Vraag nr. 134 van 31 mei 2000
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Eetwaren in scholen – Regelgeving
Voedselvergiftigingen hebben geleid tot specifieke w e t g e v i n g e n . Door de KB's (koninklijk besluit) van 4 december 1995 en 4 augustus 1996 moeten scholen een vergunning aanvragen wanneer zij eet-waren produceren of verdelen. Dit geldt ook voor drankautomaten die men zelf bijvult en warme maaltijden door leerlingen onder begeleiding ge-maakt.
Voor de verkoop van drank en eten op een school-feest moet dan weer geen vergunning worden aan-g e v r a a aan-g d , alhoewel de kans op veraan-giftiaan-ginaan-g dan veel groter is.
1. Klopt het dat deze regelgeving voor scholen problematisch is ?
Zijn er reeds problemen gesignaleerd door de scholen aan de minister ? Welke ?
2. Wat deed de minister tot nu toe om de regelge-ving makkelijker toepasbaar te maken voor de scholen ?
3. Zijn er door producten geproduceerd door een school in bovenvermelde zin, reeds gezond-heidsproblemen geweest voor leerlingen, l e e r-k r a c h t e n , . . . sinds het aantreden van deze rege-ring ?
Zo ja, w a a r, met welke omvang, door welke oor-zaak ?
Antwoord
1. De problematiek van eetwaren (op school of el-ders) is federale materie, ressorterend onder de bevoegdheid van de minister van Vo l k s g e z o n d-heid.
De regelgeving in kwestie is vervat in enerzijds het koninklijk besluit van 4 december 1995 tot onderwerping aan vergunning van plaatsen waar voedingsmiddelen gefabriceerd of in de handel gebracht worden of met het oog op de uitvoer behandeld worden, en anderzijds in het koninklijk besluit van 7 februari 1997 betreffen-de betreffen-de algemene hygiëne van voedingsmidbetreffen-delen (zijnde de omzetting van de Europese richtlijn 93/43/EEG van 14 juni 1993 inzake
levensmid-d e l e n h y g i ë n e ) . De verantwoorlevensmid-delijkheilevensmid-d voor de toepassing, de controle en de mogelijke bijsturing van deze regelgeving ligt dan ook niet bij het Onderwijsdepartement.
De minister van Onderwijs kan slechts de meta-controle doen. Dit gebeurt bij doorlichting van scholen door de Onderwijsinspectie.
2. Inzake de toepasbaarheid van de regelgeving De Inspectie Secundair Onderwijs (SO) spande zich in om samen met de administratie Secun-dair Onderwijs de reglementering via een om-zendbrief aan alle scholen te verduidelijken en om in 1996 een studiedag te wijden aan deze p r o b l e m a t i e k , die specifieke gevolgen heeft voor de hotel-, bakkerij- en slagerijscholen, maar die eigenlijk alle schoolrestaurants, e e t z a-l e n , didactische keukens, gaarkeukens en aa-la-le plaatsen betreft waar men voedingsmiddelen v e r k o o p t , aanbiedt of verdeelt. De reglemente-ring verplicht iedereen een zelfcontrole uit te bouwen over de kwaliteit van de eigen geprodu-ceerde en gedistribueerde producten, vanaf de in ontvangstname van de producten tot en met de afgifte bij de gebruiker.
De controle wordt uitgevoerd door de Eetwa-reninspectie ; zij zien toe op het uitreiken van de vergunning en op het waarborgen van de vei-ligheid van de afgeleverde producten via het H ACCP-beginsel (HACCP staat voor Hazard Analysis Critical Control Po i n t ) . Normaal moet de Eetwareninspectie een administratief en technisch onderzoek uitvoeren in een periode van maximum 20 maanden na datum van de a a n v r a a g. Bij een schooldoorlichting vraagt de Onderwijsinspectie na of de school inderdaad een vergunning aangevraagd heeft en wat het eventuele resultaat van het controleonderzoek w a s. Een diepgaand onderzoek naar de toepas-sing van de hygiënereglementering gebeurt al-leen in de hotel-, bakkerij- en slagerijscholen, naar aanleiding van de schooldoorlichtingen. 3. Problemen