• No results found

Vraag nr. 81 van 5 januari 2000 van de heer JOACHIM COENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 81 van 5 januari 2000 van de heer JOACHIM COENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 81 van 5 januari 2000

van de heer JOACHIM COENS

Ja chthavenproject Sluis – Implicaties voor Het Zwin

De Initiatiefgroep Zwingeulproject "Sluis aan Zee" heeft zijn plannen gepresenteerd voor de aanleg van een verbinding van Sluis met de zee. Onderdeel van die plannen is de realisatie van een jachthaven in Sluis.

Wethouder Guido van Daele van Sluis, t e v e n s voorzitter van de Initiatiefgroep, is zeer optimis-tisch over de kansen van zijn ambitieuze plan en verwacht positieve gevolgen voor de toeristische s e c t o r, aldus een artikel in de decemberuitgave van het gemeenteblad "De Sincfalbode" van Sluis. Vo l-gens de heer van Daele hebben gesprekken al aan-getoond dat er voldoende kansen bestaan om voor de uitvoering van dit plan Europese subsidies in de wacht te slepen. Bovendien zou de Benelux Com-missie voor Verkeer en Waterstaat en Ruimtelijke Ordening het plan reeds positief hebben ontvan-gen.

Het plan voorziet in de aanleg van een haven nabij het centrum in de Mariapolder (achter het Wa l-p l e i n ) , het graven van een verbindingskanaal in de oude bedding van Het Zwin naar het uitwaterings-kanaal en de verruiming van dat uitwaterings-kanaal. In Cad-z a n d-Bad Cad-zal een sluis moeten worden aangelegd met daarbij een wachthaven voor de jachten. M e n wil ook een groot gedeelte door de oude geul van Het Zwin doen stromen, zodat baggerwerken, n a a r men zegt, daar overbodig zullen worden.

1. Is de minister op de hoogte van deze plannen die een grondige wijziging van Het Zwin inhou-den ?

2. Is er hierover reeds overleg geweest ? Zo ja, w a t zijn hiervan de resultaten ?

3. Wat zijn de gevolgen van deze plannen voor het natuurgebied Het Zwin ?

N.B. Deelvragen 1 en 2 werden eveneens gesteld aan de heer Steve Stevaert, minister vicp r e-sident van de Vlaamse regering, Vlaams mi-nister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie.

Antwoord

1. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen twee aangelegenheden :

– het onderzoek dat momenteel in opdracht van de Internationale Zwincommissie wordt verricht naar een structurele oplossing voor de verzanding van het Zwin ;

– de plannen voor de aanleg van een jachtha-ven in Sluis, bekend als het project "Sluis aan Zee".

2. Bij mijn weten is er totnogtoe enkel over de zo-genaamde problematiek van de verzanding van het Zwin tussen de commissaris van de koningin van Zeeland en de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen in het kader van de Interna-tionale Zwincommissie overleg gepleegd. Omdat de Zwincommissie, die werd opgericht in de jaren vijftig, zowel naar doelstellingen als naar samenstelling inmiddels achterhaald is, gaven mijn voorganger en zijn collega bevoegd voor de kustverdediging de opdracht aan de gouverneur van de provincie We s t - V l a a n d e r e n om in overleg met de commissaris van de konin-gin van Zeeland de taakstelling, het werkingsge-bied en de samenstelling van de Internationale Zwincommissie te verruimen.

Omtrent de uitvoering van deze opdracht moet ik nog een verslag krijgen van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen.

3. a) Het spuien van de Zwingeul tegen verzanding Uit het onderzoek dat werd uitgevoerd door waterbouwkundige ingenieursbureaus in op-dracht van de Internationale Zwincommissie zou blijken dat het spuien van het afwate-ringswater van de Zeeuws-Vlaamse polders door de mondingsgeul van het Zwin het ver-zandingsproces van dat natuurgebied zou kunnen vertragen en ook het door de zee overstroombaar karakter van dit natuurge-bied zou kunnen instandhouden. Op die ma-nier zou het Zwin ook in zijn negentiende-eeuwse hoedanigheid als estuariumgebied, als mondingsgebied van waterlopen, w o r d e n hersteld.

(2)

zijn om met het spuien de beoogde resultaten te verkrijgen, zijn de experten van de techni-sche werkgroep van de Internationale Zwin-commissie het er nog niet helemaal over eens of het spuien van de Zwingeul met polderwa-ter nu echt wel de voor de natuurwaa r d e n van het Zwin en zijn omgeving meest opti-male maatregel tegen verzanding is.

Op Belgisch grondgebied zijn het Zwin en de erachtergelegen polders in uitvoering van de Europese vogelrichtlijn 79/409/EEG bij besluit van de Vlaamse regering van 17 okto-ber 1988 aangewezen als speciale bescher-m i n g s z o n e. Ook in uitvoering van de Euro-pese habitatrichtlijn 92/43/EEG werden het Zwin en de erachtergelegen brakke Dieven-gatkreek aan de Europese Unie bij beslissing van de Vlaamse regering van 14 februari 1996 voorgesteld als kandidaat-speciale be-s c h e r m i n g be-s z o n e. Ten be-slotte zijn het Zwin en de erachtergelegen Dievegatkreek door het gewestplan Brugge-Oostkust bestemd als "natuurgebied met wetenschappelijke waar-de".

Voor iedere ingreep die een invloed kan hebben op de waterhuishouding van een door de gewestplannen vastgelegd natuurge-bied en een in uitvoering van de Europese vogelrichtlijn aangewezen speciale bescher-m i n g s z o n e, is er krachtens het besluit van de Vlaamse Executieve van 23 maart 1989 hou-dende bepaling voor het Vlaams Gewest van de categorieën van werken en handelingen, andere dan hinderlijke inrichtingen, w a a r-voor een milieueffectrapport is vereist r-voor de volledigheid van de aanvraag om bouw-v e r g u n n i n g, een milieueffectrapport (MER) vereist.

Alvorens er waterhuishoudingsmaatregelen kunnen worden getroffen in het Belgische gedeelte van het Zwin zal dus alleszins een MER-rapport moeten worden opgemaakt. Bovendien ben ik, net als mijn voorganger, van oordeel dat de opportuniteit van de tegen de verzanding voorgenomen maatre-gelen moet worden beoordeeld in het raam van een globaal natuurtechnisch beheersplan voor het hele grensoverschrijdende Zwinge-b i e d , dat moet Zwinge-beantwoorden aan de richtlij-nen die worden gegeven door de "Ecosys-teemvisie voor de Vlaamse kust", en dat bo-vendien door de particuliere eigenaars van dit gebied de nodige juridische garanties moeten worden gegeven dat dit nog op te

maken beheersplan ook effectief zal worden uitgevoerd.

b) Nederlands jachthavenproject "Sluis aan Zee"

De door de Nederlandse gemeente Sluis-Aardenburg geplande aanleg van een jacht-haven bij Sluis voorziet in de aanleg van een havenkom voor de voet van de op heden als natuurgebied beheerde zeventiende-eeuwse aarden stadswallen van Sluis, en ook nog de bouw van verblijfsaccomodatie in de omge-ving van de jachthavenkom en de verbinding tussen deze jachthaven met de zee via het huidige afwateringskanaal Sluis-Retranche-m e n t - C a d z a n d . OSluis-Retranche-m het uitvaren van de jach-ten in zee toe te lajach-ten, moet het op de mon-ding van het kanaal te Cadzand-Bad gelegen huidige pompgemaal van het Wa t e r s c h a p Zeeuws-Vlaanderen worden vervangen door z e e s l u i z e n . Hier is wel in een terugkoppeling voorzien met de mogelijkheid om polderwa-ter door de Zwingeul te spuien : het pompge-maal zou dan worden verplaatst van Cad-zand-Bad naar een locatie op de Internatio-nale Dijk.

Op Nederlands grondgebied is de door de gemeente Sluis-Aardenburg geplande jacht-haven planologisch gesitueerd binnen de pe-rimeter van de Ecologische Hoofdstructuur van Nederland. Bijgevolg kan worden ver-wacht dat ook aan de realisatie van dit pro-ject aan Nederlandse zijde een vrij omvang-rijke planologische procedure zal moeten voorafgaan.

Gelet op de mogelijke effecten van het Ne-derlandse jachthavenproject op de nabijgele-gen EU-vogel- en habitatrichtlijngebieden op Belgisch grondgebied, zal ik er bij mijn Nederlandse ambtsgenoten bevoegd voor Natuurbehoud en Leefmilieu, alsook via de gouverneur van West-Vlaanderen bij de commissaris van de koningin van Zeeland, op aandringen dat dit project, ingevolge het zowel door Nederland als door België gerati-ficeerde verdrag van Espoo omtrent de grensoverschrijdende milieueffectrapporta-g e, aan een MER-rapport wordt onderwor-p e n , waarbij ook de effecten oonderwor-p de be-schermde zones op Belgisch grondgebied moeten worden geëvalueerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er kan bijgevolg worden besloten dat deze zaak grondig wordt onderzocht en dat naargelang de conclusies van het rapport zo nodig de gepaste maatregelen zullen

De vorige minister van Leefmilieu startte hierom in het kader van de ge- meentelijke milieuconvenants de actie "Vlaande- ren Proper" op.. Welke initiatieven zijn er nog

Na de ad- viesverlening conform artikel 18 heeft het gemeen- tebestuur immers meerdere opties, namelijk het voorontwerp aanpassen met nieuwe adviesvraag, het voorontwerp

Daarbij moet de verlichting dermate geconcipieerd zijn dat niet-functionele lichto- verdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt.. Het begrip "functioneel" is in de

De nieuwe regelgeving inzake private arbeids- bemiddeling in het Vlaamse gewest in uitvoe- ring van het decreet van 13 april 1999 bepaalt echter uitdrukkelijk dat "bureaus

Wanneer ontbossing als beheersmaatregel voor specifieke percelen in het beheersplan van een natuurreservaat is opgenomen en dit beheers- plan naar aanleiding van de erkenning of

Verder keurde de Vlaamse regering op 22 decem- ber 1999 principieel de oprichting van de VO LT (Vlaamse onderzoekseenheid voor Land- en Tu i n- bouweconomie) goed en –

Binnen het protocol dat tussen de drie gewestelijke Milieuministeries wordt afgesloten, zal worden be- keken hoe de afvalstromen tussen de gewesten beter op te