Vraag nr. 328 van 23 mei 2000
van de heer ERIK MATTHIJS Erftoegangswegen – Rijbaanbreedte
Het wegennet in Vlaanderen werd heringedeeld in drie categorieën van lokale wegen : v e r b i n d i n g s w e-g e n , e-gebiedsontsluitine-gswee-gen en erftoee-gane-gswe- erftoegangswe-gen.
Op de lokale wegen buiten de bebouwde kom en op de ontsluitingswegen wordt uitgegaan van een wegbreedte van 6 m 40, opdat bussen en autocars (2 m 50 à 2 m 55 breed zonder de spiegels) elkaar kunnen kruisen.
Het probleem rijst bij de erftoegangswegen : d a a r is de rijbaanbreedte maar 5 m 50. Een optelsom-metje toont aan dat twee bussen die flank aan flank staan – geen reële rijsituatie – reeds een ruimte van 5 m à 5 m 10 nodig hebben. B o v e n d i e n hebben bussen ook buitenspiegels, waarvan moder-ne versies toch bijna 40 cm breed zijn. Maar zelfs autobussen met relatief kleine buitenspiegels krij-gen te weinig ruimte.
C o n c l u s i e : in woon- en winkelstraten kunnen bus-sen onmogelijk nog kruibus-sen zonder de zijspiegels of die van de geparkeerde auto's te beschadigen. Waarom werd er bij het bepalen van de rijbaan-breedte voor erftoegangswegen geen rekening ge-houden met het feit dat bussen een minimale weg-breedte van 6 m nodig hebben om elkaar voorzich-tig te kunnen kruisen zonder de zijspiegels van an-dere bussen of van geparkeerde of van geparkeer-de auto's te raken ?
Antwoord
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen onder-scheidt volgende wegcategorieën :
– hoofdwegen ;
– primaire wegen van categorie I en II ; – secundaire wegen ;
– lokale wegen.
Bij de categorisering werden nog geen rijweg-breedten vastgelegd.
Afgezien daarvan wil ik erop wijzen dat het niet noodzakelijk is dat ook op de kleinste wegen vrachtwagens en autobussen elkaar zeer vlot kun-nen kruisen. Het aantal van dit soort voertuigen is