diep en dikker dan 20 cm is (classificatie bodemkaart cHn21 met grondwatertrap VI: gemiddeld hoogste
grondwaterstand tussen 40 en 80 cm en gemiddeld laagste grondwaterstand meer dan 120 cm onder het maaiveld). Ten oosten van het terrein bestaat de bodem uit een hoge zwarte enkeerdgrond met leemarm en zwak lemig fijn zand (classificatie bodemkaart zEZ21, eveneens met grondwatertrap VI).
Volgens de kaart van Ufkes & Spek (1995) en de Essen-kaart van Drenthe (ARCHIS) ligt het plangebied niet binnen een es (zie Appendix III).
Volgens het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) ligt Westerbork op een oost-west gelegen zandrug, een uitloper van de Hondsrug.
4
2.3 Archeologie (KNA 3.1 LS04)
Uit het plangebied zijn in het verleden geen meldingen gedaan van vondsten aan het Centraal Archeologisch Archief (CAA) van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). Wel zijn er in de omgeving van het terrein zijn enkele vondstmeldingen bekend. Het plangebied ligt binnen een door het Centraal Monumenten Archief (CMA) aangegeven monument [ARCHIS-nummer 14470]. Het gaat om een terrein van hoge archeologische waarde, namelijk de kern van het oude esdorp Westerbork waar mogelijk sporen van vroegere bewoning uit met name de vroege tot late
middeleeuwen te vinden kunnen zijn. Op ongeveer een kilometer ten oosten van het plangebied zijn sporen van een celtic field of raatakker met mogelijk resten van een nederzetting gemeld, daterend uit de ijzertijd tot romeinse tijd [ARCHIS-nummers 9558 en 34186].
Ongeveer een halve kilometer ten zuidwesten van het plangebied zijn vondsten uit de late romeinse tijd / vroege middeleeuwen en de late
middeleeuwen aangetroffen. Het gaat om fragmenten van keramiek van kogelpotten, steengoed en roodbakkend geglazuurd aardewerk uit de late middeleeuwen tot nieuwe tijd [ARCHIS-nummer 239830] en om
handgevormd aardewerk en een spinklos uit de laat romeinse tijd tot vroege middeleeuwen [ARCHIS-nummer 239833]. Ten noordwesten van het terrein is op een halve kilometer afstand een vondst melding gedaan waar een kan van geglazuurd steengoed uit de nieuwe tijd in bijna complete toestand gevonden is [ARCHIS-nummer 300339].
Verder zijn er op ruim een kilometer ten oosten van het plangebied verschillende vondsten gedaan uit het mesolithicum. Het gaat hier om
vuurstenen werktuigen, kern materiaal en afslagen [ARCHIS-nummer 239840].
Meer zuidelijk gelegen, op ongeveer een kilometer van het plangebied, zijn ook mesolithische vondsten aangetroffen. Hier handelt het om een vuurstenen kling en een afslag [ARCHIS-nummer 239783].
Voor meer details en gegevens over de ligging wordt verwezen naar Appendix II en Tabel 3.
2.4 Historische geografie (KNA 3.1 LS03)
In de historische atlassen (zie Figuur 3) is te zien dat het plangebied in ieder geval vanaf het begin van de 19e eeuw al bebouwd was. De Hoofdstraat was toen ook reeds aanwezig. De huidige bebouwing is jonger en er moet daarom rekening worden gehouden met restanten van de eerdere bebouwing op het terrein.
5
Tabel 3: Westerbork, Hoofdstraat 48: overzicht van de ARCHIS-meldingen (voor de dateringen en de ligging wordt verwezen naar Appendix I en II).
ARCHIS-nrs RD-coördinaten Omschrijving Datering CMA
14470/17B-032 237,436/540,938 Kern van oud esdorp. Mogelijk sporen van
vroegere bewoning middeleeuwen
9558/17B-A08 238,720/540,676 Celtic field/raatakker, nederzetting ijzertijd - romeinse tijd CAA
34186 238,700/540,700 Celtic field ijzertijd – romeinse tijd
239783 238,430/540,580 Bewerkt vuursteen: 1 kling en 2 afslagen mesolithicum 239830 237,250/540,600 Scherven aardewerk: 2 kogelpot, onbekend
aantal steengoed en roodbakkend geglazuurd aardewerk
middeleeuwen laat – nieuwe tijd
239833 237,450/540,515 Scherven aardewerk: onbekend aantal handgevormd; 1 spinklos van aardewerk
romeinse tijd laat – middeleeuwen vroeg 239840 238,775/541,300 Bewerkt vuursteen: 12 klingen, 1 boor,
3 schrabbers, 7 kernen, 7 stekers, 72 afslagen, 1 schaaf
mesolithicum
300339 237,500/541,500 Aardewerk: 1 kan van geglazuurd steengoed nieuwe tijd A
Figuur 3: Westerbork, Hoofdweg 48: details van historische kaarten. Linksboven een detail uit de atlas met kaarten uit 1955-1965; rechtsboven is een uitsnede afgebeeld uit de historische atlas met kaarten uit 1898-1928; linksonder een detail uit 1851-1855 en rechtsonder uit de atlas van Huguenin van 1819-1829.
