Vraag nr. 44
van 2 december 1999
van mevrouw PATRICIA CEYSENS
Kinderopvang – Ingetrokken attesten en erkenningen Opvanginitiatieven met een attest van toezicht zijn onderworpen aan een aantal regels vanuit Kind en G e z i n . Wanneer deze regels worden overtreden, kan dit leiden tot de intrekking van het attest van t o e z i c h t . Erkende en gesubsidieerde kinderopvang-initiatieven zijn eveneens onderworpen aan een aantal voorwaarden. Voor hen bestaat bij overtre-ding als sanctie de mogelijkheid tot het intrekken van de erkenning en bijgevolg ook de intrekking van de subsidiëring.
1. Op welke gronden werden in de afgelopen drie jaar attesten van toezicht ingetrokken ?
2. Hoeveel attesten van toezicht werden ingetrok-ken in de afgelopen drie jaar (nominaal en pro-centueel)?
3. Op welke gronden werden in de afgelopen drie jaar erkenningen ingetrokken ?
4. Hoeveel erkenningen werden ingetrokken in de afgelopen drie jaar (nominaal en procentueel)? 5. De intrekking van attesten van toezicht gebeurt
geregeld op grond van overbezetting. In bepaal-de gevallen is bepaal-de overbezetting het gevolg van het sluiten van opvanginitiatieven in de buurt. In welke mate wordt rekening gehouden met deze problematiek ?
Antwoord
1. Wanneer een attest van toezicht wordt inge-t r o k k e n , liginge-t hieraan vaak een combinainge-tie van factoren ten grondslag.
De afgelopen drie jaar gaven volgende redenen aanleiding tot een intrekking : een geregelde ernstige overbezetting, onvoldoende personeel a a n w e z i g, onvoldoende veiligheid, het admini-stratief dossier zoals vereist volgens de algeme-ne voorwaarden van toezicht niet in orde, i n f r a-structuur en accommodatie niet conform de al-gemene voorwaarden van toezicht, een inade-quate pedagogische begeleiding, de voorziening wil geen fiscale attesten uitreiken aan de ou-ders, een ondermaatse hygiëne, ...
Sinds februari 1999 wordt er bij de inspectiebe-zoeken aan de opvanginstellingen gebruikge-maakt van het Kwaliteitsinstrument Particuliere Opvanginstellingen (KWA P O I ) , dat toelaat de feitelijke pedagogische opvangkwaliteit objec-tief en gestandaardiseerd in kaart te brengen. Het instrument legt een aantal basiskwaliteitsei-sen vast voor de particuliere opvanginstellingen. Hierdoor komen een aantal zaken aan het licht die vroeger niet werden vastgesteld. Er is im-mers een verschil tussen hoe mensen zeggen een pedagogische aanpak uit te bouwen, en hoe ze die in werkelijkheid realiseren. Dit heeft ertoe geleid dat bij een aantal opvanginstellin-gen het attest werd ingetrokken omdat de ver-eiste pedagogische basisopvangkwaliteit gemid-deld niet werd behaald.
2. Wat de sector van de particuliere opvanginstel-lingen betreft, zijn in 1996 vier (0,8 %) attesten van toezicht ingetrokken, in 1997 twee (0,4 %) en in 1998 acht (1,3 %).
In de sector van de particuliere opvanggezinnen werden in 1996 twee (0,1 %) attesten van t o e-zicht ingetrokken, in 1997 vier (0,2 %) en in 1998 12 (0,7 %). De percentages zijn berekend op het totaal aantal voorzieningen onder toe-zicht op het einde van het betrokken jaar. 3 en 4. Wat de erkende en gesubsidieerde sector
b e t r e f t , werden in de afgelopen drie jaar geen erkenningen ingetrokken.
5. Vooraleer een attest van toezicht wordt inge-trokken op grond van overbezetting, wordt aan het initiatief de kans gegeven een afbouwplan op te stellen en te realiseren. Het is pas wanneer een systematische overbezetting wordt vastge-s t e l d , dat het attevastge-st van toezicht wordt ingetrok-ken.