Vraag nr. 44
van 18 februari 2000
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Premies loopbaanonderbreking – Samenwerkings-akkoord
De aanmoedigingspremie van de Vlaamse over-heid bij loopbaanonderbreking (AWAP) wordt enkel uitgekeerd aan werknemers in de privé-s e c-tor die, als ze hun arbeidsduur verminderen of loopbaanonderbreking nemen, tewerkgesteld zijn in het Vlaamse gewest én worden vervangen (arti-kel 3, § 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998). Dit betekent dat werknemers uit het Brusselse of Waalse gewest, maar tewerkge-steld in V l a a n d e r e n , een premie kunnen ontvangen indien zij ook aan de andere toekenningsvoorwaar-den voldoen. De Vlamingen die echter in Brussel werken – en dit zijn er heel wat, daar zowel over-heidsdiensten als bedrijven in Brussel gevestigd zijn – krijgen deze premie niet.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is niet ge-neigd vanuit de gewestbevoegdheid een analoog stelsel uit te werken, waardoor in Brussel werken-de Vlamingen op werken-deze regeling een beroep zouwerken-den kunnen doen.
In het voorjaar 1999 werd door toenmalig minister Theo Kelchtermans deze specifieke vraag voorge-legd aan de minister-voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke regering. Meer bepaald werd aan het Brussels Gewest gevraagd akkoord te gaan met een besluitwijziging waardoor het mogelijk zou worden dat de werknemer voorheen tewerkgesteld in het Vlaamse gewest, zijn premie zou behouden indien hij verplicht wordt te gaan werken in het Brusselse gewest.
1. Hoeveel inwoners uit het Waalse en Brusselse gewest ontvingen sedert het ontstaan van deze maatregel een premie ?
2. Is er inmiddels een reactie van de Brusselse Hoofdstedelijke regering op dit voorstel ? 3. Werd de mogelijkheid reeds onderzocht om
hier-over een samenwerkingsakkoord af te sluiten ?
Antwoord
1. In de huidige AWAP-informaticatoepassing kan geen selectie worden gemaakt op basis van de woonplaats van de werknemer ; de gevraagde
gegevens kunnen door het actuele databestand derhalve niet worden opgeleverd.
Van de 21.587 gunstig besliste aanvragen in 1999 zijn er in ieder geval een beperkt aantal aanvragers die hun woonplaats in het Brusselse of Waalse gewest hebben.
2. In het voorjaar 1999 heeft de toenmalige minis-ter Theo Kelchminis-termans een schrijven gericht aan de minister-voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke regering betreffende het pro-bleem van de territoriale bevoegdheid m.b. t . d e materie van de aanmoedigingspremies.
Meer bepaald werd aan het Brussels Gewest ge-vraagd akkoord te gaan met een besluitwijzi-ging waardoor het mogelijk zou worden dat de werknemer voorheen tewerkgesteld in het Vlaamse gewest, zijn aanmoedigingspremie zou behouden wanneer hij verplicht wordt te gaan werken in het Brusselse gewest. Voor het be-houd van de premie werd wel een dubbele voorwaarde gesteld : de betrokken werknemer zou reeds gedurende minstens drie maanden de premie moeten genieten, en de wijziging in de tewerkstellingsplaats moest het gevolg zijn van een bedrijfsreorganisatie, een fusie of een over-name van bedrijven.
De Brusselse Hoofdstedelijke regering heeft tot op heden niet gereageerd op voormeld voorstel tot wijziging van het besluit van de Vlaamse re-gering van 6 oktober 1998.
3. Voornoemd initiatief van de vorige Vlaamse mi-nister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid was er juist op gericht m.b. t . de geschetste pro-blematiek een samenwerkingsakkoord af te sluiten met de andere gewesten.