• No results found

Raerd, Sélânswei Gemeente Boarnsterhim (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /10Z

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Raerd, Sélânswei Gemeente Boarnsterhim (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /10Z"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Raerd, Sélânswei Gemeente Boarnsterhim (Frl.)

Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek

(2)

Raerd, Sélânswei

Gemeente Boarnsterhim (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek

Een onderzoek in opdracht van BügelHajema Adviseurs bv Steekproefrapport 2012-10/10Z ISSN 1871-269X

auteur: drs. C. Tulp (senior archeoloog) autorisatie: dr. J. Jelsma (senior archeoloog)

De Steekproef werkt volgens KNA 3.2.

Foto’s en tekeningen zijn gemaakt door de Steekproef bv, tenzij anders vermeld.

© De Steekproef bv, Zuidhorn, november 2012 Niets uit deze uitgave mag worden

vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder bronvermelding.

De Steekproef bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade

voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

De Steekproef

Archeologisch Onderzoeks- en Adviesbureau Hogeweg 3, 9801 TG Zuidhorn

Vestiging Utrecht:

Laan van Chartroise 174, 3552 EZ Utrecht

telefoon 050 - 5779784

fax 050 - 5779786

internet www.desteekproef.nl e-mail info@desteekproef.nl

kvk 02067214

(3)

Inhoud

Samenvatting

1. Inleiding...1

• 1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.2 LS01)...1

• 1.2 Locatie en administratieve gegevens (KNA 3.2 LS01, LS02)...2

2. Bureauonderzoek (KNA 3.2 LS06)...3

• 2.1 Bronnen...3

• 2.2 Fysische geografie (KNA 3.2 LS04)...4

• 2.3 Archeologie (KNA 3.2 LS04)...6

• 2.4 Historische geografie (KNA 3.2 LS03)...7

• 2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.2 LS05)...8

3. Veldonderzoek (KNA3.2 VS05)...10

• 3.1 Plan van Aanpak veldonderzoek (KNA 3.2 VS01)...10

• 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.2 VS02, VS03)...10

4. Conclusies en advies (KNA 3.2 VS07)...13

Appendix I: Archeologische periodes

Appendix II: Bekende archeologische waarden Appendix III: Geomorfologische kaart

Appendix IV: Bodemkaart

Appendix V: Boorstaten en boorbeschrijvingen volgens Archeologische

(4)
(5)

Samenvatting

Op 24 oktober 2012 heeft aan de Sélânswei te Raerd, gemeente Boarnsterhim, provincie Fryslân, een inventariserend archeologisch veldonderzoek

plaatsgevonden (zie Figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is de sloop van de huidige bejaardenwoningen en de geplande bouw van zes woningen op het terrein. Doel van het onderzoek is vast te stellen of er in het plangebied archeologische waarden aanwezig zijn.

Het onderzoek bestaat uit een bureau- en een veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Tijdens het veldonderzoek zijn zes boringen geplaatst om archeologische indicatoren op te sporen en om de gaafheid van de bodem te bepalen.

(6)

Plangebied Sélânswei bevindt zich volgens de bodemkaarten aan de rand van de dorpsterp Raerd. Volgens de historische kaarten ligt het terrein echter buiten de oude bebouwing van de terp en volgens de AHN ligt het terrein laag ten opzichte van de kern van de terp. De terp ligt binnen een gebied met getij- oeverwallen en getij-afzettingsvlakten. De bodem bestaat uit kalkarme

poldervaaggrond. De dorpsterp dateert uit de midden ijzertijd en in de

omgeving van de terp zijn vondsten en archeologische terreinen gemeld vanaf deze periode. Behalve vondsten die gedaan zijn tijdens de restauratie van de kerk, zijn er geen meldingen uit de terp bekend in ARCHIS.

Tijdens het veldwerk is gebleken dat de bodem in plangebied Sélânswei is opgehoogd in recente tijd. Er zijn geen eenduidige archeologische indicatoren gevonden en er zijn geen cultuurlagen of ophogingslagen waargenomen. Vijf van de zes boringen bevatten een sterk humeuze laag met enkele

houtskoolspikkels; de laag duidt hoogstwaarschijnlijk op de vroege aanwezigheid van een geul in het plangebied. Er wordt op basis van deze resultaten geen nader onderzoek geadviseerd.

Figuur 2: Raerd, Sélânswei. Luchtfoto van de omgeving van het plangebied. De begrenzing van het plangebied is met een rode lijn aangegeven. Ten noorden hiervan, boven in de afbeelding, is een deel van de kerk van Raerd zichtbaar, die beduidend hoger ligt dan het plangebied. [Bron: Google Earth.]

