• No results found

Nieuw lied van een koopman met kanten en een jonge meid · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nieuw lied van een koopman met kanten en een jonge meid · dbnl"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nieuw lied van een koopman met kanten en een jonge meid

bron

Nieuw lied van een koopman met kanten en een jonge meid. Z.p., ca. 1810

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie063nieu01_01/colofon.php

© 2011 dbnl

(2)

1

Nieuw Lied van een Koopman met Kanten en een Jonge Meid.

Stem: Van het Meisje van Schevening.

1.

Komt vrienden ey luistert eens na dit Lied.

Wat dat 'er hier wederom is geschied, Het was 'er voorwaar,

Een Klugje heel raar,

Hier Paardemark de eerste van 't Jaar.

2.

(3)

gaauw,

Die stont in haar deurtje zoo fraay als een Paauw,

Hy sprak met verstant, Wilt gy den kant,

Mutze en Doeken zy zyn by de hand.

4.

Kom dan maar binnen al zonder gedruis, Want siet 'er myn Volk is' nu reeds

van Huys.

Hy slooter al veur, De Grendel op deur,

Doen kon hy verkoope zonder getreur.

5.

Zy sprak 'er wel Koopman wat kost 'er die kant,

Wel mysje geef myn 'er een kusje op hant.

Zy sprak 'er heel stil, Ik zal daar je wil,

Met een na bed wy gaan aan den tril.

6.

Zy was wel te vreede hy pakte weer in.

Of schoon hy verkogt had zonder gewin,

Een poos tyd daar naar;

Zy wierd 'er zoo raar,

De Moeder die sprak myn Kind gy zyt zwaar.

(4)

2

7.

Ag Moeder een Koopman bedroog my voorwaar.

Het was 'er een Kareltje hups en raar, Wel selderement,

Die hagelze Vent,

Het ligt uyt zyn ooge als jy hem maar kent.

8.

De Moeder die sprak 'er de Koopman aan,

Wat hebje dog met myn dogter gedaan, Ik zeg het je nouw,

Ik heb 'er berouw,

Ik kan haar niet trouwe ik heb 'er een vrouw.

9.

Daar zat toen helaas dat Mysje in nood,

Zy zugte en weende zy zag 'er als doot, De Koopman niet pluys,

Die trok 'er na huys,

Geen vryer meer wouw haar wat was het een kruys.

10.

De Koopman was weg en hy kwam 'er niet weer,

Haar Ouders na Gorcum hier in de keer

Zy vonden hem zaam, Met zyn Vrouw aan de kraam, Wat duyvel een stukje is dat niet

infaam.

11.

(5)

Hoe dat het Kintje het best was gekraamd, Hy maakt een ackoort,

Te koome haast voort,

Na Schoonder woerd stellent daar zo het behoord.

13.

En daar met wat geld en getuyg verklaard.

Met eene zo was geschoore den baar Klaar was de man,

Die men hier wel kan,

dat hiete je stukjes wat zeg je der van

14.

Hy gaf haar een kusje genag goede lief,

Krygt schielyk een Kintje door b[...]

ons gerief,

Blijf wel maar te vree, Ik brengje nog mee,

In kort nog een kantje heel mo[...]

[...] de [...]

15.

doe kreeg zij schielijk een kintje w[...]

kruijs,

daar kon zij mee speelen en blijv[...]

in huijs,

de man was niet hier, dat was niet en zier,

Ik kan 't tog raade het was van plazier.

16.

Oorlof mijn mijsjes als gij Kantjes koopt

Geloof 'er geen die aan de deure loopt Zij zijn zoms getrouwd,

Het u dan berouwd,

En gij nog namaals u oore dan klouwd.

E Y N D E .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naar de Kolonies heen, Wy gaan vol moed van wal, En als men weer komen zal, Zyn onze Schepen weer ryk gelaan.. Gaan wy, het zal

6 Ik was eerst van zints na kooy te gaan Maar ik kreeg nog trek om eens te rooken, Zaa Jonge geeft myn de pyp eens aan, Myn Heer die heb ik zoo gebrooken, Dogt ik het niet jou

Naar de Kolonies heen, Wy gaan vol moed van wal, En als men weer komen zal, Zyn onze Schepen weer ryk gelaan.. Gaan wy, het zal

Of minneklagt, van een jonge dochter welke van haar minnaar bevrugt was, en toen haar heeft verlaaten.1. Een

Een jongman praat veel wonder zoet, Maar het is zomtyds daarom, Dat hy dan eerst zyn listval doet, En plukt de maagdeblom,. Want dat de maagd er na beklaagd, Men vint er hier als

Want daar is geen troost meer over, Daar de liefde driftig vaart, 't Is een leeven zonder leeven, 't Is gestadig sterven pyn, Als twee herten zaamen kleeven, Moet het schyden

Want ik heb van Jantje Paf geproevd Soete lieve Meid die laat haar kussen Van bombe latie Peeperkoek3. Van bombe latie

Waar is wel de plek op aard, Zelfs in de duistere hoeken, Waar ik om u niet zoude zoeken, offer steeds voor u mijn bloed, Het zij in voor- of tegenspoed.. Verlaten in het aardsche