De ligging van het plangebied is met een blauwe cirkel weergegeven.
6
2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.1 LS05)
Volgens de Indicatieve Kaart voor Archeologische Waarden (IKAW) heeft het plangebied een hoge trefkans op archeologische waarden. Uit het plangebied zelf zijn geen archeologische vondsten bekend. Het terrein bevindt zich aan de rand van de dorpskern van het esdorp Westerbork, een gebied dat in ieder geval vanaf de middeleeuwen gebruikt is voor bewoning. Het plangebied bevindt zich buiten de esgronden. De kans op archeologische indicatoren uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd is dus groot. Deze kunnen bestaan uit bouwmateriaal, scherven aardewerk, voorwerpen van metaal, bot, etc.
Ten zuidwesten, zuiden en noordwesten van het plangebied zijn vondsten bekend uit de romeinse tijd tot de late middeleeuwen en nieuwe tijd. Ten oosten van het plangebied zijn verschillende vondsten uit de steentijd en ijzertijd bekend. Het betreffen vondsten die wijzen op bewoningsactiviteiten:
bewerkt vuursteen en een celtic field. Er moet daarom in het plangebied rekening worden gehouden met de aanwezigheid van archeologische
indicatoren uit deze perioden. Deze kunnen bestaan uit scherven aardewerk, houtskoolconcentraties, bewerkt of verbrand vuursteen en voor de
metaaltijden bijvoorbeeld voorwerpen van metaal of restanten van metaalbewerking.
Behalve huisaansluitingen en leidingen die direct aan de weg lopen, laat de informatie van de KLIC geen leidingen zien in het plangebied. De te verwachten verstoringen zullen te maken hebben met de aanleg van het parkeerterrein en mogelijk de eerdere bebouwing.
7
3. Veldonderzoek
3.1 Plan van Aanpak veldonderzoek (KNA 3.1 VS01)
Voor het inventariserende booronderzoek (verkennende fase) is gebruik gemaakt van een edelmanboor met een diameter van twaalf centimeter. Op deze wijze is bepaald in welke mate de bodem intact is en wat de kans is op archeologische lagen en/of grondsporen. Conform eisen van de provincie Drenthe zijn minimaal zes boringen per hectare uitgevoerd, met een minimum van zes boringen per plan. De opgeboorde grond is gezeefd op een 4 mm zeef en bekeken op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Daarnaast zijn de diepte, lithologie en kleur (m.b.v. Munsell) bepaald alsmede alle overige bijzonderheden en archeologische indicatoren zoals houtskool, bewerkt of verbrand vuursteen, aardewerk, etc. De diepte van de boringen varieert van 85 tot en met 120 cm onder het maaiveld. De boorlocaties zijn ingemeten aan de bestaande bebouwing.. Van alle boringen zijn de RD-coördinaten bepaald met behulp van GPS (zie Figuur 4). De hoogten van de boorlocaties zijn met behulp van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) bepaald. Voor de NAP-hoogtes en de RD-coördinaten van de afzonderlijke boorpunten wordt verwezen naar de boorstaten en boorbeschrijvingen in Appendix III.
Een veldkartering kon wegens de begroeiing en bestrating niet worden uitgevoerd (zie Figuur 2). Tijdens het veldonderzoek is het verwachtingsmodel zoals geformuleerd in paragraaf 2.5 getoetst.
3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03)
Bodem
Het bodemprofiel in plangebied Hoofdstraat 48 te Westerbork is niet meer gaaf. Een gaaf podzolprofiel bestaat uit een donkergrijze A-horizont, gevolgd door een E-horizont (lichtgrijze uitspoelingslaag), een B-horizont
(donkerbruine inspoelingslaag), een BC-horizont (licht bruingele
overgangslaag) en de C-horizont (geel zand waarin geen bodemvorming heeft plaatsgevonden). Een E-horizont is in geen van de boringen aangetroffen. De bodem bleek tot een diepte variërend van 50 cm tot 90 cm verstoord te zijn.
Deze verstoorde laag bestaat uit een totaal verstoorde podzolbodem en is duidelijk geen esdek. Ter hoogte van boringen 4 en 5 werd een circa vijf centimeter dunne laag BC-horizont in de bodem waargenomen. Hieronder bevond zich de C-horizont.
Archeologie
In de opgeboorde grond werden geen archeologische indicatoren of cultuurlagen aangetroffen. In de verstoorde bovenlaag werden slechts scherven recent vensterglas en recente baksteenfragmenten waargenomen.