(7)

1. Inleiding

1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.2 LS01)

In opdracht van BügelHajema Adviseurs bv, vertegenwoordigd door mevrouw C. Hiskemuller en mevrouw N. van Kalsbeek, is een plangebied aan de

Sélânswei te Raerd (Rauwerd, gemeente Boarnsterhim, Fryslân) onderzocht op het voorkomen van archeologische waarden (zie Figuur 1). Op het terrein is nieuwbouw gepland in de vorm van zes woningen, nadat het gebouw met bestaande bejaardenwoningen is gesloopt. De hiermee gepaard gaande

graafwerkzaamheden zullen eventueel aanwezige archeologische grondsporen verstoren. De diepte van de bodemingrepen zullen circa tachtig centimeter onder het huidige maaiveld bedragen.

Tabel 1: Raerd, Sélânswei. Administratieve gegevens van het onderzoek.

Soort Onderzoek Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek (IVO) – verkennende fase

Provincie Friesland

Gemeente Boarnsterhim

Plaats Raerd / Rauwerd

Locatie / Projectnaam Sélânswei

Kaartblad 10F

Coördinaten hoekpunten gehele plangebied

NW – 179,956 / 567,919 NO – 180,013 / 567,914 ZW – 179,953 / 567,872 ZO – 180,014 / 567,874 Status terrein (AMK-nr);

ARCHIS-nr

10003: dorpsterp Raerd

Bevoegde overheid Gemeente Boarnsterhim

Opdrachtgever BügelHajema Adviseurs bv

ARCHIS OM-code 54255

ISSNnr. 1871-269X

Steekproef projectcode 2012-10/10 Oppervlakte plangebied circa 0,3 hectare

NAP hoogte maaiveld circa 0,3 meter boven NAP Maximale diepte onderzoek 300 centimeter onder het maaiveld Uitvoering veldwerk 24 oktober 2012

Beheer en plaats documentatie De Steekproef bv / Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed / Noordelijk Archeologisch Depot te Nuis / E-depot / DINO-loket (boorgegevens)

(8)

Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek middels grondboringen. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een archeologisch verwachtingsmodel van het gebied aan de hand van beschikbare fysisch-geografische, archeologische en historisch- geografische informatie. Tijdens het veldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst. Het doel van het veldonderzoek is het vaststellen van de

aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied. Hierbij wordt gekeken naar de bodemopbouw, de mate waarin deze intact is en naar het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals aardewerk, metalen voorwerpen, bouwmateriaal, bewerkt en verbrand bot, houtskool, etc.

1.2 Locatie en administratieve gegevens (KNA 3.2 LS01, LS02)

Het plangebied bevindt zich aan de zuidzijde van Raerd en beslaat het perceel rond de bejaardenwoningen Sélânswei nummers 13 tot en met 29 (zie

Figuur 1). Het perceel wordt in het zuiden begrensd door de weg Sélânswei en in het noorden door een brede sloot. De oostelijke grens wordt gevormd door huisnummer 31 en de westelijke grens is de weg Op é Feart. Het plangebied heeft een omvang van circa 0,3 hectare. Ten tijde van het veldwerk waren de bejaardenwoningen nog niet gesloopt en bestond de rest van het terrein uit grasland.

Voor een overzicht van de administratieve gegevens wordt verwezen naar Tabel 1.

Figuur 3: Raerd, Sélânswei. Foto van de zuidzijde van het plangebied, genomen richting het zuidwesten. Links is de straat Sélânswei te zien, rechts de huidige bejaarden- woningen.

2

(9)

2. Bureauonderzoek (KNA 3.2 LS06)

2.1 Bronnen

Tijdens het bureauonderzoek is de bestaande relevante kennis van het plangebied verzameld. Daartoe zijn de in Tabel 2 weergegeven bronnen geraadpleegd. Aan de hand van het bureauonderzoek is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld.

Tabel 2: Raerd, Sélânswei. Gebruikte bronnen en kaarten.

Actueel Hoogtebestand Nederland (www.ahn.nl)

ANWB, 2004. Topografische Atlas Friesland 1:25000. ANWB bv, Den Haag, k.71.

Bazelmans, J., e.a. (eds.). 2011. Atlas van Nederland in het Holoceen. Landschap en bewoning vanaf de laatste ijstijd tot nu. Uitgeverij Bert Bakker.

Bodemkaart. Alterra [ARCHIS].

Bongers, J. 2005. Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek te Raerd, Selanswei, Gemeente Boarnsterhim (Fr.). Briefrapport 2005-06/09. De Steekproef, Zuidhorn.

Centraal Archeologisch Archief (CAA) en Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) [ARCHIS].

Friese Archeologische MonumentenKaart Extra (FAMKE) www.fryslan.nl.

Geomorfologische Kaart. Alterra [ARCHIS].

Google Earth.

Indicatieve Kaart Archeologisch Waarden (IKAW).

Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA) versie 3.2. College voor de Archeologische Kwaliteit (www.sikb.nl).

Lenting, J.J. & N. van Malssen. 2011. Een Proefsleuvenonderzoek (IVO-P) en een archeologische begeleiding -beperkte verstoring- in de Laurentiuskerk te Raerd, Gem. Boarnsterhim (Fr.). ARC-Publicaties 227. ARC bv, Groningen.

