Vraag nr. 207 van 17 juli 2003
van mevrouw MARIJKE DILLEN
Subsidies culturele uitwisseling – Stand van zaken In februari 2002 heeft de voorganger van de minis-ter de bestaande subsidiekanalen voor culturele uitwisseling uitgebreid. Elke jongere tussen 16 en 25 jaar die naar het buitenland wil om er in nauw contact te treden met de lokale bevolking, k a n daarvoor een subsidie aanvragen op voorwaarde dat hij/zij ook tot een wederdienst bereid is en dat er een project aan vasthangt.
1. Hoeveel aanvragen zijn er sinds het in werking treden van dit systeem tot op heden ingediend en in hoeveel gevallen is de subsidie daadwer-kelijk toegekend ?
Graag indien mogelijk een opsplitsing per pro-vincie.
2. Kan de minister een overzicht geven van de soorten projecten die gekoppeld zijn aan de toe-gekende subsidies ?
Gebeurt hierbij een controle wat de uitvoering van het voorgestelde project betreft ? Zo ja, o p welke wijze ?
3. Was het budget voor 2002 toereikend of onvol-doende ?
Antwoord
1. Aantal aanvragen in 2002 :
135 (voor 244 p e r s o n e n ) , daarvan werden er 44 dossiers goedgekeurd (voor 82 personen) en 91 dossiers afgekeurd (162 personen).
Verdeling per provincie per jongere wat de goedgekeurde dossiers betreft :
West-Vlaanderen : 25 Oost-Vlaanderen : 12 Antwerpen : 30 Limburg : 7
Vlaams-Brabant : 8
Aantal aanvragen in 2003 (stand tot op heden) :
48 (voor 148 personen), daarvan werden er 24 goedgekeurd (voor 69 personen) en 24 a f g e-keurd (voor 79 personen).
Verdeling per provincie per jongere wat de goedgekeurde dossiers betreft :
West-Vlaanderen : 17 Oost-Vlaanderen : 27 Antwerpen : 10 Limburg : 7
Vlaams-Brabant : 8
2. Inhoudelijk werd een uiteenlopend gamma aan projecten goedgekeurd, veel jongeren kozen er-voor om vrijwilligerswerk te doen in een organi-s a t i e. Daarnaaorgani-st liepen er meerdere projecten rond spel en jeugdwerk en enkele projecten waarbij kunst als middel gebruikt werd voor in-tercultureel contact ; zo was er bijvoorbeeld een project waarbij zang in Spaans Baskenland als invalshoek gebruikt werd om zo de cultuur beter te leren kennen. In enkele dossiers ging het om milieubescherming en educatie. En ten slotte waren er ook enkele erg originele projec-t e n , waarbij één rond de doodsprojec-traf in Noord-Amerika en rond de kookcultuur in Cuba. 17 projecten vonden plaats in A f r i k a , w a a r b i j Kongo en Zuid-Afrika favoriet waren. 1 5 p r o-jecten liepen in Latijns-Amerika, met Bolivia en Guatemala als koploper. In Azië liepen er 9 p r o j e c t e n , 5 daarvan in India. Ten slotte was er een project in Noord-Amerika, 1 in Nieuw-Zee-land en 1 in Europa (BaskenNieuw-Zee-land).
Controle