Vraag nr. 43
van 14 december 2000
van de heer JOACHIM COENS
Decreet ruimtelijke ordening – Omzendbrief art. 99 Op 29 juni 2000 stelde ik de minister een vraag om uitleg over de vergunningsplicht volgens het nieu-we decreet op de ruimtelijke ordening, en meer specifiek over het gewoonlijk gebruiken, a a n l e g g e n of inrichten van een grond.
De minister antwoordde onder meer dat hij naar aanleiding van mijn vraag de directeur- g e n e r a a l van zijn administratie had gevraagd om zeer speci-fiek advies in te winnen bij de afdeling Ju r i d i s c h e D i e n s t v e r l e n i n g. Op basis daarvan zou een om-zendbrief worden opgesteld voor de gemeenten, om hen te laten weten hoe men artikel 99 kan, m a g en moet interpreteren (Handelingen C209 van 29 juni 2000, blz. 5-9 – red.).
Het was de bedoeling van de minister om deze mi-nisteriële omzendbrief in het najaar uit te vaardi-gen.
Wat is de huidige timing voor de uitvaardiging van deze omzendbrief ?
Antwoord
Uit het door mijn administratie ingewonnen advies van de afdeling Juridische Dienstverlening is geble-ken dat de uitwerking van de omzendbrief, gelet op de afwezigheid van een overgangsbepaling in het d e c r e e t , minder eenvoudig is dan oorspronkelijk ingeschat.