Louwe Kooijmans, L.P., e.a. (eds.). 2005. Nederland in de Prehistorie. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam.

Mulder, F.J. de, e.a. (eds.). 2003. De Ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff Groningen/Houten.

Numismatisch Informatiesyteem [NUMIS].

Pleistoceen Top [ARCHIS].

Schotanus, C. 1664. Beschrijvinge van de Heerlyckheydt van Frieslandt. Facsimile-uitgave 1978. De Tille bv Leeuwarden/Theatrum Orbis Terrarum bv Amsterdam, voor p.200.

Stichting voor Bodemkartering, 1974. Bodemkaart van Nederland 1:50000. Blad 10 West (gedeeltelijk) en Oost Sneek.

StiBoKa, Wageningen.

12 Provinciën. 2005. Luchtfoto Atlas Fryslân. 1:14 000. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer, p.178-179.

12 Provinciën 2006/2007. Atlas van Topografische Kaarten. Nederland 1955-1965. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer, k.38.

12 Provinciën 2008. Topografische en Militaire Kaart van het Koningrijk der Nederlanden (TMK) 1864. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer, k.31.

Uitgeverij Nieuwland, 2006. Grote Historische Topografische Atlas ±1926-1934. Fryslân 1 : 25 000. Uitgeverij Nieuwland, Tilburg, k.127.

Versfelt, H.J. & M. Schroor, 2005. De Atlas van Huguenin: Militair-topografische Kaarten van Noord-Nederland 1819- 1829. Heveskes Uitgevers, Groningen/Veendam, k.28.

Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1990.Grote Historische Atlas van Nederland deel 2: Noord-Nederland 1851-1855, schaal 1:50 000. Wolters-Noordhoff, Groningen, k.49.

Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1992. Grote Historische Provincie Atlas 1:25 000. Friesland 1853-1856. Wolters- Noordhoff Atlasprodukties, Groningen, k.95.

www.watwaswaar.nl.

(10)

2.2 Fysische geografie (KNA 3.2 LS04)

Op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) is te zien dat het plangebied zich aan een zijde van een terp bevindt (Figuur 4). De maaiveldhoogte van het perceel is circa 0,3 meter boven het NAP, terwijl de hoogte van de terp bij de kerk circa 4,9 meter boven het NAP bedraagt. Het perceel direct ten noorden van het plangebied ligt circa zestig centimeter lager dan het onderzochte terrein.

Figuur 4: Raerd, Sélânswei. Hoogtekaart met in zwart het plangebied aangegeven.

Gebieden met een blauwe kleur liggen laag ten opzichte van de lichtbruin en geel gekleurde terreinen. [Naar: www.ahn.nl.]

Volgens de geomorfologische kaart bevindt het plangebied zich binnen de bebouwing van de dorpsterp Raerd (classificatie geomorfologische kaart Terp;

zie Appendix III). Raerd ligt in een gebied met getij-afzettingsvlakten (2M35 en 3N11), getij-oeverwallen (3K34) en getij-kreekbeddingen of zee-erosie geulen (2R13/14).

Volgens de bodemkaart ligt het plangebied op de rand van de dorpsterp.

De bodem bestaat uit een kalkarme poldervaaggrond in klei (classificatie bodemkaart Mn85C met grondwatertrap V: gemiddeld hoogste grondwater- stand minder dan 40 centimeter en gemiddeld laagste grondwaterstand meer dan 120 centimeter beneden het maaiveld; zie Appendix IV).

4

(11)

Figuur 5: Raerd, Sélânswei. Overzicht van de ontwikkeling van het landschap. Het plangebied wordt aangegeven met een rode pijl. Linksboven is de situatie weergegeven rond 9000 v. Chr.; rechtsboven rond 3850 v.Chr; linksonder rond 1500 v.Chr. en rechtsonder rond 500 v.Chr. De lichtroze en gele kleuren geven het dekzandgebied weer; zee afzettingen zijn in lichtgroen weergegeven en het veen met een bruine kleur. [Naar: Bazelmans 2011.]

Figuur 5 laat het gebied rond Raerd zien in verschillende perioden. In het mesolithicum (zie Appendix I) ligt het plangebied binnen een dekzandgebied.

In de midden bronstijd rukt het veen op en bedekt ook de omgeving van Raerd. Deze situatie blijft tot in de vroege ijzertijd, waarna het plangebied onder invloed komt van de zee. De dorpsterp Raerd wordt gedateerd in de midden ijzertijd. Volgens de ARCHIS-kaart Pleistoceen Top ligt de top van het dekzand in het plangebied op een diepte tussen de 4 en 6 meter onder het NAP. Volgens deze kaart ligt Raerd en omgeving in een geulsysteem met enkele zandopduikingen waarbij de top van het pleistocene zand zich tot twee meter hoger bevindt.

