Vraag nr. 160 van 17 januari 2000
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Openbaar vervoer – Afspraken bij investerings-steun
Bij verschillende gelegenheden verklaarde de mi-nister dat de openbare vervoermaatschappij De Lijn zou kunnen instaan voor het vervoer tot aan de "poort" van een industrieterrein of tot aan een andere strategische plaats, vanwaar pendels de be-diening per bedrijf zouden kunnen afwerken. In dit kader lijkt het dan ook evident dat De Lijn haar bestaande halteplaatsen en dienstregelingen eventueel herdenkt en aanpast aan én de bedrij-venterreinen én de werktijden van het personeel in deze bedrijven.
Bij de aanleg of de uitbreiding van industrieterrei-nen en ook van verzorgingsinstellingen waarvoor overheidssubsidies worden gegeven, zijn afspraken met de bevoegde ministers dan ook essentieel. 1. Worden er systematisch afspraken gemaakt met
de minister bevoegd voor Economie om, bij het verlenen van investeringssteun aan bedrijven-terreinen of bedrijven, het aanbod aan open-baar vervoer in de buurt na te gaan ? Zo neen, is het niet zinvol om dit systematisch te doen ? 2. Worden er afspraken gemaakt met de minister
bevoegd voor Welzijn en Gezondheid om, b i j het verlenen van investeringssteun aan welzijns-of gezondheidsvoorzieningen, het aanbod van openbaar vervoer voor personeel en cliënten mee op te nemen in de omgevingsstudie ? Zo n e e n , is het niet zinvol om dit systematisch te doen ?
Antwoord
In het kader van de afgesloten mobiliteitsconve-nants worden door de gemeente- en stadsbesturen mobiliteitsplannen opgemaakt.
Deze plannen dienen rekening te houden met nieuwe projecten, zoals oprichting of uitbreiding van bedrijventerreinen en welzijns- en gezond-heidsvoorzieningen.