Vraag nr. 76 van 11 mei 2000
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Adviesorganen – Vergoedingen
Op 11 april 2000 besliste de Vlaamse regering dat ook de leden van de adviescommissie Bosreserva-ten recht hebben "op de gewone reis- en verblijfs-kostenvergoeding voor de leden van de adviesor-ganen".
1. Wat verstaat men concreet onder "de gewone r e i s- en verblijfskostenvergoeding voor de leden van de adviesorganen" ?
2. Krijgen alle adviesorganen dergelijke kosten-vergoedingen ?
Welke adviesorganen krijgen geen of een ande-re vergoeding ? Waarom ?
3. Op welke manier heeft het parlement inzicht in de samenstelling/rechten/adviezen van advies-commissies in het algemeen ?
N.B. Een vraag over de vergoedingen van de ad-viescommissie Bosreservaten werd gesteld aan mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw.
Antwoord
1. Onder "de gewone reis- en verblijfskostenver-goeding voor de leden van de adviesorganen" wordt verstaan wat vastgelegd is in artikel 3, § 1, 2 . van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 1983 houdende sommige maatre-gelen tot harmonisatie van de werking en van de prestatiegelden en vergoedingen van advies-organen (Belgisch Staatsblad 20 april 1984). Deze bepaling luidt :
" A r t . 3 . § 1. De voorzitters, de ondervoorzitters, de leden, de plaatsvervangers alsook de deskun-digen die worden gehoord, kunnen per zitting aanspraak maken op :
1. een prestatiegeld, per zitting en per dag, b e-paald als volgt :
– voor de voorzitter : 350 BF.,
– voor de ondervoorzitter, de leden en de deskundigen : 275 BF.
2. de terugbetaling van hun reis- en verblijfs-kosten volgens dezelfde normen als die welke gelden voor de ambtenaren van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en dit overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 hou-dende algemene regeling inzake reiskosten van het rijkspersoneel, waarbij de voorzitters worden gelijkgesteld met ambtenaren beho-rende tot de rang 10 tot en met 14 en de be-palingen van het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de ver-goedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der ministe-ries (…)."
Voor leden van adviescommissies die gehandi-capt zijn en niet zonder assistentie aan vergade-ringen kunnen deelnemen, geldt een verhoogd presentiegeld (art. 3, § 4, van hetzelfde besluit). 2. Genoemd besluit van de Vlaamse regering van
14 december 1983 bevat algemene bepalingen die van toepassing zijn op alle adviesorganen. Het volstaat dat het besluit van 14 december 1983 toepasselijk wordt gemaakt op het advies-orgaan in kwestie.
3. Door mijn voorganger Luc Van den Brande werd op 9 juni 1998 de tot eind mei 1998 geactu-aliseerde inventaris van de Vlaamse adviesorga-nen overgezonden aan de heer Jos Geysels, i n zijn hoedanigheid van voorzitter van de werk-groep Adviesorganen van het Vlaams Parle-ment.
Deze inventaris is geordend per verantwoorde-lijk departement en per Vlaamse minister en bevat de opdracht en de organieke regelgeving van elk adviesorgaan. De inventaris wordt per-manent geactualiseerd en kan op eenvoudig verzoek aan het Vlaams Parlement worden ver-strekt.
Voor de inhoud van de adviezen wordt naar de functioneel bevoegde minister van elke indivi-duele commissie verwezen.
