• No results found

Itens, Hearedyk 2 (Gemeente Littenseradiel, Fr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport /03

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Itens, Hearedyk 2 (Gemeente Littenseradiel, Fr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport /03"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Itens, Hearedyk 2

(Gemeente Littenseradiel, Fr.)

Een Inventariserend

(2)

Itens, Hearedyk 2

(Gemeente Littenseradiel, Fr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek

Een onderzoek in opdracht van Stuiver Auto's Itens

Steekproefrapport 2009-07/03 ISSN 1871-269X

auteur: drs. J.M.G. Bongers (fysisch geograaf) autorisatie: dr. J. Jelsma (senior archeoloog)

De Steekproef werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.1

Foto’s en tekeningen zijn gemaakt door de Steekproef b.v., tenzij anders vermeld.

© De Steekproef b.v., Zuidhorn, augustus 2009 Niets uit deze uitgave mag worden

vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder bronvermelding.

De Steekproef b.v. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade

voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

De Steekproef b.v.

Archeologisch Onderzoeks- en Adviesbureau Hogeweg 3

9801 TG Zuidhorn

telefoon 050 - 5779784

fax 050 - 5779786

internet www.desteekproef.nl

e-mail info@desteekproef.nl

kvk 02067214

(3)

Inhoud

Samenvatting

1. Inleiding...1

1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.1 LS01)...1

1.2 Locatiebeschrijving (KNA 3.1 LS02)...2

2. Bureauonderzoek...4

2.1 Bronnen...4

2.2 Fysische geografie (KNA 3.1 LS04)...5

2.3 Archeologie (KNA 3.1 LS04)...6

2.4 Historische geografie (KNA 3.1 LS03)...8

2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.1 LS05)...8

3. Veldonderzoek...9

3.1 Aanpak veldonderzoek (KNA 3.1 VS01)...9

3.2 Resultaten veldonderzoek (KNA 3.1 VS02, VS03)...10

4. Conclusies en advies...11

Appendix: - archeologische periodes - archeologische kaart - boorstaten

(4)

Samenvatting

In verband met de geplande bouw van een loods heeft een inventariserend archeologisch veldonderzoek plaatsgevonden aan de Hearedyk 2 te Itens, gemeente Littenseradiel, provincie Friesland. Oostelijk van het terrein ligt de terp van Itens. Doel van het onderzoek is vast te stellen of terplagen of grondsporen van de terp doorlopen tot op de plek van de te bouwen loods.

Het onderzoek bestaat uit een bureau- en een veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Bij het veldonderzoek zijn zes boringen geplaatst om archeologische indicatoren op te sporen en om de gaafheid van de bodem te bepalen.

Uit de grondboringen blijkt dat de bodem ter plaatse van de te bouwen loods gaaf is. Daardoor kunnen eventuele grondsporen eveneens in goede staat verkeren. Echter aanwijzingen voor sporen zijn niet gevonden aangezien geen cultuurlagen zijn aangetroffen, evenmin als archeologische indicatoren zoals aardewerk, bot en verbrande klei. Geadviseerd wordt om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen.

(5)

1. Inleiding

1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.1 LS01)

In opdracht van Stuiver Auto's Itens vertegenwoordigd door de heer Stuiver is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de

Hearedyk 2 te Itens, gemeente Littenseradiel, provincie Friesland. De aanleiding voor het onderzoek is de geplande bouw van een loods op het terrein. Hiervoor zijn graafwerkzaamheden nodig. Deze kunnen eventuele terplagen en archeologische grondsporen aantasten. Het doel van het onderzoek is vast te stellen of deze aanwezig zijn.

Figuur 1: Itens op de topografische kaart 1:25.000. Het terrein aan de Hearedyk 2 is het rood omlijnde vlak.

(6)

Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek is een archeologisch

verwachtingsmodel van het gebied gemaakt aan de hand van beschikbare fysisch-geografische, archeologische en historisch-geografische informatie.

