Vraag nr. 16
van 14 oktober 1999
van de heer DIRK DE COCK
Woningkwaliteit – Dendermonde en Sint-Niklaas In "Stativaria 22" van september 1999 van het mi-nisterie van de Vlaamse Gemeenschap wordt een overzicht gegeven van de beschikbare kansarmoe-decijfers volgens het decreet op het Sociaal Impuls-f o n d s, in 1998 geactualiseerd. Dit is een uitgave van de administratie Planning en Statistiek.
In "Stativaria 22" beschrijft men een tiental facto-r e n , zowel op V l a a m s, p facto-r o v i n c i a a l ,a facto-r facto-r o n d i s s e m e n-teel als gemeentelijk niveau, waaruit men de kans-armoede kan afleiden. Eén van die factoren is het "aantal woningen zonder klein comfort t.o. v. h e t aantal woningen". Hiermee bedoelt men een "wo-ning waarin één van de volgende elementen ont-b r e e k t : stromend water, ont-bad of douche, WC met w a t e r s p o e l i n g " . Voor deze indicator zijn echter enkel metingen beschikbaar die dateren van de v o l k s- en woningentelling van 1 maart 1991. De an-dere indicatoren zijn alle geactualiseerd op 1 janu-ari 1998.
Wat het "aantal woningen zonder klein comfort t . o. v. het aantal woningen" betreft, scoort zowel het arrondissement Dendermonde als het arrondisse-ment Sint-Niklaas hier beduidend hoger in verlijking met het gemiddelde van het Vlaamse ge-west, dat 13,83 % bedraagt.
Arr. Dendermonde 19,54 Berlare 20,36 Buggenhout 17,47 Dendermonde 17,54 Hamme 21,87 Laarne 18,50 Lebbeke 24,06 Waasmunster 16,32 Wetteren 20,19 Wichelen 18,86 Zele 20,07 Arr. Sint-Niklaas 15,23 Beveren 12,57 Kruibeke 15,37 Lokeren 17,63 Sint-Gillis-Waas 16,09 Sint-Niklaas 14,48 Stekene 15,48 Temse 17,84
In deze twee arrondissementen tezamen zat dus in 1991 enkel de gemeente Beveren (12,57 %) onder
het gemiddelde van het Vlaamse gewest (13,83 %) m . b. t . de verhouding van woningen zonder comfort t . o. v. het totaal aantal woningen. Dit betekende dus concreet dat het wooncomfort in de arrondisse-menten Dendermonde en Sint-Niklaas in 1991 merkelijk lager lag dan het Vlaams gemiddelde. 1. Waarom worden door het Sociaal Impulsfonds
voor alle andere indicatoren gegevens gebruikt van metingen van 1 januari 1998, en enkel voor "het aantal woningen zonder klein comfort t.o. v. het aantal woningen" cijfers van de volks- en woningentelling van 1 maart 1991 ?
2. Kan men uit de gegevens van het Sociaal Im-pulsfonds besluiten dat het aantal woningen zonder comfort nog steeds merkelijk hoger ligt in de twee arrondissementen Dendermonde en S i n t-Niklaas in vergelijking met het gemiddelde van het Vlaamse gewest ? Zo ja, welke maatre-gelen worden terzake genomen ?
Antwoord
1. Artikel 6, § 1 van het decreet tot vaststelling van de regelen inzake de werking en de verdeling van het Sociaal Impulsfonds, bepaalt dat het aantal woningen zonder comfort volgens de ty-pologie en de gegevens van de meest recente woningentelling van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) wordt bepaald.
De meest recente volkstelling dateert van 1991 en de indicator "woningen zonder comfort" kon om die reden niet worden geactualiseerd. 2. Met de gegevens waarover het Sociaal
Impuls-fonds beschikt, kan niet worden besloten dat het aantal woningen zonder comfort nog steeds merkelijk hoger ligt in de twee arrondissemen-ten Dendermonde en Sint-Niklaas in vergelij-king met het gemiddelde van het Vlaamse ge-w e s t . Naast het Sociaal Impulsfonds zijn immers nog verschillende andere actoren op het vlak van huisvesting werkzaam.
Als b i j l a g e geef ik een volledig overzicht van de doelstellingen op het vlak van huisvesting in het kader van het Sociaal Impulsfonds en van de door lokale besturen van de arrondissementen Dendermonde en Sint-Niklaas genomen initia-tieven om die doelstellingen te bereiken.