Vraag nr. 130 van 31 mei 2000
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Historische steden – Steun
Vlaanderen hecht veel belang aan het behoud van zijn historisch patrimonium.
De ontwikkeling van historisch belangrijke ge-meenten zoals Brugge, To n g e r e n ,D a m m e, . . .w o r d t opgebouwd rond de erfenis uit het verleden : d i t biedt niet alleen kansen voor het contact met het verleden en een esthetische meerwaarde, maar ook bijkomende economische groeikansen.
Het betrekken van een breed publiek bij het mo-numentenbeleid is een van de opties van de minis-t e r. Zowel de plaaminis-tselijke overheid als VZW's en p r i v é-personen hebben een rol te spelen. Ze kun-nen een beroep doen op het Vlaams Gewest om het behoud van het historisch patrimonium te on-d e r s t e u n e n . Het systematisch naar buiten brengen van deze steun door het Vlaams Gewest is een sti-mulans voor de dynamiek van de vele betrokkenen in deze steden.
1. Kan de minister in dit kader aangeven welke r e s t a u r a t i e- en onderhoudspremies voor monu-menten en landschappen van juli 1998 tot juli 1999 en van juli 1999 tot nu naar de historisch belangrijke gemeenten Brugge, D a m m e, G e n t , A n t w e r p e n , To n g e r e n , Leuven en Diest zijn ge-gaan ?
Werden deze gemeenten op andere gebieden ondersteund in hun cultuurhistorisch beleid ? 2. Zijn er voor deze gemeenten nog
steunaanvra-gen in behandeling ? Wat is de stand van zaken in deze dossiers ?
3. Werd het voorstel van de administratie uitge-voerd om met de Argusmethode een globaal jaarprogramma op te stellen en dit bekend te maken aan het grote publiek ?
Antwoord