Tijdens het veldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst. Daartoe is gezocht naar archeologische indicatoren en is bepaald wat de gaafheid van de bodem is.

1.2 Locatiebeschrijving (KNA 3.1 LS02)

Onderzoeksgebied Hearedyk 2 ligt aan de westelijke rand van Itens (zie Figuur 1). De nieuw te bouwen loods komt midden op het terrein. Hier bevonden zich tijdens het onderzoek een openfrontschuur, een parkeerplaats en een tussengelegen betonnen verharding (zie Figuur 2).

Figuur 2: Itens, Hearedyk 2: onderzoeksgebied gezien vanaf de weg in zuidwestelijke richting.

2

(7)

Tabel 1: Itens, Hearedyk 2: administratieve gegevens.

provincie: Friesland

gemeente: Littenseradiel

plaats: Itens

toponiem: Hearedyk 2

bevoegde overheid: Gemeente Littenseradiel opdrachtgever: Stuiver Auto's Itens

oppervlakte: 0,5 hectare

hoogte: 0 meter NAP

grenscoördinaten: noord: 171,935 / 568,410 west: 171,915 / 568,365 oost: 172,020 / 568,365 zuid: 171,995 / 568,315

kaartblad: 10F

onderzoeksmeldingsnr: 35989

uitvoeringsperiode: 4 augustus 2009

diepte onderzoek: 200 centimeter beneden maaiveld beheer documentatie: De Steekproef bv, E-depot RCE en

Noordelijk Archeologisch Depot

(8)

2. Bureauonderzoek 2.1 Bronnen

Voor het bureauonderzoek zijn onderstaande bronnen gebruikt:

Tabel 2: Itens, Hearedyk 2: geraadpleegde literatuur en andere bronnen.

AHN-Viewer. www.AHN.nl. Actueel Hoogtebestand Nederland. Rijkswaterstaat, Adviesdienst Geo-informatie en ICT.

Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode. Archeologie Leidraad 3. J.H.A. Bosch, 7 maart 2005.

ARCHIS 2. Het online registratie- en informatiesysteem van de RCE.

Atlas van Topografische Kaarten Nederland, 1955-1965. Uitgeverij 12 Provinciën. Landsmeer 2006/2007.

Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Blad 10 Oost Heerenveen. Stichting voor Bodemkartering. Wageningen, 1976.

Centraal Archeologisch Archief (CAA) en Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) [ARCHIS].

Friese Archeologische MonumentenKaart Extra (FAMKE). www.fryslan.nl

Grote Historische Atlas van Nederland, schaal 1:50.000, deel 3 Oost-Nederland 1830-1855.

Wolters-Noordhoff. Groningen, 1990.

Grote Historische Topografische Atlas +/- 1905. Gelderland. Schaal 1:25.000. Uitgeverij Nieuwland. Tilburg, 2006.

Hervonden Stad 2008, 13e jaargang, pp. 115-124. Prehistorische branden op Groningse kwelders. R.P. Exaltus en G.L.G.A. Kortekaas. Groningen, 2008.

Huguenin, de Atlas van. Militair-topografische kaarten van Noord-Nederland, 1819-1829.

H.J. Versfelt en M. Schroor. Heveskes Uitgevers. Groningen/Veendam, 2005.

Paleogeografische kaarten van Nederland. www.archis.nl/noaa. TNO & RACM, 2006 RAAP-rapport 249. De terpen in het Westergose Knipkleigebied van Littenseradiel-Oost en Menaldumadeel (groep 20E), Gemeente Littenseradiel en Menaldumadeel, Waarderend Archeologisch Onderzoek. G.J. de Langen, T.M. Perger, S. Wentink & M.H. Wispelwey.

Amsterdam, augustus 2000.

The Subatlantic evolution of the coastal area around the Wijnaldum-Tjitsma terp. P.C. Vos with a contribution by B.A.M. Baardman. In: The Excavations at Wijnaldum. J.C. Besteman, J.M.

Bos, D.A Gerrets, H.A. Heidinga & J. de Koning. Rotterdam, 1999.

