• No results found

Vraag nr. 136 van 30 april 2004 van de heer DIRK DE COCK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 136 van 30 april 2004 van de heer DIRK DE COCK"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 136 van 30 april 2004

van de heer DIRK DE COCK

Programmering culturele centra – Amateurgezel-schappen

Bert Anciaux vroeg indertijd als minister van Cul-tuur vernieuwing. Incar, een dansgroep uit Leb-beke, is daarin geslaagd. Bert Anciaux is hun vo-rige programma ook komen bekijken en stond toen versteld van het niveau van deze groep. De minister was op de galavoorstelling van Incar. Naar ik mij herinner, stond hij perplex van het ni-veau van deze groep en de vernieuwing ervan. Hiermee wil ik gewoon even de achtergrond schet-sen.

Met het nieuwe programma "Perpetuum Mobile" wil Incar toch een deel van Vlaanderen aandoen om dit hoogstaande culturele programma, ge-bracht door jonge mensen en met eigen choreogra-fen, kenbaar te maken.

Waar kan dit beter gebracht worden dan in de cul-turele centra van Vlaanderen die ervoor opgericht zijn ? Incar trad met het nieuwe programma reeds in volgende culturele centra op, met medewerking van plaatselijke culturele organisaties : Sint-Nik-laas, twee keer op dezelfde dag in Hamme wegens het grote succes, Berlare, Torhout en Diksmuide. Telkens waren de zalen volledig uitverkocht. Mo-menteel hebben ze nog twee optredens : een omka-derend optreden voor Danspunt in Gent en op 10 juli in Ronse (een 11-juliviering).

De vaststelling die Incar echter heeft gedaan, is dat amateurgroepen met niveau, zoals Incar, vaak niet passen in de programmering van de culturele centra. Het zijn meestal professionele groepen die een hoog honorarium vragen en die door theater-bureaus in pakket worden aangeboden die de pro-grammering vullen.

Incar is "Cultureel Ambassadeur van Vlaande-ren", bestaat 46 jaar en werd voor de derde keer er-kend in eerste categorie van amateurgroepen van de provincie Oost-Vlaanderen. Ze kunnen een pal-mares voorleggen met hun tournees in Europa en in de wereld. Het is dan ook betreurenswaardig dat zij moeilijkheden hebben om hun kwaliteits-volle voorstelling uit te voeren.

In het verlengde van deze problematiek heb ik vol-gende vragen.

1. Zijn de culturele centra niet speciaal bedoeld om naast professionele ook niet-professionele groepen te vragen ?

2. Waarom worden culturele centra niet verplicht een deel van hun programmering te richten op amateurgroepen ?

Hierbij zou dan natuurlijk bepaald moeten worden dat culturele groepen die een beroep doen op een cultureel centrum, tegen een be-taalbare huur dat centrum kunnen gebruiken. Antwoord

Het is inderdaad zo dat zowel mijn voorganger Bert Anciaux als ikzelf het dansspektakel van Incar bijgewoond hebben. Het spektakel is onmis-kenbaar degelijk en kwaliteitsvol. Het antwoord op de vraag sluit aan bij het beleid inzake ama-teurkunsten enerzijds, en cultuur- en gemeen-schapscentra anderzijds.

Tot op vandaag is de subsidiëring van amateur-kunsten vooral gericht op de sociaal-culturele component (processen, groepsvorming, leerkan-sen,...) en minder op het artistieke resultaat. Er is, naast eventuele ad hoc ondersteuning - waarvoor ook Incar in aanmerking kwam -, op dit moment enkel een reglement voor internationale subsidies dat onder meer wil stimuleren dat de "betere" ama-teurkunsten naar de internationale fora kunnen. Op zich blijft dit sociaal-culturele spoor nog steeds verdedigbaar als prioritair. We denken echter dat het goed zou zijn om aanvullend een aantal maat-regelen te nemen om ook artistieke impulsen te geven: dit is goed voor de betrokken amateurkun-stenaars, maar evenzeer voor de beeldvorming van de sector. Deze maatregelen zijn bijvoorbeeld: – het actief ondersteunen van een

evenementen-beleid in de sfeer van de amateurkunsten (grote zichtbaarheid creëren, het betere werk in Vlaanderen bijkomende podia bieden, cross-over tussen disciplines ondersteunen,...); - voorzien in een financiering van de

(2)

productie van hun dansprojecten.

