• No results found

Vraag nr.125van 23 mei 2000van de heer DIRK DE COCK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.125van 23 mei 2000van de heer DIRK DE COCK"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 125 van 23 mei 2000

van de heer DIRK DE COCK

OCMW-maatschappelijk werkers – Weddeschalen De laatste jaren hebben de OCMW's heel wat taken bijgekregen, wat een constante bijscholing en interesse van de maatschappelijk werkers met zich m e e b r e n g t . Heel wat van deze nieuwe taken wor-den door de maatschappelijk werkers zelf uitge-v o e r d , en op die manier dragen zij een steeds gro-tere verantwoordelijkheid binnen het lokaal O C M W. Er wordt automatisch van die mensen ver-wacht dat zij tegelijkertijd organisator, p r o j e c t b e-g e l e i d e r, j u r i s t , e-g e e-g e v e n s b a n k , en als het even kan ook maatschappelijk werker zijn.

Het teer punt hierbij is de verloning van die ver-antwoordelijkheden.

Het sectoraal akkoord van 18 juni 1993 voorzag voor de lokale besturen in een grondige hervor-ming van het personeelsstatuut. Reeds vlug bleek dat er voor de OCMW-maatschappelijk werkers weinig verbetering was in het geldelijk statuut en dat sommige personeelsleden in de C-schalen er fors op vooruit gingen. Intussen is er echter een nieuw sectoraal akkoord 1997-1 9 9 8 . Hieruit blijkt dat de B-schalen voor onder andere maatschappe-lijk werkers over het hoofd worden gezien.

1. Welke maatregelen worden er genomen om de weddeschalen van de maatschappelijk werkers te herwaarderen ?

2. Wat is het standpunt van de Vlaamse regering terzake ?

Antwoord

Het sectoraal akkoord van 18 juni 1993 heeft ge-zorgd voor een herziening van de salarisschalen. De herziening van de schalen was niet procentueel gelijk voor alle bestaande schalen. Bewust werden er bij de sectorale akkoorden ook wijzigingen aan-gebracht aan het bestaande stelsel van niveaus en graden, en aan de verhoudingen ertussen.

In het vroegere stelsel beschikten de ambtenaren van het niveau C (toen niveau 2 genoemd) niet over een functionele loopbaan of een of andere min of meer vergelijkbare vorm van vlakke loop-b a a n . Om dus naar een hogere salarisschaal te kun-nen overgaan, moest een opsteller slagen voor een bevorderingsexamen tot de graad van

onderbu-r e a u c h e f. In het nieuwe stelsel weonderbu-rd de hiëonderbu-raonderbu-rchie vereenvoudigd en de graden van opsteller en on-derbureauchef werden samengevoegd in de nieuwe graad van administratief medewerker, met een functionele loopbaan bestaande uit drie schalen C 1 , C2 en C3. Het maximumbedrag in de derde schaal van deze functionele loopbaan bedraagt 21,54 % meer dan het maximumbedrag dat een op-steller op 1 januari 1990 kon bereiken in de vroege-re schaal 1.50. Het maximumbedrag in deze C 3-schaal bedraagt echter slechts 8,52 % meer dan het maximumbedrag dat een onderbureauchef op 1 januari 1990 kon bereiken in de vroegere schaal 1.47.

De maatschappelijk werkers hadden in het vroege-re stelsel een vlakke loopbaan en hadden toen reeds het vooruitzicht op het doorlopen van drie verschillende salarisschalen, 1 . 5 5 , 1 . 6 , en 1.77. I n het nieuwe stelsel is de gebruikelijke loopbaan voor een maatschappelijk werker gesitueerd in het niveau B, met in de basisgraad van dit niveau het vooruitzicht op het doorlopen van een functionele loopbaan bestaande uit de schalen B1, B 2 , en B3. Het maximumbedrag in de schaal B3 bedraagt 11,10 % meer dan het maximumbedrag van de vroegere derde schaal in de voormalige vlakke loopbaan voor maatschappelijk werkers (toestand op 1 januari 1990).

De stelling dat de maatschappelijk werkers inzake salarisschalen over het hoofd werden gezien, w o r d t door bovenstaande gegevens tegengesproken. De salarisschalen worden overigens niet eenzijdig v a s t g e s t e l d , maar zijn het resultaat van onderhan-delingen in de onderafdeling van het comité C voor de plaatselijke overheidsdiensten, a f d e l i n g personeel van de provinciale en plaatselijke bestu-ren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Waarom werd er bij het bepalen van de rijbaan- breedte voor erftoegangswegen geen rekening ge- houden met het feit dat bussen een minimale weg- breedte van 6 m nodig hebben om

a) Op sommige plaatsen in het buitenland wordt een systeem toegepast waarbij voertuigen die te snel rijden, worden gedetecteerd en dan verder door een rood licht worden opgehouden.

Het bewuste fietspad tussen de stations Hemik- sem en Niel is niet gelegen langs een gewestweg en komt dus niet voor op de behoefteanalyse van fietspaden2. Fietspaden met

Deze verbinding is tamelijk eenvoudig te realise- ren ergens ter hoogte van de oude Renaultfabriek, eventueel door opwaardering van de bestaande s t r a t e n , en kan het

N461 Drongen-Merendree – Fiets- en voetpad Uit het investeringsprogramma van de administra- tie Wegen en Verkeer blijkt dat er voor 2000 een budget werd ingeschreven van 30

Blijkens een bericht in Le Soir werd op initiatief van de minister het boek "Taal en politiek" van de professoren Els Witte en Harry Van Ve l t h o v e n naar drie

Net zoals welk project dan ook waarvoor in het kader van het mobiliteitsconvenant afspraken worden gemaakt, kan de aanleg van een gesub- sidieerd fietspad slechts worden aangevat in

Volgens de Vlarem-indelingsrubriek 15.1 zijn al dan niet overdekte ruimten waarin "meer dan 2 5 autovoertuigen en/of aanhangwagens, a n d e r e dan personenwagens" worden