8
Figuur 4: Westerbork, Hoofdweg 48: situatietekening met de boorlocaties. De
genummerde punten geven de uitgevoerde boringen weer. Het plangebied is met een rode lijn aangegeven (RD-coördinaten NW - 237,732/541,023; NO- 237,790/540,996; ZW - 237,677/540,939; ZO - 237,762/540,897).
9
4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07)
Uit het plangebied Hoofdstraat 48 aan de oostzijde van Westerbork zijn in het verleden geen vondstmeldingen aan ARCHIS gedaan. Het terrein ligt op de rand van de oude kern van het esdorp Westerbork waar de archeologische verwachting hoog is voor bewoningssporen uit de middeleeuwen.
Voorafgaand aan het veldwerk is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. De resultaten van het veldwerk voldoen hier deels aan. De bodem bleek niet alleen ter hoogte van het parkeerterrein verstoord te zijn, maar ook op het grasveld aan de noordzijde van het plangebied In de boringen is volgens verwachting geen esdek aangetroffen. Wel is er een dikke verstoorde bovenlaag in de boringen aanwezig, die bestaat uit een bouwvoor gevolgd door een verstoord podzolprofiel. Eventueel aanwezige archeologische grondsporen zullen daardoor sterk zijn aangetast. Er zijn tijdens het veldonderzoek geen archeologische indicatoren aangetroffen.
Advies
Op basis van de bovenstaande resultaten concluderen wij dat de kans op onverstoorde archeologische grondsporen in het plangebied zeer klein is. De bodem is verstoord en er zijn geen archeologische indicatoren waargenomen.
Beperkende of beschermende maatregelen zijn voor het plangebied aan de Hoofdstraat 48 dan ook niet wetenschappelijk te verdedigen. Archeologisch vervolgonderzoek is niet noodzakelijk.
Wij wijzen erop dat indien er bij de uitvoering onverhoopt toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, deze conform de Monumentenwet 1988 artikel 53 & 54 direct dienen te worden gemeld bij zowel de gemeente Midden-Drenthe als bij de
provinciaal archeoloog, dr. W.A.B. van der Sanden, Drents Plateau, Stationsstraat 11, 9401 KV Assen, 0592-305932 / 06-22662601, w.sanden@drentsplateau.nl.
10
Appendix I
Westerbork, Hoofdstraat 48 Archeologische periodes
paleolithicum
paleolithicum vroeg: tot 300.000 BP paleolithicum midden: 300.000 - 35.000 BP paleolithicum laat: 35.000 BP - 8.800 vC paleolithicum laat A: 35.000 - 18.000 BP paleolithicum laat B: 18.000 BP - 8.800 vC
mesolithicum:
mesolithicum vroeg: 8.800 - 7.100 vC mesolithicum midden: 7.100 - 6.450 vC mesolithicum laat: 6.450 - 4.900 vC neolithicum:
neolithicum vroeg: 5.300 - 4.200 vC neolithicum vroeg A: 5.300 - 4.900 vC neolithicum vroeg B: 4.900 - 4.200 vC neolithicum midden: 4.200 - 2.850 vC neolithicum midden A: 4.200 - 3.400 vC neolithicum midden B: 3.400 - 2.850 vC neolithicum laat: 2.850 - 2.000 vC neolithicum laat A: 2.850 - 2.450 vC neolithicum laat B: 2.450 - 2.000 vC bronstijd:
bronstijd vroeg: 2.000 - 1.800 vC bronstijd midden: 1.800 - 1.100 vC bronstijd midden A: 1.800 - 1.500 vC bronstijd midden B: 1.500 - 1.100 vC bronstijd laat: 1.100 - 800 vC
ijzertijd:
ijzertijd vroeg: 800 - 500 vC ijzertijd midden: 500 - 250 vC ijzertijd laat: 250 - 12 vC romeinse tijd:
romeinse tijd vroeg: 12 vC - 70 nC romeinse tijd vroeg A: 12 vC - 25 nC romeinse tijd vroeg B: 25 - 70 nC romeinse tijd midden: 70 - 270 nC romeinse tijd midden A: 70 - 150 nC romeinse tijd midden B: 150 - 270 nC romeinse tijd laat: 270 - 450 nC romeinse tijd laat A: 270 - 350 nC romeinse tijd laat B: 350 - 450 nC middeleeuwen:
middeleeuwen vroeg: 450 - 1.050 nC middeleeuwen vroeg A: 450 - 525 nC middeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nC middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC middeleeuwen vroeg D: 900 - 1.050 nC middeleeuwen laat: 1.050 - 1.500 nC middeleeuwen laat A: 1.050 - 1.250 nC middeleeuwen laat B: 1.250 - 1.500 nC nieuwe tijd:
nieuwe tijd A: 1.500 - 1.650 nC nieuwe tijd B: 1.650 - 1.850 nC nieuwe tijd C: 1.850 – heden
Appendix IV
Westerbork, Hoofdstraat 48 Boorbeschrijvingen volgens
Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode