Emmen, Noordeind 21
(Gemeente Emmen, Dr.)
Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2016-06/06c
Emmen, Noordeind 21
(Gemeente Emmen, Dr.)
Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek
Emmen, Noordeind 21 (Gemeente Emmen, Dr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van de heer
J.A. Hamminga
Steekproefrapport 2016-06/06c definitieve versie ISSN 1871-269X
auteur: drs. J.M.G. Bongers (fysisch geograaf) autorisatie: dr. J. Jelsma (senior archeoloog)
De Steekproef bv werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.3
Foto’s en tekeningen zijn gemaakt door De Steekproef bv, tenzij anders vermeld.
© De Steekproef bv, Zuidhorn, 25 juli 2016
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder bronvermelding.
De Steekproef bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.
De Steekproef bv
Archeologisch Onderzoeks- en Adviesbureau Hogeweg 3, 9801 TG Zuidhorn
telefoon 050 - 5779784
fax 050 - 5779786
internet www.desteekproef.nl e-mail [email protected]
kvk 02067214
Inhoud
Samenvatting
1. Inleiding...1
1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.3 LS01)...1
1.2 Locatiebeschrijving (KNA 3.3 LS02)...2
2. Bureauonderzoek...4
2.1 Bronnen...4
2.2 Fysische geografie (KNA 3.3 LS04)...5
2.3 Archeologie (KNA 3.3 LS04)...6
2.4 Historische geografie (KNA 3.3 LS03)...7
2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.3 LS05)...8
3. Veldonderzoek...9
3.1 Aanpak veldonderzoek (KNA 3.3 VS01)...9
3.2 Resultaten veldonderzoek (KNA 3.3 VS02, VS03)...10
4. Conclusies en advies (KNA 3.3 VS07)...12 Gebruikte bronnen
Appendix: - Archeologische periodes - Boorstaten
- Laagbeschrijvingen boringen volgens Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode
Samenvatting
In verband met de geplande bouw van een expositieruimte is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan het Noordeind 21 te Emmen, gemeente Emmen, provincie Drenthe. Voor de bouw is graafwerk nodig dat een bedreiging vormt voor eventueel aanwezige archeologische waarden in het gebied. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van
archeologische waarden.
Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek, verkennende fase. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Bij het veldonderzoek zijn zes boringen geplaatst om de opbouw en gaafheid van de bodem te bepalen en om te zoeken naar archeologische indicatoren.
Plangebied Noordeind 21 ligt aan de voet van een heuvelrug. Honderd meter westelijk van het terrein ligt een hunebed. Op het terrein staat een boerderij die dateert uit 1681. De bodem in het gebied is matig tot redelijk bewaard gebleven. Het veldonderzoek heeft vondsten opgeleverd van bewerkt vuursteen uit de periode laat- paleolithicum tot en met ijzertijd en van scherven aardewerk uit de late middeleeuwen.
Mogelijk zijn geassocieerd met deze vondsten archeologische sporen aanwezig van bijvoorbeeld paalgaten van boerderijen. Het advies is om geen bodemingrepen te ondernemen die dieper reiken dan dertig centimeter beneden maaiveld. Als diepere ingrepen nodig zijn, wordt geadviseerd om het terrein nader te onderzoeken met behulp van een proefsleuf. Zodoende kan worden bepaald of er een archeologische vindplaats ligt en wat de aard, ouderdom en kwaliteit ervan is.
1. Inleiding
1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.3 LS01)
In opdracht van de heer J.A. Hamminga is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan het Noordeind 21 te Emmen, gemeente Emmen, provincie Drenthe (zie Figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is de geplande bouw van een expositieruimte. Hiervoor zijn bodemingrepen nodig waarvan de precieze diepte op het moment van het onderzoek nog niet bekend is. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van
archeologische waarden en in welke mate deze worden bedreigd door de plannen.
Figuur 1: Emmen, Noordeind 21: uitsnede van de topografische kaart 1:25.000. Het plangebied is rood omlijnd. Bron: Topografische Dienst Kadaster, Emmen [2016].
Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een inventariserend
veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek is een archeologisch verwachtingsmodel van het gebied gemaakt aan de hand van beschikbare fysisch-geografische,
archeologische en historisch-geografische informatie. Tijdens het verkennend veldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst. Daartoe is van de bodem bepaald wat de opbouw en gaafheid zijn en is gezocht naar archeologische indicatoren.
1.2 Locatiebeschrijving (KNA 3.3 LS02)
Het plangebied ligt aan de westelijke rand van Emmen op de overgang naar de Emmeresch (zie Figuur 1). De weg Noordeind loopt oostelijk langs het terrein. Tijdens het onderzoek stonden er een museumboerderij en een theehuis. De rest van het gebied bestond uit gazon met bomen. Volgens het Kabels en Leidingen
InformatieCentrum (KLIC) lopen er leidingen door het gebied van gas, water, elektriciteit, en dataverkeer tussen de boerderij en de weg (zie Figuur 7).
Figuur 2: Emmen, Noordeind 21: het plangebied gezien in zuidelijke richting. Rechts van de geparkeerde auto is de expositieruimte gepland. Op de achtergrond liggen het theehuis en de museumboerderij.
2
Tabel 1: Emmen, Noordeind 21: administratieve gegevens
provincie: Drenthe
gemeente: Emmen
plaats: Emmen
toponiem: Noordeind 21
bevoegd gezag: gemeente Emmen,
mevrouw drs. G.C.W. Verschoor opdrachtgever: de heer J.A. Hamming
oppervlakte: 0,8 hectare
hoogte: 21 meter NAP
grenscoördinaten: noordwest: 256,271 / 535,114 noordoost: 256,328 / 535,124 zuidwest: 256,294 / 534,986 zuidoost: 256,367 / 535,017
kaartblad: 17H
kadastrale perceelsnummer: T535 onderzoeksmeldingsnr: 4003524100 uitvoeringsperiode: 21 juni 2016 onderzoeksdiepte: 120 centimeter
fase onderzoek: bureauonderzoek en veldonderzoek verkennende fase
status rapport: definitief
beheer documentatie: De Steekproef bv, E-depot RCE, Provincie Drenthe, Noordelijk Archeologisch Depot, DANS
2. Bureauonderzoek
2.1 Bronnen
De gebruikte bronnen voor het onderzoek zijn opgenomen aan het einde van dit rapport. Voor de paragraaf over archeologie is ARCHIS geraadpleegd. Dit is het archeologisch registratie- en informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Deze databank is toegankelijk voor organisaties die werkzaam zijn in de archeologie. Tijdens het onderzoek vond de overgang plaats van ARCHIS 2 naar ARCHIS 3. Gedurende langere tijd was de oude versie niet langer toegankelijk, terwijl de nieuwe nog beperkt informatie leverde (zie Paragraaf 2.3).
4
2.2 Fysische geografie (KNA 3.3 LS04)
Emmen ligt op de Hondsrug die ter plaatse uit twee parallelle ruggen bestaat.
Plangebied Noordeind 21 ligt op de oostelijke flank van de westelijke rug (zie
Figuur 3). Op de geomorfologische kaart staat het terrein als 'heuvelrug mogelijk door tektonische beweging ontstaan (10B1)'. Op de bodemkaart staat het terrein als 'kamppodzolgrond in leemarm en zwak lemig fijn zand (cHd21)'. Deze gronden hebben een matig dikke humeuze bovenlaag als gevolg van plaggenbemesting. Het grondwater staat er relatief diep (grondwatertrap VII).
Figuur 3: Emmen, Noordeind 21: Hoogtekaart gemaakt met behulp van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN1). Het plangebied is rood omlijnd.
2.3 Archeologie (KNA 3.3 LS04)
Honderd meter westelijk van plangebied Noordeind 21 ligt hunebed D43. Rondom dit hunebed ligt een terrein dat op de Archeologische MonumentenKaart staat onder nummer 516 (zie Figuur 4). Het betreft een terrein van zeer hoge archeologische waarde, beschermd. In het boek 'Hunebedden, Monumenten van een Steentijdcultuur' (Van Ginkel, Jager & Van der Sanden 1999, pagina 186) staat het als volgt
beschreven: 'D43, het enige 'langgraf' in Nederland, staat afgebeeld op de Hottingerkaart (1788-1792). Het uitzonderlijke grafmonument is ondeskundig opgeknapt in 1869. In 1913 en 1960 vond er archeologisch onderzoek plaats, respectievelijk door J.H. Holwerda en Van Giffen. Bij het onderzoek van Van Giffen werden drie rituele kuilen, afgedekt door stenen, aangetroffen. Verder werd door hem vastgesteld dat de indrukwekkende steenkrans waarschijnlijk in twee fasen is
aangelegd. Restauraties werden uitgevoerd in 1960 en 1997 (de opgemetselde keitjes in de steenkrans zijn rond het midden van de jaren '60 aangebracht). [...]'
Figuur 4: Emmen, Noordeind 21: terreinen van archeologische waarde (paars) en meldingen van eerdere onderzoeken (geel) in de omgeving van het plangebied (rood omlijnd). Bron: ARCHIS3.
6
2.4 Historische geografie (KNA 3.3 LS03)
De boerderij op het terrein dateert uit 1681. In de Hottinger-atlas van 1773-1794 (niet afgebeeld) staat inderdaad bebouwing weergegeven op de plek van de tegenwoordige boerderij. Op een militair-topografische kaart uit 1851-1853 (niet afgebeeld) lijkt de situatie onveranderd. Op een topografische kaart uit 1902 (zie Figuur 5) is te zien dat er een boerderij staat op de plek van de tegenwoordige boerderij. De rest van het plangebied bestaat uit tuin. Direct westelijk van het
plangebied begint de Emmer Esch. Een kaart uit 1954 (niet afgebeeld) toont voor het eerst een schuur op de plek van het theehuis. Op kaarten uit 1975 en 1985 (niet afgebeeld) ligt noordelijk parallel aan de boerderij een tweede schuur die nog groter is. Op latere kaarten is die verdwenen.
Figuur 5: Emmen, Noordeind 21: uitsnede van een topografische kaart uit 1902. Het plangebied is rood omlijnd. Bron: www.topotijdreis.nl.
2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.3 LS05)
Op de archeologische beleidskaart van de gemeente Emmen ligt plangebied
Noordeind 21 grotendeels binnen legenda-eenheid 'waarde 2' (zie Figuur 6). Dit staat voor hoge archeologische verwachting. Hiervoor hanteert de gemeente als beleid dat archeologisch onderzoek nodig is bij bodemverstorende activiteiten met een groter oppervlak dan 100 m² en een grotere diepte dan 30 centimeter.
Figuur 6: Emmen, Noordeind 21: uitsnede van de archeologische beleidskaart Emmen. Het plangebied is blauw omlijnd. Het valt grotendeels binnen 'waarde 2'.
Emmen ligt op de Hondsrug. Het plangebied aan het Noordeind 21 ligt op de rand van de Emmer Esch. Op honderd meter westelijk van het terrein ligt Hunebed D43. Al op een kaart uit het eind van de achttiende eeuw staat de weg Noordeind
weergegeven en is er bebouwing in het plangebied.
Plangebied Noordeind 21 lijkt tijdens alle archeologische periodes een geschikte vestigingsplek te zijn geweest voor de mens. Van bewoning uit het
mesolithicum kan bewerkt vuursteen en houtskool gevonden worden. Van bewoning uit het neolithicum tot de middeleeuwen kunnen onder meer scherven aardewerk aanwezig zijn. Uit de middeleeuwen kan ook bouwmateriaal zoals puin gevonden worden. Archeologische resten kunnen ter plaatse van de tegenwoordige en historische bebouwing zijn aangetast.
Tabel 2: Emmen, Noordeind 21: specificatie archeologische verwachting.
datering: geen enkele periode uitgesloten
complextype: nederzetting, begraving
omvang: onbekend
diepteligging: sporen onder bouwvoor en eventueel plaggendek gaafheid en conservering: onbekend
locatie: hele terrein
uiterlijke kenmerken: vuursteen, aardewerk, houtskool mogelijke verstoringen: bebouwing, graafwerk tuin, leidingen
8
3. Veldonderzoek
3.1 Aanpak veldonderzoek (KNA 3.3 VS01)
Het veldonderzoek is uitgevoerd op 16 juni 2016. Er zijn zes boringen verricht (zie Figuur 7). Boringen 3 en 4 zijn gedaan ter plaatse van de nieuw te bouwen
expositieruimte. De overige boringen zijn hier rondom gedaan voor een betere duiding van de bodem. De gemiddelde boordichtheid is zeven boringen per hectare. De boringen zijn uitgevoerd met een edelmanboor van tien centimeter doorsnede. De opgeboorde monsters zijn onderzocht door ze laagsgewijs af te snijden in de boorkop.
Ook zijn ze nat gezeefd op een zeef met mazen van vier millimeter. De boringen reiken tot 1,2 meter diepte, met uitzondering van boring 6 die op 0,8 meter diepte is gestuit in een grindlaag.
De boringen zijn beschreven volgens de Archeologische Standaard
Boorbeschrijvingsmethode. De resultaten van deze boringen staan in de Appendix in de vorm van boorstaten en laagbeschrijvingen. Van de boringen zijn de RD-
coördinaten bepaald met behulp van GPS. De hoogtes van de boringen zijn bepaald met het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN2). Er is geen veldkartering
uitgevoerd. De vondstzichtbaarheid was slecht door het gras (zie Figuur 2).
3.2 Resultaten veldonderzoek (KNA 3.3 VS02, VS03) bodem
Tot op de maximale boordiepte van 1,2 meter is zand aanwezig. Het gaat om matig fijn, zwak lemig zand. Bij boringen 3, 4 en 6 ligt matig tot sterk grindig zand. Het zand is door de wind afgezet tijdens de laatste ijstijd. Gezien de ligging aan de voet van een helling kan het zand lokaal door smeltwater zijn getransporteerd en herafgezet. In het zand is een podzolbodem gevormd. Dat betekent dat er na de ijstijd langdurig droge condities zijn geweest. Bij boring 6 is de podzolbodem goed bewaard gebleven. Er liggen zowel een grijze uitspoelingslaag (E-horizont) als een donkerbruine
inspoelingslaag (B-horizont). Bij boringen 3 en 4 is het onderste deel van de podzolbodem nog aanwezig, namelijk de bruine overgangslaag (BC-horizont) naar het onderliggende gele zand (C-horizont) (zie Figuur 8).
De dikte van de bouwvoor bij de zes boringen bedraagt in oplopende volgorde: 30, 40, 45, 45, 50 en 50 centimeter. Bij boring 5 ligt onder de bouwvoor een tweede homogene, humeuze zandlaag. Mogelijk is dat een oudere bouwvoor die door ophoging is begraven. Voor een plaggenlaag lijkt dit zand te donker en ook bij de andere boringen is geen plaggenlaag aangetroffen. Wel lijkt het terrein grotendeels tot enkele decimeters te zijn opgehoogd. Bij boring 2 ligt onder de bouwvoor tot 75 centimeter vergraven grond met onder meer podzolbrokken. Hieronder volgt tot 100 centimeter vaal grijsgeel zand dat een spoorvulling lijkt te zijn. Mogelijk is het een archeologisch spoor, mogelijk een voormalig dierenhol of iets dergelijks.
Figuur 8: Emmen, Noordeind 21: monster boring 3 in zeef. Links ligt de bouwvoor (0-50 cm), rechtsonder een BC-horizont (50-70 cm), rechtsboven de C-horizont (70-120 cm).
10
archeologie
Over het algemeen is de bodem in het plangebied matig tot redelijk bewaard gebleven. Dat betekent dat van eventueel aanwezige archeologische grondsporen zoals paalgaten van boerderijen de diepere delen nog aanwezig kunnen zijn.
Het onderzoek heeft vondsten opgeleverd van scherven aardewerk en bewerkt vuursteen (zie Tabel 3 en Figuur 9). Bij boring 3 zijn uit de bouwvoor acht scherven aardewerk gehaald. De scherven zijn dunwandig, matig hard gebakken, zand gemagerd en reducerend gebakken. Ze dateren hoogstwaarschijnlijk uit de late middeleeuwen. Bij boring 5 zijn uit het zeefresidu twee vuursteenafslagen gehaald.
Beide hebben zowel een slagbult als negatieven, hetgeen erop wijst dat ze door mensenhanden gemaakt zijn. De grootste van de twee lijkt een klingfragment.
Mogelijk dateren de afslagen uit de tijd van de hunebedbouwers. Een eerdere of latere datering is echter ook goed mogelijk. Bij boring 6 zijn uit de bouwvoor twee scherven roodbakkend geglazuurd aardewerk gehaald. Ze dateren uit de 17e-19e eeuw, oftewel uit de tijd van de op het terrein aanwezige boerderij.
Tabel 3: Emmen, Noordeind 21: vondsttabel. De vondsten zijn gedetermineerd door drs.
H. Veenstra. Ze worden gedeponeerd bij het Noordelijk Archeologisch Depot te Nuis.
nummer boring diepte coördinaten betreft datering
vondst 1 boring 3 0-50 cm 256,316 / 535,061 8 scherven aardewerk,
dunwandig, zand gemagerd late
middeleeuwen vondst 2 boring 5 0-120 cm 256,311 / 535,045 2 vuursteenafslagen paleolithicum laat - ijzertijd vondst 3 boring 6 0-45 cm 256,347 / 535,050 2 scherven aardewerk,
roodbakkend geglazuurd
17e-19e eeuw
4. Conclusies en advies
(KNA 3.3 VS07) belangrijkste resultatenPlangebied Noordeind 21 ligt aan de voet van een heuvelrug. Honderd meter westelijk ligt een hunebed. Op het terrein staat een boerderij die uit 1681 dateert.
De bodem op het terrein is matig tot redelijk bewaard gebleven. Het veldwerk heeft vondsten opgeleverd van bewerkt vuursteen uit de periode laat-paleolithicum tot en met ijzertijd en van scherven aardewerk uit de late middeleeuwen.
archeologisch verwachtingsmodel
De vondsten vormen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische resten uit zowel de periode laat-paleolithicum tot en met ijzertijd als uit de late
middeleeuwen. Hiervan kunnen diepere delen van grondsporen zoals bijvoorbeeld paalgaten, afvalkuilen of waterputten bewaard gebleven zijn. Daarom blijft de archeologische verwachting voor het gebied, zoals beschreven in Paragraaf 2.5, gehandhaafd.
advies
Aangezien er in de bodem archeologische resten bewaard gebleven kunnen zijn, adviseren wij om geen bodemingrepen te ondernemen die dieper reiken dan
0,3 meter beneden maaiveld. Als toch diepere ingrepen nodig zijn, dan adviseren wij de plek van de te bouwen expositieruimte nader te onderzoeken met behulp van een proefsleuf. Bij deze vorm van onderzoek wordt met een graafmachine de bovengrond verwijderd om vast te stellen of er archeologische grondsporen aanwezig zijn en wat de aard, kwaliteit en ouderdom hiervan is. Een proefsleuvenonderzoek dient te worden uitgevoerd door een daartoe bevoegd bureau volgens een vooraf door de bevoegde overheid goedgekeurd Programma van Eisen (PvE). In verband met de geringe
omvang van de te bouwen expositieruimte (225 m²), adviseren wij in het PvE een optie op te nemen voor een doorstart naar een definitieve archeologische opgraving (DO).
Tenslotte geldt voor al het toekomstig graafwerk dat als archeologische vondsten worden gedaan of archeologische grondsporen worden aangetroffen, dat daarvan direct melding dient te worden gemaakt conform de Monumentenwet 1988, artikel 53. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Emmen, mevrouw C. Verschoor, 140591 en bij de provinciaal archeoloog, dr. W.A.B. van der Sanden, Westerbrink 1, 9405 BJ, Assen, 0592-365220, 06-22662601, [email protected].
12
Gebruikte bronnen
AHN-Viewer. www.AHN.nl. Actueel Hoogtebestand Nederland. Rijkswaterstaat, Adviesdienst Geo- informatie en ICT.
ARCHIS 3. www.test.zoeken.cultureelerfgoed.nl
Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Blad 17 Oost Emmen. Stichting voor Bodemkartering.
Wageningen, 1978.
Bosch, J.H.A. Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode. Archeologie Leidraad 3., 7 maart 2005.
Centraal Archeologisch Archief (CAA) en Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) [ARCHIS].
Geomorfologische Kaart van Nederland. Schaal 1:50.000. via www.ARCHIS.nl
Ginkel, E. van, S. Jager & W. van der Sanden. Hunebedden, Monumenten van een Steentijdcultuur.
Uitgeverij Uniepers Abcoude, 1999.
Kadata via www.kadaster.nl. Topografische Kaart 1:25.000 van Topografische Dienst Kadaster, Emmen 2014.
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.3. www.SIKB.nl. Centraal College van Deskundigen Archeologie, 9 december 2013.
Spek, T. Het Drentse Esdorpenlandschap. Een Historisch Geografische Studie. Uitgeverij Matrijs. Utrecht, 2004.
Verschoor, G.C.W. Beleidsnota archeologie 2013-2018. Gemeente Emmen. April 2013.
Versfelt, H.J. en M. Schroor. Huguenin, de Atlas van. Militair-topografische kaarten van Noord-Nederland, 1819-1829. Heveskes Uitgevers. Groningen/Veendam, 2005.
Appendix
Emmen, Noordeind 21
- Archeologische periodes - Boorstaten
- Laagbeschrijvingen boringen volgens
Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode
Archeologische periodes
paleolithicum:
paleolithicum vroeg: tot 300.000 BP paleolithicum midden: 300.000 - 35.000 BP paleolithicum laat: 35.000 BP - 8.800 vC paleolithicum laat A: 35.000 - 18.000 BP paleolithicum laat B: 18.000 BP - 8.800 vC mesolithicum:
mesolithicum vroeg: 8.800 - 7.100 vC mesolithicum midden: 7.100 - 6.450 vC mesolithicum laat: 6.450 - 4.900 vC neolithicum:
neolithicum vroeg: 5.300 - 4.200 vC neolithicum vroeg A: 5.300 - 4.900 vC neolithicum vroeg B: 4.900 - 4.200 vC neolithicum midden: 4.200 - 2.850 vC neolithicum midden A: 4.200 - 3.400 vC neolithicum midden B: 3.400 - 2.850 vC neolithicum laat: 2.850 - 2.000 vC neolithicum laat A: 2.850 - 2.450 vC neolithicum laat B: 2.450 - 2.000 vC bronstijd:
bronstijd vroeg: 2.000 - 1.800 vC bronstijd midden: 1.800 - 1.100 vC bronstijd midden A: 1.800 - 1.500 vC bronstijd midden B: 1.500 - 1.100 vC bronstijd laat: 1.100 - 800 vC
ijzertijd:
ijzertijd vroeg: 800 - 500 vC ijzertijd midden: 500 - 250 vC ijzertijd laat: 250 - 12 vC romeinse tijd:
romeinse tijd vroeg: 12 vC - 70 nC romeinse tijd vroeg A: 12 vC - 25 nC romeinse tijd vroeg B: 25 - 70 nC romeinse tijd midden: 70 - 270 nC romeinse tijd midden A: 70 - 150 nC romeinse tijd midden B: 150 - 270 nC romeinse tijd laat: 270 - 450 nC romeinse tijd laat A: 270 - 350 nC romeinse tijd laat B: 350 - 450 nC middeleeuwen:
middeleeuwen vroeg: 450 - 1.050 nC middeleeuwen vroeg A: 450 - 525 nC middeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nC middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC middeleeuwen vroeg D: 900 - 1.050 nC middeleeuwen laat: 1.050 - 1.500 nC middeleeuwen laat A: 1.050 - 1.250 nC middeleeuwen laat B: 1.250 - 1.500 nC nieuwe tijd:
nieuwe tijd A: 1.500 - 1.650 nC nieuwe tijd B: 1.650 - 1.850 nC nieuwe tijd C: 1.850 – heden
Appendix Emmen, Noordeind 21: Boorstaten
(cm)
2100
2050
2000
1950
(cm)
2100
2050
2000
1950
1
2
3
4
5
6
C
spoor?
