Vraag nr. 78 van 4 januari 2000
van de heer JOACHIM COENS
Verbrandingsinstallaties – Beste beschikbare tech-niek
Begin oktober jongstleden berichtte de pers over een nieuw procédé dat de uitstoot van dioxines door afvalverbrandingsovens tot 10 % van de oor-spronkelijke waarde zou kunnen terugbrengen. Het betreft een katalytisch filtersysteem ontwik-keld door een Amerikaans bedrijf. In tegenstelling tot andere technieken worden de dioxines daad-werkelijk vernietigd, zodat het probleem niet wordt verplaatst naar andere milieucompartimen-t e n . Volgens de producenmilieucompartimen-t is hemilieucompartimen-t sysmilieucompartimen-teem eenvoudig en vergt het geen dure bijkomende uitrusting. Onder meer de huisvuilverbrandingsinstallatie van Roeselare zou reeds positieve tests hebben uitge-voerd met deze nieuwe technologie.
Beschikt de minister over recente studies waarin een inschatting wordt gemaakt van de best be-schikbare technologie (BBT) voor verbrandingsin-stallaties ?
Wat is hierin de plaats van de katalytische filter ? In hoeverre kan, volgens de informatie van de mi-n i s t e r, deze techmi-nologie met goed gevolg wordemi-n uitgebreid naar andere installaties en verbran-dingsprocessen ?
Antwoord
De rookgasreinigingsinstallatie van de huisvuilvebrandingsinstallatie van de Intercommunale Ve r-eniging voor Vuilverwijdering en -verwerking voor Roeselare en Ommeland (IVRO) in Roeselare be-staat in de eerste stap uit een afscheiding van de vliegassen in éénveldselektrofilters (1/lijn). H i e r n a volgt een droge rookgasreiniging, gebaseerd op de reactie van gebluste en geëxpandeerde kalk met waterstofchloride (Hcl), zwaveldioxide (SO2) en waterstoffluoride (HF). Deze reactie gebeurt zowel in de reactor waar de injectie van de kalk gebeurt, als op de mouwenfilters die erna geschakeld zijn. Om te kunnen voldoen aan de emissiegrenswaarde voor dioxines van 0,1 ng T E Q / N m3werd in eerste instantie de verse kalk gemengd met actieve kool. Ook dit systeem gaf zeer goede resultaten. Het had echter het nadeel dat, door de hoge temperaturen
in de rookgaswassing van IVRO (ca. 220 °C, te wij-ten aan het feit dat er enkel een droge wassing ge-b e u r t ) , er ge-bij de kleinste hapering in het afvoersys-teem brand kon ontstaan in de trechters. Om deze reden heeft IVRO beslist om over te stappen op katalytische mouwen, waarin de dioxines die door de mouwen migreren (m.a.w. enkel die welke zich in gasfase bevinden) worden geoxideerd en afge-b r o k e n . Het afge-betreft het katalytische filtersysteem " R e m e d i aT MD/F Catalytic filter system" van het Amerikaanse bedrijf Gore. (ng : nanogram = 10- 9 gram ; TEQ : t ox i s ch equivalent ; N m3: normaal ku -bieke meter – red.)
Dit systeem geeft bij de installatie van IVRO zeer goede resultaten om de volgende redenen :
– de katalytische mouwen hebben maar een goede kinetische werking bij een temperatuur vanaf 200 graden Celcius. Deze kinetische reac-tiesnelheid daalt echter spectaculair bij reeds klein temperatuursdalingen. Wegens de hoge temperaturen in de rookgasreinigingsinstallatie van IVRO kan de katalysator bij optimale tem-peratuur werken ;
– dioxines zitten voor een deel in de gasfase en voor een deel geadsorbeerd op stofdeeltjes, a f-hankelijk van de rookgastemperatuur. Enkel de dioxines in gasfase worden door de katalytische mouwen afgebroken. De dioxines geadsorbeerd op stofdeeltjes worden gewoon samen met de stofdeeltjes opgevangen op de mouwen, om ver-volgens te worden afgevoerd.
Door de hoge rookgasreinigingstemperatuur bij I V RO zit circa 50 % van dioxines in de gasfase en 50 % geadsorbeerd op stofdeeltjes. De dioxi-nes geadsorbeerd op stof worden opgevangen samen met het stof, en de dioxines in gasfase worden vernietigd.
De meeste huisvuilverbrandingsinstallaties, o o k deze in Nederland of Duitsland, hebben echter een nat of halfnat rookgasreinigingsysteem (met zeer hoog zuiveringsrendement wat SO2 en HCl be-t r e f be-t ) , waardoor de rookgasbe-temperabe-tuur beduidend lager is dan deze van IVRO. Daardoor zitten de meeste dioxines geadsorbeerd op stofdeeltjes. D e katalytische mouwen hebben dan relatief gezien veel minder meerwaarde. De toepasbaarheid moet geval per geval worden onderzocht.
catalo-gering als beste beschikbare techniek. Er dient te worden opgemerkt dat er nog geen absolute zeker-heid bestaat omtrent het verzadigingseffect van de katalytische mouwen. De katalytische werking dient dan ook nauwlettend in de gaten te worden gehouden.
Actieve kool heeft daarenboven het voordeel dat alle organische componenten alsook de vluchtige metalen zoals kwik worden geadsorbeerd. De kata-lytische mouwen zullen enkel de organische com-ponenten verder afbreken. Kwik wordt niet tegen-gehouden.
Men kan besluiten dat nooit één bepaalde zuive-ringstechniek als BBT kan worden aangeduid voor alle verbrandingstechnieken. Algemeen wordt aan-genomen dat de gekozen rookgasreinigingstech-niek als BBT kan worden beschouwd wanneer al-tijd (met uitzondering van bepaalde calamiteiten) kan worden voldaan aan de van toepassing zijnde emissiegrenswaarden.