Topografische Atlas Nederland, schaal 1:50.000. ANWB, Den Haag 2002.

Www.WatWasWaar.nl, Kadastrale Kaarten uit 1832.

4

(9)

2.2 Fysische geografie (KNA 3.1 LS04)

Itens ligt in Westergo in het noordwesten van Friesland. Langs de kust

ontstonden rond het begin van de jaartelling kwelderwallen, die tot afname van hydrodynamische condities (golven en stroming) leidden in het achterland.

Volgens Vos (1999) ontstond de eerste kwelderwal circa 600 vC bij het

tegenwoordige Baijum, Dronrijp, Menaldum op ruim vijf kilometer noordelijk van het onderzoeksgebied (Vos & Baardman 1999). Itens ligt in het relatief vlakke achterland van Westergo. Hier ontbreken sterk ontwikkelde

kwelderwallen of oeverwallen. Binnen de vlakte ligt Itens op een iets hoger gelegen deel (zie Figuur 3).

Op de bodemkaart is het westelijke deel van het terrein gekarteerd als een knippoldervaaggrond in zware klei (kMn43C). Het oostelijke deel wordt

weergegeven als terp. Het grondwater heeft een gemiddeld hoogste stand van minder dan 40 cm beneden maaiveld en een gemiddeld laagste van meer dan 120 cm (grondwatertrap V). Volgens ARCHIS is ter plaatse geen pleistoceen sediment aanwezig in de ondergrond als gevolg van erosie.

Figuur 3: Hoogtekaart van Westergo. De ligging van onderzoeksgebied Hearedyk 2 te Itens wordt aangeduid door de rode pijl. Het ligt op een iets hoger gelegen deel in de zuidelijke vlakte van Westergo op ruime afstand van de noordelijke kwelderwallen. Bron: Vos en Baardman 1999.

(10)

2.3 Archeologie (KNA 3.1 LS04)

Het dichtstbij gelegen terrein van archeologische waarde grenst zuidoostelijk aan het perceel van Stuiver Auto's Itens (CMA-nummer 7924, zie Appendix Archeologische Kaart). Op drie delen van dit terrein heeft in 1996 een

booronderzoek plaats gevonden door RAAP (zie Figuur 4). Op het dichtstbij gelegen deel (Figuur 4, boringen 1 tot en met 6) zijn een terplaag en daaronder sporen van een ingraving geconstateerd. De terp heeft als datering ijzertijd midden tot en met nieuwe tijd. Binnen een kilometer rondom het

onderzoeksgebied bevinden zich nog enkele terpen die dezelfde datering hebben (zie Appendix Archeologische Kaart en Tabel 3).

Op de Friese Archeologische MonumentenKaart Extra (FAMKE) geldt voor de terp van Itens 'Streven naar behoud'. De westelijke grens hiervan loopt over de plek waar de nieuwe loods gepland is. De provincie Friesland adviseert op dergelijke terreinen geen bodemingrepen te ondernemen die het

bodemarchief kunnen beschadigen. Per e-mail heeft de provincie (mevrouw S. de Bruijn) geadviseerd om een archeologisch onderzoek uit te voeren door het plaatsen van zes boringen: vier op de hoekpunten van de te bouwen loods en twee op de lange zijden.

Figuur 4: Boorpuntenkaart van onderzoek door RAAP uit 1994 (RAAP-rapport 249). De tien stippen geven de ligging van boringen weer. Het huidige terrein van Stuiver Auto's Itens is rood omlijnd weergegeven.

6

(11)

Tabel 3: Archeologische waarden in de omgeving van Itens, Hearedyk 2 (ligging zie Appendix Archeokaart).