(12)

2.3 Archeologie (KNA 3.2 LS04)

Het plangebied bevindt zich volgens het Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, voormalig RACM/ROB) op de rand van een archeologisch terrein met een gave

dorpsterp uit de midden ijzertijd. Op de terp staat een kerk met een verhoogd kerkhof [ARCHIS-nummer 10003]. Volgens de hoogtekaart (zie Figuur 4) ligt de kerk op circa 4,9 meter boven NAP, terwijl de hoogte van het plangebied circa 0,3 meter boven NAP bedraagt. Binnen het plangebied zijn geen

meldingen bekend van archeologische vondsten in het Centraal Archeologisch Archief (CAA). De enige melding binnen het dorp betreft een archeologisch onderzoek dat door het ARC in 2010 is uitgevoerd tijdens de restauratie van de Laurentiuskerk [431159; OM-melding 38852; Lenting & Van Malssen 2011].

De huidige kerk heeft een laatmiddeleeuwse voorloper gehad en waarschijnlijk ook een eerdere tufstenen fase. Tijdens het onderzoek zijn behalve

bouwmateriaal en vloertegels ook andere vondsten gedaan: scherven

witbakkend geglazuurd aardewerk, steengoed aardewerk, kogelpot aardewerk, een olielamphouder, een deel van een stenen altaar, een fragment van een sarcofaag, acht koperen munten en één zilveren munt, gietresten, vier grafkelders, resten van kistbeslag en spijkers, een pelgriminsigne en een

heiligenfibula (mantelspeld) met een Christussymbool uit de achtste tot en met de tiende eeuw.

Een paar honderd meter van de terp vandaan zijn drie archeologische waarnemingen bekend. Ten noordwesten zijn twee stelen van steelpannen gevonden in een bermsloot [39651]. Deze steelpannen komen vanaf de late middeleeuwen voor en zijn niet nader gedateerd. Ten zuidoosten is eveneens een losse vondst gemeld: vier scherven van een kogelpot zijn tijdens het egaliseren van een perceel gevonden [39966]. Deze scherven zijn gedateerd in de periode vroege middeleeuwen C-D. De derde melding betreft een

“stinsheuvel of hege wier”; meer informatie is hier niet over bekend [39977].

Ongeveer driehonderd meter ten zuidoosten van Raerd ligt een terrein met een onbebouwd terprestant [8063]. Deze terp wordt ook weergegeven op de geomorfologische kaart en de bodemkaart (zie Appendix III en IV). Deze terp heeft als datering late ijzertijd tot en met late middeleeuwen. Hier zuidelijk van ligt een latere terp, namelijk uit de late middeleeuwen [8064]. Deze terp is gaaf en eveneens onbebouwd. Een halve kilometer ten noordwesten van Raerd zijn restanten bekend van de laatmiddeleeuwse stins Jongmastate [7992].

Hier is in 2005 door RAAP geofysisch onderzoek gedaan en door het ADC een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd [OM-meldingen 9256 en 13442]. Het verhoogde terrein is omgracht en bevat nog een poortgebouw. Voor meer details over de meldingen wordt verwezen naar Appendix II en Tabel 3.

Behalve de eerder genoemde onderzoeken is in Raerd zelf slechts één ander archeologisch onderzoek gemeld, namelijk aan de Sélânswei ten oosten

6

(13)

van nummer 41, ongeveer vijftig meter ten oosten van het huidige plangebied.

Het onderzoek is een booronderzoek uitgevoerd door De Steekproef bv in 2005 [OM-melding 14330]. In de boringen is onder de bouwvoor klei tot ongeveer 2,5 meter onder het maaiveld aangetroffen, gevolgd door een meter veen en weer een meter dik kleipakket. Op circa 4,5 meter diepte is een twintig centimeter dik pakket basisveen zichtbaar, dat is afgezet op het pleistocene zand. Er zijn tijdens dat booronderzoek geen eenduidige archeologische indicatoren als aardewerk, bewerkt vuursteen of cultuur-/terplagen aangetroffen. Er zijn alleen in één boring op 0,9 meter diepte

houtskoolspikkels in de klei waargenomen, maar deze hoeven niet te duiden op een bewoningslaag. In de boringen zijn alleen natuurlijke bodemlagen aangetroffen en er werd dan ook geen vervolgonderzoek geadviseerd.

Tabel 3: Raerd, Sélânswei. Overzicht van de ARCHIS-meldingen (voor dateringen en ligging van de waarnemingen en monumenten wordt verwezen naar Appendix I en II).

