Vraag nr. 22
van 22 oktober 1999
van de heer DIRK DE COCK
Aanleg van wachtbekkens – Rioleringsproblemen Door werkzaamheden aan wachtbekkens komt het soms voor dat de belendende rioolaansluitingen tij-delijk in greppels worden geloosd. Vaak kan het water in die greppels niet weglopen, zodat een stin-kende en bij warm weer gistende brij ontstaat. Zo ook in Lebbeke, waar de werken voor de aan-leg van wachtbekkens al een heel eind opgeschoten zijn.
In de Eekskenstraat (ter hoogte van het station van Heizijde) doet zich echter een probleem voor. Een deel van de huizen had een rioolaansluiting in de waterloop aldaar. Vermits het wachtbekken be-doeld is om het overtollige water op te vangen dat via die beek wordt aangevoerd, heeft men terecht beslist dat dergelijk water zo weinig mogelijk ver-vuild mag zijn. Men heeft dan maar evenwijdig met de beek een greppel gegraven en daar mondt de ri-oolaansluiting van die huizen nu in uit. Het water uit die greppel kan niet weglopen en er ontstaat een stinkende en bij warm weer gistende brij. De huidige toestand is een gevolg van de werken aan het wachtbekken en zou met name door een ri-oolsanering moeten worden rechtgezet. Bij de ge-meente Lebbeke bevindt de Eekskenstraat zich echter niet in de eerste of tweede fase van de riool-sanering.
1. Zijn er in Vlaanderen veel werkzaamheden aan wachtbekkens waar de rioolaansluitingen tijde-lijk in greppels worden geloosd, die hierdoor zijn dichtgeslibd ?
2. Is het inderdaad zo dat het Vlaams Gewest, d a t voor de werken aan de wachtbekkens opdracht-gever is, moet zorgen voor een aangepaste riool-a riool-a n s l u i t i n g, riool-ariool-angezien het de veroorzriool-aker is vriool-an de wijziging ?
Zo ja, werden daarvoor reeds initiatieven geno-men ? Met welke timing ? Wat betekent dit con-creet voor de situatie in Lebbeke ?
3. Hoe evalueert de minister deze problematiek ?
Antwoord
1. De administratie heeft geen kennis van riool-aansluitingen die tijdelijk worden geloosd in greppels die zijn dichtgeslibd door werkzaamhe-den aan wachtbekkens.
2. De bouw van wachtbekkens heeft in de eerste plaats tot doel om stroomafwaarts de kans op schade door overstromingen te minimaliseren. Bij de bouw van wachtbekkens op onbevaarba-re waterlopen van de eerste categorie, wordt er steeds voor gezorgd dat de lokale waterafvoer kan behouden blijven, ook als het beekwater in tijden van wassen wordt geborgen in het wacht-bekken.
Tijdens de planning en bouw van dergelijke wachtbekkens wordt men echter vaak gecon-fronteerd met slecht uitgebouwde rioleringen. Dit gebeurde ook bij de bouw van het wacht-bekken aan het station Heizijde in Lebbeke. Aan de Eekskenstraat bevinden zich thans een veertiental woningen. Drie van deze woningen lozen voor de aanvang van de werken langs ach-ter in de beek, elf woningen lozen hun afvalwa-ter in een riool in de Eekskenstraat. Even ver-der loost deze riool gewoon weer in de beek (Brabantse Beek).
In het ontwerp van het wachtbekken diende de beek te worden verlegd om het water te kunnen opstuwen bij vloed en ook om de betrokken woningen te beschermen tegen deze hoogwater-s t a n d e n . Tuhoogwater-shoogwater-sen de oude loop van de beek en de nieuwe loop is een dijk aangelegd. Het was de bedoeling om de oude loop van de beek te be-h o u d e n , weliswaar minder diep, om aldus alle lozingen die erin terechtkwamen, in stand te kunnen houden. Deze oude loop komt afwaarts het wachtbekken opnieuw in de beek (septem-ber 1999).
Tijdens de uitvoering van deze werken (septem-ber 1999) heeft de afdeling Water van de admi-nistratie Milieu-, N a t u u r-, L a n d- en Wa t e r b e-heer (Aminal) klachten opgevangen van de om-wonenden via het gemeentebestuur. De klacht ging over stank die zou ontstaan ter hoogte van de lozingen van deze woningen in de oude loop, omdat het bovendebiet van de beek er niet meer door zou passeren.
buis en deze afvalwaters voorlopig te centralise-ren naar de duiker van de Eekskenstraat over de Brabantse Beek.
In een verdere toekomst dient de NV A q u a f i n of het gemeentebestuur dan verdere acties door te voeren, teneinde ervoor te zorgen dat deze afvalwaters uiteindelijk worden gezuiverd. 3. Uit het hierboven geschetste blijkt dat bij het
ontwerp van wachtbekkens systematisch reke-ning wordt gehouden met de afvoer van lokaal (afval)water.