CMA/CAA RD-coördinaten Datering Omschrijving monumenten

7922 (10F-041)

170,915 / 568,403 ijzertijd midden - nieuwe tijd

terp

7923 (10F-042)

172,125 / 569,038 middeleeuwen laat - nieuwe tijd

huisterp

7924

(10F-043) 172,074 / 568,267 ijzertijd midden - nieuwe

tijd terp

7925

(10F-044) 172,692 / 567,449 middeleeuwen laat stateterrein 10043

(10F-098)

173,086 / 567,619 ijzertijd midden - middeleeuwen laat

terp

middeleeuwen laat - nieuwe tijd

dorp

10058

(10F-113) 171,979 / 568,440 middeleeuwen laat huisterp 10084

(10F-139)

171,208 / 567,925 ijzertijd midden - nieuwe tijd

terp

10088 (10F-143)

170,826 / 568,844 ijzertijd midden - nieuwe tijd

waarnemingen 40010

(10FZ-27)

172,450 / 567,450 ijzertijd laat - romeinse tijd vroeg

70 scherven aardewerk 30 stukken dierlijk bot 1 stuk menselijk bot

grondsporen kuilen/greppels middeleeuwen laat scherven aardewerk: proto-

steengoed, elmpt en roodbakkend geglazuurd 238500

(10FZ-25)

171,950 / 568,130 ijzertijd laat enkele scherven streepband aardewerk

onbekend menselijk skelet

238501 (10FZ-25)

171,950 / 568,130 middeleeuwen vroeg D waterput: kuip, hoepel, scherven aardewerk, bot

(12)

2.4 Historische geografie (KNA 3.1 LS03)

Op kaarten uit de 19e eeuw wordt het terrein onbebouwd weergegeven (zie Figuur 5). Wel bestonden de Hearedyk en de zuidelijke sloot al. De oostelijke sloot is gedempt, waarschijnlijk in de jaren '60 van de 20e eeuw. Op een topografische kaart uit 1930 wordt op het zuidoostelijke deel van het terrein bebouwing weergegeven. Op kaarten uit 1986 en 1994 neemt de omvang van deze bebouwing stapsgewijs toe. De tegenwoordige westelijke schuur wordt nog niet weergegeven op de topografische kaart uit 2001 (zie Figuur 1). Buiten de tegenwoordig bebouwde delen wordt op historische kaarten geen

bebouwing vermeld.

Figuur 5: Topografische kaart uit 1855/1856, schaal 1:50.000. Het onderzoeksgebied aan de Hearedyk 2 ligt binnen de rode cirkel. Het was destijds onbebouwd.

Wel waren de tegenwoordige weg en sloot al aanwezig.

2.5 Archeologisch verwachtingsmodel(KNA 3.1 LS05)

Oostelijk van het terrein aan de Hearedyk 2 bevindt zich een terp die dateert uit de midden ijzertijd. Mogelijk loopt de terp door tot in het

onderzoeksgebied. In dat geval kunnen er een cultuurlaag, aardewerk, bot en dergelijke worden aangetroffen. Eventuele terplagen en grondsporen kunnen zijn aangetast door graafwerkzaamheden ten behoeve van het huidige gebruik.

Tabel 4: Itens, Hearedyk 2: gespecificeerde archeologische verwachting.

datering: midden ijzertijd tot en met nieuwe tijd

complextype: terp

omvang: vanaf enkele tientallen meters diepteligging: direkt onder de bouwvoor locatie: grootste kans in oostelijke deel

prospectiekenmerken: cultuurlaag, aardewerk, bot, houtskool, metalen voorwerpen mogelijke verstoringen: graafwerkzaamheden ten behoeve van tuin en parkeerplaats

8

(13)

3. Veldonderzoek

3.1 Aanpak veldonderzoek (KNA 3.1 VS01)

Het veldonderzoek heeft plaats gevonden op 4 augustus 2009. Er zijn zes boringen verricht: vier op de hoekpunten van de te bouwen loods, twee in het midden van de lange zijden (zie Figuur 6). De afstand tussen de boringen bedraagt circa tien meter.

Figuur 6: Itens, Hearedyk 2: boorpuntenkaart. De onderbroken gele lijn geeft de plaats van de te bouwen loods weer, de genummerde punten de ligging van de zes boringen.

De boringen zijn verricht met een guts met een doorsnede van drie centimeter.