ARCHIS-nrs RD-coördinaten Omschrijving Datering CMA

7992/10F028 179,558/568,491 terrein met goed bewaard gebleven restanten van een stins

(Jongmastate): verhoogd terrein met gracht en poortgebouw

late middeleeuwen

8063/11A-008 180,280/567,645 terrein met onbebouwd terprestant late ijzertijd – late middeleeuwen 8064/11A-009 180,218/567,478 terrein met onbebouwde huisterp late middeleeuwen

10003/10F-057 179,981/568,007 terrein met gave dorpsterp Raerd (Rauwerd); op de terp staat kerk met kerkhof

vanaf midden ijzertijd

CAA

39651/10FZ-20 179,760/568,260 2 stelen van aardewerken steelpan late middeleeuwen A – nieuwe tijd C 39966/11AZ-6 180,430/567,800 4 scherven kogelpot aardewerk vroege middeleeuwen C-D

39977/11AZ-15 180,100/567,800 stinsheuvel middeleeuwen

431159/10FZ-118 179,959/568,032 proefsleuvenonderzoek ARC in 2010 in Laurentiuskerk, waarbij

bouwmateriaal, aardewerk, koperen munten en gietresten, grafkelders, onderdelen van houten kisten en kistbeslag

vanaf vroege middeleeuwen

2.4 Historische geografie (KNA 3.2 LS03)

Op Figuur 6 zijn details afgebeeld uit historische atlassen. Hierop is te zien dat het terrein voorafgaand aan het begin van de twintigste eeuw voor zover bekend niet bebouwd is geweest, maar in gebruik was als weiland. Volgens de kaarten is het terrein niet doorsneden geweest door sloten. Het plangebied

(14)

Figuur 6: Raerd, Sélânswei. Details van historische kaarten (verschaald en naar het noorden gericht). Het plangebied is met een blauwe rechthoek aangegeven; de locatie linksonder is bij benadering. Linksboven een detail uit de atlas met kaarten uit 1926-1934, rechtsboven uit 1853-1856, rechtsonder uit 1819-1829 en linksonder uit 1664. [Naar respectievelijk: Uitgeverij Nieuwland 2006, Wolters-Noordhoff Atlas Producties 1992, Versfelt & Schroor 2005 en Schotanus 1664 (facsimile-uitgave 1978).]

2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.2 LS05)

Volgens de ARCHIS-kaart met informatie over de diepte van het pleistocene zand, ligt deze laag minimaal vier meter onder het NAP. Onderzoek van Bongers [Bongers 2005] heeft aangetoond dat het pleistocene zand vijftig meter ten oosten van het plangebied zich op circa 4,7 meter onder het huidige maaiveld bevindt. In de omgeving zijn opduikingen van deze zandlaag bekend en op deze opduikingen wordt archeologisch materiaal uit de steentijd

verwacht. Het plangebied en directe omgeving bevindt zich echter binnen een zone waar deze laag zich dieper bevindt. De kans dat hier in de steentijd menselijke activiteiten hebben plaatsgevonden is dan ook kleiner. De Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra (FAMKE) vereist voor de periode

8

(15)

steentijd – bronstijd in plangebied Sélânswei geen archeologisch onderzoek.

Vanaf de midden bronstijd tot in de vroege ijzertijd is het gebied rond Raerd bedekt met veen. Hierna heeft de zee invloed en is er op opgehoogde terreinen bewoning mogelijk. Vondsten en archeologische terreinen in de omgeving van Raerd zijn dan ook allemaal te dateren in de midden ijzertijd of later. Het plangebied ligt volgens de CMA en de FAMKE binnen een terrein van zeer hoge archeologische waarde, namelijk de dorpsterp Raerd. Volgens de historische kaarten ligt het terrein buiten de oude dorpskern en de AHN laat zien dat er een hoogteverschil van 4,5 meter is tussen het plangebied en de kerk die op het hoogste deel van de terp staat. De verwachting dat er grondsporen, terplagen of ophogingslagen binnen het plangebied worden aangetroffen is laag, maar vanwege de nabijheid is er wel kans op

archeologische vondsten.

Indicatoren uit de periode ijzertijd, middeleeuwen en nieuwe tijd kunnen zijn voorwerpen van metaal, aardewerk, bot of hout, resten van

metaalbewerking, puinresten en scherven aardewerk. De conservering van bot en hout in klei is goed, waardoor de kans op het aantreffen van deze

indicatoren in het plangebied aanwezig is. De indicatoren worden in of direct onder de bouwvoor verwacht.

Voorafgaand aan het veldwerk is een KLIC-melding gedaan

(nr. 12G334349). Er lopen volgens deze melding veel leidingen rond het bestaande gebouw en in het deel ten zuiden ervan. De ligging van deze leidingen zijn in rode lijnen weergegeven op Figuur 7.

Tabel 4: Raerd, Sélânswei. Specificatie archeologische verwachting.

datering: midden ijzertijd tot en met nieuwe tijd

complex: nederzetting

omvang: vanaf enkele meters doorsnede

diepteligging: onder de bouwvoor, in de kleilaag

locatie: hele terrein

prospectiekenmerken: aardewerk, metaal, houtskoolconcentraties, puin, ophogingslagen mogelijke verstoringen: bouw huidige bebouwing, leidingen

(16)

3. Veldonderzoek (KNA3.2 VS05)

3.1 Plan van Aanpak veldonderzoek (KNA 3.2 VS01)

Het veldwerk is uitgevoerd op 24 oktober 2012. Voor het inventariserende booronderzoek (verkennende fase) is gebruik gemaakt van een edelmanboor met een diameter van zeven centimeter in combinatie met een twee centimeter steekguts. Hiermee is bepaald in welke mate de bodem intact is en wat de kans is op archeologische lagen en/of grondsporen.

