Vraag nr. 34 van 30 januari 2004
van de heer JOHAN SAUWENS
Statistieken – Regionale index consumptieprijzen Recentelijk deelde de minister vice-president aan de wereld mee dat de achterstand inzake V l a a m s e statistieken is weggewerkt.
Kan de minister vice-president meedelen wat de stand van zaken is m.b. t . een gewestelijke index van de consumptieprijzen die door zijn voorganger op de lijst van te realiseren statistieken was ge-plaatst ?
Antwoord
Op 21 maart 2002 schreef mijn voorganger S. S t e-v a e r t , in zijn hoedanigheid e-van coördinerend minis-ter inzake Statistiek op Vlaams niveau, aan zijn fe-derale collega, C h . P i c q u é , een nota met de vraag om spoedig in een oplossing te voorzien voor reeds lang aanslepende vragen naar statistieken die door federale instanties geproduceerd en ontsloten wor-d e n , maar ook van belang zijn voor het V l a a m s e b e l e i d . Deze lijst met ontbrekende regionale statis-tieken werd opgemaakt door de administratie Planning en Statistiek (APS) op basis van het sta-tistisch meerjarenprogramma van de Vlaamse re-gering en na gesprekken met de SERV ( S o c i a a l-E c o n o m i s che Raad van Vlaanderen – red.).
Eén van de knelpunten betrof het ontbreken van een regionale index van de consumptieprijzen. H e t voorkomen van deze indicator als één van de struc-tuurindicatoren van de Top van Lissabon1was een stimulans om een regionale invulling te vragen. De beschikbaarheid van een regionaal inflatiecijfer laat bovendien toe een vergelijking te maken tus-sen de groei van de lonen op Vlaams en Belgisch n i v e a u , in zoverre ze geïndexeerd zijn volgens de gezondheidsindex/het nationaal indexcijfer van de
c o n s u m p t i e p r i j z e n . De onderzoeksvraag is dan : " I s er een sterkere of zwakkere koopkracht van de lonen in Vlaanderen ten overstaan van in België?" Medio 2002 gaf minister Picqué een algemeen ant-woord op de voornoemde nota. Omtrent een regio-nalisatie van de index van de consumptieprijzen deelde de federale minister mee :
"Regionale indexcijfers kunnen niet geleverd wor-den op korte termijn. De huidige prijsgegevens van de Dienst voor het Indexcijfer zijn uitsluitend re-presentatief op federaal niveau. Het ligt uiteraard in de bedoeling om tijdens de komende hervor-ming van de NICP (nationale indexcijfers van de consumptieprijzen) de gestelde problematiek van de regionale representativiteit van de prijsgegevens aan te pakken, zodat de berekening van regionale prijsindexcijfers mogelijk wordt. De omstandighe-den waarin die hele operatie dient te verlopen is inmiddels op beleidsvlak ook helemaal niet uitge-k l a a r d . Het is echter evident dat voor dergelijuitge-ke re-gionale indexcijfers ook overeenkomstige weging-schema's moeten worden opgesteld en dat de hui-dige budgetenquêtes met die nieuwe toepassing zouden dienen rekening te houden."
Op 26 september 2003 richtten de vertegenwoordi-gers van APS in de Hoge Raad voor de Statistiek opnieuw een vraag aan de federale Statistiekdien-sten van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) met betrekking tot de stand van zaken van de regionale index van de consumptieprijzen. Bij brief van 20 november 2003 (referentie: E8.02/03.088 – 1600) antwoordde de heer H. D'hondt, directeur-generaal van het NIS, als volgt : "Er is geen technisch of methodologisch probleem om eventueel regionale consumptieprijsindexen te berekenen : de prijsopnames en bijkomende gege-vens (wegingen op basis van de huishoudbudgeten-quête) zijn beschikbaar of kunnen aangemaakt w o r d e n ; ze zouden voldoende representatief en van voldoende kwaliteit zijn om regionale indexen te berekenen, althans voor de hoogste aggregaten. Dat gaat echter niet zonder flink wat bijkomende m i d d e l e n . De beslissing of het opportuun is om re-gionale consumptieprijsindexen te berekenen en of dit prioritair genoeg is om er schaarse middelen voor in te zetten, kan niet genomen worden op het niveau van Statistiek en Economische Informatie en moet op het beleidsniveau gesteld worden." Kostenelementen voor de berekening van een re-gionale index bestaan uit bijkomende faciliteiten voor opname van prijzen, additionele verwerking. 1 Dit zijn indicatoren die moeten toelaten om de
Het is de federale minister bevoegd voor Econo-mie die aan het NIS opdrachten geeft.
Er zal met andere woorden overleg moeten plaats-vinden tussen het Vlaams Gewest en het federale niveau.
Naast deze vraag zijn er nog andere punten van o v e r l e g. In de loop van 2003 werd in de schoot van de Hoge Raad voor de Statistiek een werkgroep opgericht die een geïntegreerd Belgisch statistisch programma moet voorbereiden2. Deze werkgroep
leverde op de vergadering van 10 december 2003 van de Hoge Raad een werkdocument af met een oplijsting van alle ontbrekende statistische gege-vens die door de federale en regionale overheden gewenst worden. A P S, gesteund door de Wa a l s e S t a t i s t i e k d i e n s t , zorgde ervoor dat een geharmoni-seerde prijsindex op het regionale niveau in de lijst voorkomt.
Het ontwerp van Belgisch statistisch programma zal in de volgende maanden geconcretiseerd wor-den met timing, kostprijs en dergelijke, en inge-diend worden bij de federale minister van Econo-mie aan wie de Hoge Raad voor de Statistiek moet r a p p o r t e r e n . Het ontwerp van Belgisch statistisch programma zal dan verder op het politieke niveau moeten worden beslecht, liefst met een betrokken-heid van de drie gewesten aangezien er wederzijd-se engagementen in opgenomen worden.
Er zij weliswaar vermeld dat de directe aanleiding om aan internationale benchmarking te kunnen d o e n , ondertussen is weggevallen. De Europese re-geringsleiders beslisten in december 2003 om de set van structuurindicatoren van de Top van Lis-sabon te reduceren. De index van de consumptie-prijzen werd niet meer in aanmerking genomen. Dit neemt niet weg dat de nood aan deze indicator voor het algemene beleid op Vlaams niveau rele-vant blijft, met name als graadmeter voor een al dan niet stijgende vraag in de economie of stijgen-de kosten van stijgen-de inputfactoren, of om meer accu-rate berekeningen van het regionale BBP (bruto binnenlands product) gecorrigeerd voor koop-krachtpariteiten mogelijk te maken.
De bevoegde diensten zullen dus verder stappen blijven zetten om dit gegeven voor Vlaanderen te kunnen berekenen.
