Vraag nr. 114 van 12 mei 2000
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Woonsubsidies – Leeftijdsdiscriminatie
De Vlaamse regering nam als optie leeftijdsdiscri-minatie weg te werken. Alleen voor problemen die leeftijdsgebonden zijn, kunnen leeftijden in de re-gelgeving worden ingeschreven.
Zo verleent het Vlaams Gewest premies voor het aanpassen van woningen aan gehandicapten en ou-deren.
Volgens mijn informatie verleent het Vlaams Ge-west een premie voor:
– het aanpassen van de woning als iemand 60 jaar is of ouder ;
– een huursubsidie als men 65 jaar is of ouder; – een installatiepremie als men 65 jaar is of ouder. 1. Is het, in het kader van het vereenvoudigen van administratieve documenten en het vermijden van leeftijdsdiscriminatie, niet logisch dat alle Vlaamse premies bedoeld voor ouderen vanaf 60 jaar ter beschikking worden gesteld ?
Zo ja, wanneer gebeurt dit ?
Zo neen, is er dan geen sprake van leeftijdsdis-criminatie ?
2. Zijn er nog andere woonsubsidievormen gekop-peld aan een leeftijd ? Zo ja, welke ?
Antwoord
Voor een goed begrip is het noodzakelijk de pre-mies te duiden vanuit hun maatschappelijke finali-teit en hun reglementaire context.
De huursubsidie en de installatiepremie horen con-ceptueel en juridisch bijeen (de rechtsbasis is het BVR van 11 december 1991 tot instelling van de individuele huursubsidie en installatiepremie). D e huursubsidie als tegemoetkoming in de huurkosten en de eenmalige installatiepremie zijn bedoeld als financiële ondersteuning van de zwakkere huur-ders die op de huurmarkt moeilijk een kwalitatieve en betaalbare woning kunnen betrekken. In die op-tiek houdt de subsidiemaatregel een sociale correc-tie in. Door de sociale dimensie en finaliteit kan de
leeftijd geenszins als een uitsluitende voorwaarde worden gehanteerd. Voor de huursubsidie en de in-stallatiepremie is de leeftijd dan ook geen criteri-um om al dan niet subsidie te verstrekken. I n t e g e n-d e e l , ien-dereen kan een huursubsin-die krijgen, u i t e r-aard voorzover het inkomen van de aanvrager toe-laatbaar is en de aanvrager geen woning in bezit h e e f t . Hetzelfde geldt voor de eenmalige installa-tiepremie die de kosten van verhuis moet dekken. Het subsidiestelsel houdt dan ook geen leeftijdsdis-criminatie in. Wel wordt voor de bejaarde – en voor deze regelgeving is de leeftijdsgrens op 65 bepaald – een levenslange uitkering van de huursubsidie v e r s t r e k t , terwijl dit voor de andere leeftijdsgroe-pen vijftien jaar is. Dit onderscheid is voor de be-jaarde erg belangrijk en biedt psychologisch de ze-kerheid dat men op hoge leeftijd niet meer veront-rust moet zijn over de financiële ondersteuning van de huurkosten.
De aanpassingspremie kent een andere rationali-teit en een aparte rechtsbasis (het BVR van 18 de-cember 1992 houdende aanpassingspremie en ver-beteringspremie voor woningen). Een aanpassings-premie kan worden verstrekt aan diegene die noodzakelijkerwijs de woning moet aanpassen aan haar of zijn fysieke toestand. De individuele nood is de basis voor de subsidie. Voor de bejaarde staat dit vanzelfsprekend in nauw verband met haar of zijn leeftijd. In die optiek is voor de bejaarde de leeftijdsgrens bepaald op 60 jaar. Uiteraard geldt om evidente redenen geen leeftijdsgrens voor de g e h a n d i c a p t e. Ook hier houdt het stelsel geen dis-criminatie in : telkenmale de individuele nood tot aanpassing wordt vastgesteld, kan een aanpassings-premie worden verstrekt.