De eerste halve meter door opgebracht zand, puin, en de oude bouwvoor zijn gedaan met een edelmanboor van zeven centimeter doorsnede. De

opgeboorde grond is doorzocht op archeologische indicatoren door het in de guts laagsgewijs af te snijden. De boringen zijn gezet tot een diepte variërend tussen 1,5 en 2,0 meter beneden maaiveld. De resultaten van de boringen zijn opgenomen in de Appendix in de vorm van boorstaten en laagbeschrijvingen.

Van de boringen zijn de RD-coördinaten bepaald met behulp van GPS.

De hoogtes van de boringen zijn bepaald met behulp van een waterpas en

(14)

gerelateerd aan NAP met behulp van peilmerk 010F0028 (huis Hearedyk 2).

Een veldkartering was niet mogelijk door de slechte vondstzichtbaarheid (zie Figuur 2).

3.2 Resultaten veldonderzoek (KNA 3.1 VS02, VS03)

Op het onderzochte terrein bevindt zich matig zware klei. In de bovengrond is de klei stevig / gerijpt. Dieper dan circa -1,3 meter NAP (1,5 meter beneden maaiveld) is de klei slap / ongerijpt en zitten er dunne zandlagen in. De bovenste decimeter van de klei betreft de bouwvoor of een restant daarvan.

Hier overheen is circa twee decimeter zand opgebracht waarop beton ligt.

In de klei zijn twee niveaus aanwezig met houtskoolstof op circa -0,75 meter en op circa -0,6 meter NAP (0,95 en 0,8 meter beneden maaiveld). In het bovenste niveau zijn enkele uiterst dunne lagen herkend: brandlagen (zie Figuur 7). In het onderste niveau is de houtskoolstof meer diffuus aanwezig in de klei. Waarschijnlijk zijn de oorspronkelijke lagen daar door bioturbatie (wormen, mollen, betreding door beesten en dergelijke) verloren gegaan. De brandlagen zijn waarschijnlijk gevormd door het opzettelijk wegbranden van oude kweldervegetatie om verjonging te stimuleren ten behoeve van het vee (Exaltus en Kortekaas in Hervonden Stad 2008). De lagen zijn bij Groningen gedateerd op de periode ijzertijd tot vroeg middeleeuwen.

Figuur 7: Itens, Hearedyk 2: monster boring 5 van 80 tot 100 centimeter beneden maaiveld (100 cm links). De pijlen geven niveaus met houtskoolstof aan. Bij de twee rechter pijlen gaat het om duidelijke brandlagen, bij de linker pijl is het houtskool meer diffuus aanwezig, mogelijk door bioturbatie.

De kwaliteit van de bodem is goed: al op circa 0,3 tot 0,4 meter diepte begint de intacte klei. Eventuele archeologische grondsporen kunnen daardoor nog in goede staat zijn. Echter aanwijzingen voor sporen zijn niet gevonden. Het onderzoek heeft namelijk geen cultuurlagen opgeleverd, evenmin als eenduidige indicatoren zoals scherven aardewerk, bot of verbrande klei.

10

(15)

4. Conclusies en advies

Het onderzoeksgebied aan de Hearedyk 2 te Itens ligt op een iets hoger gelegen deel binnen de zuidelijke vlakte van Westergo. Oostelijk van het terrein ligt de terp van Itens die dateert uit de midden ijzertijd. Bij eerder booronderzoek op de terp zijn terplagen en grondsporen vastgesteld.

De bodem ter plaatse van de nieuw te bouwen loods is gaaf. Eventuele archeologische grondsporen kunnen daardoor eveneens in goede staat verkeren. Echter aanwijzingen voor dergelijke sporen zijn niet gevonden aangezien geen cultuurlagen zijn gevonden of archeologische indicatoren zoals aardewerk, bot of verbrande klei. Het archeologisch verwachtingsmodel dat terplagen mogelijk door lopen tot op de plek van de nieuw te bouwen loods worden wordt niet bevestigd.

