Vraag nr. 74 van 4 januari 2000
van de heer JOACHIM COENS Afvalolie – Terugnameplicht
Eind augustus 1999 maakte de minister, in de na-sleep van de dioxinecrisis, haar plannen bekend om voor afvalolie een terugnameplicht te onderzoe-k e n . De minister gaf daarom haar administratie de opdracht om de haalbaarheid van haar voorstel te onderzoeken en de consequenties op een rijtje te z e t t e n .B o v e n d i e n , aldus de minister, heeft het geen zin de maatregel alleen in Vlaanderen in te voeren. Ook Brussel en Wallonië dienen hierin mee te stappen.
1. Wat is de stand van zaken in de juridische uit-werking van de terugnameplicht voor afvalolie ? Is in dit verband door de administratie reeds een realistische startdatum naar voor geschoven ? 2. Is het momenteel de bedoeling om de
terugna-meplicht te laten gelden voor alle types oliën, o f enkel voor welbepaalde categorieën ?
Sluit een eventuele terugnameplicht mogelijke aanwendingen als secundaire grondstof uit ? 3. Houdt de minister vast aan haar optie om de
te-rugnameplicht slechts door te voeren als hier-over met de drie gewesten een akkoord is ? Is er reeds een akkoord bereikt met de andere gewesten ?
Antwoord
1. De Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) bespreekt met de sector een ontwerp van milieubeleidsovereen-komst (MBO) betreffende de terugname en het beheer van de verwerking van afvalolie. In eer-ste instantie overlegt OVAM met de producen-ten van olieproducproducen-ten, met name de Belgische Petroleumfederatie BPF, en in een tweede fase met de kleinere distributiebedrijven van olie-p r o d u c t e n , met name de Industrie van Minerale Oliën van België IMOB, en de Belgische Fe d e-ratie van de Distributieondernemingen Fe d i s. I n een latere fase is er nog overleg met de federa-tie van garagebedrijven.
Het voorstel van MBO heeft als belangrijkste principe dat de sector van producenten en ver-delers van olieproducten de bijkomende kosten dragen voor een kwaliteitsvolle en derhalve ecologisch veilige inzameling en verwerking van de afvalolie.
De sector is echter slechts bereid om een over-eenkomst te tekenen, indien hij vooraf zekerhe-den verkrijgt omtrent hierna volgende principes : – een milieubijdrage bij verkoop leidt niet tot
concurrentievervalsing (geen free riders die niets betalen en toch niet worden bestraft) ; – een eventuele financiële interventie bij de
in-zameling en verwerking is fraudebestendig (met andere woorden : voldoende controle op het systeem) ;
– de regeling dient nationaal te werken en past in een Europese aanpak.
2. De terugnameplicht geldt voor alle oliën, z o w e l synthetische als minerale, zowel in kleine toe-passingen (bv. smeermiddelen) als in industriële toepassingen (bv. thermische en snijoliën). De terugnameplicht sluit de mogelijke aanwen-ding als secundaire brandstof, zoals bepaald in het Vlaams Reglement inzake A f v a l v o o r k o m i n g en -beheer (Vlarea), niet uit. Het beheer zal wel nastreven dat de toepassingen voornamelijk ge-richt zijn op het hergebruik als basisolie. H e t begrip "basisolie" dient wel nog nader te wor-den omschreven.