C
BC
C
BC C EB
B BC C C
basis geroerde bovengrond
Appendix Emmen, Noordeind 21: Laagbeschrijvingen
1 X-coordinaat (m) : 256295
Y-coordinaat (m) : 535092
Maaiveld (cm) : 2124
Diepte (cm)
Grondsoort
Omschrijving
0 - 40 zand zwak siltig, 10yr3/2, bouwvoor
40 - 75 zand zwak siltig, 10yr3/3, vergraven, Opm.: Brokken geel zand 75 - 120 zand zwak siltig, 2,5y5/6, C-horizont
2
X-coordinaat (m) : 256330
Y-coordinaat (m) : 535084
Maaiveld (cm) : 2089
Diepte (cm)
Grondsoort
Omschrijving
0 - 30 zand zwak siltig, 10yr3/2, bouwvoor
30 - 55 zand zwak siltig, mix, vergraven, Opm.: Podzolbrokken 55 - 75 zand zwak siltig, 2,5y6/4, vergraven, Opm.: Donkere brokken
75 - 100 zand zwak siltig, zwak grindig, 2,5y5/4, bioturbatie, Opm.: Vale kleur, lijkt spoor 100 - 120 zand zwak siltig, zwak grindig, 2,5y6/4, C-horizont
3
X-coordinaat (m) : 256316
Y-coordinaat (m) : 535061
Maaiveld (cm) : 2109
Diepte (cm)
Grondsoort
Omschrijving
0 - 50 zand zwak siltig, 10yr3/2, bouwvoor
50 - 70 zand zwak siltig, matig grindig, 10yr4/4, BC-horizont
70 - 120 zand zwak siltig, matig grindig, 2,5y6/4, C-horizont, Opm.: Enkele keileembrokken onderin
4
X-coordinaat (m) : 256329
Y-coordinaat (m) : 535054
Maaiveld (cm) : 2102
Diepte (cm)
Grondsoort
Omschrijving
0 - 50 zand zwak siltig, 10yr3/2, bouwvoor
50 - 70 zand zwak siltig, matig grindig, 10yr4/4, BC-horizont 70 - 100 zand zwak siltig, sterk grindig, 2,5y5/4, C-horizont 100 - 120 zand zwak siltig, 2,5y6/4, C-horizont
5
X-coordinaat (m) : 256311
Y-coordinaat (m) : 535045
Maaiveld (cm) : 2121
Diepte (cm) Omschrijving
Appendix Emmen, Noordeind 21: Laagbeschrijvingen
2 / 2 80 - 120 zand zwak siltig, zwak grindig, 10yr6/4
Diepte (cm)
Grondsoort
Omschrijving
6
X-coordinaat (m) : 256347
Y-coordinaat (m) : 535050
Maaiveld (cm) : 2100
Diepte (cm)
Grondsoort
Omschrijving
0 - 45 zand zwak siltig, 10yr2/2, bouwvoor, Opm.: Scherf rood geglazuurd aardewerk 45 - 65 zand zwak siltig, 7,5yr3/1, EB-horizont
65 - 70 zand zwak siltig, 7,5yr2/3, B-horizont
70 - 80 zand zwak siltig, sterk grindig, 7,5yr4/4, BC-horizont
80 - 95 zand zwak siltig, sterk grindig, 10yr6/4, C-horizont, Opm.: Boring gestuit op grind