De programmatie in culturele centra en gemeen-schapscentra is uiteraard de verantwoordelijkheid van de centra en hun gemeentebesturen zelf. De Vlaamse overheid tracht hier toch stimulerend te werken door "prikkels" te geven om zich eventu-eel ook op minder evidente terreinen te wagen. Wat "minder evident" is, is voor elk centrum ech-ter anders invulbaar. Het concept van de variabele subsidies in het decreet op het lokaal cultuurbeleid gaat dan uit van een extra honorering voor een evenwichtige benadering van de drie functies van cultuurcentra (cultuurspreiding, cultuurparticipa-tie en gemeenschapsvorming). Deze benadering impliceert uiteraard ook een stimulans voor een bijzondere aandacht voor het verenigingsleven, en meer in het bijzonder de amateurkunsten.

Bovendien werd het aanbod "Podium" (veeleer be-kend onder de vroegere naam van het boek "Arties-ten en Gezelschappen") hiertoe speciaal gecreëerd. Binnen dit aanbod Podium wordt er in een ale regeling voorzien voor "Nieuw Talent", speci-aal om aanstormend talent met een gunstige fi-nanciële regeling op het pad van cultuur- en ge-meenschapscentra te krijgen.

Artiesten en gezelschappen die in het aanbod Nieuw Talent terechtkomen, worden geselecteerd door een bevoegde beoordelingscommissie. Ook Incar deed een aanvraag om in dit aanbod terecht te komen, maar werd door de beoordelingscom-missie niet geselecteerd wegens "niet nieuw in zijn genre". Op die manier is Incar in het aanbod Po-dium terechtgekomen. Dit betekent concreet dat verenigingen, bibliotheken, ... Incar kunnen inhu-ren en hiervoor een tegemoetkoming krijgen van 578,33 euro per optreden. Op hun beurt kunnen deze verenigingen dan terecht in de culturele centra of de gemeenschapscentra. Verenigingen, afhanke-lijk van de plaatseafhanke-lijke reglementen al dan niet aan-gesloten bij de gemeentelijke cultuurraden, genie-ten een voorkeurtarief bij het huren van een ge-schikte zaal in de cultuur- of gemeenschapscentra. De Vlaamse regering is er niet voor gewonnen om de culturele centra een verplichting op te leggen om een bepaald percentage van hun programma-tie te richten naar amateurkunsten. Dit werkt im-mers meestal zeer kunstmatig. Zoals reeds ver-meld, willen wij meer gerichte stimuli, zowel op het

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De beslissing of het opportuun is om re- gionale consumptieprijsindexen te berekenen en of dit prioritair genoeg is om er schaarse middelen voor in te zetten, kan niet genomen

Op basis van de in punt 1 vermelde principes wordt volgende algemene bewegwijzeringsregel toegepast : in eerste instantie wordt de hoofdge- meente vermeld, vervolgens – vanaf

Onlangs vernam ik dat de heer Steve Stevaert, m i- nister vice-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare We r k e n en Energie, tijdens Euro 2000

Va s t g e- steld wordt dat men in het secundair onderwijs opteert voor één of meerdere pc-klassen, t e r w i j l in het basisonderwijs één of meerdere compu- ters in de

Zijn de gemeenten die aan de leerlingen van het gemeentelijk onderwijs gratis zwemmen aanbie- den in de gemeentelijke infrastructuur, g e h o u- den dit ook te doen voor het

Onlangs vernam ik dat de heer Steve Stevaert, m i- nister vice-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Mobiliteit, Vervoer en Open- bare We r k e n , tijdens Euro

Het maximumbedrag in de schaal B3 bedraagt 11,10 % meer dan het maximumbedrag van de vroegere derde schaal in de voormalige vlakke loopbaan voor

Eerste concreet resultaat van de Task Fo r c e Mestverwerking is de gezamenlijke nota van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw en van de Vlaamse minister van