Volgens de Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra (FAMKE) valt het terrein voor de periode steentijd-bronstijd binnen een zone waarvoor 'geen archeologisch onderzoek' wordt geadviseerd. Voor de periode ijzertijd- middeleeuwen geldt 'streven naar behoud' wegens de ligging binnen de omtrek van een dorpsterp. Er zijn op het bouwblok van 0,3 hectare zes boringen uitgevoerd.

De opgeboorde grond is bekeken op de aanwezigheid van archeologische indicatoren, zoals houtskool, baksteen en aardewerk. Daarnaast zijn de diepte van de bodemlagen, lithologie en kleur (m.b.v. Munsell) bepaald, alsmede alle overige bijzonder-heden. De diepte van de boringen varieert van 165 tot 300 centimeter onder het maaiveld.

Het plangebied heeft een oppervlak van ongeveer 0,3 hectare. De

boringen zijn verspreid over het terrein geplaatst; hierbij is rekening gehouden met de ligging van de vele leidingen rond het gebouw. Van alle boringen zijn de RD-coördinaten bepaald met behulp van GPS. De vondstzichtbaarheid op het veld was slecht wegens de aanwezigheid van gras (zie Figuren 2 en 3); er is derhalve geen veldkartering uitgevoerd.

De hoogten van de boorlocaties zijn bepaald met behulp van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). Voor de RD-coördinaten van de

afzonderlijke boorpunten wordt verwezen naar de boorstaten en boorbeschrijvingen in Appendix III. Tijdens het veldonderzoek is het verwachtingsmodel zoals geformuleerd in paragraaf 2.5 getoetst.

3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.2 VS02, VS03)

Bodem

De bodem binnen het circa 0,3 hectare grote plangebied bestaat over het algemeen uit een bouwvoor van circa twintig centimeter dik, gevolgd door een laag opgebrachte klei. Deze laag is in de meeste boringen ongeveer veertig centimeter dik en bevat recente, kleine baksteen fragmenten en scherven vensterglas. Ter hoogte van boring 5 bestond deze laag niet uit klei maar uit bouwzand. Volgens een omwonende was dit terrein vroeger erg nat en was er een dikke laag grond opgebracht. Dit komt overeen met de bevindingen in de boringen.

10

(17)

Boring 3 is tot drie meter onder het maaiveld gezet. Onder het opgebrachte pakket was hier bruingrijze klei die rond een meter diepte overging in blauwgrijze klei met zandbandjes. Op 2,2 meter onder het maaiveld ging de klei over in veen.

In de overige boringen was een humeuze kleilaag aanwezig onder de opgebrachte grond (zie Figuur 9). In boringen 1, 2 en 6 zijn houtskoolspikkels waargenomen tussen respectievelijk 85-90, 85-90 en 75-78 centimeter onder het maaiveld. De humeuze laag werd gevolgd door blauwgrijze klei met zandbandjes.

Figuur 7: Raerd, Sélânswei. Situatietekening met de boorlocaties. Het plangebied is weergegeven met een blauwe lijn en de huidige bebouwing in lichtgrijs. De boorlocaties zijn genummerd en met een zwarte stip weergegeven. Aan de noordzijde van het plangebied loopt een brede sloot; ten zuiden van het perceel loopt de weg Sélânswei en ten westen de weg Op 'e Feart. De dunne rode lijnen geven de leidingen weer volgens de informatie van KLIC. Voor de RD-coördinaten

(18)

Archeologie

Tijdens het veldwerk is gebleken dat er ongeveer een pakket van veertig centimeter klei is opgebracht, waarschijnlijk tijdens de bouw van het huidige Sélânshûs. Hieronder bevindt zich een zeer humeuze laag die op boorlocaties 1, 2 en 6 houtskoolspikkels bevat. In boring 6 is bij de houtskoolspikkels een kleine baksteenspikkel waargenomen. Eenduidige archeologische indicatoren zijn echter niet gevonden; cultuurlagen of niet-recente ophogingslagen zijn eveneens niet aangetroffen.

Figuur 8: Raerd, Sélânswei.

Foto genomen aan de

acherzijde, langs de noordelijke begrenzing van het terrein, richting het westen. Rechts is de brede sloot te zien en op de achtergrond een kleine schuur.

Figuur 9: Raerd, Sélânswei. Foto van twee gutsboringen; boven boring 4 en onder boring 5 beide vanaf 65 centimeter diepte. De lengte van het gutsmes is 25 centimeter. In boring 4 is van rechts naar links te zien bruingrijze klei, abrupte overgang naar zeer humeuze klei die langzaam overgaat in niet humeuze klei, gevolgd door een tweede laag zeer humeuze klei en een abrupte overgang naar blauwgrijze klei met zandbandjes. In boring 5 is van rechts naar links te zien de zeer humeuze klei met enkele blauwgrijze kleibrokjes en een abrupte overgang naar blauwgrijze klei met zandbandjes.