Op basis van de resultaten adviseren wij geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen. Indien bij graafwerkzaamheden onverhoopt toch artefacten of grondsporen worden ontdekt, dan dient hiervan direct melding te worden gemaakt bij de provinciaal archeoloog de heer G. de Langen 058- 2925487 en bij de gemeente Littenseradiel conform de Monumentenwet 1988 artikelen 53 en 54.

(16)

Appendix

Itens, Hearedyk 2

- archeologische periodes - archeologische kaart - boorstaten

- laagbeschrijvingen boringen volgens

Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode

(17)

Archeologische periodes

paleolithicum

paleolithicum vroeg: tot 300.000 BP paleolithicum midden: 300.000 - 35.000 BP paleolithicum laat: 35.000 BP - 8.800 vC paleolithicum laat A: 35.000 - 18.000 BP paleolithicum laat B: 18.000 BP - 8.800 vC

mesolithicum:

mesolithicum vroeg: 8.800 - 7.100 vC mesolithicum midden: 7.100 - 6.450 vC mesolithicum laat: 6.450 - 4.900 vC neolithicum:

neolithicum vroeg: 5.300 - 4.200 vC neolithicum vroeg A: 5.300 - 4.900 vC neolithicum vroeg B: 4.900 - 4.200 vC neolithicum midden: 4.200 - 2.850 vC neolithicum midden A: 4.200 - 3.400 vC neolithicum midden B: 3.400 - 2.850 vC neolithicum laat: 2.850 - 2.000 vC neolithicum laat A: 2.850 - 2.450 vC neolithicum laat B: 2.450 - 2.000 vC bronstijd:

bronstijd vroeg: 2.000 - 1.800 vC bronstijd midden: 1.800 - 1.100 vC

ijzertijd:

ijzertijd vroeg: 800 - 500 vC ijzertijd midden: 500 - 250 vC ijzertijd laat: 250 - 12 vC romeinse tijd:

romeinse tijd vroeg: 12 vC - 70 nC romeinse tijd vroeg A: 12 vC - 25 nC romeinse tijd vroeg B: 25 - 70 nC romeinse tijd midden: 70 - 270 nC romeinse tijd midden A: 70 - 150 nC romeinse tijd midden B: 150 - 270 nC romeinse tijd laat: 270 - 450 nC romeinse tijd laat A: 270 - 350 nC romeinse tijd laat B: 350 - 450 nC middeleeuwen:

middeleeuwen vroeg: 450 - 1.050 nC middeleeuwen vroeg A: 450 - 525 nC middeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nC middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC middeleeuwen vroeg D: 900 - 1.050 nC middeleeuwen laat: 1.050 - 1.500 nC middeleeuwen laat A: 1.050 - 1.250 nC middeleeuwen laat B: 1.250 - 1.500 nC

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

40 Zs1 licht geelgrijs geleidelijk Bodemkundige interpretaties: opgebrachte grond..

Tevens zijn deze fragmenten in een verstoorde laag aangetroffen waardoor eventueel met deze indicatoren geassocieerde archeologische grondsporen niet meer intact in de bodem

Wegens de ligging binnen de bebouwde kom van Hoogeveen is het plangebied niet gekarteerd voor de Indicatieve Kaart voor Archeologische

archeologische grondsporen worden aangetroffen en / of archeologische vondsten worden gedaan, dient hiervan direct melding te worden gemaakt bij de gemeente Enschede conform

Op een historische kaart worden de ‘tighel’werken aangevuld met onder meer een touwslagerij, steenovens – de geelbakkende afgetichelde klei uit de omgeving van de stad werd ook op

In verband met de geplande nieuwbouw van een schuur is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Dorpsweg 77 te Maartensdijk, gemeente

Driessen, is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Molenlaan te Mildam (Friese naam: 'Mildaam'), gemeente Heerenveen, provincie Fryslân (zie Figuur 1)..

Volgens de archeologische verwachtingskaart van de provincie Gelderland ligt de zuidelijke helft van het plangebied in een zone met een hoge archeologische verwachting en geldt