12

(19)

4. Conclusies en advies (KNA 3.2 VS07)

Het plangebied Sélânswei bevindt zich aan de zuidzijde van de dorpsterp Raerd. Volgens de historische kaarten en volgens het AHN ligt het terrein buiten de terp. Er zijn in het verleden geen meldingen gedaan van

archeologische vondsten binnen het plangebied, maar volgens het CMA, de bodemkaarten van ARCHIS, en de FAMKE ligt het perceel binnen de terp.

De dorpsterp is gedateerd in de midden ijzertijd. Voorafgaand aan het

veldwerk is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld waaruit blijkt dat archeologische waarden aanwezig kunnen zijn uit de periode ijzertijd tot en met de nieuwe tijd. Vóór deze periode is het gebied verveend. In eerdere perioden kunnen er menselijke activiteiten zijn geweest, maar het pleistocene zand bevindt zich hier tussen vier en zes meter onder het NAP.

Er zijn in het 0,3 hectare grote gebied zes boringen geplaatst, hetgeen neerkomt op een boordichtheid van gemiddeld twintig boringen per hectare.

Het terrein was grotendeels bebouwd en vooral ten zuiden van de bebouwing zijn veel leidingen ingegraven. Als gevolg hiervan zal vooral de bovenlaag van de bodem van Sélânswei grotendeels verstoord zijn.

De resultaten van het veldwerk voldoen niet aan het verwachtingsmodel.

Gezien de nabijheid van de terp of mogelijke ligging op de terp, werden er archeologische vondsten verwacht, evenals cultuur- of ophogingslagen. Het terrein is ongeveer veertig centimeter opgehoogd, maar deze ophogingslaag is recent. Hieronder zijn alleen natuurlijke lagen aangetroffen die mogelijk te maken hebben met de loop van een geul door dit gebied (zeer humeuze klei, zie Figuur 9). Er zijn in deze laag in drie boringen houtskoolspikkels

aangetroffen en in boring 6 een baksteenspikkel, maar deze kunnen van elders afkomstig zijn en door de wind zijn gedeponeerd in de geul. Er zijn geen cultuurlagen waargenomen, noch oude ophogingslagen of archeologische indicatoren. De resultaten van het veldwerk wijzen erop dat het plangebied zich buiten de dorpsterp bevindt.

Advies

Op basis van de bovenstaande resultaten achten wij de kans op archeologische grondsporen of artefacten klein. Geadviseerd wordt daarom dat archeologisch vervolgonderzoek niet wetenschappelijk te verdedigen is.

Wij wijzen erop dat indien bij de uitvoering van werkzaamheden op het westelijke perceel onverhoopt toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, deze conform de

Monumentenwet 1988 artikel 53 & 54 direct dienen te worden gemeld bij zowel de gemeente Boarnsterhim als de provinciaal archeoloog,

dr. G. de Langen (tel: 058-2925487; email: vsmp@fryslan.nl).

(20)

Appendix I

Raerd, Sélânswei Archeologische periodes

paleolithicum:

paleolithicum vroeg: tot 300.000 BP paleolithicum midden: 300.000 - 35.000 BP paleolithicum laat: 35.000 BP - 8.800 vC paleolithicum laat A: 35.000 - 18.000 BP paleolithicum laat B: 18.000 BP - 8.800 vC

mesolithicum:

mesolithicum vroeg: 8.800 - 7.100 vC mesolithicum midden: 7.100 - 6.450 vC mesolithicum laat: 6.450 - 4.900 vC neolithicum:

neolithicum vroeg: 5.300 - 4.200 vC neolithicum vroeg A: 5.300 - 4.900 vC neolithicum vroeg B: 4.900 - 4.200 vC neolithicum midden: 4.200 - 2.850 vC neolithicum midden A: 4.200 - 3.400 vC neolithicum midden B: 3.400 - 2.850 vC neolithicum laat: 2.850 - 2.000 vC neolithicum laat A: 2.850 - 2.450 vC neolithicum laat B: 2.450 - 2.000 vC bronstijd:

bronstijd vroeg: 2.000 - 1.800 vC bronstijd midden: 1.800 - 1.100 vC bronstijd midden A: 1.800 - 1.500 vC bronstijd midden B: 1.500 - 1.100 vC bronstijd laat: 1.100 - 800 vC

ijzertijd:

ijzertijd vroeg: 800 - 500 vC ijzertijd midden: 500 - 250 vC ijzertijd laat: 250 - 12 vC romeinse tijd:

romeinse tijd vroeg: 12 vC - 70 nC romeinse tijd vroeg A: 12 vC - 25 nC romeinse tijd vroeg B: 25 - 70 nC romeinse tijd midden: 70 - 270 nC romeinse tijd midden A: 70 - 150 nC romeinse tijd midden B: 150 - 270 nC romeinse tijd laat: 270 - 450 nC romeinse tijd laat A: 270 - 350 nC romeinse tijd laat B: 350 - 450 nC middeleeuwen:

middeleeuwen vroeg: 450 - 1.050 nC middeleeuwen vroeg A: 450 - 525 nC middeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nC middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC middeleeuwen vroeg D: 900 - 1.050 nC middeleeuwen laat: 1.050 - 1.500 nC middeleeuwen laat A: 1.050 - 1.250 nC middeleeuwen laat B: 1.250 - 1.500 nC nieuwe tijd:

nieuwe tijd A: 1.500 - 1.650 nC nieuwe tijd B: 1.650 - 1.850 nC nieuwe tijd C: 1.850 - heden

(21)

180753 / 568467

10003

8064 8063

39977 39966

431159 39651

Appendix II: Bekende archeologische waarden

Raerd, Selanswei

Legenda

HUIZEN

TOP10 ((c)TDN)

VONDSTMELDINGEN

WAARNEMINGEN

MONUMENTEN

archeologische waarde hoge archeologische waarde zeer hoge archeologische waarde zeer hoge arch waarde, beschermd

Plangebied

0 100 m

N

Archis2

7992

(22)

180700 / 568483

179404 / 567424

2R13/14 B

B Terp

3K34

Appendix III: Geomorfologische kaart

Raerd, Selanswei

Legenda

HUIZEN

TOP10 ((c)TDN)

Plangebied

GEOMORFOLOGIE ((c)Alterra) Wanden

Hoge heuvels en ruggen Terpen

Hoge duinen Plateaus Terrassen

Plateau-achtige vormen Waaiervormige glooiingen Niet-waaiervormige glooiingen Lage ruggen en heuvels Welvingen

Vlakten Laagten Ondiepe dalen Matig diepe dalen Diepe dalen Water Bebouwing Overig (Dijken etc)

0 100 m

N

Archis2

3K34

3K34 2R13/14

3N11

2M32

2M35

Terp 3K34

3K34 Getij- oeverwal

Getij- oeverwal

Getij- oeverwal

Getij- oeverwal

Getij- oeverwal

Vlakte van getij-afzettingen

Zeeboezemvlakte Getij kreekbedding

/ zee-erosie geul

/ zee-erosie geul Getij kreekbedding Getij afzettingsvlakte

(23)

180753 / 568478

Mn85C

gMn85C

TERP TERP

Appendix IV: Bodemkaart

Raerd, Selanswei

Legenda

HUIZEN

TOP10 ((c)TDN)

Plangebied

BODEM ((c)Alterra) Associaties Brikgronden Bebouwing Dijk, bovenlandstrook Dikke eerdgronden

Fluviatiele afz ouder pleistoceen Groeve, gegraven, mijnstort Kalksteenverweringsgronden Oude rivierkleigronden Overige oude kleigronden Ondiepe keileemgronden Leemgronden

Zeekleigronden

Mariene afz ouder pleistoceen Niet-gerijpte minerale gronden Oude bewoningsplaatsen Rivierkleigronden Kalkh lutumarme gronden Veengronden

Moerige gronden Water, moeras Podzolgronden Kalkloze zandgronden Kalkhoudende zandgronden

0 100 m

N

Archis2

gMn85C

Mn85C

Mn85C

Mn85C gMn85C

Kalkarme poldervaaggrond, klei

Knippige poldervaaggrond, klei

(24)
(25)
(26)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Driessen, is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Molenlaan te Mildam (Friese naam: 'Mildaam'), gemeente Heerenveen, provincie Fryslân (zie Figuur 1)..

Volgens de archeologische verwachtingskaart van de provincie Gelderland ligt de zuidelijke helft van het plangebied in een zone met een hoge archeologische verwachting en geldt

In verband met de geplande bouw van een loods heeft een inventariserend archeologisch veldonderzoek plaatsgevonden aan de Hearedyk 2 te Itens, gemeente Littenseradiel,

Tevens zijn deze fragmenten in een verstoorde laag aangetroffen waardoor eventueel met deze indicatoren geassocieerde archeologische grondsporen niet meer intact in de bodem

Wegens de ligging binnen de bebouwde kom van Hoogeveen is het plangebied niet gekarteerd voor de Indicatieve Kaart voor Archeologische

Hieronder zijn op het noordwestelijke deel van het plangebied kwelderafzettingen aangetroffen die uit een pakket sterk siltig zand bestaan of uit een pakket sterk zandige

In opdracht van Vereecken Fruitkwekerij VOF is op 8 november 2007 een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd in een plangebied ten noorden van de Ottolanderlaan

Aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden zijn er niet, aangezien het onderzoek geen indicatoren heeft opgeleverd zoals bewerkt vuursteen, scherven aardewerk